Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over o.a. de geannoteerde agenda van de Informele Raad Buitenlandse Zaken 29 augustus 2024 (Kamerstuk 21501-02-2925)
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D30308, datum: 2024-08-21, bijgewerkt: 2024-09-03 15:32, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D30308).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (PVV)
- Mede ondertekenaar: A.W. Westerhoff, griffier
Onderdeel van zaak 2024Z12449:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-08-21 14:00: Informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) 28-29 augustus (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-09-03 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-05 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2024D30308 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus 2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2925) en het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2924).
De fungerend voorzitter van de commissie,
De Roon
De griffier van de commissie,
Westerhoff
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) van 29 augustus 2024. Zij hebben hierover meerdere vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over het draagvlak voor de steun aan Oekraïne in Europa. Het Duitse besluit om geen nieuwe toezeggingen voor financiële en militaire steun aan Oekraïne te doen is dan ook ingewikkeld. Enerzijds stelt Duitsland dat zij de steun aan Oekraïne blijft waarborgen; anderzijds zou de steun uit rente op bevroren Russische tegoeden moeten komen, zonder daarbij de huidige steun te ondermijnen. Deelt de Minister de mening dat de steun uit rente op bevroren tegoeden niet de huidige steun mag vervangen? Is de Minister bereid om tijdens de aanstaande RBZ de Duitse Minister aan te spreken op de beslissing? Ook vragen de leden van de VVD-fractie hoe de Minister erop wil inzetten om Europese landen duidelijk te maken dat de bevroren rentetegoeden als extra steun gezien moeten worden? Deze leden vragen als laatste hoe de Minister wil inzetten op het blijven creëren van urgentie voor steun aan Oekraïne bij andere Europese landen?
De leden van de VVD-fractie zijn positief dat de Europese Unie (EU) de eerste 1,5 miljard euro aan rente-inkomsten van bevroren Russische tegoeden vrij heeft gemaakt voor Oekraïne. Kan de Minister toelichten wanneer de volgende rente-inkomsten vrijgemaakt zullen worden? Deze leden constateren dat de winter er binnenkort aankomt, die nieuwe uitdagingen voor de Oekraïners met zich brengt. Op welke concrete manieren zet Nederland erop in om Oekraïne te helpen met voorbereidingen voor de winter? Afgelopen tijd heeft Rusland energie-infrastructuur in Oekraïne weer tot specifiek doelwit gemaakt. Dit kan grote gevolgen voor de winter hebben. Kan de Minister toelichten hoe Nederland specifiek op het gebied van energie-infrastructuur Oekraïne helpt om voorbereidingen te treffen voor de winter?
De leden van de VVD-fractie blijven met zorg naar de situatie in het Midden-Oosten kijken, specifiek naar de dreigende escalatie tussen Israël en Iran. Hoe zet de Minister diplomatiek in om verdere escalatie tussen Israël en Iran te voorkomen? Deze leden kijken met zorgen naar de toenemende betrokkenheid van China en Rusland als bemiddelaars in het Midden-Oosten. Hoe kijkt de Minister naar deze ontwikkeling? Op welke manier ziet de Minister nog kansen voor Westerse landen om een grotere rol te spelen in bemiddeling en de-escalatie in het Midden-Oosten? De leden van de VVD-fractie zetten zich in voor een onmiddellijk staakt-het-vuren in Gaza, de vrijlating van gegijzelden en het doorlaten van meer humanitaire hulp. Welke acties kan Nederland in EU-verband ondernemen om, in samenwerking met de VS, de huidige vredesbesprekingen te ondersteunen? Deze leden vragen hoe de Minister kijkt naar het recente bezoek van president Mahmoud Abbas van Fatah aan Poetin. Hoe kijkt de Minister naar dit bezoek en verandert dit hoe het kabinet kijkt naar de betrokkenheid van de Palestijnse Autoriteit bij het toekomstig bestuur in Gaza?
De leden van de VVD-fractie stellen dat het gebrek aan transparante verkiezingen in Venezuela en de ontstane protesten die neergeslagen worden, zeer zorgelijke ontwikkelingen zijn. Kan de Minister toelichten hoe Nederland in EU-verband en in samenwerking met internationale regionale partners als Brazilië en Colombia stappen onderneemt om druk te zetten op Maduro om internationale waarnemers de verkiezingsuitslag te laten onderzoeken? Welke concrete stappen kunnen gezet worden richting Maduro om de druk op hem te verhogen? Wat zijn concrete opties, zoals extra sancties, die hierbij overwogen kunnen worden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken voor dit schriftelijk overleg. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de NSC-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het plan om een eurocommissaris aan te stellen voor EU-uitbreiding. Commissievoorzitter Von der Leyen ziet de EU-uitbreiding als geopolitiek belang van Europa. De leden van de NSC-fractie begrijpen deze uitspraak, maar willen graag weten welke criteria met betrekking tot de geopolitieke situatie gehanteerd worden om een land toe te laten. Graag willen deze leden de Minister ertoe oproepen om gedurende de informele RBZ hier meer informatie over te verschaffen. Daarnaast blijven de leden van de NSC-fractie van mening, dat er ook bij toekomstige uitbreiding geen enkele concessie gedaan mag worden aan de Kopenhagen-criteria, ook niet in gevallen waarbij geopolitieke redenen een versnelde toelating zouden rechtvaardigen.
De leden van de NSC-fractie zijn van mening dat de EU moet blijven aandringen op een staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas en de terugkeer van de gijzelaars. Ook moet de EU Israël blijven aanspreken op de agressie van kolonisten in de Westelijke Jordaanoever. Daarnaast vragen de leden van de NSC-fractie aandacht voor de situatie van christelijke en andere minderheden in Irak. Iraanse milities bedreigen het voortbestaan van de christenen in deze regio. De leden van de NSC-fractie vragen of de EU-mogelijkheden ziet om hierop te handelen.
De leden van de NSC-fractie hebben met zorg kennisgenomen van het feit dat Duitsland geen nieuwe financiële middelen vrij wil maken voor de steun aan Oekraïne. Deze leden vragen of de Minister zich op EU-niveau blijft inzetten voor voldoende steun aan Oekraïne.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus. Zij steunen de Hoge Vertegenwoordiger van harte in zijn besluit om deze informele Raad plaats te laten vinden in Brussel in plaats van Boedapest. Zij vinden het onverteerbaar dat, ondanks een duidelijke Kamermeerderheid die het kabinet vraagt om dit niet te doen, Nederland er toch voor koos om een Minister naar de informele JBZ-Raad in Boedapest te sturen. Hongarije ondermijnt de Europese eenheid, ondermijnt de Europese steun aan Oekraïne en ondermijnt de Europese veiligheid door niet gescreende Russische migratie te faciliteren. Daarom roepen deze leden nogmaals met klem op om geen kabinetsafvaardiging te sturen naar welke informele raad dan ook die plaatsvindt in Boedapest. Dit legitimeert het circus dat Orbán maakt van het EU-raadsvoorzitterschap. Daarom is de allereerste vraag van deze leden of het kabinet bereid is te stoppen met het afvaardigen van Ministers naar de raden die in Boedapest plaatsvinden en om dus niet langer diplomatiek bij te dragen aan misbruik van het EU-raadsvoorzitterschap.
De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen over het toelaten van Russische en Belarussische arbeidsmigranten door Hongarije en spreken sterke afkeuring uit van het tot op heden uitblijven van een reactie op de brief van eurocommissaris Johansson. Zij onderschrijven de steun van de acht Nordic-Baltische landen1 voor het onderzoek van de Europese Commissie naar de veiligheidsrisico’s van dit Hongaarse beleid en zij vragen het kabinet of het, net als deze acht landen, bereid is alle mogelijke Nederlandse steun te bieden bij het uitvoeren van dit onderzoek en het nemen van maatregelen om de veiligheidsrisico’s tegen te gaan. De leden van de D66-fractie waren verbaasd te lezen dat het Russische staatsbedrijf Rosatom honderden miljoenen aan uraniumwinst door Nederland sluist en, door de banden tussen Rosatom en het Russische leger, daarmee direct bijdraagt aan de Russische agressie in Oekraïne. Deze leden zijn ontstemd over de rol van Nederland hierin en vragen de Minister om op deze berichtgeving te reageren. Welke stappen gaat hij ondernemen om ervoor te zorgen dat bedrijven als Rosatom niet op dergelijke manieren geld kunnen verdienen in EU-lidstaten en is hij daarnaast bereid sancties tegen Russische staatsbedrijven in de nucleaire sector bespreekbaar te maken in de Raad, zo vragen zij.
In het verslag van de NAVO-top (Kamerstuk 28 676, nr. 465) lezen de aan het woord zijnde leden dat het kabinet naar aanleiding van de motie-Paternotte c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2100) «actief [heeft] uitgedragen dat Oekraïne door Nederland geleverde wapens mag inzetten tegen alle volgens het internationaal recht gelegitimeerde doelwitten» en «het belang [benadrukte] van levering van langeafstandswapen zonder geografische beperkingen». De leden van de D66-fractie danken de Minister daarvoor, maar zien in de praktijk dat nog te veel beperkingen worden opgelegd, onder andere door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Dat terwijl Oekraïne in de Donbas onder grote druk staat van continue massa-aanvallen van Russische troepen. Deze leden menen dat hieruit eens te meer blijkt dat Oekraïne de Europese veiligheid niet kan verdedigen met één hand op de rug. Daarom vragen zij de Minister ook op deze Raad opnieuw het belang hiervan te benadrukken en dit ook te blijven uitdragen naar landen buiten de EU. Daarnaast vragen deze leden of de Minister kan bevestigen dat Oekraïne volledig binnen het internationaal recht handelt met de militaire acties in Koersk en dat de eventuele inzet van Nederlandse wapens in Koersk daarmee ook legitiem is. Voorts hebben de leden van de D66-fractie kennisgenomen van het onderzoek van de Duitse justitie naar de explosies rondom Nord Stream 2 en het uitgevaardigde arrestatiebevel. Zij onderstrepen het belang van degelijk onderzoek en vragen de Minister of hij verwacht dat het onderzoek besproken zal worden op de Raad. Is Nederland op justitieel niveau betrokken bij het onderzoek, dan wel bereid om hieraan bij te dragen, zo vragen de leden van de D66-fractie.
De situatie in het Midden-Oosten blijft uiterst zorgelijk. De leden van de D66-fractie steunen de inzet voor onderhandelingen tussen Israël en Hamas die uiteindelijk moeten leiden tot een permanent staakt-het-vuren, zodat de gijzelaars vrij kunnen worden gelaten, de situatie in Gaza kan worden verbeterd en kan worden gewerkt aan een pad naar een tweestatenoplossing. Wat heeft Nederland tot nu toe concreet gedaan, bijvoorbeeld in bilaterale contacten of in EU- of VN-verband om de totstandkoming van een permanent staakt-het-vuren te bevorderen, zo vragen deze leden. Deze leden hebben ook kennisgenomen van het bezoek van de Palestijnse president aan Moskou. Zij spreken hun zorgen uit over de rol van Rusland in het conflict in het Midden-Oosten en vragen de Minister hoe hij dit bezoek beoordeelt en of hij bereid is zich hierover uit te spreken richting de Palestijnse Autoriteit. De leden van de D66-fractie lazen in de geannoteerde agenda niet terug dat er gesproken zal worden over het bijeenroepen van de EU-Israël Associatieraad en de eisen die Israël hieromtrent heeft gesteld. Kan de Minister toezeggen op te brengen dat een snelle bijeenroeping van de Associatieraad voor Nederland belangrijk is, te meer gezien de vele aanvallen van Israël op (VN)-scholen in Gaza waar vluchtelingen verblijven met veel doden tot gevolg, alsmede het recent toegenomen kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever, zo vragen deze leden. De humanitaire situatie in Gaza wordt met de dag schrijnender en de uitbraak van polio vormt een groot risico voor alle Gazanen. De vaccinatiegraad tegen polio is drastisch gedaald vanwege het vernietigde zorgstelsel. De leden van de D66-fractie steunen daarom – zolang een permanent staakt-het-vuren uitblijft – de oproep van de Verenigde Naties (VN) om een gevechtspauze van in ieder geval zeven dagen om een groot aantal Palestijnse kinderen te vaccineren. Zij vragen de Minister of hij de oproep ook steunt en of hij zich er tijdens de Raad hard voor wil maken dat ook de EU zal pleiten voor een dergelijke gevechtspauze parallel aan de onderhandelingen. Kan de Minister schetsen hoe de Nederlandse humanitaire hulp in Gaza zich heeft ontwikkeld sinds het begin van de oorlog en daarbij specifiek ingaan op de omvang van zowel hulp via airdrops als via de grond, zo vragen deze leden. Daarnaast roepen de leden van de D66-fractie opnieuw op om zo spoedig mogelijk het gereserveerde bedrag van 3 miljoen euro voor de United Nations Relief and Works Agency (UNRWA) uit te keren. UNRWA is en blijft de levenslijn voor veel Palestijnen in Gaza en daarbuiten; voldoende financiering is daarmee van levensbelang. Tot slot zijn in Gaza sinds het begin van de oorlog meer dan honderd journalisten omgekomen. Het is onverteerbaar dat mensen hun belangrijke werk, ook voor onze informatievoorziening in Nederland, niet zonder gevaar kunnen doen. Zeker in tijden van grote hoeveelheden desinformatie zijn onafhankelijke media cruciaal. Is de Minister bereid om tijdens bilaterale contacten met de Israëlische regering aan te dringen op het belang van persvrijheid en -veiligheid, zo vragen de aan het woord zijnde leden.
De leden van de D66-fractie verwelkomen de inzet van het kabinet omtrent de openbaarmaking van de stembureau-uitslagen in Venezuela. Welke acties heeft Nederland concreet ondernomen om dit te bewerkstelligen, zo vragen deze leden. Daarnaast vragen deze leden of de Minister in zijn gesprek met de premiers van Aruba en Curaçao begin augustus afspraken met de premiers heeft gemaakt over hoe Nederland deze landen in het Koninkrijk kan helpen in hun reactie op de situatie in Venezuela en een mogelijke toename van het aantal vluchtelingen. Is de Minister daarnaast bekend met pogingen tot versterking van het Maduro-regime vanuit Cuba, Rusland en/of China en, zo ja, welke stappen onderneemt hij samen met bondgenoten om dit tegen te gaan, zo vragen de aan het woord zijnde leden.
De leden van de D66-fractie kijken met lede ogen naar de steeds groter wordende ramp in Soedan. Hoe beoordeelt de Minister de ontwikkelingen in de onderhandelingsronde tussen de Rapid Support Forces (RSF) en de Soedanese regering in Geneve en specifiek het wegblijven van het Soedanese leger bij de onderhandelingen? Wat kan Nederland, bilateraal of in EU-verband, bijdragen aan het vredesproces, zo vragen zij. De aan het woord zijnde leden hebben kennisgenomen van de Franse erkenning van de Westelijke Sahara als Marokkaans grondgebied en zij vragen de Minister om een appreciatie van dit besluit. Tot slot zien de leden van de D66-fractie opnieuw Chinese provocaties door betreding van de noordelijke en zuidoostelijke Taiwanese Air Defense Identification Zone door militaire vliegtuigen en marineschepen. Op welke manier monitort Nederland dergelijke provocaties vanuit China en deelt de Minister de afkeuring hiervan met de D66-fractie, zo vragen zij.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Informele Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus 2024. Dit heeft bij deze leden geleid tot een aantal opmerkingen en vragen.
Aangaande de militaire steun voor Oekraïne schrijft de Minister: «Hierbij is het van belang dat er zo snel als mogelijk een akkoord wordt bereikt over de implementatie van de verschillende Raadsbesluiten onder de EPF.» Kan de Minister verder uitweiden over wat hiermee wordt bedoeld? De leden van de SP-fractie zijn van mening dat de Europese Vredesfaciliteit (European Peace Facility – EPF) een onwenselijk instrument is. Uitgaven aan defensie zijn geen Europese bevoegdheid, maar een nationale. De EPF valt hierdoor buiten de Europese begroting, maar ook buiten de nationale begrotingen, en is hierdoor onvoldoende aan democratische controle onderhevig. Deelt de Minister de zorgen van de SP-fractie over de EPF? De leden van de SP-fractie zijn verheugd te lezen dat het kabinet inzet op een vervolg van de Zwitserse vredesconferentie van afgelopen juni. Deze leden steunen alle inzet voor een duurzame en rechtvaardige vrede voor Oekraïne en vinden dat het kabinet zich hier ook voor moet inzetten. Volgens deze leden is diplomatie de enige realistische optie voor een duurzame en rechtvaardige beëindiging van dit conflict. Kan de Minister aangeven hoe de opvolging van de Zwitserse vredesconferentie er momenteel uit ziet? Vinden er bijvoorbeeld gesprekken plaats tussen Westerse diplomaten en Russische afgevaardigden om ervoor te zorgen dat Rusland dit keer wel aanwezig zal zijn? Welke andere inspanningen voor vrede is het kabinet voornemens te doen?
In de geannoteerde agenda gaat de Minister niet in op het recente nieuws over het internationaal arrestatiebevel dat vanuit Duitsland is uitgevaardigd tegen een Oekraïens staatsburger voor het opblazen van de Nord Stream pijpleiding in september 2022. Het kabinet gaat ook niet in op het nieuws dat de Wall Street Journal heeft gebracht dat Oekraïense statelijke actoren achter de aanslag zaten en de Nederlandse Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) hiervan op de hoogte was.2 Kan de Minister op dit nieuws reageren? En kan de Minister aangeven wat de diplomatieke gevolgen zullen zijn als dit verhaal blijkt te kloppen? Is de Minister het met de leden van de SP-fractie eens dat zo een grote aanval op vitale Europese infrastructuur consequenties moet hebben voor de dader, ongeacht wie de dader is, en dat er verantwoording moet worden afgelegd?
Aangaande de situatie in het Midden-Oosten schrijft de Minister te blijven oproepen tot een «duurzaam bestand». Wat de leden van de SP-fractie betreft, is dit te weinig en te laat. Ondanks het buitengewoon disproportionele geweld van Israël in de Gazastrook dat tot nu toe 40.000 mensen, waarvan het merendeel vrouwen en kinderen, het leven heeft gekost en ondanks het feit dat Israël de internationale gemeenschap, inclusief het Internationaal Gerechtshof, het Internationaal Strafhof, de Algemene Vergadering van de VN, de VN Mensenrechtenraad en zelfs de VN Veiligheidsraad structureel negeert, heeft het Nederlandse kabinet er nooit voor gekozen haar «oproepen» kracht bij te zetten met ook maar de lichtste sancties. Wat de leden van de SP-fractie betreft, heeft dit de geloofwaardigheid van het Nederlandse kabinet en haar vermeende inzet voor internationaal recht ernstig geschaad. Hoe kijkt de Minister terug op het sinds oktober 2023 gevoerde beleid ten aanzien van het conflict in het Midden-Oosten?
Tot slot valt het de leden van de SP-fractie op dat de rampzalige humanitaire situatie in Soedan niet op de geannoteerde agenda van de Raad staat. Kan de Minister uitleggen waarom dit conflict niet op de agenda staat? Kan de Minister uitweiden over de huidige inzet van het Nederlandse kabinet in dit conflict? Kan de Minister toezeggen het conflict tijdens de komende informele RBZ onder de aandacht te brengen?
II Antwoord/ Reactie van de Minister
III Volledige agenda
– Geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 29 augustus 2024 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2925)
– Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 22 juli 2024 (21 501-02, nr. 2924)
Margus Tsahkna op X: «Together with my Nordic-Baltic colleagues I sent a letter to #EU’s @YlvaJohansson to express concern over #Hungary’s decision to ease entry for Russians & Belarussians. This is not justified when Russia continues its war in #Ukraine & is intensifying hybrid actions against EU. https://t.co/I3huZ73DqJ» / X↩︎
Exclusive | A Drunken Evening, a Rented Yacht: The Real Story of the Nord Stream Pipeline Sabotage - WSJ↩︎