[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Homogene Groep Internationale samenwerking 2025 (HGIS-nota 2025)

Homogene Groep Internationale samenwerking 2025 (HGIS-nota 2025)

Brief regering

Nummer: 2024D31168, datum: 2024-09-17, bijgewerkt: 2024-10-17 16:38, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36601-1).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36601 -1 Homogene Groep Internationale samenwerking 2025 (HGIS-nota 2025).

Onderdeel van zaak 2024Z12769:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024–2025
36 601 Homogene Groep Internationale Samenwerking 2025 (HGIS-nota 2025)
Nr. 1

HGIS nota 2025

Ontvangen 17 september 2024

Inhoudsopgave

Leeswijzer
Inleiding: Nederland en de wereld in 2025
HGIS 2025 naar beleidsthema's
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
Bijlagen
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2024
Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting
Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHO-begroting per regio in 2025
Bijlage 6: Berekening ODA-budget 2024-2029, realisatie ODA-prestatie 2023 en raming ODA-prestatie 2024-2029.
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2025
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2025

Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken





Geachte voorzitter,

Graag bied ik u de HGIS-nota 2025 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. Het doel van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en afstemming tussen de betrokken ministeries, voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.


De Minister van Buitenlandse Zaken

CasparVeldkamp

Leeswijzer

Wat is de HGIS?

De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het doel van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en afstemming tussen de betrokken ministeries, voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.

De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.

Twee keer per jaar wordt het parlement geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan. De systematiek van de HGIS zal worden geëvalueerd, conform advies van de 17e Studiegroep Begrotingsruimte.

Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.

Opzet HGIS-nota 2025

HGIS-Beleidskader

De HGIS-nota 2025 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2025. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2025 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht.

Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.

In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2025 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2024 zijn gepresenteerd. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel geeft inzicht in de realisatiecijfers van 2023 en de ramingen voor 2024 en 2025. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.

Bijlagen

Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:

Bijlage 1 Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2024 en HGIS nota 2025.
Bijlagen 2a en 2b Hierin worden alle HGIS-uitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement.
Bijlage 3 Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema.
Bijlagen 4 en 5 Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio.
Bijlage 6 Geeft een berekening van het ODA-budget voor de periode 2024-2029.
Bijlage 7 Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2025 gepresenteerd.
Bijlage 8 Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2025 op het terrein van migratie.

Landenbijlage (bijlage 5): De HGIS-nota toont de allocatie van het gedelegeerde budget naar landen. Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHO-begroting. Vooralsnog blijft de focus de komende periode op de drie focusregio’s: Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Het centrale budget is ter illustratie per regio toegevoegd.

Inleiding: Nederland en de wereld in 2025

Nederland en de wereld in 2025: een veranderende wereldorde

De internationale wereldorde verandert snel en fragmenteert. Technologische, economische en maatschappelijke ontwikkelingen volgen elkaar in hoog tempo op. Geopolitieke ontwikkelingen beïnvloeden wereldwijd onze speelruimte en belangen, in Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk. Dit vereist een veranderend, wendbaar en meer samenhangend buitenlandbeleid, dat als centraal doel heeft eraan bij te dragen dat we als inwoners van het Koninkrijk in vrede, recht en veiligheid kunnen leven.

Twee data kenmerken de veranderde geopolitieke context in het bijzonder. De eerste is 24 februari 2022: de grootschalige Russische inval in Oekraïne vormde een geopolitiek kantelmoment voor de Europese veiligheidsordening. De tweede is 7 oktober 2023: sinds de terreuraanval van Hamas op Israël, en de daarop volgende spiraal van geweld, is de regionale situatie in het Midden-Oosten ernstig geëscaleerd. Ook in 2025 zullen deze twee conflicten de internationale agenda kunnen blijven domineren. Daarbij zullen we Oekraïne onverminderd steunen. Ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict blijft Nederland streven naar een duurzame oplossing die door beide partijen wordt gedragen, waarbij het uitgangspunt de tweestaten-oplossing blijft.

Deze ontwikkelingen vinden plaats tegen de achtergrond van sterk toegenomen strategische competitie op het wereldtoneel. Naast een agressief Rusland is er sprake van een assertief China dat de internationale ordening in zijn voordeel wil veranderen en bereid is deze daarvoor onder druk te zetten. Maar ook andere (opkomende) landen worden assertiever in het inzetten van politieke, militaire én economische middelen om hun positie te verbeteren, ook als dit leidt tot uitholling van internationale normen en afspraken. Nederland wil daarom de internationale rechtsorde beschermen, de positie van Nederland en onze partners op het wereldtoneel versterken en de doelmatigheid en effectiviteit van multilaterale instellingen verbeteren. Politieke en militaire samenwerking in de NAVO, meer eigenstandige handelingsbekwaamheid en weerbaarheid van Europa, en het versterken van onze samenwerking met opkomende landen staan hierbij centraal.

De internationale oriëntatie van de Nederlandse samenleving en economie is een van onze grote krachten. Ons land heeft zich vaak succesvol aangepast aan internationale veranderingen en kan de toekomst daarom met vertrouwen tegemoet zien. Tegelijkertijd vereist een wereld met meer onzekerheid, onrust en oorlog een assertief kabinet dat, in dialoog met de samenleving, waakt over de Nederlandse belangen. Alle inwoners van het Koninkrijk, evenals de meer dan één miljoen Nederlanders in het buitenland, moeten erop kunnen vertrouwen dat de overheid al het mogelijke doet om ze veilig te houden. Nederlandse bedrijven en (maatschappelijke) organisaties moeten er ook op kunnen rekenen dat de overheid zich internationaal voor hen inzet. Eén derde van wat Nederland verdient komt van handel met het buitenland en daar zijn 2,4 miljoen voltijdsbanen mee gemoeid. Dit raakt direct aan de bestaanszekerheid van Nederlanders.

Daarom versterkt het kabinet de Nederlandse concurrentiepositie. Het verdienvermogen van Nederland, en daarmee het inkomen van Nederlanders, is prioriteit in het handelsbeleid.

Met Ontwikkelingshulp draagt het kabinet bij aan de sociaaleconomische ontwikkeling van arme landen. Dit doen we in het belang van deze landen en hun bevolking, maar ook uit welbegrepen eigen belang: Ontwikkelingshulp kan ook onze handelspositie versterken, irreguliere migratie helpen voorkomen en ons land veilig houden door bij te dragen aan stabiliteit in de landen rondom Europa. Dit kabinet voert bezuinigingen door op Ontwikkelingshulp, maar ondanks dat blijft Nederland een grote donor. Naar verwachting vallen we in 2027 maar net buiten de top 10 van internationale donoren. Het kabinet kiest er ook voor om te bezuinigen op de non-ODA middelen binnen de HGIS. De budgettaire gevolgen van deze bezuinigingen zijn zichtbaar in de begrotingen van 2025. Voor de HGIS-departementen geldt dat de bezuinigingen technisch zijn ingeboekt en verdeeld. Verdere beleidskeuzes over de inkleuring van de bezuinigingen zullen nog gemaakt worden. Hierover wordt de Kamer bij een volgend begrotingsmoment geïnformeerd.

HGIS 2025 naar beleidsthema's

De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige uitgaven, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2025 komt uit op omstreeks EUR 10,7 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 7,2 miljard als Official Development Assistance (ODA).

Figuur 1

Figuur 2

Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2025, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en ontvangsten ODA en non-ODA betreft.

Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid

Algemeen

Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.

Een sterke internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak, naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet- en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen. Omdat de mensenrechten het best worden gewaarborgd in goed functionerende democratieën, zet Nederland zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.

Beleidsinzet toegelicht

Mensenrechten, internationale rechtsorde en democratie

De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens is ondertekend door alle lidstaten van de Verenigde Naties, die daarmee ook zijn gehouden aan de uitvoering ervan. Mensenrechten zijn vaak een spreekwoordelijke «kanarie in de kolenmijn» voor stabiliteit en veiligheid. Landen die fundamentele vrijheden stelselmatig schenden zijn vaak ook landen waar interne onrust is of waar regionale instabiliteit vanuit gaat. Het kabinet wil mensenrechtenverdedigers in dergelijke landen, die soms met gevaar voor eigen leven ijveren voor een samenleving gebaseerd op vrijheid en gelijke rechten, ondersteunen. Nederland is in 2025 lid van de VN-Mensenrechtenraad (MRR) en werkt samen met het Kantoor van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten (OHCHR). Binnen het mensenrechtenbeleid hanteert het kabinet de volgende prioriteiten: gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, gelijke rechten voor LHBTIQ+-personen, vrijheid van religie en levensovertuiging, vrijheid van meningsuiting online en offline en bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte.

Een sterke internationale rechtsorde, waarin landen hun afspraken nakomen en dus ook mensenrechten worden nageleefd, is voor Nederland van cruciaal belang en een grondwettelijke taak (artikel 90). Ernstige en grootschalige mensenrechtenschendingen en internationale misdrijven zoals agressie, oorlogsmisdrijven, misdrijven tegen de menselijkheid en genocide, mogen niet onbestraft blijven. Als landen of machthebbers zich onschendbaar voelen, ligt herhaling en verdere instabiliteit op de loer. Nederland heeft een sterke reputatie en een belangrijke verantwoordelijkheid als gastland van de internationaalrechtelijke instellingen die in Den Haag gevestigd zijn. Mede daarom hecht het kabinet aan berechting, opsporing (waaronder bewijsvergaring) en vervolging van misdrijven gepleegd door Da’esh en zal initiatief nemen tot het oprichten van een internationaal tribunaal en de benodigde nationale stappen zetten. Het kabinet zal er samen met andere getroffen landen alles aan doen om waarheidsvinding, gerechtigheid en rekenschap te bewerkstelligen voor de aanslag op vlucht MH17, onder meer door zich er voor in te blijven zetten dat de daders en andere verantwoordelijken hun straf en aansprakelijkheid niet ontlopen en de procedures bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) voort te zetten.

Binnen het mensenrechtenbeleid hanteert het kabinet de volgende prioriteiten: gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, gelijke rechten voor LHBTIQ+-personen, vrijheid van religie en levensovertuiging, vrijheid van meningsuiting online en offline en bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 77.390 21.054 59.260 21.932 56.735 21.932
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 68.143 36.837 68.902 39.055 51.903 26.839
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 9.243 0 19.242 0 13.395 0
JenV
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 849 0 899 0 899 0
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 111 111 140 140 200 200
91.01.02.19 Overig materiaal (WIPO) 252 0 417 0 417 0
91.01.02.17 SSO's (Europol en Eurojust) 12.364 0 23.237 0 23.237 0
IenW
17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.234 0 1.455 0 1.455 0
18.01 Scheepvaart en havens (CCR en IMO) 1.032 0 1.156 0 1.155 0
SZW
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 18 0 9 0 9 0
Totaal 170.636 58.002 174.717 61.127 149.405 48.971

Financiële instrumenten

BZ

  1. Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
  2. Bijdragen aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Internationaal Strafhof (ICC) en andere hoven en tribunalen.
  3. Bijdragen en subsidies gericht op draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof, de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
  4. Mensenrechtenfonds: inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, gelijke rechten voor LHBTIQ+-personen, vrijheid van religie en levensovertuiging, vrijheid van meningsuiting online en offline en bescherming van mensenrechtenverdedigers en maatschappelijke ruimte. Er is een verdeling tussen de financiële instrumenten subsidies en bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Subsidies zijn bedoeld voor de inzet van het mensenrechtenfonds binnen Europa en bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn bedoeld voor de inzet van het mensenrechtenfonds buiten Europa.
  5. Mensenrechten multilateraal: bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten met name de jaarlijkse bijdrage aan de Office of the High Commissioner for Human Rights (OHCHR) van de VN waarbij tevens specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités, de prioriteiten van het Nederlandse mensenrechtenbeleid en de strijd tegen straffeloosheid.
  6. Bijdrage aan huisvesting van Internationale Organisaties (IO’s) zoals het Internationaal Strafhof, het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.
  7. Bijdragen aan campagnes en lobby-activiteiten bij acquisitie van IO’s.
  8. Bijdragen aan bijeenkomsten van in Nederland gevestigde IO’s en aan bezoeken van hoge functionarissen, voor zover die de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s bevorderen.
  9. Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
  10. Bijdrage aan de asbest verwijdering binnen het Vredespaleis.

JenV

  1. Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).
  2. Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
  3. Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.
  4. Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.

IenW

  1. Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:
  2. Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).
  3. Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
  4. Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).
  5. Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.

SZW

  1. Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS).

Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit

Algemeen

Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking, bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral aan de randen en in de brede nabuurregio van Europa, en steun aan Oekraïne. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland blootstaat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.

Beleidsinzet toegelicht

Veiligheidsstrategie

De basis voor de inzet van het kabinet op nationale veiligheid ligt besloten in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden. Hierin worden de strategische doelstellingen voor de periode van 2023 tot 2029 uiteengezet. De Veiligheidsstrategie combineert de interne en externe dimensie van veiligheid. De Minister van Buitenlandse Zaken geeft invulling aan de internationale dimensie van de Veiligheidsstrategie.

Oekraïne

Voor betere coördinatie op het Oekraïne-dossier is besloten om in de Begrotingen 2025 van BZ en BHO een separaat subartikel voor Oekraïne in te richten. Op de BZ-begroting worden de budgetten voor steun aan Oekraïne gebundeld onder subartikel 2.6. Bestaande budgetten op de BZ-begroting voor de financiering van steun aan Oekraïne worden overgebracht naar het nieuwe subartikel 2.6. Hieronder vallen onder andere de thema’s accountability en gastlandschap, niet-militaire veiligheidssteun, wederopbouw en humanitaire hulp. Op de BHO-begroting worden de budgetten voor steun aan Oekraïne gebundeld onder subartikel 5.3. Hieronder vallen onder andere de thema’s wederopbouw en humanitaire hulp.

Opvang en bescherming in de regio

Nederland draagt bij aan een strategisch samenwerkingskader met vijf internationale organisaties waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Dit zogenaamde PROSPECTS programma voorziet in een strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een aanpak humanitaire hulp naar blijvende ontwikkeling in landen die veel vluchtelingen opvangen.

Nederland steunt via subsidies en bijdragen programma’s gericht op onderwijs voor vluchtelingenkinderen, toegang tot voorzieningen, bescherming van kwetsbare groepen en werk voor vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen.

Verlaging van het budget voor opvang in de regio betekent dat de ambities om perspectief te bieden aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in de regio van herkomst, voor 2025 naar beneden worden bijgesteld.

Migratiesamenwerking

Nederland draagt in het kader van migratiesamenwerking bij aan programma’s voor migratie en ontwikkeling op het gebied van migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensensmokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.

Daarnaast worden bijdragen verleend aan de vrijwillige terugkeer uit Nederland en de herintegratie in hun eigen land van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden. Dat gebeurt via de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en maatschappelijke organisaties.

Het budget van migratiesamenwerking wordt tevens ingezet om de migratiepartnerschappen vorm te geven die Nederland heeft met een aantal landen die van grote relevantie zijn wat migratie betreft. Er wordt ook ingezet op verbreding van deze bilaterale migratiepartnerschappen, waartoe middelen vanuit andere begrotingsonderdelen worden ingezet in het kader van migratiesamenwerking.

De NAVO als hoeksteen van ons veiligheidsbeleid

De NAVO is de hoeksteen van het Nederlandse veiligheidsbeleid. Een ijzersterke collectieve afschrikking en verdediging, zoals verankerd in Artikel 5 van het NAVO-verdrag, is hierbij de eerste prioriteit. Het kabinet wil wettelijk verankeren dat structureel minimaal 2% van het bruto binnenlands product aan Defensie wordt besteed, conform de NAVO Defence Investment Pledge. Dit doet het kabinet niet alleen omdat het binnen de NAVO is afgesproken, maar bovenal omdat een sterke en geloofwaardige krijgsmacht nodig is om de landen van het Koninkrijk en de Nederlandse belangen veilig te houden. De maatregelen ter versterking van de oostflank, die de NAVO sinds de Russische inval in Oekraïne heeft genomen, zijn een helder signaal naar Rusland dat het schenden van ons verdragsgebied zal leiden tot directe betrokkenheid van het gehele bondgenootschap. Daarnaast is het van belang dat de NAVO oog houdt voor dreigingen en uitdagingen die hun oorsprong vinden buiten het Euro-Atlantisch gebied. Onder meer op de zuidflank, de Westelijke Balkan en in de Indo-Pacifische regio zijn er ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op onze veiligheid.

In de geopolitieke competitie is het van belang om, ook in NAVO-verband, onze technologische positie te waarborgen en ons te verdedigen tegen het gebruik van opkomende technologieën in wapensystemen. Het kabinet draagt actief bij aan NAVO-innovatie initiatieven waaronder de Defence Innovation Accelerator for the North Atlantic (DIANA) en het NATO Innovation Fund (NIF).

In 2025 is Nederland voor het eerst gastheer van de NAVO-top, waarbij de inzet is om de eensgezindheid en vastberadenheid van het bondgenootschap, alsook het directe belang van NAVO voor onze veiligheid en welvaart, centraal te stellen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 92.826 0 36.868 0 61.208 0
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.916 0 19.207 0 6.552 0
02.03 Wapenbeheersing 14.917 3.216 11.227 3.252 11.349 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 181.233 75.299 194.154 69.850 180.803 61.124
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 32.987 13.195 33.672 13.706 29.652 11.861
02.06 Oekraïne (V) 0 0 0 0 55.000 0
BHO
04.01 Humanitaire hulp 637.858 637.441 594.017 593.000 473.901 472.884
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 266.912 266.912 291.295 291.295 297.015 297.015
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 208.838 208.838 200.655 200.655 180.288 180.288
JenV
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.855 8.855 9.147 9.147 9.147 9.147
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 414 0 25.100 0 40.800 0
DEF
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 1.136.963 0 3.454.798 0 2.023.616 0
09 Algemeen 9.730 0 12.060 0 ‒ 2.794 0
Totaal 2.607.449 1.213.756 4.882.200 1.180.905 3.366.537 1.035.571

Financiële instrumenten

BZ

  1. Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
  2. Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven West Europese Unie (WEU).
  3. Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het draagvlak in Nederland voor collectieve veiligheid in het kader van de NAVO, mede in aanloop naar de NAVO-top in 2025 en het bevorderen van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
  4. Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid verder brengen, waaronder doorhet tegengaan van hybride dreigingen, bevorderen van economische veiligheid, en internationale weerbaarheid.
  5. Veiligheidsfonds, voor activiteiten met een aanjagende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen. Geoormerkte bijdragen via trustfunds in vooral non-ODA landen en bijv. lidmaatschappen van Centres of Excellence, dienen om NL belangen te waarborgen en waarden te versterken.
  6. Jaarlijkse subsidie aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
  7. Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition against ISIS.
  8. Projecten ondersteund door het diplomatieke contraterrorisme netwerk van regionale veiligheidscoördinatoren, gericht op capaciteitsopbouw, preventie en aanpak van radicalisering en gewelddadig extremisme in voor Nederland prioritaire regio’s.
  9. Organisatie van de jaarlijkse ministeriële bijeenkomst van de Global Coalition to Counter ISIS (Anti-ISIS Coalitie).
  10. Jaarlijkse subsidie aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke Global Forum on Cyber Expertise (GFCE) voor capaciteitsopbouw op het gebied van cybersecurity, cyber crime, data protectie en e-governance.
  11. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven in derde landen gericht op vergroting cybersecurity en cyberweerbaarheid.
  12. Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten.
  13. Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO. 
  14. Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
  15. Jaarlijkse bijdrage, via PV OPCW, aan TNO om met name de unieke status van OPCW ‘Designated Lab’ voor biomedische monsters e.a. te behouden.
  16. Jaarlijkse bijdrage aan de OVSE, OVSE Joint Consultative Group en OVSE Open Skies Consultative Commission
  17. Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
  18. Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
  19. Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogambtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geïntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194 ). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei. In 2023 werd het budget voor het programma (2021-2025) verhoogd van in totaal EUR 6 naar EUR 10 miljoen (Kamerstuk 20 316, nr. 205).
  20. Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. Daarom worden deze middelen jaarlijks overgeheveld naar de Defensiebegroting.
  21. Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
  22. Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matraprogramma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shirakaprogramma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.
  23. Onder dit artikelonderdeel worden ook de budgettten voor steun aan Oekraïne gebundeld. Hieronder vallen onder andere de thema’s accountability en gastlandschap, niet-militaire veiligheidssteun, wederopbouw en humanitaire hulp.

BHO

  1. Ongeoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van humanitaire hulp;
  2. Ongeoormerkte bijdragen aan UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP, eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit;
  3. Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het (Internationale) Rode Kruis en subsidies aan Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA);
  4. Bijdragen ten behoeve van versterking van de responscapaciteit van lokale actoren en innovatie van het humanitaire systeem, waaronder het anticiperen op rampen;
  5. Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals geestelijke gezondheid en psychosociale steun;
  6. Bijdragen en opdrachten ten behoeve van kennis en trainingen (internationaal) op het gebied van Humanitaire Hulp waaronder Humanitaire toegang.

    Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.

  7. Het budget van migratiesamenwerking wordt tevens ingezet om de migratiepartnerschappen vorm te geven die Nederland heeft met een aantal landen die van grote relevantie zijn wat migratie betreft. Er wordt ook ingezet op verbreding van deze bilaterale migratiepartnerschappen, waartoe middelen vanuit andere begrotingsonderdelen worden ingezet in het kader van migratiesamenwerking.
  8. Bevordering van vredes- en politieke processen, bestaande uit stabilisatie, conflictpreventie en -bemiddeling op lokaal en nationaal niveau, wordt voor het overgrote deel uitgevoerd via subsidies aan een mix van Nederlandse en internationale NGO’s.
  9. Versterking van de rechtsstaat en goed bestuur wordt gefinancierd via subsidies aan zowel internationaal als lokaal opererende organisaties op het gebied van toegang tot recht en versterking van lokaal bestuur. Ook wordt bijgedragen aan programma’s van International Institute for Democracy and Electoral Assistance (IDEA) en International Development Law Organization (IDLO).

JenV

  1. In opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefuncti­onarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamen­werking en de bijbehorende strategische agenda.

Defensie

  1. De algemene middelen bestaan grotendeels uit budget voor de Civielrechtelijke Regeling Srebrenica 2020.
  2. Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.

Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking

Algemeen

De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie, want Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Nederland zal hiertoe nauw samenwerken met internationale partners. Door consequent en constructief-kritisch optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.

Beleidsinzet toegelicht

Europese Unie

Binnen de Europese Unie wordt ingezet op drie dwarsdoorsnijdende thema’s voor het versterken van de Unie tot een sterke Unie van sterke lidstaten: rechtsstatelijkheid en goed bestuur, opwaartse sociale en economische convergentie en de Unie als geopolitieke speler. Daarbij zullen de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, de groene en digitale transities, het versterken van de open strategische autonomie, de Europese migratieproblematiek, de voorbereiding op een toekomstige uitbreiding van de Unie en de (aanloop naar) onderhandelingen over een nieuw meerjarig financieel kader de aandacht vragen. Tot slot zet Nederland zich in voor een slagvaardig gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid (GBVB) en gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB).

De Nederlandse inzet voor het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK) is gericht op een prudente, realistische en moderne Europese begroting, met nadruk op voor Nederland prioritaire beleidsterreinen.

Sancties

Sancties zijn een potentieel krachtig instrument van (Europees) buitenlandbeleid, als onderdeel van het antwoord op grote bedreigingen zoals Rusland, Syrië, Iran, terroristische organisaties en andere actoren die stabiliteit en de democratische rechtsstaat ondermijnen. Nederland speelt een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve maatregelen waarbij ook omzeiling via derde landen wordt aangepakt. Het kabinet zet in op modernisering van het sanctiestelsel, met onder andere het Wetsvoorstel Internationale Sanctiemaatregelen. Dit hangt ook samen met de aanpak van witwassen. Zowel nationaal als binnen de EU zet Nederland in op het verbeteren van uitvoerbaarheid van sancties door toezichthouders, uitvoeringsorganisaties en het bedrijfsleven. Tevens zet Nederland in op betere Europese en internationale samenwerking om de impact van sancties te versterken en een gelijk speelveld te behouden. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om gegevensdeling, versterkte Europese analysecapaciteit, samenwerking tussen handhavingsautoriteiten en diplomatieke inzet om omzeiling via derde landen tegen te gaan.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 98.094 98.094 71.652 71.652 38.644 38.644
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 34.377 26.820 20.442 6.579 21.431 6.975
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5.117 0 5.599 0 5.599 0
Totaal 1.076.321 987.914 1.036.426 941.231 1.004.407 908.619

Financiële instrumenten

BZ

  1. De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven "Nederlandse aandeel" van de begroting van de Europese Commissie. Hiervan worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Een deel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.
  2. Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de Landen en Gebieden Overzee (LGO) uitvoerde tot 2021. Het grootste deel van het EOF was bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Met ingang van 2021 wordt de steun aan landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan gefinancierd uit het instrument voor het Nabuurschap, Ontwikkeling en Internationale Samenwerking (NDICI) dat onder de EU-begroting valt. Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2023 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.
  3. Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan het versterken van de effectiviteit van het toezichtsysteem van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
  4. Bank van de Raad van Europa (Council of Europe Development Bank – CEB): De Bank van de Raad van Europa is actief in de landen van de Raad. Tot op heden heeft de Bank aanzienlijk geïnvesteerd in de opvang van Oekraïense vluchtelingen in buurlanden zoals Polen en Roemenië. Door deze respons en de wens om in Oekraïne zelf actief te worden met investeringen voor vluchtelingen, scholing en gezondheidszorg, stond het kapitaal van de CEB onder druk en is in december 2022 een kapitaalverhoging van EUR 4,25 miljard overeengekomen. In juni 2023 is Oekraïne toegetreden als formeel lid van de CEB. De Nederlandse bijdrage aan het inbetaalde kapitaal bedraagt EUR 43,6 miljoen. De helft van dit bedrag is toe te schrijven aan inmiddels opgestarte activiteiten in Oekraïne en is gedekt uit de zogenaamde Oekraïneregeling. De andere helft dient voor de ondersteuning van lopende activiteiten in de andere operatielanden van de bank en wordt in 2024-2027 in tranches uit de BZ-begroting betaald.
  5. Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandspolitiek terrein.
  6. Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden. De nieuwe subsidie is afgegeven voor de jaren 2022-2025.
  7. Europa College beurzenprogramma: vanuit dit programma worden beurzen verstrekt aan Nederlandse studenten die studeren aan het Europacollege. De afgegeven beschikking is voor de jaren 2023-2027.
  8. EU-sanctiebeleid: dit programma geeft invulling aan amendement 35924-V14 van dhr. Sjoerdsma inzake het vergroten van de sanctiecapaciteit.

Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen

Algemeen

Beleidsthema 4 ziet op het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland, het verstrekken van publieksinformatie over consulaire en andere diensten van de Rijksoverheid aan Nederlanders in het buitenland en niet-Nederlanders die gebruik willen maken van de diensten van de Nederlandse overheid, consulaire crisisbeheersing en -paraatheid. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is het verantwoordelijk voor de verlening van visa kort verblijf (kvv) en de afgifte van machtigingen voorlopig verblijf (mvv).

Ook ziet beleidsthema 4 op het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.
De strategische inzet van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ heeft als doel begrip en draagvlak te vergroten voor het geïntegreerde buitenlandbeleid (HGIS) en het eenduidig versterken van de beeldvorming over Nederland bij buitenlandse doelgroepen via de publieke band. De aanpak verstevigt het netwerk van beleidsbeïnvloeders die kunnen sturen op de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen.

Beleidsinzet toegelicht

Nederlanders Wereldwijd & Consulair

Consulaire dienstverlening is een cruciale, tastbare en zichtbare kerntaak van Buitenlandse Zaken, inclusief de posten, om de belangen van de Nederlanders in het buitenland rechtstreeks te behartigen. Daarnaast draagt visumverlening aan buitenlanders bij aan de buitenlandse handel en aan bescherming van Nederland tegen bedreigingen voor de openbare orde en binnenlandse veiligheid. Het Ministerie onderhoudt via Nederlandwereldwijd 24/7 contact met de in het buitenland wonende, werkende, studerende en reizende Nederlanders en mensen die Nederland willen bezoeken.

Al enkele jaren volgen crisissituaties elkaar in hoog tempo op. In lijn met interne en externe evaluaties wordt veel geïnvesteerd in de versterking van de crisisparaatheid van het Ministerie en het postennet. Daarnaast zijn in 2024 extra middelen beschikbaar gekomen voor twee van de vier subsidieactiviteiten op het gebied van begeleiding van Nederlandse gedetineerden in het buitenland. In 2025 wordt een nieuw subsidiebeleidskader voor meerdere jaren gepubliceerd.

Door de toename van wereldwijde reisbewegingen en de flink gestegen vraag naar vernieuwing van verlopen paspoorten zal het aantal reisdocumentaanvragen in 2025 verder toenemen. Hierop wordt geanticipeerd door o.a. extra inzet van beslismedewerkers. Het aantal visumaanvragen maakt ook een sterke groei door. Het aantal aanvragen steeg van 413.000 in 2022 naar 670.000 in 2023 en dit aantal zal naar verwachting in 2024 opnieuw met ca. 20% stijgen. Dit wordt onder meer opgevangen door informatie ondersteund beslissen en digitalisering van het visumproces. Waar mogelijk wordt daarbij gebruik gemaakt van beschikbare EU-fondsen. De recent gelanceerde applicatie voor het digitaal verwerken van Schengenvisumaanvragen zal dit jaar verder worden uitgerold. Waar nodig wordt visumverlening strategisch ingezet als instrument voor het buitenlandbeleid. Zo kan het EU-‘noodremmechanisme’ worden gebruikt om derde landen aan de voorwaarden voor visumliberalisatie te houden en kan artikel 25bis van de Visumcode worden ingezet voor de versterking van de terugkeersamenwerking met derde landen.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 16.113 0 16.561 0 14.681 0
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 22.310 0 22.018 0 16.792 0
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 8.306 0 8.433 0 6.069 0
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 26.109 857 25.278 0 19.794 0
OCW
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 480 0 480 0 480 0
14 Cultuur; subsidies 8.920 0 8.219 0 6.806 500
Totaal 82.238 857 80.989 0 64.622 500

Financiële instrumenten

BZ

  1. Verlenen van consulaire bijstand aan Nederlanders in nood.
  2. (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden.
  3. Verstrekken van reisadviezen.
  4. Bijstaan van Nederlanders in geval van crises; en als dat noodzakelijk en mogelijk is, repatriëringen/evacuaties organiseren, al dan niet in samenwerking met andere partijen.
  5. Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen.
  6. Adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie, in bepaalde landen maandelijkse giften aan gedetineerden, en subsidies ten behoeve van resocialisatie, extra zorg en juridisch advies.
  7. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
  8. Organiseren van opleidingen gericht op optimalisatie van consulaire werkprocessen.
  9. Informeren van Nederlanders in het buitenland en mensen die naar Nederland willen komen via Nederland WereldWijd.
  10. Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein.
  11. Inname van aanvragen voor machtiging tot voorlopig verblijf (MVV).
  12. Afnemen van inburgeringsexamens.
  13. Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.
  14. Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
  15. Op verzoek van het Ministerie van Asiel en Migratie worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop zij het toelatings- en terugkeerbeleid baseren.
  16. Diplomatie voor het bemiddelen bij terugkeer van vreemdelingen zonder rechtmatig verblijf.
  17. Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties.
  18. In het kader van versterkte Europese samenwerking maken van afspraken over wederzijdse visumvertegenwoordiging.
  19. Voor het beschermen van de mensenrechten van migranten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van terugkeer en herintegratie is Nederland actief in onder meer de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
  20. Subsidieverlening via de posten aan Nederlandse cultuurmakers.
  21. Subsidieverlening aan (Nederlandse) culturele instellingen ten behoeve van activiteiten en (bezoekers)programma’s
  22. Via publieksdiplomatie werkt Buitenlandse Zaken aan versterking van de reputatie van Nederland in het buitenland. Bovendien verstevigt BZ met publieksdiplomatie het netwerk van actoren/stakeholders die de besluitvorming in andere landen op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.
  23. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor de media, het maatschappelijk middenveld en persoonlijke contacten via bijeenkomsten en andere activiteiten. Daarbij worden online kanalen ingezet voor engagement, zoals de website Netherlands and You, het NL platform, Facebook, X en Instagram.
  24. Strategische inzet van publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ versterkt de politieke en economische positie van Nederland in het buitenland. Zo waarborgen we Nederlandse belangen en kunnen we ons waardenstelsel uitdragen.
  25. Bovendien kan met de strategische inzet van publieksdiplomatie het Nederlandse verhaal op belangrijke onderwerpen stevig worden uitgedragen. Dat draagt bovendien bij aan het tegengaan van de ontvankelijkheid voor desinformatie op deze thema’s bij buitenlandse doelgroepen.
  26. Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael voor trilateraal onderzoeksprogramma met Defensie en Justitie en Veiligheid. Daarnaast ook een opdracht ter ondersteuning van het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.
  27. Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenland Beleid (POBB) worden activiteiten gefinancierd die aansluiten bij de doelstellingen van het Nederlands buitenlandbeleid met het oog op het verbeteren van bilaterale relaties in de veranderende geopolitieke context. Het gaat om activiteiten die katalyserend zijn; dit kan variëren van kleinschalige projecten gericht op het creëren van goodwill in scharnierlanden tot inzet op onderwerpen die thematisch prioritair zijn voor Nederland.
  28. Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
  29. Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2,5 miljoen geraamd.
  30. Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.
  31. De Adviesraad Internationale Vraagstukken adviseert gevraagd en ongevraagd over internationale vraagstukken. Dit betreft met name: Europese samenwerking, mensenrechten, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking en veiligheidsbeleid.
  32. De leerstoel Anton de Kom is ingesteld bij de Vrije Universiteit Amsterdam. De leerstoel is gericht op de historische verwerking van het Nederlandse koloniale en slavernijverleden, en hoe dit doorwerkt in het heden, in lijn met het gedachtengoed van Anton de Kom.
  33. Het kabinet zet in op kennis en bewustwording, erkenning en herdenken en de doorwerking en verwerking van het slavernijverleden. In dialoog met nazaten en betrokken gemeenschappen in Suriname, het Caribisch deel van het Koninkrijk en Nederland zullen de beschikbaar gestelde middelen worden ingezet.

OCW

  1. Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van de Ministeries van OCW en BZ. In de periode 2025-2028 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:

    1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;
    2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
    3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de agenda van de Minister van BHO in de focusregio’s.

Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen

Algemeen

Versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland, nu en in de toekomst, verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van toekomstbestendige groei wereldwijd, waarbij wordt ingespeeld op mondiale transities. Nederland werkt aan een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem, gebaseerd op hoge standaarden, Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), effectieve inzet van het handels- en financieringsinstrumentarium, het beleid en uitvoering van exportcontrole, het ontwikkelen, uitvoeren en houden van toezicht op sancties op technologie en goederen, bevordering van de economische weerbaarheid en versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.

Beleidsinzet toegelicht

Buitenlandse Handel

Nederland voert een actief handelsbeleid om Nederlandse bedrijven en inkomsten te versterken. Via het handels- en financieringsinstrumentarium en met economische diplomatie ondersteunt het kabinet Nederlandse bedrijven die internationaal actief zijn. Het kabinet richt zich hierbij op grote, bekende markten waar het meest wordt verdiend, maar ook op complexere, veelbelovende markten. Ook daar worden kansen voor het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven gecreëerd die inspelen op de lokale behoeften. Er vindt actieve inzet plaats op kansen die de energietransitie biedt en op grondstoffen die noodzakelijk zijn voor het langetermijnverdienvermogen van Nederland. Afspraken over internationale handel worden gemaakt door de EU. Dat gebeurt in multilaterale organisaties (WTO) en bilateraal, door het sluiten van handelsverdragen met landen buiten de EU. Het kabinet zet zich in voor wereldhandel volgens duidelijke regels. De Nederlandse inzet bij de WTO richt zich daarbij in het bijzonder op hervorming van de WTO, nieuwe regelgeving en betere integratie van ontwikkelingslanden in het handelssysteem. Het gelijke speelveld staat ook voorop bij het afsluiten van handelsverdragen. Handelsverdragen zijn van groot belang voor het Nederlands verdienvermogen. Ze bevorderen de marktoegang voor bedrijven, faciliteren diversificatie van toeleveringsketens voor essentiële producten en vormen in de huidige geopolitieke context ook een belangrijk instrument om relaties met landen en regio’s te versterken

Budgettaire gevolgen van beleid

BHO
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 28.571 19.600 36.564 22.415 32.130 19.451
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 127.480 0 104.469 0 105.176 0
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 483.093 481.101 508.510 506.230 399.511 397.231
EZ
1.55 Opdrachten 0 0 234 0 181 0
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.681 0 3.927 0 3.079 0
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.009 0 1.917 0 1.420 0
Totaal 642.834 500.701 655.621 528.645 541.497 416.682

Financiële instrumenten

BHO

  1. Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO. Hieronder valt bijvoorbeeld ook een bijdrage aan het Standards and Trade Development Facility (STDF) waarmee een bijdrage wordt geleverd aan veilige handel en daarmee voedselzekerheid in ontwikkelingslanden.
  2. Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
  3. Bijdragen aan beleidsondersteuning en –onderzoek en -evaluatie, alsmede incidentele projecten.
  4. Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.
  5. Uitgaven ten behoeve van de bestrijding kinderarbeid vallen onder MVO en beleidsondersteuning ODA. Er wordt ingezet op drie terreinen: een bijdrage aan de International Labour Organisation; subsidies via het door RVO uitgevoerde Fonds Bestrijding Kinderarbeid en een subsidie aan de Alliantie Stop Kinderarbeid, die in 2025 wordt afgerond.
  6. De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.
  7. Met het Programma Strategische Beurzen worden collectieve promotionele activiteiten ondersteund voor een succesvolle positionering van Nederlandse topsectoren en clusters in buitenlandse markten.
  8. Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten. Daarbij geldt als richtlijn dat clusters van bedrijven (eventueel aangevuld met kennisinstellingen), die een grote en langdurige kans op een buitenlandse markt zien, maar tegen marktbelemmeringen aanlopen, gebruik kunnen maken van de faciliteit.
  9. Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden en er voldaan wordt aan de criteria die gelden voor publieke interventie. Daarnaast voorziet het in verdiscontering (liquide maken) van wissels (exportfinanciering) en verschaffen van werkkapitaal. Het DTIF beoogt synergie met DHI.
  10. Invest International is één van de uitvoerders van de BHO-agenda. Zij voert het financiële instrumentarium uit en helpt bedrijven, overheden en investeerders met het financieren en ontwikkelen van impactvolle projecten in het buitenland. Via de projectontwikkelingssubsidie maakt Invest International innovatieve oplossingen financierbaar en schaalbaar en brengt zij publieke en private partners bij elkaar. De eerste tussentijdse evaluatie van Invest International is positief en geeft aan dat er een stevige vraag is uit het Nederlandse bedrijfsleven naar internationale publieke financiering om succesvol zaken te doen in het buitenland.
  11. Ter bevordering van de economie en werkgelegenheid in ontwikkelingslanden, richt BHO zich op sectoren waar Nederland meerwaarde heeft en/of sterk is, zoals in de landbouwsector ten behoeve van voedselzekerheid, in de watersector, en in transport en hernieuwbare energie. Er wordt ingezet op samenwerking met de private sector en het katalyseren van private investeringen, en waar er mogelijkheden zijn wordt de kennis en kunde van Nederlandse bedrijven en investeerders gebruikt.
  12. Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties. Het DGGF verschaft financiering aan Nederlandse en lokale bedrijven. Zo heeft het Nederlandse bedrijf Johnny Cashew met behulp van DGGF het idee en de haalbaarheid onderzocht van het opzetten van productie van cashewnoten in Tanzania en de eerste boeren getraind. Tegenwoordig verkoopt het bedrijf cashewnoten, in Tanzania gepeld in de fabriek van Mama Cashew, op de Nederlandse markt aan onder meer Lidl Way To Go en horeca.

EZ

  1. Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.
  2. Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).
  3. Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
  4. Bijdragen aan de internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).

Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat

Algemeen

Toegenomen voedselzekerheid; verbeterd waterbeheer, drinkwater, sanitaire voorzieningen en voorlichting over hygiëne; toegenomen weerbaarheid tegen klimaatverandering en tegengaan van klimaatverandering; duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen.

Beleidsinzet toegelicht

Ontwikkelingshulp

Met Ontwikkelingshulp draagt het kabinet bij aan de sociaaleconomische ontwikkeling van arme landen. Dit doen we in het belang van deze landen en hun bevolking, maar ook uit welbegrepen eigen belang: Ontwikkelingshulp kan ook onze handelspositie versterken, irreguliere migratie helpen voorkomen en ons land veilig houden door bij te dragen aan stabiliteit in de landen rondom Europa. Dit vergt partnerschappen met deze landen op basis van wederzijdse belangen en een inzet via internationale organisaties op grensoverschrijdende problemen, gericht op de internationaal overeengekomen duurzame ontwikkelingsdoelen (SDGs) en klimaatafspraken. Hiermee is de portefeuille van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO) onderdeel van het bredere buitenlandbeleid gericht op een sterker en weerbaarder Nederland, in een wereld die veel spanningen kent.

Dit kabinet voert bezuinigingen door op Ontwikkelingshulp, maar ondanks dat blijft Nederland een grote donor. Naar verwachting vallen we in 2027 maar net buiten de top 10 van internationale donoren. Door onze middelen waar mogelijk als hefboom in te zetten om private en andere financiering aan te trekken voor ontwikkeling, optimaliseren we onze inzet. Door scherp te focussen op thema’s waar Nederland internationaal een goede reputatie mee heeft opgebouwd, behouden we ons aanzien en onze slagkracht. Dit zijn met name voedselzekerheid en watermanagement en gezondheid en rechtsorde. Deze thema’s zijn ook herkenbaar voor veel Nederlanders, die vaak zelf ook actief zijn met projecten in ontwikkelingslanden. Door onze hulp beter te verbinden aan de betrokkenheid van bedrijven en burgers in eigen land, wordt Ontwikkelingshulp weer een zaak van ons allemaal.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHO
02.01 Voedselzekerheid 388.412 388.412 392.345 392.345 358.536 358.536
02.02 Water 201.682 201.682 192.107 192.107 170.330 170.330
02.03 Klimaat 307.055 305.294 350.480 348.482 379.937 378.314
IenW
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 23.790 0 18.900 0 20.035 0
19 Internationaal Beleid 3.499 0 3.502 0 3.062 0
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 3.960 35 4.274 39 4.305 35
97.01 Algemeen departement 1.789 1.789 816 816 4.400 0
LVVN
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 11.986 7.846 11.333 7.244 11.012 7.544
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.822 0 1.841 0 1.841 0
23.75 Wageningen Research 3.677 0 3.843 0 3.056 0
KGG
31.00 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 8.974 7.508 37.061 34.500 2.440 0
Totaal 956.646 912.566 1.016.502 975.533 958.954 914.759

Financiële instrumenten

BHO

  1. Ontwikkeling van de agrarische sector, als onderdeel van ecologisch houdbare voedselsystemen, krijgt voor een belangrijk deel vorm via de programma’s van de ambassades. Via bijdragen en subsidies investeren zij in productiviteitsverbetering, beleid, markttoegang en ketenontwikkeling.
  2. Er wordt geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het Netherlands Food Partnership en het door RVO uitgevoerde landrechten programma (Land@scale). Met de bijdrage aan de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd. Daarnaast wordt specifiek ingezet op de wetenschappelijke samenwerking tussen Nederland en de CGIAR (NL-CGIAR partnership).
  3. Binnen het drinkwater, sanitatie en hygiëne programma (WASH) richt Nederland zich op financiële innovatie en het inzetten van hulp als hefboom voor het mobiliseren van private investeringen in ontwikkelingslanden zodat water en sanitaire diensten kunnen worden verbeterd.
  4. Nederland draagt onder artikel 2.3 bij aan multilaterale klimaatfondsen zoals de Climate Investment Funds (CIF), de Global Environment Facility (GEF) en het UN Environment Programme (UNEP). We richten ons ook op de vergroening van multilaterale banken zodat zij met de bestaande middelen een groter deel van de internationaal afgesproken klimaatrekening kunnen betalen. Als substantiële betrouwbare donor kan Nederland in die besturen invloed uitoefenen op het beleid. In het licht van de bezuinigingen wordt in 2025 afgezien van een aanvullende bijdrage aan het Least Developed Countries Fund (LDCF).
  5. BHO gaat ook in 2025 door met het bestrijden van ‘energie-armoede’ door in te zetten op hernieuwbare energie in landen die geen functionerend stroomnet hebben, met positieve gevolgen voor voedselzekerheid, gezondheid en stabiliteit. De inzet op energietoegang en schoon koken biedt ook kansen voor investeringen en handel en voor het versterken van samenwerking met de vele Nederlandse bedrijven, ontwikkelingsorganisaties en kennisinstellingen actief op dit terrein, bijvoorbeeld via het NL Energy Compact. Via de klimaat- en energieresponsfaciliteit van RVO zijn Nederlandse partijen betrokken bij de productie van hernieuwbare energie (groene waterstof, zonne-energie, wind op zee), klimaatadaptatie (in de gebouwde omgeving, aangepaste landbouw vanwege droogte en verzilting) en duurzame winning van grondstoffen voor de energietransitie. We streven naar schaalvergroting van deze initiatieven via EU Global Gateway.

IenW

  1. Uitvoering van Partners voor Water ten behoeve van het vergroten van waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld met accent op negen deltalanden.
  2. Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water.
  3. In 2024 een maatwerkfonds opgezet met het International Panel for Delta's and Costal Areas (IPDC), een samenwer­kingsverband tussen landen, kennisinstellingen en financiële instanties.
  4. Het ministerie van IenW is beleidsver­antwoordelijk voor het satellietnavigatiebeleid en daarmee voor het Europese mondiale satellietnavigatie systeem Galileo. Op basis van internationale afspraken draagt IenW bij aan de exploitatiekosten van het Galileo Reference Center (GRC) dat gevestigd is in Noordwijk en aan de bouw- en exploita­tiekosten voor het Galileo Sensor Station (GSS) op Bonaire; het beheer van beide panden wordt uitgevoerd door het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast verstrekt IenW opdrachten aan diverse organisaties voor activiteiten in het kader van internationale diplomatie, waaronder het uitvoeren van missies voor het bedrijfsleven en het ondersteunen en faciliteren van delegaties en internationale bijeenkomsten
  5. Op grond van wet- en regelgeving en internationale afspraken betaalt Nederland contributiegelden aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF). Deze intergouvernementele organisaties zijn van groot belang voor internationale samenwerking op het gebied van weer, klimaat, modelontwikkeling en data.

LVVN

  1. Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties. De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP).

KGG

  1. Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.
  2. Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).

Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)

Algemeen

Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door: het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toeroepen aan de verspreiding van hiv/aids; het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid; versterking van het maatschappelijk middenveld en bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties; versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen; versterken van het onderwijs en daarmee bijdragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren; een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek.

Beleidsinzet toegelicht

Mondiale Gezondheid en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR)

De Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie 2023-2030 vormt het kader voor de inzet van het kabinet op het terrein van gezondheid in 2025. Het verbeteren van toegang tot primaire gezondheidszorg en  seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) is daarbinnen een belangrijk speerpunt. Het kabinet blijft investeren in bijvoorbeeld toegang tot veilige bevallingen, anticonceptie, veilige abortus, goede moeder-kindzorg en het tegengaan van hiv/aids. Dit redt levens en zorgt er voor dat vrouwen en meisjes zelf keuzes kunnen maken over hun leven en toekomst. Dit draagt bij aan welzijn, stabiliteit en economische groei in grote delen van de wereld en is ook in het belang van Nederland; ziektes stoppen niet aan de grens. Toegang tot een goed functionerende kliniek is niet alleen cruciaal om moeder- en kindsterfte tegen te gaan maar ook voor het voorkomen of bestrijden van pandemieën.

Internationale actie op het terrein van water en voedsel is één van de zes speerpunten in de mondiale gezondheidsstrategie. Want toegang tot schoon water in klinieken is essentieel tijdens bevallingen en toegang tot water op school van belang om schooluitval van meisjes te voorkomen. Gebrek aan toegang tot (goede) voeding is een belangrijke oorzaak van moeder- en kindsterfte

Maatschappelijk Middenveld

De in 2021 gestarte 42 strategische partnerschappen onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld lopen in december 2025 ten einde. De partnerschappen richten zich op de versterking van maatschappelijke organisaties in lage- en middeninkomenslanden die bijdragen aan een aantal thema’s. Een voorbeeld is het partnerschap Right2Grow, dat zich inzet voor goede voeding en toegang tot water, sanitatie en hygiëne voor kinderen. In het najaar 2024 besluit het kabinet over de toekomst van het VMM-beleid.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHO
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 515.235 508.392 510.262 508.553 447.355 445.646
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 51.930 51.930 47.609 47.609 39.358 39.358
03.03 Maatschappelijk middenveld 206.413 206.413 202.859 202.859 154.074 154.074
03.04 Onderwijs 57.097 57.097 63.993 63.993 52.202 52.202
OCW
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.963 2.873 2.963 2.873
07 Wetenschappelijk onderwijs 58.133 52.584 59.994 55.308 59.431 55.308
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 185 0 312 0 185 0
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek 454 454 2.101 454 454 454
VWS
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 5.474 1.606 5.848 1.930 5.848 1.930
Totaal 897.794 881.349 895.941 883.579 761.870 751.845

Financiële instrumenten

BHO

  1. Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA en UNAIDS).
  2. Onder subsidies worden gedurende de periode 2021-2025 zeven partnerschappen ondersteund. Deze zijn vooral gericht op versterking van maatschappelijk middenveld in lage en middeninkomenslanden, waardoor kennis over en toegang tot gezondheidsdiensten wordt vergroot op het terrein van onder andere veilige abortus, anticonceptie en moeder en kindzorg. Ook de Nederlandse bijdragen aan het Global Fund voor de bestrijding van aids, tuberculose en malaria (GFATM) en de bijdrage aan Gavi, dat zich via kinderimmunisatie inzet tegen kindsterfte, zijn onder subsidies ondergebracht.
  3. Via opdrachten wordt het Product Development Programma (PDP) gefinancierd, deze publiek-private samenwerking is gericht op het bevorderen van de ontwikkeling met bedrijven van geneesmiddelen, vaccins en diagnostica om armoede en SRGR-gerelateerde ziekten en aandoeningen (zoals hiv/aids en antimicrobiële resistentie) te voorkomen en te bestrijden
  4. Drie instrumenten richten zich op het versterken van vrouwenrechten en gendergelijkheid: Leading from the South (LFS) II, Power of Women (POW) en Women, Peace and Security (WPS). Vanuit begrotingsartikel 3.2 worden daarnaast ook bijdragen aan organisaties zoals de vrouwenorganisatie van de VN gedaan en worden middelen gedecentraliseerd naar ambassades voor bijdragen op landenniveau.
  5. In 2023 werd de focus van de Nederlandse onderwijsinzet verlegd naar beroeps- en hoger onderwijs. Relevante programma’s op het gebied van beroeps- en hoger onderwijs in onze partnerlanden richten zich nu op de thema’s water, voedselzekerheid en gezondheid. Hiermee investeren we in kennisopbouw en het noodzakelijke menselijk kapitaal. Door stageplaatsen en leer-werkplekken in het bedrijfsleven te realiseren, verbeteren we de aansluiting van beroeps- en hoger onderwijs op de marktvraag.
  6. Het kennis- en capaciteitsopbouwprogramma Orange Knowledge Programme (OKP) loopt in december 2024 ten einde. De Nederlandse deelname aan het Global Partnership for Education (GPE) wordt na afloop van het lopende contract in 2025 beëindigd. Onderwijsprojecten die aflopen, worden niet gecontinueerd.

OCW

  1. Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.

VWS

  1. Ten behoeve van het meerjarig partnerschapsprogramma met de WHO wordt conform de overeenkomst voor de periode 2024-2028 jaarlijks een bijdrage van € 3,9 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 1,2 miljoen loopt via het bijdrage-artikel agentschappen van het RIVM
  2. Binnen het kader van de Mondiale Gezondheidsstrategie wordt ingezet op de Global Health Hub (2024-2025, jaarlijks € 50.000), wat de coördinatie en effectieve samenwerking van de Nederlandse overheid en mondiale gezondheidsactoren bevordert. Ook wordt er via de Global Health Partnership Program internationaal samengewerkt met partnerlanden op verschillende grensoverschrijdende gezondheidsthema’s (2024-2025, jaarlijks € 430.000). Tenslotte wordt binnen het kader van de Mondiale Gezondheidsstrategie bijgedragen aan de Multi-Party Trustfund (MPTF). Antimicrobiële Resistentie (AMR)-bestrijding is een van de prioriteiten van de Mondiale Gezondheidsstrategie. Conform de overeenkomst wordt aan de UNDP/AMR voor de periode 2023-2025 een jaarlijkse bijdrage van € 1,5 miljoen beschikbaar gesteld.

Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling

Algemeen

Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren, het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland en steun aan Oekraïne.

Tevens zetten we in op het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op bescherming, onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd, via internationale en nationale partners. De kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen worden aan het ODA-budget toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Asiel en Migratie en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Beleidsinzet toegelicht

Internationale Financiële Instellingen

Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.

Budgettaire gevolgen van beleid

BHO
05.01 Multilaterale samenwerking 341.316 341.316 376.995 376.995 196.007 196.007
05.02 Overig armoedebeleid 81.831 79.428 110.496 104.020 77.624 70.019
05.03 Oekraïne 0 0 0 0 237.000 237.000
FIN
04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 51.980 51.980 0 0 0 0
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 28.338 28.338 0 0 0 0
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 38.333 38.333 28.440 28.440 0 0
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 266.480 266.480 268.290 268.290 323.080 323.080
04.50.13 Bijdrage EU voor rente Oekraïne 0 0 34.436 34.436 41.436 41.436
04.52.01 Technische assistentie 1.749 0 2.069 0 2.361 500
Eerstejaarsopvang asielzoekers
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 1.159.647 1.159.647 1.281.998 1.281.998 0 0
37.02 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen 0 0 0 0 1.833.252 1.833.252
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 29.823 29.823 30.747 30.747 30.747 30.747
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 9.606 9.606 9.904 9.904 9.904 9.904
Totaal 2.009.103 2.004.951 2.143.375 2.134.830 2.751.411 2.741.945

Financiële instrumenten

BHO

  1. Bijdragen aan VN-instellingen, zoals UNDP, UNICEF en UNIDO.
  2. Bijdragen aan de begrotingen van Internationale Financiële Instellingen (IFI's), waaronder regionale ontwikkelingsbanken zoals de African Development Bank (AfDB) en fondsen via middelenaanvullingen en kapitaalverhogingen.
  3. Bijdragen aan specifieke programma's, assistent deskundigenprogramma's en trustfondsen.
  4. Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
  5. Voor betere coördinatie op het Oekraïne-dossier is besloten om in de Begrotingen 2025 van BHO en BZ een separaat subartikel voor Oekraïne in te richten. Op de BHO-begroting worden de budgetten voor steun aan Oekraïne gebundeld onder subartikel 5.3. Bestaande budgetten op de BHO-begroting voor de financiering van steun aan Oekraïne worden overgebracht naar dit nieuwe subartikel. Hieronder vallen onder andere de thema’s wederopbouw en humanitaire hulp.

Financiën

  1. Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.
  2. De verplichting en uitgave opgenomen in 2025 betreft de bijdrage aan de International Development Association (IDA), het onderdeel van de Wereldbankgroep dat concessionele leningen – en in beperkte mate schenkingen – verstrekt aan de armste landen in de wereld. Elke drie jaar worden de middelen voor dit onderdeel van de Wereldbank aangevuld door donoren.
  3. Bijdragen aan de steun voor Oekraïne voor wederopbouw, huisvesting en begrotingssteun. In december 2022 is in de Ecofin besloten om de rente op de door de EU aan Oekraïne geleende middelen in 2023 (€ 18 mld.) door de EU-lidstaten te compenseren. De rentebijdrage voor Nederland zal tussen 2024 t/m 2027 circa € 41 mln. per jaar bedragen. De hoogte van de bijdrage per lidstaat wordt bepaald door het bni-aandeel (bruto nationaal inkomen) van de lidstaat aan de EU-begroting. De hoogte van de bijdrage per lidstaat wordt jaarlijks geüpdatet.
  4. Verlenen van technische assistentie aan counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en EBRD. De technische assistentie is er vooral op gericht om deze kiesgroeplanden te ondersteunen in hun financieel-economische beleid. Daarbij wordt gebruik gemaakt van Nederlandse expertise.

Eerstejaarsopvang asielzoekers

  1. Dit betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, Ministerie van Asiel en Migratie en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven

Algemeen

Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.

Beleidsinzet toegelicht

Postennet

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is eigenaar van het netwerk van diplomatieke vertegenwoordigingen dat bemenst wordt door uitgezonden en lokaal personeel van BZ en andere overheidsinstanties. Het netwerk van diplomatieke vertegenwoordigingen dient Nederlandse belangen wereldwijd. Zo is het postennet van belang om Nederlanders in nood te kunnen bijstaan, voor de economische dienstverlening (die bijdraagt aan het Nederlandse verdienvermogen incl. landbouw), als onderdeel van de ontwikkelingsrelatie met andere landen en om onze waarden op het terrein van mensenrechten te kunnen uitdragen.

De coalitieafspraken over de bezuinigingen op het apparaat Rijksoverheid zijn van directe invloed op het postennet. Het kabinet zal deze financiële taakstelling op het apparaat Rijksoverheid verantwoord en realiseerbaar inboeken met in het bijzonder aandacht voor het belang van een adequaat postennetwerk in het buitenland. In dit kader is afgesproken om de bezuinigingen op het postennet te beperken tot 10%. Het besparingsverlies wordt voor circa een derde deel opgevangen door het inzetten van ODA-budget van de BHO-begroting (oplopend tot EUR 24,7 miljoen structureel). Dit bedrag is in lijn met de reguliere ODA-bijdrage aan het postennet op de begroting van BZ (een derde deel). Deze bezuiniging wordt volgens dezelfde werkwijze als de rest van de bezuinigingen verdeeld over de verschillende beleidsthema’s. Circa twee derde deel van het besparingsverlies (EUR 52,0 miljoen) wordt aan de BZ-begroting toegevoegd uit algemene middelen. Bij de besparingsopgave op het apparaatsbudget alsmede op de programmabudgetten van BZ en BHO wordt rekening gehouden met verschuivingen op het wereldtoneel. Daarnaast zullen bij de invulling van de bezuinigingsopdracht Ministeries worden betrokken die voor hun internationale activiteiten afhankelijk zijn van een adequaat postennet.

Budgettaire gevolgen van beleid

BZ
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 0 17.348 0 26.031 0
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 1.013.749 332.104 1.181.840 364.211 989.826 358.053
BHO
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 ‒ 54.347 ‒ 54.347 ‒ 2.318 ‒ 2.318
JenV
91.01.01 Eigen personeel/attachés 3.022 0 2.902 0 2.902 0
92 Nog onverdeeld 0 0 0 0 ‒ 41 0
BZK
02.01 Nationale veiligheid 576 0 0 0 0 0
11.01 Centraal apparaat (attachés) 230 0 238 0 238 0
OCW
95.01 Eigen personeel/attachés 2.539 0 4.383 0 4.353 0
FIN
01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.270 0 1.312 0 0 0
01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 409 0 423 0 0 0
08.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.286 0 1.328 0 1.197 0
09 Douane 0 0 0 0 1.564 0
DEF
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 23.396 0 29.099 0 27.526 0
10 Apparaat kerndepartement 0 0 ‒ 550 0 ‒ 550 0
11 Geheim 4.353 0 5.000 0 5.000 0
12 nog onverdeeld Prijs 0 0 0 0 3.500 0
IenW
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 3.244 0 3.348 0 3.325 0
EZ
2.65 Bijdrage aan RVO (IA-netwerk) 7.477 0 13.296 0 11.145 0
2.65 Bijdrage aan RVO (NFIA) 13.176 0 14.763 0 14.188 0
LVVN
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) 21.801 0 22.458 0 20.642 0
50 Apparaat (attachés) 6.723 0 2.398 0 2.398 0
SZW
96.20 Apparaatsuitgaven 835 0 916 0 612 0
VWS
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 2.233 0 2.462 0 2.269 0
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 777 0 0 0 0 0
Aanvullende Post
55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 0 0 11.928 0

Financiële instrumenten

BZ

  1. Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
  2. De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.

BHO

  1. Het ODA-budget is aangepast als gevolg van de ontwikkeling van het BNI tot en met de Voorjaarsnota (CEP van het CPB). Het ODA-budget is niet aangepast naar aanleiding van de Macro Economische Verkenning. Er kan sprake zijn van wijzigingen in toerekeningen aan het ODA-budget, zoals de toerekening van uitgaven van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen. Gedurende het begrotingsjaar worden de middelen op dit artikelonderdeel ingezet om onder andere deze fluctuaties op te vangen, zodat niet direct hoeft te worden ingegrepen in ODA-programma’s.

Diverse ministeries

  1. Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.
  2. Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZ en BHO. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.

Bijlagen

Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2024

HGIS-uitgaven
Stand Miljoenennota 2024 9.554 9.090 9.184 9.492 9.824 0
Intensiveringen 118 82 33 49 65 72
Ombuigingen ‒ 94 ‒ 398 ‒ 658 ‒ 2761 ‒ 2969 ‒ 2993
Generaal dossier 17 51 51 51 51 51
Kasschuiven ‒ 33 ‒ 123 157 0 ‒ 70 0
Overboekingen Aanvullende Post 102 8 1 1 1 1
Overboekingen met andere begrotingen ‒ 23 0 66 68 64 46
Plafondcorrecties 282 335 51 49 63 74
Prijsbijstelling 16 7 0 1 ‒ 1 ‒ 1
Eindejaarsmarge 101 0 0 0 0 0
Extrapolatie 0 0 0 0 0 10193
Desalderingen 12 0 0 0 0 0
Technisch ‒ 343 ‒ 375 ‒ 69 ‒ 69 ‒ 31 ‒ 32
Niet-plafondrelevant 2425 2048 2116 83 42 42
Stand Miljoenennota 2025 12.134 10.725 10.932 6.964 7.039 7.453
HGIS-ontvangsten
Stand Miljoenennota 2024 340 260 237 350 149 0
Kasschuiven ‒ 123 123 0 0 0 0
Extrapolatie 0 0 0 0 0 148
Desalderingen 12 0 0 0 0 0
Technisch 30 14 14 13 10 9
Niet-plafondrelevant 268 28 50 42 0 0
Stand Miljoenennota 2025 527 425 301 405 159 157
Saldo HGIS-uitgaven en -ontvangsten 11.607 10.300 10.631 6.559 6.880 7.296

Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting

Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA Totaal wv. ODA
V Buitenlandse Zaken
01 Versterkte internationale rechtsorde
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 77.390 21.054 59.260 21.932 56.735 21.932 56.735 21.932 56.735 21.932 56.735 21.932 56.735 21.932
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 68.143 36.837 68.902 39.055 51.903 26.839 51.463 26.216 44.970 27.631 42.533 30.294 45.375 32.885
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 9.243 19.242 13.395 13.141 13.141 10.225 10.225
02 Veiligheid en stabiliteit
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 92.826 36.868 61.208 24.496 24.776 24.297 24.400
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.916 19.207 6.552 6.074 7.531 5.304 5.636
02.03 Wapenbeheersing 14.917 3.216 11.227 3.252 11.349 3.252 11.349 3.252 11.349 3.252 11.349 3.252 11.349 3.252
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 181.233 75.299 194.154 69.850 180.803 61.124 180.545 62.013 180.861 60.028 181.232 66.108 185.878 70.219
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 32.987 13.195 33.672 13.706 29.652 11.861 27.231 10.893 18.727 7.491 16.675 6.669 17.939 7.176
02.06 Oekraïne (V) 0 0 55.000 61.000 28.000 28.000 28.000
03 Effectieve Europese samenwerking
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000 938.733 863.000
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 98.094 98.094 71.652 71.652 38.644 38.644 75.000 75.000 41.000 41.000 41.000 41.000 41.000 41.000
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 34.377 26.820 20.442 6.579 21.431 6.975 21.431 6.975 14.170 5.668 14.170 5.668 14.170 5.668
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5.117 5.599 5.599 5.599 5.254 5.198 5.207
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 16.113 16.561 14.681 14.705 14.712 14.723 14.723
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 22.310 22.018 16.792 16.792 17.464 17.464 17.464
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 8.306 8.433 6.069 6.785 4.550 3.028 3.681
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 26.109 857 25.278 19.794 19.124 12.644 10.166 10.162
05.01 Geheim 0 0 0 0 0 0 0
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) 0 17.348 26.031 20.275 44.564 80.546 118.165
07.01 Apparaat (personeel en materieel) 1.013.749 332.104 1.181.840 364.211 989.826 358.053 964.267 363.889 934.443 369.410 905.574 374.922 894.268 377.172
Totaal 2.655.563 1.470.476 2.750.436 1.453.237 2.544.197 1.391.680 2.514.745 1.433.170 2.413.624 1.399.412 2.406.952 1.412.845 2.443.110 1.422.304
VI Justitie en Veiligheid
31 Nationale politie
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.855 8.855 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147 9.147
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding
33.01.01 Apparaat Openbaar ministerie
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 849 899 899 899 899 899 899
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 111 111 140 140 200 200 200 200 200 200 200 200 200 200
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 414 25.100 40.800 13.100 13.100 13.100 13.100
37 Migratie
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 1.159.647 1.159.647 1.281.998 1.281.998 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement
91.01.02.17 SSO's (Europol en Eurojust) 12.364 23.237 23.237 23.237 23.237 23.237 23.237
91.01.02.19 Overig materiaal (WIPO) 252 417 417 417 417 417 417
91.01.01 Eigen personeel/attachés 3.022 2.902 2.902 2.902 2.902 2.902 2.902
92 Nog onverdeeld 0 0 ‒ 41 ‒ 38 ‒ 69 ‒ 96 ‒ 93
Totaal 1.185.514 1.168.613 1.343.840 1.291.285 77.561 9.347 49.864 9.347 49.833 9.347 49.806 9.347 49.809 9.347
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
02.01 Nationale veiligheid 576 0 0 0 0 0 0
11.01 Centraal apparaat (attachés) 230 238 238 238 238 238 238
Totaal 806 0 238 0 238 0 238 0 238 0 238 0 238 0
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
01 Primair onderwijs
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 29.823 29.823 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747 30.747
03 Voortgezet onderwijs
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 9.606 9.606 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904 9.904
06 Hoger Beroepsonderwijs
06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.963 2.873 2.963 2.873 2.480 2.390 2.480 2.390 2.480 2.390 2.480 2.390
07 Wetenschappelijk Onderwijs
07 Wetenschappelijk onderwijs 58.133 52.584 59.994 55.308 59.431 55.308 51.403 47.280 51.403 47.280 51.402 47.280 51.403 47.281
08 Internationaal onderwijsbeleid
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 185 312 185 185 61 0 0
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 480 480 480 480 480 430 442
14 Cultuur; subsidies 8.920 0 8.219 0 6.806 500 6.556 250 6.006 350 6.006 350 2.636 0
16 Onderzoek en wetenschapsbeleid
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek 454 454 2.101 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454 454
95 Apparaatskosten
95.01 Eigen personeel/attachés 2.539 4.383 4.353 4.353 4.353 4.353 4.353
Totaal 113.013 95.340 119.103 99.286 115.323 99.786 106.562 91.025 105.888 91.125 105.776 91.125 102.419 90.776
IXB Financiën
01 Belastingen
01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) 1.270 1.312
01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) 409 423
02 Financiële markten
02.44.09 Financiële markten; opdrachten
04 Internationale financiële betrekkingen
04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 51.980 51.980
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 28.338 28.338
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 38.333 38.333 28.440 28.440
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 266.480 266.480 268.290 268.290 323.080 323.080 329.438 329.438 428.199 428.199 205.675 205.675 273.413 273.413
04.50.13 Bijdrage EU voor rente Oekraïne 34.436 34.436 41.436 41.436 41.436 41.436 41.436 41.436
04.52.01 Technische assistentie 1.749 2.069 2.361 500 2.341 500 2.178 500 2.031 500 2.029 500
08.01.01 Centraal apparaat (attachés) 1.286 1.328 1.197 1.223 1.139 1.065 1.071
09 Douane 1.564 1.598 1.488 1.391 1.401
Totaal 389.845 385.131 336.298 331.166 369.638 365.016 376.036 371.374 474.440 470.135 210.162 206.175 277.914 273.913
X Defensie
01 Opdracht inzet
01.01.23 Internationale inzet (BIV) 1.136.963 3.454.798 2.023.616 2.200.703 203.574 200.859 200.859
08 Defensie Ondersteuningscommando
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés 23.396 29.099 27.526 27.374 27.191 26.274 26.091
09 Algemeen 9.730 12.060 ‒ 2.794 706 300
10 Apparaat kerndepartement ‒ 550 ‒ 550 ‒ 550 ‒ 550 ‒ 550 ‒ 550
11 Geheim 4.353 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000
12 nog onverdeeld Prijs 3.500
Totaal 1.174.442 0 3.500.407 0 2.056.298 0 2.233.233 0 235.515 0 231.583 0 231.400 0
XII Infrastructuur en Waterstaat
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 23.790 18.900 20.035 10.757 8.717 4.600 4.730
17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.234 1.455 1.455 1.455 1.455 1.455 1.455
18.01 Scheepvaart en havens (CCR en IMO) 1.032 1.156 1.155 1.155 1.155 1.155 1.155
19 Internationaal Beleid 3.499 3.502 3.062 3.889 3.558 3.267 3.299
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 3.960 35 4.274 39 4.305 35 4.279 35 4.121 35 4.512 35 4.559 35
97.01 Algemeen departement 1.789 1.789 816 816 4.400
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) 3.244 3.348 3.325 3.325 3.325 3.325 3.325
Totaal 38.548 1.824 33.451 855 37.737 35 24.860 35 22.331 35 18.314 35 18.523 35
XIII Economische Zaken
1 Goed functionerende economie en markten
1.55 Opdrachten 0 234 181 181 179 177 177
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.681 3.927 3.079 3.084 3.042 3.006 3.010
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen
2.65 Bijdrage aan RVO (IA-netwerk) 7.477 13.296 11.145 10.901 10.592 10.293 10.192
2.65 Bijdrage aan RVO (NFIA) 13.176 14.763 14.188 13.544 12.185 11.843 11.728
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.009 1.917 1.420 1.570 1.570 1.570 1.570
41 Nog onverdeeld
Totaal 24.343 0 34.137 0 30.013 0 29.280 0 27.568 0 26.889 0 26.677 0
XIV Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
21 Land- en tuinbouw
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 11.986 7.846 11.333 7.244 11.012 7.544 11.063 7.544 10.596 7.544 10.186 7.544 10.230 7.544
22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.822 1.841 1.841 1.840 1.840 1.840 1.840
rijk
23.75 Wageningen Research 3.677 3.843 3.056 3.119 2.528 2.008 2.065
24 Uitvoering en toezicht
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) 21.801 22.458 20.642 20.376 19.339 18.383 18.274
50 Apparaat (attachés) 6.723 2.398 2.398 2.398 2.398 2.398 2.398
Totaal 46.009 7.846 41.873 7.244 38.949 7.544 38.796 7.544 36.701 7.544 34.815 7.544 34.807 7.544
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 18 9 9 9 9 9 9
96.20 Apparaatsuitgaven 835 916 612 612 612 612 612
Totaal 853 0 925 0 621 0 621 0 621 0 621 0 621 0
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 5.474 1.606 5.848 1.930 5.848 1.930 3.868 3.868 3.868 3.868
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) 2.233 2.462 2.269 2.126 1.644 1.411 1.377
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven 777
Totaal 8.484 1.606 8.310 1.930 8.117 1.930 5.994 0 5.512 0 5.279 0 5.245 0
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingshulp
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 28.571 19.600 36.564 22.415 32.130 19.451 33.307 17.293 34.131 16.750 36.152 18.771 37.712 20.331
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 127.480 104.469 105.176 97.273 95.273 95.273 95.273
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 483.093 481.101 508.510 506.230 399.511 397.231 408.646 406.366 415.009 412.729 464.580 462.300 504.718 502.438
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
02.01 Voedselzekerheid 388.412 388.412 392.345 392.345 358.536 358.536 326.447 326.447 317.557 317.557 355.699 355.699 385.164 385.164
02.02 Water 201.682 201.682 192.107 192.107 170.330 170.330 164.934 164.934 167.460 167.460 187.574 187.574 203.112 203.112
02.03 Klimaat 307.055 305.294 350.480 348.482 379.937 378.314 360.353 358.540 342.421 340.508 383.317 381.404 413.071 411.158
03 Sociale vooruitgang
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 515.235 508.392 510.262 508.553 447.355 445.646 403.822 402.113 404.509 402.800 452.889 451.180 490.263 488.554
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 51.930 51.930 47.609 47.609 39.358 39.358 36.533 36.533 37.908 37.908 42.460 42.460 45.978 45.978
03.03 Maatschappelijk middenveld 206.413 206.413 202.859 202.859 154.074 154.074 152.716 152.716 158.459 158.459 177.492 177.492 192.195 192.195
03.04 Onderwijs 57.097 57.097 63.993 63.993 52.202 52.202 48.453 48.453 50.277 50.277 56.315 56.315 60.980 60.980
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling
04.01 Humanitaire hulp 637.858 637.441 594.017 593.000 473.901 472.884 411.058 410.041 376.184 375.167 421.247 420.230 456.057 455.040
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 266.912 266.912 291.295 291.295 297.015 297.015 266.925 266.925 258.068 258.068 289.065 289.065 313.010 313.010
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 208.838 208.838 200.655 200.655 180.288 180.288 163.731 163.731 169.980 169.980 190.478 190.478 206.256 206.256
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet
05.01 Multilaterale samenwerking 341.316 341.316 376.995 376.995 196.007 196.007 172.027 172.027 173.061 173.061 194.090 194.090 208.423 208.423
05.02 Overig armoedebeleid 81.831 79.428 110.496 104.020 77.624 70.019 73.427 66.971 92.594 89.642 89.215 87.037 96.902 94.639
05.03 Oekraïne 0 0 237.000 237.000 0 0 0 0
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 0 ‒ 54.347 ‒ 54.347 ‒ 2.318 ‒ 2.318 0 0 30.706 30.706 174.768 174.768 214.114 214.114
Totaal 3.903.723 3.753.856 3.928.309 3.796.211 3.598.126 3.466.037 3.119.652 2.993.090 3.123.597 3.001.072 3.610.614 3.488.863 3.923.228 3.801.392
XX Asiel en Migratie
37 Asiel en Migratie
37.02 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen 0 0 1.833.252 1.833.252 2.398.458 2.398.458 465.120 465.120 336.544 336.544 336.544 336.544
Totaal 0 0 0 0 1.833.252 1.833.252 2.398.458 2.398.458 465.120 465.120 336.544 336.544 336.544 336.544
XXII Klimaat en Groene Groei
31 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
31.00 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 8.974 7.508 37.061 34.500 2.440 2.497 2.430 2.370 2.376
Totaal 8.974 7.508 37.061 34.500 2.440 0 2.497 0 2.430 0 2.370 0 2.376 0
LXXXVI Algemeen
55.02 Reservering Vredespaleis 11.928 30.846
Totaal 11.928 0 30.846 0 0 0 0 0 0 0
TOTAAL UITGAVEN 9.550.117 6.892.200 12.134.388 7.015.714 10.724.438 7.174.627 10.931.682 7.304.043 6.963.418 5.443.790 7.039.963 5.552.478 7.452.911 5.941.855

Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting

V Buitenlandse Zaken
2 Veiligheid en stabiliteit
10 Doorberekening Defensie diversen 0 0 242 242 242 242 242
40 Restituties contributies 5.572 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
3 Europese samenwerking
30 Restitutie Raad van Europa 358 250 250 250 250 250 250
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders 11.836 19.500 19.500 19.500 19.500 19.500 19.500
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 65.779 58.910 67.965 67.514 67.158 63.466 62.672
40 Doorberekening Defensie diversen 0 74 74 74 74 74 74
41 Ontvangsten verkeersnotificaties 354 200 200 200 200 200 200
5 Geheim
10 Geheim
7 Apparaat
10 Diverse ontvangsten 46.536 29.671 177.271 28.571 28.571 28.571 28.571
11 Koersverschillen 12.678
Totaal 143.113 109.605 266.502 117.351 116.995 113.303 112.509
IXB Financiën
04.50.03 Ontvangsten IFI's 2.137 20.942 1.708 1.614 1.540 1.407 1.407
Totaal 2.137 20.942 1.708 1.614 1.540 1.407 1.407
X Defensie
01 Internationale inzet/BIV 75.493 326.813 103.191 132.814 242.198 1.407 1.407
Totaal 75.493 326.813 103.191 132.814 242.198 1.407 1.407
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen 33.598 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000
1.30/40 ontvangsten DGGF 25.555 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000 7.000
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen 18.748 17.659 16.220 13.078 9.472 7.630 6.746
5.21 Ontvangsten OS 29.453 36.417 21.275 21.276 21.277 21.278 21.176
5.22 koersverschillen 25.739
5,23 Diverse ontvangsten non-ODA 2.316 1.730 1.730
Totaal 135.409 69.806 53.225 48.354 44.749 42.908 41.922
XXII Klimaat en Groene Groei
01.04 Een doelmatige energievoorziening 8
Totaal 8 0 0 0 0
TOTAAL ONTVANGSTEN 356.160 527.166 424.626 300.133 405.482 159.025 157.245

Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 56.336 37.328 34.803 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 31.306 29.847 25.064 V-01.02
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties 9.243 19.242 13.395 V-01.03
JenV 33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI 849 899 899 VI-33.03.10
91.01.02.19 Overig materiaal (WIPO) 252 417 417 VI-91.01.09
91.01.02.17 SSO's (Europol en Eurojust) 12.364 23.237 23.237 VI-91.01.07
IenW 17.01 Luchtvaart (ICAO) 1.234 1.455 1.455 XII-17.01
18.01 Scheepvaart en havens (CCR en IMO) 1.032 1.156 1.155 XII-18.01
SZW 02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS 18 9 9 XV-02.24
Subtotaal 112.634 113.590 100.434
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 92.826 36.868 61.208 V-02.01
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 15.916 19.207 6.552 V-02.02
02.03 Wapenbeheersing 11.701 7.975 8.097 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 105.934 124.304 119.679 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 19.792 19.966 17.791 V-02.05
02.06 Oekraïne (V) 0 0 55.000 V-02.06
BHO 04.01 Humanitaire hulp 417 1.017 1.017 XVII-04.01
JenV 36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding 414 25.100 40.800 VI-36.02.58
DEF 01.01.23 Internationale inzet (BIV) 1.136.963 3.454.798 2.023.616 X-01.01.01
09 Algemeen 9.730 12.060 ‒ 2.794 X-09.01
Subtotaal 1.393.693 3.701.295 2.330.966
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 75.733 75.733 75.733
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 7.557 13.863 14.456 V-03.03
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5.117 5.599 5.599 V-03.04
Subtotaal 88.407 95.195 95.788
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland 16.113 16.561 14.681 V-04.01
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren 22.310 22.018 16.792 V-04.02
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 8.306 8.433 6.069 V-04.03
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 25.252 25.278 19.794 V-04.04
OCW 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 480 480 480 XIII-08.77
14 Cultuur; subsidies 8.920 8.219 6.306 XIII-14.71
Subtotaal 81.381 80.989 64.122
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHO 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 8.971 14.149 12.679 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 127.480 104.469 105.176 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 1.992 2.280 2.280 XVII-01.03
EZ 1.55 Opdrachten 0 234 181 XIII-11.55
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 2.681 3.927 3.079 XIII-11.95
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.009 1.917 1.420 XIII-13.95
Subtotaal 142.133 126.976 124.815
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHO 02.03 Klimaat 1.761 1.998 1.623 XVII-02.03
IenW 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) 23.790 18.900 20.035 XII-11.01
19 Internationaal Beleid 3.499 3.502 3.062 XII-19.02
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 3.925 4.235 4.270 XII-23.01
97.01 Algemeen departement 0 0 4.400 XII 97.01
LVVN 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 4.140 4.089 3.468 XIV-21.95
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties 1.822 1.841 1.841 XIV-22.95
23.75 Wageningen Research 3.677 3.843 3.056 XIV-23.75
KGG 31.00 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 1.466 2.561 2.440 XXII-31.00
Subtotaal 44.080 40.969 44.195
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHO 03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 6.843 1.709 1.709 XVII-03.01
OCW 07 Wetenschappelijk onderwijs 5.549 4.686 4.123 VIII-07.70/76
06.70 Hoger beroepsonderwijs 0 90 90 VIII-06.70
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies 185 312 185 VIII-08.71
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek 0 1.647 0 VIII-16.70
VWS 09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 3.868 3.918 3.918 XVI-09.10
Subtotaal 16.445 12.362 10.025
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHO 05.02 Overig armoedebeleid 2.403 6.476 7.605 XVII-05.02
FIN 04.52.01 Technische assistentie 1.749 2.069 1.861 IX-04.52.01
Subtotaal 4.152 8.545 9.466
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 05 Geheim 0 0 0 V-05.01
06 Nominaal en onvoorzien 0 17.348 26.031 V-06.01
07 Apparaat 681.645 817.629 631.773 V-07.01
Div. dept. Attachés 93.347 103.776 100.268 Div. Begrotingen
Aanvullende Post 55.02 Reservering Vredespaleis 0 0 11.928
Subtotaal 774.992 938.753 770.000
Totaal non-ODA 2.657.917 5.118.674 3.549.811

Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema

1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid
BZ 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 21.054 21.932 21.932 V-01.01
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten 36.837 39.055 26.839 V-01.02
JenV 33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname 111 140 200 VI-33.03.39
Subtotaal 58.002 61.127 48.971
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit
BZ 02.03 Wapenbeheersing 3.216 3.252 3.252 V-02.03
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 75.299 69.850 61.124 V-02.04
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 13.195 13.706 11.861 V-02.05
BHO 04.01 Humanitaire hulp 637.441 593.000 472.884 XVII-04.01
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking 266.912 291.295 297.015 XVII-04.02
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling 208.838 200.655 180.288 XVII-04.03
JenV 31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties 8.855 9.147 9.147 VI-31.03.21
Subtotaal 1.213.756 1.180.905 1.035.571
3. Effectieve Europese samenwerking
BZ 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) 863.000 863.000 863.000 V-03.01
03.02 Europees ontwikkelingsfonds 98.094 71.652 38.644 V-03.02
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap 26.820 6.579 6.975 V-03.03
Subtotaal 987.914 941.231 908.619
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen
BZ 04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 857 0 0 V-04.04
OCW 14 Cultuur; subsidies 0 0 500 VIII-14.71/76
Subtotaal 857 0 500
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen
BHO 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO 19.600 22.415 19.451 XVII-01.01
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie 0 0 0 XVII-01.02
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden 481.101 506.230 397.231 XVII-01.03
Subtotaal 500.701 528.645 416.682
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat
BHO 02.01 Voedselzekerheid 388.412 392.345 358.536 XVII-02.01
02.02 Water 201.682 192.107 170.330 XVII-02.02
02.03 Klimaat 305.294 348.482 378.314 XVII-02.03
IenW 23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) 35 39 35 XII-23.01
97.01 Algemeen departement 1.789 816 0 XII-97.01
KGG 31.00 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering 7.508 34.500 0 XIII-4.55
LVVN 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) 7.846 7.244 7.544 XIV-21.95
Subtotaal 912.566 975.533 914.759
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs)
BHO 03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten 508.392 508.553 445.646 XVII-03.01
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 51.930 47.609 39.358 XVII-03.02
03.03 Maatschappelijk middenveld 206.413 202.859 154.074 XVII-03.03
03.04 Onderwijs 57.097 63.993 52.202 XVII-03.04
OCW 06.70 Hoger beroepsonderwijs 2.873 2.873 2.873 VIII-06.70
07 Wetenschappelijk onderwijs 52.584 55.308 55.308 VIII-07.70/76
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek 454 454 454 VIII-16.70
VWS 09.10 Algemeen; Internationale samenwerking 1.606 1.930 1.930 XVI-09.10
Subtotaal 881.349 883.579 751.845
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling
BHO 05.01 Multilaterale samenwerking 341.316 376.995 196.007 XVII-05.01
05.02 Overig armoedebeleid 79.428 104.020 70.019 XVII-05.02
05.03 Oekraïne 0 0 237.000 XVII-05.03
FIN 04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen 51.980 0 0 IXB-05.50.01
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) 28.338 0 0 IXB-04.50.07
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) 38.333 28.440 0 IXB-04.50.08
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) 266.480 268.290 323.080 IXB-04.50.09
04.50.13 Bijdrage EU voor rente Oekraïne 0 34.436 41.436 IXB-04.50.13
04.52.01 Technische assistentie 0 0 500 IXB-04.52.01
Toerek. 37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) 1.159.647 1.281.998 0 VI-37.02.20
37.02 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen 0 0 1.833.252 XX-37.02
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 29.823 30.747 30.747 VIII-01.70/75
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) 9.606 9.904 9.904 VIII-03.70
Subtotaal 2.004.951 2.134.830 2.741.945
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven
BZ 07.01 Apparaat (personeel en materieel) 332.104 364.211 358.053 V-07.01
BHO 05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen 0 ‒ 54.347 ‒ 2.318 XVII-05.04
Subtotaal 332.104 309.864 355.735
TOTAAL ODA 6.892.200 7.015.714 7.174.627

Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHO-begroting per regio in 2025

Vooralsnog blijft de focus de komende periode op de drie focusregio’s: Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de thematische gedelegeerde budgetten per land en van de toegerekende verwachte centrale bestedingen per regio, uitgesplitst naar de beleidsthema’s van de BHO-begroting.

De tabel toont bij elke regio de focuslanden waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren thematisch landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor de regio’s «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHO-begroting.

De in de tabel opgenomen toegerekende inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut.

De toerekening aan regio’s van centrale bestedingen is op basis van de samenstelling van het huidige portfolio van projecten en programma’s. Er is geen rekening gehouden met eventuele nieuwe initiatieven die nog in 2024 en 2025 worden gestart. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling geëxtrapoleerd , rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn. Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat.  

Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaatfondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties.

Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika Egypte 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.2 Water 6.350
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 45
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
4.2 Opvang en bescherming in de regio 1.500
Totaal 10.395
Jemen 2.2 Water 6.850
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 15.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.340
Totaal 30.190
Jordanië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 3.885
2.1 Voedselzekerheid 370
2.2 Water 2.740
2.3 Klimaat 80
4.2 Opvang en bescherming in de regio 2.000
Totaal 9.075
Libanon 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.200
4.2 Opvang en bescherming in de regio 1.000
Totaal 6.200
Palestijnse Autoriteit 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 4.000
2.2 Water 11.880
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.340
Totaal 23.220
Tunesië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.300
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 9.817
Totaal 15.117
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 154
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 16.696
2.1 Voedselzekerheid 375
2.2 Water 2.742
2.3 Klimaat 7.781
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 5.117
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.809
3.3 Maatschappelijk middenveld 11.412
3.4 Onderwijs 3.530
4.2 Opvang en bescherming in de regio 112.551
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 8.880
Totaal 174.046
Subtotaal Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika 268.243
Focusregio Sahel Burkina Faso 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 3.900
2.1 Voedselzekerheid 5.075
2.2 Water 2.740
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 7.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.046
Totaal 23.761
Mali 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 4.500
2.1 Voedselzekerheid 6.000
2.2 Water 4.760
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 21.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 14.495
Totaal 50.755
Niger 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 6.100
2.1 Voedselzekerheid 4.450
2.2 Water 4.310
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 8.160
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.195
Totaal 30.215
Gedelegeerd naar overige landen in Focusregio Sahel 2.1 Voedselzekerheid 2.550
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.050
Totaal 5.600
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.334
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 10.642
2.1 Voedselzekerheid 27.117
2.2 Water 9.286
2.3 Klimaat 26.425
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 2.694
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 301
3.3 Maatschappelijk middenveld 14.823
3.4 Onderwijs 3.900
4.2 Opvang en bescherming in de regio 8.246
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 3.309
Totaal 108.076
Subtotaal Focusregio Sahel 218.407
Focusregio Hoorn van Afrika Ethiopië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 5.500
2.1 Voedselzekerheid 60.000
2.2 Water 11.510
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 31.100
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.500
4.2 Opvang en bescherming in de regio 1.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.926
Totaal 112.536
Kenia 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 6.600
2.2 Water 1.280
4.2 Opvang en bescherming in de regio 1.200
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 55
Totaal 10.135
Oeganda 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 29.000
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 15.000
4.2 Opvang en bescherming in de regio 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 9.175
Totaal 56.175
Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 3.250
Totaal 4.250
Somalië 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 11.468
Totaal 13.468
Zuid-Soedan 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.400
2.1 Voedselzekerheid 7.440
2.2 Water 5.933
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 350
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 7.593
Totaal 23.716
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.417
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 17.447
2.1 Voedselzekerheid 27.496
2.2 Water 10.864
2.3 Klimaat 20.326
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 7.083
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 6.815
3.3 Maatschappelijk middenveld 26.278
3.4 Onderwijs 9.489
4.2 Opvang en bescherming in de regio 70.571
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 6.355
Totaal 204.141
Subtotaal Focusregio Hoorn van Afrika 424.421
Overig Afrika Benin 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 1.000
2.1 Voedselzekerheid 18.000
2.2 Water 1.740
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 20.000
Totaal 40.740
Burundi 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.550
2.1 Voedselzekerheid 16.100
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 9.000
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 4.587
Totaal 32.237
Grote Meren regio 2.1 Voedselzekerheid 7.500
2.2 Water 3.700
2.3 Klimaat 150
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 7.500
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 13.120
Totaal 31.970
Mozambique 2.1 Voedselzekerheid 19.000
2.2 Water 9.230
Totaal 28.230
Regionaal Afrika 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 17.011
Totaal 17.011
Gedelegeerd naar overige landen in Overig Afrika 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 2.000
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 1.000
Totaal 3.000
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 1.419
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 33.405
2.1 Voedselzekerheid 26.307
2.2 Water 14.636
2.3 Klimaat 25.617
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 5.851
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.593
3.3 Maatschappelijk middenveld 22.556
3.4 Onderwijs 15.073
4.2 Opvang en bescherming in de regio 253
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.545
5.1 Multilaterale samenwerking 95.545
Totaal 244.800
Subtotaal Overig Afrika 397.988
Overig Azië Afghanistan 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 5.505
Totaal 5.505
Bangladesh 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 3.000
2.2 Water 12.340
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.500
Totaal 17.840
Gedelegeerd naar overige landen in Overig Azië 2.3 Klimaat 150
4.2 Opvang en bescherming in de regio 3.750
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 55
Totaal 3.955
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 305
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 20.947
2.1 Voedselzekerheid 206
2.2 Water 6.619
2.3 Klimaat 10.346
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 3.550
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 2.650
3.3 Maatschappelijk middenveld 24.722
3.4 Onderwijs 13.052
4.2 Opvang en bescherming in de regio 57.521
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 1.594
5.1 Multilaterale samenwerking 4.957
Totaal 146.468
Subtotaal Overig Azië 173.768
Overige landen Gedelegeerd naar overige landen 5.2 Overig armoedebeleid 1.676
Totaal 1.676
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.3 Private sector en arbeidsmarkt 18.499
2.1 Voedselzekerheid 142
2.2 Water 2.592
2.3 Klimaat 7.097
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 1.162
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 4.830
3.3 Maatschappelijk middenveld 10.727
3.4 Onderwijs 3.642
4.2 Opvang en bescherming in de regio 13.817
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 140
Totaal 62.651
Subtotaal Overige landen 64.327
Niet gespecificeerd Wereldwijd Humanitaire hulp, noodhulp en overig armoedebeleid 4.1 Humanitaire Hulp 472.884
5.2 Overig armoedebeleid 68.343
Totaal 541.227
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem 14.821
1.3 Private sector en arbeidsmarkt 224.261
2.1 Voedselzekerheid 91.558
2.2 Water 38.228
2.3 Klimaat 280.343
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR 269.373
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid 9.511
3.3 Maatschappelijk middenveld 43.555
3.4 Onderwijs 3.518
4.2 Opvang en bescherming in de regio 21.604
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling 50.698
5.1 Multilaterale samenwerking 95.505
5.3 Oekraïne (XVII) 237.000
5.4 Nog te verdelen BNI en/of toerekeningen ‒ 2.318
Totaal 1.377.655
Subtotaal Niet gespecificeerd Wereldwijd 1.918.882
Totaal generaal 3.466.037

Bijlage 6: Berekening ODA-budget 2024-2029, realisatie ODA-prestatie 2023 en raming ODA-prestatie 2024-2029.

2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029
ODA-stand Voorjaarsnota 2024 7.008 7.489 7.812 7.980 8.221 8.615
A: Maatregel extensivering Schoof: Gerichte keuzes ontwikkelingssamenwerking ‒ 300 ‒ 500 ‒ 2400 ‒ 2400 ‒ 2400
B: Maatregel extensivering Schoof: Beperken asielinstroom ‒ 143 ‒ 272 ‒ 272
C: Maatregel extensivering Schoof: Terugdraaien groei apparaat rijksoverheid ‒ 15 ‒ 31 ‒ 46 ‒ 62 ‒ 68
D: Overig 8 1 23 53 65 67
waarvan nog door te verdelen effect apparaatskorting op ODA 15 31 46 62 68
ODA-budget 2024-2029 6.892 7.016 7.175 7.304 5.444 5.552 5.942
af: geraamde ontvangsten ‒ 84 ‒ 63 ‒ 31 ‒ 31 ‒ 30 ‒ 30 ‒ 30
Netto ODA / ODA Grand Equivalent (in miljoenen euro) 6.808 6.953 7.144 7.273 5.414 5.522 5.912
Raming BNI (2024-2029 obv MEV, 2023 obv CEP, in miljarden euro) 1.026 1.119 1.167 1.215 1.264 1.309 1.355
Netto ODA in % van het BNI 0,66 0,62 0,61 0,60 0,43 0,42 0,44

In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen, waarbij de stand Voorjaarsnota 2024 als startpunt wordt genomen:

  1. Het kabinet Schoof kiest voor een ombuiging op het ODA-budget oplopend tot structureel EUR 2,4 miljard.
  2. Het kabinet Schoof kiest voor een ombuiging op de asielinstroom oplopend tot structureel EUR 272 miljoen.
  3. Het kabinet Schoof kiest voor een ombuiging op het apparaat waarvan het ODA-deel oploopt tot structureel EUR 68 miljoen.
  4. Hier vallen overige mutaties onder die het ODA-budget beïnvloeden.

Bovenstaande resulteert in de raming van het ODA-budget 2024 ‒ 2029. Voor de raming van het BNI in 2023 sluiten wij zoals gebruikelijk aan bij de BNI-raming die gebruikt is in het HGIS-jaarverslag. Op basis daarvan is de ODA prestatie gerapporteerd aan de OESO.

Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2025

Internationale context
Steun voor klimaatactie in ontwikkelingslanden kwalificeert onder de binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) gemaakte afspraken per definitie als officiële ontwikkelingsfinanciering (Official Development Assistance, ODA).

De Nederlandse bijdrage aan internationale klimaatfinanciering vindt zijn grondslag in de in 2009 overeengekomen internationale verplichting van ontwikkelde landen om jaarlijks collectief USD 100 miljard uit publieke en private bronnen te mobiliseren voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Op de VN klimaatconferentie in Parijs is in 2015 afgesproken dat deze verplichting loopt tot en met 2025 en dat vóór 2025 moet worden besloten over een nieuw lange termijn klimaatfinancieringsdoelstelling. De onderhandelingen over dit zogenaamde New Collective Quantified Goal (NCQG) zullen naar verwachting leiden tot nieuwe afspraken en voorwaarden. Dit kan resulteren in veranderingen in de methodiek van toekomstige rapportages over klimaatfinanciering bij de HGIS nota.

Achtergrond
De Nederlandse gerapporteerde internationale klimaatfinanciering bestaat uit een publiek deel en uit een met publieke middelen gemobiliseerd privaat deel.

Publieke klimaatfinanciering
In de Nederlandse begroting is geen aparte budgetlijn voor publieke klimaatfinanciering. Een groot deel van de gerapporteerde Nederlandse publieke klimaatfinanciering komt uit mainstreaming van klimaat in ontwikkelingsprogramma’s op andere thema’s. Omdat, zoals reeds aangegeven, klimaatactie en ontwikkelingshulp sterk verbonden zijn, hebben ontwikkelingsprojecten op veel verschillende thema’s een klimaatcomponent en tellen deze daarom deels mee voor de gerapporteerde Nederlandse klimaatfinanciering. Binnen artikel 1 «duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen» wordt bijvoorbeeld actief ingezet op verdere vergroening van de programma’s, binnen sub-artikel 2.1 «voedselzekerheid» wordt ingezet op duurzame productiviteitsverhoging en verster­­­king van weerbaarheid en adaptatie zoals droogtebestendig zaaigoed en binnen sub-artikel 2.2 «water» op veilige delta’s en verbeterd stroomgebiedbeheer en op klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen.

Publieke klimaatfinanciering is dus verweven met de eigen thematiek en doelstellingen van verschillende beleidsartikelen. Er wordt aan programma’s binnen deze verschillende beleidsartikelen een percentage toegekend voor de mate van klimaatrelevantie, veelal gebaseerd op de systematiek van zogenaamde Rio-markers van de OESO. Bij klimaat als een van de hoofddoelstellingen wordt de Rio-marker ‘principal’ toegekend en is het toe te passen percentage 100%. Bij klimaat als nevendoelstelling wordt de Rio-marker ‘significant’ toegekend en is het toe te passen percentage 40%. In uitzonderingsgevallen worden afwijkende percentages gebruikt, bijvoorbeeld in het geval van VN-organisaties. Een voorbeeld van een programma met een afwijkend percentage is onze bijdrage aan het International Fund for Agricultural Development (IFAD) dat volgens OESO voor 32% meetelt als klimaatfinanciering doordat hun interventies ook de weerbaarheid tegen de gevolgen van klimaatverandering bevorderen.

Naast mainstreaming van klimaatactie in verschillende ontwikkelingsthema’s, bestaat ook een deel van de gerapporteerde publieke klimaatfinanciering uit directe bijdragen aan multilaterale klimaatfondsen zoals het Green Climate Fund (GCF) en het Least Development Country Fund (LDCF) en aan specifieke klimaatprogramma’s zoals aan het NDC-partnership dat landen bijstaat in het verhogen van hun ambitie in nationale klimaatplannen. 

Verder vallen ook klimaatrelevante bijdragen van het Ministerie van Financiën onder de publieke klimaatfinanciering zoals de bijdragen aan de verschillende onderdelen van de Wereldbankgroep; de International Development Association (IDA), de International Finance Corporation (IFC) en de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD).

Gemobiliseerde private klimaatfinanciering
Gemobiliseerd privaat kapitaal bestaat uit investeringen vanuit de private sector die met een Nederlandse publieke inleg voor elkaar zijn gekregen. Door private investeringen te mobiliseren kan Nederland met een relatief laag beslag op de begroting meer financiering vrij spelen voor klimaatactie in ontwikkelingslanden. Daarom wordt ingezet op een verdeling van circa de helft publieke klimaatfinanciering en de helft gemobiliseerde private klimaatfinanciering. Het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) is een voorbeeld van een programma dat private klimaatfinanciering mobiliseert. Dit fonds richt zich primair op klimaatadaptatie en bestaat onder meer uit een waterfaciliteit en landgebruikfaciliteit.

Voor de inschatting van de gemobiliseerde private klimaatfinanciering wordt een gemiddelde over de laatste vier jaar gebruikt. Deze methodiek passen we al enkele jaren toe en is ingegeven door de aanmerkelijke jaarlijkse schommelingen in het verleden. De schommelingen en onzekerheden bij gemobiliseerde private investeringen zijn groter dan bij publieke klimaatfinanciering. Dit komt onder andere door de sterke invloed van wijzigende marktomstandigheden, doordat de tijdsduur van het sluiten van transacties met commerciële partijen bij elke deal anders is en de hoogte van de private investeringen vooraf niet bekend is. In deze methodiek reageren prognoses met enige vertraging op beleidsinzet gericht op verdere vergroening van het Nederlandse BHO-instrumentarium, toename van het aandeel klimaatrelevante activiteiten in de financiering door multilaterale ontwikkelingsbanken en, bijvoorbeeld, de extra bijdrage aan projectontwikkeling voor het eerder genoemde Dutch Fund for Climate and Development.

De Nederlandse klimaatfinanciering
Op basis van de internationale afspraken heeft Nederland sinds 2010 gewerkt aan een stijging van zijn publieke en private klimaatfinanciering. In 2023 bedroeg de Nederlandse publieke klimaatfinanciering EUR 925 miljoen en de gemobiliseerde private klimaatfinanciering EUR 917 miljoen.

De verwachting is dat Nederland in 2025 EUR 900 miljoen aan publieke klimaat­financiering zal realiseren. Daarnaast zal naar schatting minimaal EUR 715 miljoen aan private klimaat­financiering worden gemobiliseerd met een deel van de publieke inzet. Het relatief lage bedrag voor private klimaatfinanciering is het gevolg van de genoemde rekenmethodiek met een voortschrijdend gemiddelde waarin de flinke stijging van de gemobiliseerde private klimaatfinanciering in 2023 slechts gedeeltelijk meeweegt. Er is daarom een gerede kans dat de private klimaatfinanciering hoger zal uitvallen. In het HGIS verslag over 2025 zal worden gerapporteerd over de uiteindelijk gerealiseerde gemobiliseerde private klimaatfinanciering.

In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de publieke en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering die in 2025 zal worden gerealiseerd. Voor de publieke klimaatfinanciering wordt per beleidsartikel van de BHO-begroting aangegeven welk deel van de totale publieke uitgaven waarschijnlijk klimaatfinanciering betreft.

Naar verwachting zal meer dan 60 procent van de publieke klimaatfinanciering worden besteed aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie) en ruim 35 procent aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie). De rest, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, wordt met de kwalificatie cross-cutting niet gespecificeerd naar deze doelstellingen.

Begroting Begrotingsartikel Indicatie klimaatfinancering 2025 Indicatie klimaat­relevantie van begrotings­artikel (percentage)
BHO 1. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen 85 16%
2. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat 580 64%
3. Sociale vooruitgang 60 9%
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling 55 6%
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet 20 4%
Totaal voor BHO 800 24%
|Ministerie van Financiën IDA, IBRD en IFC 100
Totale publieke klimaatfinanciering 900
Totale gemobiliseerde private financiering 715
Totale klimaatfinanciering 1.615

In het HGIS-jaarverslag over 2025 zal worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatfinanciering ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hierboven genoemde geschatte bedragen. Vooral de inschatting van het gemobiliseerde privaat kapitaal kan door de eerder genoemde schommelingen afwijken van het genoemde bedrag.

Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2025

In deze bijlage worden de HGIS-uitgaven in 2025 op het gebied van (het tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp toegelicht. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.

Artikel Budget 2025
Totaal wv. ODA
6.37.02 AenM-begroting: toerekening eerstejaars- opvangkosten asiel 1.833 1.833
08.03.01 OCW-toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs) 41 41
17.04.02 Migratiesamenwerking en ontwikkeling 54 54
Opvang in de regio 244 244

Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.

De eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland wordt conform richtlijnen van de OESO Development Assistance Committee (DAC) deels uit ODA-middelen gefinancierd. Deze uitgaven op de JenV- en de OCW-begroting worden aan ODA toegerekend. Wijzigingen van de hoogte van de toerekening lopen via het verdeelartikel 5.4 op begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO). Het betreft uitgaven voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden (de zogenaamde DAC-landen). De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.

J&V-begroting:

  1. In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven voor opvang van asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos. Daarnaast worden ook kosten voor tolken bij de IND, voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland en rechtsbijstandskosten deels toegerekend. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan ODA. Naar verwachting zal de bezetting van het COA oplopen tot een bezetting van ca. 88.540 personen op 1 januari 2025, met een gemiddelde bezetting van ca. 98.131 over 2025. In 2025 komt de verwachte ODA-toerekening daarmee op EUR 1,9 miljard.
  2. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur.
  3. In het Hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat er vanaf 2027 een maximum zit op de asieltoerekening uit ODA van 10% van het ODA-budget. Daarnaast wordt op het totaal van de asieluitgaven op de JenV-begroting EUR 1 miljard bezuinigd. Ongeveer 25% van deze uitgaven wordt betaald uit ODA (vanaf 2027). Daardoor vangt de ODA-toerekening ongeveer hetzelfde deel van deze bezuiniging op. Dit betreft daarmee een bezuiniging op het ODA-budget.

A&M-begroting:

  1. Per 2025 gaan de uitgaven voor de opvang van asielzoekers over naar de begroting van het ministerie van Asiel en Migratie.

OCW-begroting:

  1. De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs zijn gebaseerd op in Nederland leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.

Opvang en bescherming in de regio

Wereldwijd blijft het aantal vluchtelingen en intern ontheemden stijgen, inmiddels gaat het om meer dan 120 miljoen mensen. Door maximale inzet op opvang in de regio heeft het kabinet speciale aandacht voor het duurzaam opvangen van mensen die langdurig gedwongen ontheemd zijn. Middelen zijn vrijgemaakt voor versterkte inzet op sociaaleconomische integratie van ontheemden en steun aan kwetsbare gastgemeenschappen ter bevordering van hun perspectieven en zelfredzaamheid. Onderdak en basisvoorzieningen vormen waar nodig ook onderdeel van de hulp. De geografische focus ligt hierbij op landen in de Syrië-regio, de Hoorn van Afrika en Afghanistan-regio, naast Moldavië en Armenië. Laatstgenoemde twee landen via de Global Concessional Financing Facility waarmee middeninkomenlanden toegang hebben tot zachte leningen voor hun opvangbeleid.

Het Prospects partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank is al langere tijd financieel het belangrijkste opvang in de regio programma van Nederland. Mede op basis van tussentijdse evaluatie is in 2023 een vervolg op dit partnerschap vormgegeven dat loopt van 2024 ‒ 2027.

Nederland heeft in december 2023 actief bijgedragen aan het tweede internationale Global Refugee Forum om de implementatie van het VN Global Compact on Refugees (2018) kracht bij te zetten en de beloftes voor steun aan vluchtelingen en opvanglanden te monitoren. Sinds 2024 loopt een meerjarig subsidiekader waarmee lokale organisaties in de focuslanden worden ondersteund voor opvang in de regio met actieve deelname van vluchtelingen.

Nederland zal ook aandacht blijven vragen voor de aanbevelingen van de door Nederland in 2019 georganiseerde conferentie over Geestelijke Gezondheid en Psychosociale Steun in crisis situaties (Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS)).

Migratiesamenwerking

Het kabinet zet zich in voor versterken van migratiesamenwerking met landen van herkomst en transit. Doel is om mensenhandel en –smokkel tegen te gaan en bescherming, terugkeer en herintegratie te bevorderen. Hiertoe worden bilaterale middelen ingezet en de bilaterale samenwerking met relevante landen geïntensiveerd. Daarnaast zal meer aansluiting worden gezocht bij beleid, initiatieven en programma’s van de EU, in het bijzonder bij de versterkte samenwerking binnen de EU-brede migratiepartnerschappen zoals geformuleerd in het EU Asiel en Migratie Pact. Dit alles met het oog op vergroting van slagkracht en verbetering van coördinatie en coherentie waarbij het bereiken van resultaten centraal staat.

Uit de middelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:

  1. Nederland financiert het Prospects Partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR. In dit strategisch samenwerkings kader worden landspecifieke programma’s uitgewerkt, met de focus op bescherming, onderwijs en werk, en waar nodig onderdak en basisvoorzieningen zoals water, sanitatie and hygiëne voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.
  2. Het COMPASS partnerschap tussen Nederland en IOM is gericht op het beschermen van migranten, het tegengaan van mensenhandel en -smokkel, het ondersteunen van vrijwillige terugkeer en duurzame herintegratie in het land van herkomst. Ook steunt Nederland het REAN programma, waaronder IOM herintegratiesteun biedt aan ex-asielzoekers die vrijwillig terugkeren naar ontwikkelingslanden.
  3. Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensen smokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie. Hiertoe werkt Nederland samen met o.a. IOM, UNODC, UNHCR, UNICEF en ICMPD.
  4. Nederland steunt via subsidies (internationale en lokale) NGO’s die gericht zijn op een ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in de beide focusregio’s. In 2024 zijn activiteiten van start gegaan die zijn voortgekomen uit een subsidiebeleidskader gepubliceerd eind 2023. Deze activiteiten zijn gericht op versterking van lokale actoren die middels capaciteitsverlening in staat gesteld worden om een grotere en onafhankelijke rol in te nemen bij het nastreven van doelstellingen gericht op migratiesamenwerking of opvang in de regio.
Artikel Budget 2025
Totaal wv. ODA
17.04.01 Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP 475 475

Noodhulp en humanitaire diplomatie

Het aantal crises en de omvang van humanitaire noden neemt  toe, de kosten van noodhulp stijgen en de omgeving waarin humanitaire hulp wordt geboden, is complexer. De belangrijkste aanjagers voor humanitaire crises blijven conflict en klimaatverandering. Ook de toenemende ongelijkheid, instabiliteit en fragiliteit spelen een rol, evenals het onverminderd hoge aantal ontheemden en de wereldwijd verslechterende voedselzekerheid. Humanitaire partners worden in staat gesteld snel, efficiënt en doeltreffend hulp te verlenen daar waar dit het hardst nodig door veelal flexibele en meerjarige financiering. Nederland spant zich er daarbij internationaal voor in dat de effectiviteit en efficiëntie van hulp wordt versterkt, met aandacht voor het versterken van de positie en capaciteit van lokale (hulp-)organisaties en  de integratie van mentale zorg en psychosociale steun aan slachtoffers. Het anticiperen op rampen en bieden van perspectief aan hen die getroffen zijn, maken onderdeel uit van humanitaire actie.

Helaas is er ook een trend gaande waarbij staten en niet-statelijke actoren het internationaal humanitair oorlogsrecht en de humanitaire principes steeds vaker schenden. De Nederlandse diplomatieke inspanningen blijven daarom gericht op eerbiediging van het internationale humanitaire recht rond humanitaire crises, de bescherming van burgers en ongehinderde en veilige toegang voor hulpverlening.