[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortzetting uitvoering wettelijke taak destructie kadavers door Rendac Son

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2024D34502, datum: 2024-09-23, bijgewerkt: 2024-10-09 10:26, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XIV-6).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XIV-6 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2024Z14044:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

36 600 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025

Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2024

Begin dit jaar heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd dat hij een marktconsultatie start voor de meest passende inrichting van het destructiebestel vanaf 1 januari 2027 (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 80). Met deze brief informeer ik u dat ik op basis van de resultaten van de marktconsultatie besloten heb om de inrichting niet te veranderen. Houders van kadavers1 blijven zich in de toekomst bij Rendac melden, waarna Rendac deze conform de wettelijke taak ophaalt en verwerkt of verwijdert.

Tot deze conclusie ben ik gekomen na het doorlopen van een zorgvuldig proces in lijn met de beginselen van de Aanbestedingswet 2012. Twee ondernemingen bleken interesse te hebben om (een deel van) de wettelijke taak vanaf 2027 uit te voeren. Ik heb beoordeeld of zij per 1 januari 2027 de wettelijke taak adequaat uit kunnen voeren. Een onderneming dient daarvoor met voldoende mate van zekerheid in 2027 te beschikken over de benodigde vergunningen en aan andere juridische vereisten te voldoen. Daarnaast moet het de operationele capaciteit hebben om een substantieel aantal kadavers op te halen en te verwerken (in beginsel ook in het kader van piekbelasting bij dierziektebestrijding) en financieel robuust zijn en blijven.

Ik ben tot de conclusie gekomen dat alleen Rendac met voldoende mate van zekerheid aan al deze eisen voldoet. Rendac blijft dus voor Nederland als enige belast met de wettelijke taak en daarmee ook de enige aanbieder.

Dit biedt voordelen door de duidelijke belegging van verantwoordelijkheden, de opbouw van kennis en expertise en de mogelijkheden tot diepte-investeringen. De wet- en regelgeving voorziet daarnaast in voldoende waarborgen om – ondanks de monopolie-positie van Rendac – te voorkomen dat in de tarieven voor de uitvoering van deze wettelijke taak onredelijke winstmarges worden verdisconteerd. In de eerste plaats omdat tarieven niet hoger mogen zijn dan nodig is om de kosten van de uitvoering van de wettelijke taak te dekken, rekening houdend met de opbrengsten van restproducten uit kadavers en met een redelijke winst uit de uitvoering van de wettelijke taak. En in de tweede plaats omdat de in rekening te brengen tarieven mijn goedkeuring behoeven.

Op dit moment is in een overeenkomst met Rendac vastgelegd onder welke voorwaarden Rendac de wettelijke taak uitvoert, inclusief de wijze waarop redelijke tarieven worden vastgesteld2. Deze overeenkomst loopt tot 1 januari 2027. De komende periode werk ik aan het vastleggen van de voorwaarden waaronder Rendac de wettelijke taak uitvoert vanaf 1 januari 2027. Vertegenwoordigers van sectorpartijen zullen hierbij worden betrokken. Ik informeer u over het resultaat.

De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur,
F.M. Wiersma


  1. Met uitzondering van de kadavers genoemd in artikel 3.20 van de regeling Dierlijke producten, zoals gezelschapsdieren die worden begraven of gecremeerd conform de daarvoor geldende eisen.↩︎

  2. Bijlage bij Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 91↩︎