Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2025
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2024D38176, datum: 2024-10-18, bijgewerkt: 2024-11-08 12:19, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36600-L-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken (VVD)
- Mede ondertekenaar: D.S. Nava, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 L-4 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z12754:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
Onderdeel van zaak 2024Z15731:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-09-19 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-09-24 17:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-09-26 12:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2025 (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-10-15 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-22 17:45: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-12-05 12:56: STEMMINGEN (over alle begrotingen) (Stemmingen), TK
- 2024-12-12 20:35: STEMMINGEN (over alle begrotingen, over moties ingediend bij het Tweeminutendebatten Raad Algemene Zaken, Energieraad en Raad Buitenlandse Zaken) (Stemmingen), TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 L Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2025
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 18Ā oktober 2024
De vaste commissie voor Economische Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 26Ā september 2024 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken. Bij brief van 11Ā oktober 2024 zijn ze door de Minister van Economische Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De griffier van de commissie,
Nava
1
Hoeveel middelen uit het Nationaal Groeifonds (NGF) zijn ingezet voor het niet verhogen van de accijns op benzine?
Antwoord
Hiervoor is 1.212 miljoen euro uit het NGF onttrokken.
2
Hoeveel toegevoegde waarde per geinvesteerde euro leveren projecten die met behulp van het NGF zijn gefinancierd gemiddeld (naar verwachting) op?
Antwoord
Onderzoekers van Rabobank Research schatten de opbrengsten van een euro uit het NGF in op 5,80 euro aan bbp-rendement in de periode tot 2040. Daarbij geldt de kanttekening dat dit soort inschattingen met onzekerheid omgeven zijn.1
Voor de beoordeling van de 50 NGF-projecten uit ronde 1 tot en met 3 zijn daarom de belangrijkste verwachte economische en maatschappelijke effecten op basis van een Theory of Change (ToC) op systematische wijze in kaart gebracht. Deze ToCās zijn vervolgens door de Adviescommissie Nationaal Groeifonds getoetst. Voor het project Material Independence & Circular Batteries hebben experts voor de economische effecten bijvoorbeeld in kaart gebracht dat het project vanaf 2030 jaarlijks potentieel 1,2ā1,4 miljard euro bijdraagt aan het bbp. Het project draagt daarnaast bij aan maatschappelijke effecten als (mondiale) emissiereductie, vermindering van het gebruik van kritieke materialen en de verbetering van het elektriciteitsnetwerk.
3
Klopt het dat het kabinet de facto 50 miljoen bezuinigd op de ACS-landen en Caribisch Nederland doordat er 130 miljoen uit het NGF was gereserveerd en hier maar 80 miljoen voor terug komt?
Antwoord
Er is inderdaad ā¬Ā 50 miljoen afgeboekt. Het kabinet heeft besloten om de implementatie van de subsidieregeling ten behoeve van de versterking van het duurzaam verdienvermogen op Aruba, CuraƧao, Sint Maarten/Bonaire, Sint Eustatius en Saba niet voort te zetten. Daarvoor in de plaats heeft het kabinet besloten drie projecten te financieren van in totaal ā¬Ā 80 miljoen in de Caribische delen van het Koninkrijk: de verplaatsing van de haven van Saba, projecten die de voedselzekerheid vergroten op Aruba, CuraƧao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba en het verbeteren van het wegennetwerk van Bonaire. Deze projecten zijn essentieel voor het vergroten van de economische zelfredzaamheid van de eilanden.
Het bedrag van ā¬Ā 80 miljoen is overgeheveld naar de begroting van Koninkrijksrelaties.
4
Hoeveel projecten hadden nog gefinancierd kunnen worden met de ā¬Ā 6,8 miljard euro die nu worden bezuinigd op het NGF?
Antwoord
Hiervan is alleen een globale inschatting te geven.
Er hebben drie indieningsrondes voor het Nationaal Groeifonds plaatsgevonden. Er is daarbij positief besloten over 50 projecten. Daarmee was een bedrag van ā¬Ā 11,2 miljard gemoeid. De gemiddelde omvang van deze projecten bedroeg dus ā¬Ā 224 miljoen.
Uitgaande van deze gemiddelde omvang, zouden met een bedrag van ā¬Ā 6,8 miljard nog zoān 30 projecten gefinancierd kunnen worden.
5
Waaraan wordt de ā¬Ā 6,8 miljard van het NGF besteed? Komt het nog wel terecht bij het verdienvermogen van Nederland?
Antwoord
De ā¬Ā 6,8 miljard die aan het Nationaal Groeifonds is onttrokken dient als dekking voor intensiveringen uit het hoofdlijnenakkoord. Specifiek komen de middelen ten goede aan de meerjarige investeringsagenda voor wonen, mobiliteit, landbouw en kerncentrales t/m 2035.2 Daarmee wordt onder andere ook de intensivering van Invest-NL mogelijk gemaakt.
6
Hoeveel bezuinigt het kabinet op middelen voor technologieƫn uit de Nationale Technologiestrategie? Kunt u dit heel concreet per technologie aangeven?
Antwoord
Met het vervallen van rondes 4 en 5 van het Nationaal Groeifonds wordt de resterende ā¬Ā 6,8 miljard niet uitgegeven voor nieuwe projecten. In hoeverre deze middelen ten goede waren gekomen aan technologieĆ«n uit de Nationale Technologiestrategie valt niet te zeggen, omdat de toekenning hiervan afhankelijk is van het type en de kwaliteit van de projectvoorstellen.
Ook bij overige bezuinigingen, zoals op onderzoek en innovatie, kan niet worden gesteld in hoeverre deze middelen zouden hebben bijgedragen aan technologieƫn uit de Nationale Technologiestrategie.
7
Hoeveel bezuinigt het kabinet in absolute zin (in totaal) op onderzoek en innovatie?
Antwoord
Onderzoek en innovatie hangen nauw met elkaar samen, een goed budgettair onderscheid tussen beide terreinen is daarom niet te maken. Ik heb geen zicht op de invulling van de taaktellingen op de rest van de Rijksbegroting. Het kabinet heeft gekozen voor verschillende taakstellingen. Een volledig overzicht van de taaktellingen is te vinden in de financiƫle bijlage van het hoofdlijnenakkoord.
De relevante taakstellingen op mijn budgetten voor onderzoek en innovatie zijn: de generieke subsidietaakstelling, taakstelling op het fonds onderzoek en wetenschap, taakstelling op de HGIS non-ODA budgetten en de taakstelling op de specifieke uitkeringen. Voor de generieke subsidietaakstelling geldt dat deze proportioneel is verdeeld, waar bij de invulling rekening is gehouden met de juridische verplichtingen. Bij Voorjaarsnota 2025 vindt mogelijk een heroverweging plaats van de invulling van de subsidietaakstelling op basis van dan actuele inzichten en prioriteiten.
De taakstellingen leiden tot de volgende totaalbedragen de komende jaren:
Totaal | ā 33.858 | ā 45.306 | ā 46.678 | ā 53.825 | ā 49.078 |
Daarnaast is in het hoofdlijnenakkoord aangekondigd dat de vierde en de vijfde ronde van het Nationaal Groeifonds (in totaal ā¬Ā 6,8 miljard) komen te vervallen.