[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Monitor nazorg ex-gedetineerden; 7e meting

Reclasseringsbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D32813, datum: 2024-09-12, bijgewerkt: 2024-09-17 16:34, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29270-158).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29270 -158 Reclasseringsbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z13444:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023-2024

29 270 Reclasseringsbeleid

Nr. 158 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2024

Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum (WODC) publiceert sinds 2011 elke twee jaar de monitor nazorg ex-gedetineerden. Deze monitor brengt de problematiek van ex-gedetineerde personen op de vijf basisvoorwaarden (werk en inkomen, huisvesting, schuldenaanpak, ID bewijs en zorg), in kaart. Hierbij bied ik uw Kamer de 7e monitor nazorg aan. Uit voorgaande monitors is duidelijk geworden dat personen die uit detentie stromen veel problemen ervaren op de bovengenoemde basisvoorwaarden, zowel in de periode voor detentie als in de periode na vrijlating. Hiermee heeft de monitor nazorg een belangrijke signaleringsfunctie voor het nazorgbeleid en voor partijen die in de praktijk aan nazorg werken.

Samenvatting 7e monitor nazorg

De 7e monitor nazorg brengt de situatie op het gebied van de basisvoorwaarden werk en inkomen, onderdak en schulden in kaart, van personen die in 2017, 2018 en 2019 zijn vrijgelaten. Er is voor deze monitor geen of ontoereikend data beschikbaar over de basisvoorwaarden identiteitsbewijs en (passende) zorg. Daarom worden deze basisvoorwaarden in de huidige monitor buiten beschouwing gelaten. In deze monitor komt verder de relatie tussen de situatie op deze basisvoorwaarden en de recidive aan bod. Tot slot wordt in deze monitor onderzocht of de situatie op deze basisvoorwaarden verschilt afhankelijk van hoe lang mensen in detentie zitten.

Situatie op de basisvoorwaarden

Uit de monitor blijkt dat er geen verschil zichtbaar is tussen de situatie voor of na detentie op de basisvoorwaarden werk en inkomen, onderdak en schulden:

− ongeveer 80% heeft geen dagbesteding in de vorm van werk of een opleiding.

− 30% heeft geen inkomen (uit werk, uitkering of pensioen)

− 30% heeft geen onderdak

− 60% van de ex-gedetineerden heeft problematische schulden. Hierbij zijn kredietschulden en informele schulden niet meegenomen, waardoor het werkelijke aandeel met schulden hoger ligt.

Deze percentages zijn vergelijkbaar met voorgaande metingen.

Samenhang basisvoorwaarden en recidive

Het tweejarig recidivepercentage van volwassenen die zijn vrijgelaten is stabiel en ligt sinds 2010 op 47%.1 Het op orde hebben van de basisvoorwaarden werk, onderdak en schulden hangt samen met een lager recidivepercentage.

Deze monitor nazorg laat zien dat het hebben van werk samenhangt met een 20% lagere recidive. Daarbij is een verschil te zien tussen hoeveel uren mensen werken en of een baan voor langere termijn is. De recidive van mensen die meer dan 35 uur werken is ongeveer een kwart lager dan de recidive van mensen die wel werken maar minder uren. De recidive van mensen die meer dan drie maanden dezelfde baan behouden is zo’n 40% lager dan de recidive van mensen die zes maanden na detentie wel werken maar korter een baan behouden.

Ex-gedetineerden met onderdak hebben een lagere recidive, vooral als zij terugkeren naar hun adres van voor detentie en als zij samenwonen met een partner, ouders of anderen. De kans op recidive in de eerste twee jaar is 14% lager als je samenwoont met een partner, 8% lager als je samenwoont met je ouders en 13% lager als je samenwoont met anderen vergeleken met mensen die alleen wonen.

In deze monitor is nieuwe data beschikbaar waardoor er een overzicht gegeven is van problematische schulden bij verschillende instanties. Hiermee is, beter dan in de eerdere metingen, in kaart worden gebracht of de gedetineerden voor en na detentie problematische schulden hebben en of deze schulden samenhangen met recidive. Uit de monitor blijkt dat het hebben van problematische schulden de kans op recidive vergroot met 12%.

Effect detentieduur op de situatie van de basisvoorwaarden

De analyses laten zien dat detentieduur niet of nauwelijks effect heeft op of ex-gedetineerden werk, inkomen, onderdak en schulden hebben na detentie. De onderzoekers geven als mogelijke verklaring dat zowel de mogelijkheden tot re-integratie activiteiten (zoals het volgen van trainingen, afkicken van een verslaving, inschrijven voor een woning, regelen van een identiteitsbewijs) als de negatieve effecten van detentie (zoals verlies van woning en werk) toenemen met detentieduur, waardoor de effecten tegen elkaar wegvallen.

Beleidsreactie

De 7e monitor nazorg bevestigt opnieuw dat gedetineerden voor en na detentie problemen hebben op de basisvoorwaarden werk en inkomen, onderdak en schulden en dat de omvang vergelijkbaar is met de vorige metingen. Vanwege het effect op de recidivekans is het van belang om de problemen op de basisvoorwaarden aan te pakken.

Op 2 juli 2019 is door de Dienst Justitiële Inrichtingen, de reclassering, de VNG en het Ministerie van Justitie en Veiligheid afgesproken hun samenwerking op re-integratie en de basisvoorwaarden te intensiveren, vanaf de aanvang van detentie. Deze afspraak is vastgelegd in het bestuurlijk akkoord «Kansen bieden voor re-integratie».2 De 8e monitor nazorg zal de eerste monitor worden sinds het afsluiten van dit akkoord aangezien die monitor zich richt op personen die in de jaren 2020, 2021 en 2022 zijn vrijgelaten. Naar verwachting komt de 8e monitor nazorg uit in 2026.

In de 6e voortgangsbrief «Recht doen, kansen bieden» is een uitvoerig beeld gegeven van de inzet op re-integratie.3 Gezien de resultaten van deze monitor vind ik het van belang deze aanpak voort te zetten. Onderdeel van deze aanpak, naast de uitvoering van het Bestuurlijk Akkoord, is het recent aangepaste Detentie en Re-integratie-proces. Het uitgangspunt daarbij is: doen wat nodig is, voor welke gedetineerde dat nodig is en wanneer dat nodig is, ongeacht de detentieduur. De beoogde vernieuwde werkwijze is bedoeld om meer te werken volgens de bedoeling van de wet Straffen en Beschermen, om de administratieve last te verminderen en om het vakmanschap van de betrokken medewerkers te verbeteren. Daarbij zullen de extra middelen (structureel € 12 miljoen) die het vorige kabinet heeft vrijgemaakt worden ingezet voor een betere ketensamenwerking, meer om- en bijscholing van gedetineerden en een ophoging van de Bijdrageregeling «Begeleiden (ex) gedetineerden voor Wonen en Werken» tot een totaal van € 4,5 miljoen. Met deze regeling kunnen gemeenten extra interventies plegen om ex-gedetineerden aan een woning en werk te helpen of ondersteuning te bieden op de andere basisvoorwaarden.

Uit de 7e monitor blijkt dat het hebben van problematische schulden zorgt voor een grotere kans op recidive. Dit onderstreept de noodzaak voor een schuldenaanpak voor (ex)gedetineerden. Samen met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) wordt momenteel gewerkt aan een gezamenlijke schuldenaanpak.4 In de derde voortgangsrapportage Aanpak geldzorgen, armoede en schulden is uw Kamer geïnformeerd over deze aanpak.5 Uw Kamer ontvangt eind 2024 een nieuwe voortgangsrapportage van de Minister van SZW.

Tot slot

Het op orde brengen van basisvoorwaarden van (ex-)gedetineerden draagt bij aan hun re-integratie in de maatschappij en daarmee aan een veiligere samenleving. Er is een duidelijke relatie tussen het op orde hebben van de basisvoorwaarden en de kans dat iemand in herhaling valt. Ik vind het dan ook belangrijk om te blijven werken aan het verkrijgen, maar vooral ook aan het behouden van de basisvoorwaarden van gedetineerden, samen met alle betrokken partners.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
I. Coenradie


  1. Tweejaarlijkse recidivemonitor periode 2010–2022↩︎

  2. Kamerstuk 29 279, nr. 603.↩︎

  3. Kamerstuk 24 587, nr. 865.↩︎

  4. Kamerstuk 24 515, nr. 703.↩︎

  5. Kamerstuk 24 515, nr. 765.↩︎