[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang van de uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Kröger en Thijssen over er naar streven dat per 2025 alle openbare verlichting en verlichting van Rijksgebouwen bestaat uit ledverlichting (Kamerstuk 36410-XIII-78) (herdruk)

Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D31317, datum: 2024-09-03, bijgewerkt: 2024-09-11 12:10, versie: 6

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-1410).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -1410 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z12839:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 1410 HERDRUK1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2024

Met deze brief informeer ik u over de voortgang van de uitvoering van de gewijzigde motie van de leden Kröger en Thijssen inzake het verzoek aan de regering er naar te laten streven dat per 2025 alle openbare verlichting en alle verlichting van Rijksgebouwen bestaat uit ledverlichting. Het Rijk is aan het werk om alle openbare verlichting en alle verlichting van Rijksgebouwen zo snel mogelijk te voorzien van ledverlichting. Hierbij moet wel rekening houden met de technische, economische en circulaire haalbaarheid. Het is helaas praktisch gezien niet haalbaar om dit voor 2025 voor alle Rijksgebouwen en alle openbare verlichting geregeld te hebben. Het streven is dat we dit voor nagenoeg alle gebouwen, openbare ruimtes en wegen in 2028 kunnen realiseren2. Middels deze brief wordt een stand van zaken geschetst ten aanzien van deze motie. Deze brief wordt mede namens de Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Klimaat en Groene Groei verstuurd.

Aanleiding

De urgentie om duurzamer, slimmer en efficiënter om te gaan met energie is hoger dan ooit. Netcongestie, gestegen energiekosten, het gebrek aan capaciteit en schaarse materialen maken dat energie besparen een van de grootste prioriteiten is voor zowel de infrastructuur als de vastgoed opgave. Vanuit de voorbeeldrol van de Rijksoverheid jaagt het Rijk de markt aan om bedrijven en particulieren te stimuleren over te gaan op duurzamere, slimmere en efficiëntere technieken en producten.

Stand van zaken

In de reactie is, net als bij de motie, onderscheid gemaakt tussen openbare verlichting en de Rijksgebouwen. De voortgang van ledverlichting is getoetst bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De voortgang van ledverlichting bij de Rijksgebouwen is getoetst bij Defensie, Rijksvastgoedbedrijf en Rijkswaterstaat.

Openbare verlichting

Provinciale wegen

Via het IPO en de VNG is vanuit de verschillende provincies data aangeleverd over wat de vordering is met het vervangen van de openbare verlichting voor ledverlichting. In onderstaand schema is de voortgang te zien m.b.t. de provinciale wegen. Hierbij is een percentage opgenomen voor zover bekend.

Zeeland 83,4% ledarmaturen1 in 2024, uiterlijk 2029 alle openbare verlichting vervangen door ledverlichting.
Limburg Ca. 95% ledarmaturen begin 2024, uiterlijk eind 2028 alle openbare verlichting vervangen voor ledverlichting.
Friesland Percentage onbekend, uiterlijk begin 2025 alle openbare verlichting vervangen door ledverlichting.
Noord-Holland Ca. 50% ledarmaturen begin 2024, uiterlijk eind 2026 alle openbare verlichting vervangen door ledverlichting.
Noord-Brabant Onbekend, uiterlijk eind 2032 alle openbare verlichting vervangen door ledverlichting.
Overijssel Onbekend
Gelderland Onbekend
Zuid-Holland Onbekend
Flevoland Onbekend
Drenthe Onbekend
Groningen Onbekend
Utrecht Onbekend
1 Een ledarmatuur is niet alleen het licht zelf, maar ook de behuizing en aansluiting.

Hoofdwegennet

Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft de afgelopen jaren stappen gezet om de verlichting van het hoofdwegennet te verduurzamen. Eind 2024 is ca. 45% van de lichtmasten op het hoofdwegennet van ledverlichting voorzien. Zo vervangt Rijkswaterstaat momenteel in Noord-Holland 12.000 conventionele verlichting door ledverlichting. In 2030 zal minimaal 70% van het hoofdwegennet over ledverlichting beschikken. Voor het vervangen van de openbare verlichting wordt aangesloten bij de natuurlijke vervangingsmomenten, waarbij altijd ledverlichting wordt toegepast. Dit is vastgelegd in het basiskwaliteitsniveau (BKN) van de RWS netwerken3. Door de natuurlijke vervangingsmomenten te benutten, voorkomt het Ministerie van IenW kapitaalvernietiging en houdt het rekening met de uitgangspunten van circulaire economie.

Gemeentewegen

Door de VNG zijn alle gemeenten benaderd om te kijken hoe het staat met de ledverlichting van hun openbare straatverlichting. Inmiddels hebben 42 gemeenten gereageerd en aangegeven dat zij allemaal met led bij openbare verlichting bezig zijn en vaak al alles hebben voorzien van ledverlichting. De indruk is dat gemeenten hiermee actief aan de slag te zijn. De VNG overweegt nog of ze samen met BNG en marktpartijen de gemeenten gaan informeren met aanvullende informatie over het nut om over te gaan op ledverlichting, gunstige financieringsconstructies en inhoudelijke kennis over het omschakelen naar ledverlichting.

Rijksgebouwen

Wettelijk kader (algemeen)

Ledverlichting valt onder de energiebesparingsplicht waar het Ministerie van Klimaat en Groene Groei verantwoordelijk voor is. De energiebesparingsplicht verplicht bedrijven en instellingen (dus ook het Rijk) om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder uit te voeren. De energiebesparingsplicht geldt voor locaties van bedrijven en instellingen die per jaar vanaf 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas(equivalent) gebruiken. Deze bedrijven moeten elke vier jaar rapporteren over hun maatregelen met een terugverdientijd van 5 jaar. Overheidsgebouwen vallen meestal onder de energiebesparingsplicht. Ledverlichting verdient zich vaak binnen 5 jaar terug en valt dus voor deze gebouwen onder de plicht.

Rijksvastgoedbedrijf

In de meeste Rijkskantoren wordt op dit moment de verlichting geregeld via ledverlichting. Het Rijksvastgoedbedrijf is dan ook blij met de aandacht voor ledverlichting binnen de bestaande wettelijke kaders. Deze motie wordt dan ook gezien als aanmoediging om de huidige wetgeving, een combinatie van nieuwbouweisen en erkende maatregelen uit de energiebesparingsplicht, uit te voeren. De bestaande wetgeving vereist namelijk al ledverlichting indien zicht dit dus terugverdiend binnen 5 jaar. Ook zet het Rijksvastgoedbedrijf vanuit de portefeuilleaanpak45 in om uiterlijk eind 2026 te voldoen aan de energielabel-C-verplichting voor kantoren en de energiebesparingsplicht. Dit is dus ruimschoots binnen de voorgestelde realisatie termijn van 2028.

Defensie

Een andere grote vastgoedeigenaar binnen het Rijk is het Ministerie van Defensie. Over het verduurzamen en energiezuiniger maken van het vastgoed, de processen en de faciliteiten wordt elke vier jaar gerapporteerd. In 2019 had deze rapportage in het kader van de informatieplicht betrekking op 1.700 van de ongeveer 10.000 gebouwen van Defensie. Eind 2023 was de scope uitgebreid naar 3.314 gebouwen, verdeeld over 127 defensielocaties. Op dit moment voldoet een groot deel van het Defensievastgoed niet aan de wettelijke kaders op het gebied van verduurzaming. Defensie is hiertoe met een inhaalslag bezig. Uw Kamer is op 30 mei jl. hierover geinformeerd.6

De inhaalslag behelst ook het aanbrengen van ledverlichting op de bovengenoemde 127 defensielocaties. Op andere defensielocaties wordt ook, daar waar mogelijk, ledverlichting aangebracht als onderdeel van het Strategisch Vastgoedplan 2022 en de Routekaart 2.07.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,
M.C.G. Keijzer


  1. I.v.m. een correctie in de datum↩︎

  2. Kamerstuk 36 410 XIII, nr. 78 (17 oktober 2023)↩︎

  3. Kamerstuk II, 2023–2024, 29 385, nr. 119↩︎

  4. Portefeuilleaanpak (rvo.nl)↩︎

  5. Kamerstuk 32 813, nr. 1177 (13 maart 2023)↩︎

  6. Kamerstukken II, 2023–2024, 36 124, nr.43↩︎

  7. Routekaart 2.0↩︎