Het bericht ‘Steden klaar met falend lachgasbeleid’
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D38342, datum: 2024-10-14, bijgewerkt: 2024-10-29 17:11, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z15795).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I. Kostic, Tweede Kamerlid (PvdD)
Onderdeel van zaak 2024Z15795:
- Gericht aan: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Indiener: I. Kostic, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z15795
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Steden klaar met falend lachgasbeleid» (ingezonden 14 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Steden klaar met falend lachgasbeleid: binnen twee weken actie, anders rechtszaak»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het feit dat sinds de invoering van het verbod op recreatief gebruik van lachgas, de herbruikbare cilinders zijn vervangen door wegwerpexemplaren, wat leidt tot onbeheersbare aantallen lachgascilinders in het huishoudelijk afval?
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de ernstige veiligheidsrisico’s die ontstaan door de aanwezigheid van lachgascilinders in inzamelvoertuigen en afvalverwerkingsinstallaties, waaronder de explosiegevaarlijke situaties voor medewerkers? Zo ja, welke concrete maatregelen heeft u tot nu toe genomen om deze risico's te verminderen?
Vraag 4
In hoeverre erkent u de verantwoordelijkheid van de Staat ten aanzien van de financiële schade die gemeenten en publieke afvalinzamelaars lijden als gevolg van de toename van lachgascilinders in het afval, geschat op 150 miljoen euro per jaar?
Vraag 5
Erkent u dat het juist het kabinet was dat met de invoering van het lachgasverbod handelingen in het kader van recreatief gebruik van lachgas in strijd met de wet heeft gebracht, terwijl de toenmalige Staatssecretaris in de Kamerbrief over de beleidsinzet van het kabinet inzake lachgascilinders in de afvalketen d.d. 30 oktober 2023 aangaf dat de schade niet het gevolg is van het lachgasverbod, maar van individuen die in strijd met de wet- en regelgeving handelen? Erkent u hiermee dat het verbod direct heeft geleid tot de huidige problematiek rondom afvalverwerking? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u bereid geweest om binnen de door de NVRD gestelde termijn van twee weken met een financiële tegemoetkoming te komen voor gemeenten en publieke afvalinzamelaars? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoe verklaart u dat er bij de totstandkoming van het lachgasverbod onvoldoende rekening is gehouden met de gevolgen voor de afvalverwerking, en wat gaat u doen om dit beleid te herzien of te corrigeren?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat u, in uw eerdere rol als wethouder in Rotterdam, zelf een brandbrief stuurde naar de toenmalige Staatssecretaris waarin u pleitte voor financiële compensatie voor gemeenten voor de gevolgen van lachgasgebruik? Kunt u met uw ervaring en kennis van dit dossier zorgen dat gemeenten en het kabinet elkaar beter weten te vinden om uit deze impasse te komen?
Vraag 9
Welke stappen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat de uitvoering van het lachgasverbod op een veilige en duurzame manier kan plaatsvinden, zonder dat dit leidt tot onevenredige kosten en veiligheidsrisico's voor gemeenten en publieke afvalinzamelaars?
Vraag 10
Bent u bereid om op korte termijn aanvullende maatregelen te treffen om de inzameling en verwerking van lachgascilinders te reguleren en zo verdere escalatie van de problematiek te voorkomen? Zo ja, welke maatregelen overweegt u? Zo nee, waarom niet?
AD, 16 september 2024; https://www.ad.nl/binnenland/steden-klaar-met-falend-lachgasbeleid-binnen-twee-weken-actie-anders-rechtszaak~ac9b1256/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F↩︎