Gewijzigd amendement van de leden Patijn en Van Kent ter vervanging van nr. 8 over dat het minimumloon geijkt moet worden op basis van 60% van het bruto mediane loon
Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen)
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2024D36284, datum: 2024-10-02, bijgewerkt: 2024-10-04 15:02, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36545-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.H. Patijn, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: B. van Kent, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36545 -9 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen).
Onderdeel van zaak 2024Z14858:
- Indiener: M.H. Patijn, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: B. van Kent, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-10-08 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 545 Wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie (Pb EU 2022, L 275) (Wet implementatie EU-richtlijn toereikende minimumlonen)
Nr. 9 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN PATIJN EN VAN KENT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 8
Ontvangen 2 oktober 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt na «subonderdelen 1 tot en met 4,» ingevoegd «en onderdeel b,».
2. In onderdeel 2, onder b, wordt «worden bij ministeriële regeling vast te stellen indicatieve referentiewaarden als richtsnoer gebruikt» vervangen door «wordt ten minste zestig procent van het bruto mediane loon als richtsnoer gebruikt».
Toelichting
Met dit amendement wordt in de wet voorzien dat het minimumloon geijkt moet worden op basis van 60% van het bruto mediane loon. De manier waarop de hoogte van het minimumloon wordt bepaald is voor de indieners van fundamenteel belang. De indieners zijn van mening dat een dermate belangrijk onderwerp niet in lagere regelgeving moet worden vastgesteld. Daarom legt dit amendement de gekozen referentiewaarde per wet vast en regelt dit amendement dat deze referentiewaarde ook wordt meegewogen bij de beleidsmatige vaststelling van het minimumloon op grond van artikel 14, vijfde lid.
De indieners zijn van mening dat het minimumloon in hoogte gelijk moet zijn aan ten minste 60% van het bruto mediane loon en dat het minimumloon de ontwikkelingen van het bruto mediane loon moeten volgen. Het brutoloon moet toereikend zijn om van rond te kunnen komen en moet zich eerlijk blijven verhouden tot de ontwikkeling van de lonen. Op dit moment is dat niet het geval. De indieners vinden dat het minimumloon op zichzelf voldoende moet zijn, dus ook als de fiscaliteit en toeslagen buiten beschouwing worden gehouden. Door uit te gaan van de fiscaliteit en toeslagen wordt het paard voor de wagen gespannen. Het stelsel van toeslagen brengt allerlei problemen met zich mee, waaronder onzekerheid, terugvorderingen, afhankelijkheid, complexiteit en marginale druk. Het stelsel van toeslagen bereikt haar grenzen. Herverdeling via een verhoging van het minimumloon is efficiënter en minder verstorend. Daarnaast moeten er met de voorziene afschaffing van het stelsel van toeslagen waarborgen zijn dat het loon rond het minimumniveau voldoende blijft.
De indieners zijn het dan ook niet eens met de redenering van het kabinet dat het inkomen na belastingen en toeslagen als uitgangspunt moet worden genomen. De indieners zijn van mening dat een toets op netto minimumlonen niet passend is, vanwege bovengenoemde redenen. Bovendien bestaat er niet één netto minimumloon, zoals met het bruto minimumloon wel het geval is, aangezien er achter de honderdduizenden huishoudens die het minimumloon verdienen een grote verscheidenheid schuilt. De indieners zijn daarom van mening dat het ook vanuit praktisch oogpunt verstandig is om te toetsen op het bruto minimumloon en daarmee andere Europese landen te volgen die het brutoloon in hun wetgeving verankeren of het besluit van verhoging van het minimumloon hierop baseren.1
Sinds de invoering van het minimumloon is het minimumloon ten opzichte van het bruto mediane loon gedaald.2 Bij de invoering lag de verhouding nog rond de 70%. Volgens de meest recente OECD-cijfers is deze verhouding gedaald tot 49% in 2023.3 Hoewel Nederland voor Europese standaarden een relatief hoog minimumloon kent in euro’s, is het leven in Nederland ook duurder dan elders. Nederland bungelt echter onderaan de ranglijsten als het gaat om hoe hoog de minimumlonen zijn ten opzichte van andere binnenslandse lonen.
Met een verhoging van het minimumloon komt een eerlijke beloning van arbeid in zicht. Op dit moment subsidiëren belastingbetalers werkgevers voor hun lage lonen arbeid. Voor de Nederlandse economie ligt er geen toekomst in een groot aandeel lage lonen arbeid, die op zijn beurt weer arbeidsmigratie aantrekt.
De indieners willen er met dit amendement voor zorgen dat het minimumloon in de voorzienbare toekomst de 60% bruto mediane lonen behaalt. De indieners zijn van mening dat de verhoging van het minimumloon in samenhang bezien moet worden met het afschaffen van toeslagen. Vanwege de complexiteit van dit onderwerp en omdat nog niet duidelijk is wanneer het eindbeeld voorzien is, geven de indieners het mandaat aan het kabinet om de timing te bepalen. Dekking kan worden gevonden in het verhogen of loslaten van de maximumgrens van de werkgeversheffing in de Zorgverzekeringswet, het invoeren van een financiële transactiebelasting en het introduceren van een opdrachtgeversheffing, zoals voorgesteld in de doorrekening van het verkiezingsprogramma van de fractie GroenLinks-PvdA.
Patijn
Van Kent
Müller, T. (2024). Dawn of a new era? The impact of the European Directive on adequate minimum wages in 2024. The impact of the European Directive on adequate minimum wages in.↩︎
van Ours, J. (2019). The Minimum Wage in the Netherlands. ifo DICE Report, 16(4), 31–36.↩︎
https://data-explorer.oecd.org/vis?df[ds]=DisseminateFinalDMZ&df[id]=DSD_EARNINGS%40MIN2AVE&df[ag]=OECD.ELS.SAE&dq=......&pd=2000%2C&to[TIME_PERIOD]=false&vw=tb↩︎