[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brandbrief van Animal Rights en meerdere organisaties aan minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en inspecteur-generaal van NVWA m.b.t. apenhandel

Dierenwelzijn

Brief regering

Nummer: 2024D32572, datum: 2024-09-11, bijgewerkt: 2024-10-14 14:17, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28286-1338).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28286 -1338 Dierenwelzijn.

Onderdeel van zaak 2024Z13325:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 1338 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2024

In de procedurevergadering van 12 juni 2024 heeft de vaste Kamercommissie voor Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit gevraagd om een afschrift van mijn reactie op de brief van Animal Rights en meerdere organisaties van 27 mei 2024 aan de Minister van LNV en de inspecteur-generaal van de NVWA m.b.t. apenhandel. Bijgesloten vindt u een afschrift van mijn reactie op deze brief.

Toelichting, aanvulling en correctie antwoorden op eerdere kamervragen

Bij de beantwoording van Kamervragen over de import van apen met betrekking tot het Jaarverslag Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2023 van 5 juni 2024 (Kamerstuk 36 560-XIV, nr. 7) is verwarring ontstaan die ik hierbij wil rechtzetten. Bij de beantwoording van vragen 29 tot en met 31 is gebruikgemaakt van de afgegeven gezondheidscertificaten aan «derde landen» en niet van CITES-gegevens.

Het aantal afgegeven certificaten en het aantal dieren dat daadwerkelijk geïmporteerd of geëxporteerd is kan om verschillende redenen verschillen van CITES-gegevens:

• een CITES-vergunning is zes maanden geldig. Deze kan in het ene kalenderjaar worden afgegeven en in het andere jaar worden gebruikt (mits binnen die zes maanden);

• een CITES-vergunning wordt afgegeven voor een maximaal aantal specimen. Het komt voor dat een vergunning uiteindelijk niet wordt gebruikt en verloopt of dat er minder specimen worden geëxporteerd dan waren vergund. De douane meldt de daadwerkelijke aantallen bij import/export terug aan het CITES-bureau bij RVO. De daadwerkelijke aantallen worden aan CITES gerapporteerd en zijn te raadplegen via de CITES Trade Database.

De ontstane verwarring heeft betrekking op de volgende soorten en aantallen:

• Java-apen (Macaca fascicularis): In 2023 zijn er daadwerkelijk 480 exemplaren ingevoerd. De CITES-importvergunning voor de 500 java-apen die daarnaast was afgegeven is niet gebruikt en vervallen (de import heeft niet plaatsgevonden).

• Resusapen (Macaca mulatta): De CITES-importvergunning voor 120 resusapen vanuit China is niet gebruikt en komen te vervallen. De import heeft niet plaatsgevonden.

• Penseelapen (Callithrix jacchus): Er is een CITES-uitvoervergunning afgegeven voor Thailand voor 93 specimen. Hiervan zijn 90 specimen daadwerkelijk uitgevoerd naar Thailand.

De antwoorden op de vragen 30 en 31 (over het jaarverslag LNV en DGF 2023) zijn bij nader inzien onvolledig; graag maak ik van de gelegenheid gebruik om in aanvulling en ter correctie op die antwoorden het volgende te melden. In de gestelde periode is er ook een CITES-uitvoervergunning afgegeven voor Zwitserland voor een aantal van 14 resusapen. Hiervan zijn 10 dieren daadwerkelijk uitgevoerd. Anders dan bij CITES, wordt voor de afgifte van gezondheidscertificaten Zwitserland beschouwd als intra-EU, waardoor de uitvoer niet naar boven kwam bij het raadplegen van het datasysteem. In 2020 is er ook een CITES-uitvoervergunning afgegeven voor 12 penseelapen bestemd voor Israël. Deze 12 dieren zijn ook daadwerkelijk uitgevoerd. Doordat de soort niet goed vermeld stond in het systeem van de gezondheidscertificaten werd deze uitvoer over het hoofd gezien bij de eerdere beantwoording van de vragen. Als laatste wordt in het antwoord op vraag 31 per abuis Groot-Brittannië genoemd, maar daar zijn in de gestelde periode geen specimen naar uitgevoerd.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma