Verslag Raad voor Concurrentievermogen 26 september 2024 en kabinetsreactie op het Draghi-rapport
Raad voor Concurrentievermogen
Brief regering
Nummer: 2024D36901, datum: 2024-10-04, bijgewerkt: 2024-11-12 11:54, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-21501-30-614).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Mede ondertekenaar: E. Heinen, minister van Financiƫn (Ooit VVD kamerlid)
- Verslag formele Raad voor Concurrentievermogen 26 september 2024
- Nonpaper on priorities for the new Commission in the Single Market
- Beslisnota bij Kamerbrief Verslag Raad voor Concurrentievermogen 26 september 2024 en kabinetsreactie op het Draghi-rapport
- Kabinetsreactie Draghi-rapport
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 30-614 Raad voor Concurrentievermogen.
Onderdeel van zaak 2024Z15136:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Medeindiener: E. Heinen, minister van Financiƫn
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiƫn
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- : Debat over het rapport van Mario Draghi over het concurrentievermogen van Europa (Plenair debat (debat)), TK
- 2024-10-08 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-22 17:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-11-25 12:00: Raad van Concurrentievermogen/Ruimtevaart & Innovatie, Interne Markt & industrie (formeel) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-11-27 10:00: Raad van Concurrentievermogen/Ruimtevaart & Innovatie, Interne Markt & industrie (formeel) (OMGEZET IN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG) (Commissiedebat), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 614 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN FINANCIĆN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4Ā oktober 2024
Op 26Ā september vond de Raad voor Concurrentievermogen plaats in Brussel. Met deze brief stuurt de Minister van Economische Zaken u het verslag van de Raad.
Verder deelt de Minister van Economische Zaken het Tsjechisch, Luxemburgs non-paper over een horizontale interne markt strategie met u. Dit paper kwam aan bod tijdens deze Raad en is gesteund door Nederland.
Daarnaast informeert de Minister van Economische Zaken u over het non-paper over voorstellen rondom betere regelgeving dat door Nederland is opgesteld met vier gelijkgestemde lidstaten en al eerder met uw Kamer is gedeeld als bijlage bij de Geannoteerde Agenda voor de Raad Algemene Zaken van 25Ā juni 2024.1 Dit non-paper kwam aan bod tijdens het Commissiedebat over deze Raad voor Concurrentievermogen van 25Ā september jl.
Tot slot sturen de Ministers van Economische Zaken en Financiƫn u, mede namens de Minister van Klimaat en Groene Groei en de Minister van Buitenlandse Zaken, de kabinetsreactie op het Draghi-rapport over de toekomst van het Europese concurrentievermogen.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
De Minister van Financiƫn
E. Heinen
Verslag formele Raad voor Concurrentievermogen 26Ā september 2024
De toekomst van het Europese concurrentievermogen: het adresseren van de uitdagingen waar de industrie en het bedrijfsleven in de interne markt voor staan
Beleidsdebat
De Raad besprak tijdens het beleidsdebat de noodzaak om het Europese concurrentievermogen te verbeteren. Twee weken voorafgaand aan deze Raad heeft voormalig Italiaans premier Draghi een rapport gepubliceerd op verzoek van de Commissie over de toekomst van het Europese concurrentievermogen. Uw Kamer wordt in een separate bijlage bij dit verslag geĆÆnformeerd over de kabinetsreactie van dit rapport2. Het Hongaarse voorzitterschap benadrukte dat we productiviteitsgroei nodig hebben om onze Europese concurrentiekracht te behouden. Daarom is het concurrentievermogen een topprioriteit voor het voorzitterschap. Tijdens de informele Europese Raad van 8Ā november is het voorzitterschap voornemens een Boedapest Verklaring aan te nemen waarin de prioriteiten voor de lidstaten rondom het Europees concurrentievermogen zullen worden verwerkt.
Alle lidstaten verwelkomen het Draghi rapport als belangrijke bijdrage voor de aankomende Commissie von der Leyen om het beleid op concurrentievermogen vorm te geven. De probleemanalyse en urgentie dat Europa te maken heeft met een vertraagde economische groei werd unaniem herkend. Net als Nederland zijn de lidstaten op dit moment bezig het rapport in detail te bestuderen en hebben de lidstaten om deze reden met name een eerste meer globale reactie op het Draghi-rapport gegeven. Verscheidene lidstaten noemden het belang van betaalbare prijzen van groene energie voor de Europese industrie, en meer specifiek de energie-intensieve industrie, het belang van onderzoek en innovatie en de ontwikkeling en uitrol van groene technologieĆ«n in de EU. Alle lidstaten riepen verder op om de Europese regeldruk aan te pakken. De meningen van de lidstaten over financiering liepen echter sterk uiteen. Lidstaten pleitten voor snelle actie en ā naast private ā meer publieke investeringen. Andere lidstaten noemden het belang van publiek-private investeringen, bijvoorbeeld voor infrastructuurprojecten. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, gaven aan geen voorstander te zijn van het aangaan van gemeenschappelijke schulden voor nieuwe Europese instrumenten. Lidstaten waren het unaniem eens dat investeringen enkel effectief zijn als er meer private investeringen kunnen worden ontsloten. Er werd dan ook opnieuw een oproep gedaan om de Europese Kapitaalmarktunie en de Bankenunie verder te versterken. Tot slot, riepen enkele lidstaten op om een actieplan voor de automobielsector op te stellen, omdat die steeds meer onder druk staat door internationale concurrentie.
Nederland heeft aangegeven de rapporten van Letta en Draghi te verwelkomen en de beide analyses over de Europees interne markt, onze belangrijkste economische groeimotor, en het Europees concurrentievermogen op hoofdlijnen te steunen. Als follow-up van het Draghi rapport wil Nederland met urgentie opvolging geven aan de positieve elementen in dit rapport, om zo onze concurrentiepositie te versterken. Nederland heeft aangegeven dat een effectief mededingingsbeleid, meer private investeringen en een aantrekkelijk vestigingsklimaat met minder regeldruk speerpunten zijn. Samen met twee andere lidstaten heeft Nederland benadrukt uit te kijken naar de plannen voor een Europese New Competition Tool. Tot slot, heeft Nederland benadrukt dat we onze industriƫle concurrentiekracht en onze economische veerkracht moeten versterken. Onder andere geopolitieke verschuivingen hebben aangetoond dat de Europese Unie zich moet richten op het creƫren van groei in strategische sectoren en het opbouwen van sterke posities in strategische waardeketens.
De Commissie meldde dat het Draghi-rapport grotendeels zijn weerslag heeft gekregen in de politieke richtlijnen en de missiebrieven aan de kandidaat-Eurocommissarissen van Commissievoorzitter Von der Leyen.
Het staatssteunkader en de bijdrage ervan aan de EU-beleidsdoelstellingen
Beleidsdebat
De Raad besprak tijdens het beleidsdebat de rol van staatssteun om de concurrentiedoelstellingen van de EU te kunnen ondersteunen. Het Hongaarse voorzitterschap benadrukte dat de tijdelijke crisis steunkaders voor staatssteun effectief zijn geweest in verband met de COVID-19 crisis en in verband met de hoge energieprijzen naar aanleiding van de Russische inval in OekraĆÆne. Het voorzitterschap vroeg de lidstaten of bepaalde delen uit het tijdelijk crisis- en transitiekader (TCTF) zouden moeten worden opgenomen in het reguliere staatssteuninstrumentarium. Daarnaast werd gesproken en over de rol van IPCEIās3. Het voorzitterschap benadrukte daarbij dat het belangrijkste doel van de staatssteunregels is om een gelijk speelveld binnen de EU en een goede werking van de interne markt te garanderen.
Nagenoeg alle lidstaten onderschreven dat het primaire doel van staatssteunkaders is om het gelijke speelveld te garanderen binnen de EU. Over de rol van staatssteun voor het versterken van het EU-concurrentievermogen met de huidige geopolitieke ontwikkelingen verschillen de lidstaten van mening. Meerdere lidstaten riepen op terughoudend te zijn met de mogelijkheden voor het verlenen van staatssteun. Sommige lidstaten gaven aan graag verruiming te willen van de steunmogelijkheden, om bepaalde industrieĆ«n financieel te ondersteunen of ten behoeve van de groene en digitale transitie. Daarbij waren enkele lidstaten voorstander van een verbreding van het steunkader voor IPCEIās. De Commissie wees op de missiebrief aan kandidaat-Commissaris en Executive Vice-President voor een Schone, Rechtvaardige en Competitieve Transitie Ribera RodrĆguez. De discussie over een nieuw staatssteunkader zal gaan samenlopen met de invulling van de Clean Industrial Deal. Deze deal heeft de Commissie reeds aangekondigd. maar het is nog onduidelijk wat hier onderdeel van zal uitmaken.
Nederland heeft in dit beleidsdebat aangegeven dat het EU-concurrentievermogen onder druk staat, maar tegelijk ook benadrukt dat een gelijke speelveld op de EU interne markt en effectieve mededingingsregels het fundament zijn voor een gezonde economie. Het is daarbij van belang dat het concurrentievermogen van de EU wordt versterkt door gebruik te maken van alle EU beleidsinstrumenten die beschikbaar zijn, bijvoorbeeld door het verder brengen van de kapitaalmarktunie ten behoeve van meer private investeringen. Door Nederland is aangegeven dat een subsidierace, zowel binnen de EU als in de wereld, moet worden voorkomen. Te flexibele (tijdelijke) staatssteunkaders zonder goede waarborgen voor het gelijke speelveld, kunnen leiden tot toename van ongelijkheid tussen lidstaten. Daarom moet er minder en vooral beter gerichte staatssteun worden gegeven. Dit neemt niet weg dat er in het licht van de transities en in geval van marktfalen vaker gerichte staatssteun nodig kan zijn. Het is daarom van belang dat de steunkaders fit for purpose zijn, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat er voldoende mogelijkheden zijn voor risicofinanciering.
Zorgen dat het mkb de vruchten plukt van de interne markt
Beleidsdebat
Tijdens de lunch spraken de lidstaten over de vraag hoe de Europese interne markt verder kan worden verbeterd en versterkt, zodat het MKB kansen optimaal kan benutten. Specifiek vroeg het voorzitterschap de lidstaten welke maatregelen het meest urgent worden beschouwd om de toegang tot de interne markt voor het MKB te verbeteren.
De Commissie beschreef de neerwaartse productiviteitsspiraal van het MKB in de EU. Ze gaf een overzicht van de verschillende MKB-instrumenten van de Commissie, waarbij haar hoofdboodschap was dat die zonder de steun van de lidstaten niet operationeel en effectief kunnen zijn, bijvoorbeeld de samenwerking in de Single Market Enforcement Taskforce (SMET).
Er wordt gewerkt aan een MKB-paspoort, zodat een MKB-onderneming maar Ć©Ć©n keer hoeft aan te tonen wie ze zijn als zij grensoverschrijdend zaken willen doen. In de missiebrieven aan alle kandidaat-Commissarissen is een doelstelling opgenomen om de rapportageverplichtingen voor het MKB met 35% te reduceren. Voor toegang tot financiering verwees de Commissie naar het succes van InvestEU, waar de MKB-poot zeer goed is benut. Onder lidstaten was veel interesse voor het MKB en steun voor de aanpak die de Commissie schetste.
Diversenpunten
Tot slot, stonden drie diversenpunten geagendeerd. Een door Duitsland geagendeerd diversenpunt over e-commerce, een door Luxemburg en Tsjechiƫ geagendeerd diversenpunt over prioriteiten voor de interne markt onder de nieuwe Commissie en tot slot een diversenpunt waar het Hongaarse voorzitterschap een terugkoppeling gaf over het evenement over de automobielsector, georganiseerd met lidstaten en de sector de avond voorafgaand aan de Raad. Graag licht ik twee diversenpunten nader toe, omdat Nederland deze heeft gesteund.
E-commerce
Duitsland benadrukte veel problemen te ondervinden van e-commerce zendingen die niet voldoen aan de EU-productregelgeving en consumentenregelgeving. Dit schaadt consumenten en de concurrentiepositie van Europese bedrijven. Het probleem is veelzijdig en vraagt aandacht uit verschillende domeinen en beleidsterreinen zoals markttoezicht- en douaneregelgeving, maar ook regelgeving op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid en consumentenbescherming. Duitsland riep de Commissie op om de problematiek verder aan te pakken, onder meer door goede handhaving van de nieuwe Digitale Dienstenwet en extra markttoezicht gezamenlijk met de lidstaten. Twaalf lidstaten, waaronder Nederland, steunden deze oproep en de Commissie nam het verzoek ter harte. De Commissie vroeg steun van de lidstaten wanneer zij gesprekken start met derde landen over deze problematiek.
Prioriteiten voor de interne markt onder de nieuwe Commissie
Luxemburg en Tsjechiƫ riepen de Commissie op om de aangekondigde Horizontale Interne Markt Strategie voor juni 2025 te publiceren. In de strategie moeten concrete korte- en middellange termijn acties worden opgenomen om handel over landsgrenzen te bevorderen. Nagenoeg alle lidstaten, waaronder Nederland, steunden deze oproep. De Commissie heeft toegezegd voor juni 2025 een strategie te publiceren.
Kamerstuk 21 501ā02, nr. 2927.ā©ļø
Tevens kom ik hiermee tegemoet aan de toezegging tijdens het Raad voor Concurrentievermogen commissiedebat van 25Ā september jl. om de Kamer nader te informeren over de kabinetsreactie op het Draghi-rapport (TZ202409ā041).ā©ļø
Important Projects of Common European Interestā©ļø