[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Verlenging subsidieregeling andere erkende doorstroomtoetsen po (Kamerstuk 31293-748)

Primair Onderwijs

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2024D38943, datum: 2024-10-16, bijgewerkt: 2024-10-22 12:23, versie: 4

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D38943).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z14503:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2024D38943 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 september 2024 inzake Verlenging subsidieregeling andere erkende doorstroomtoetsen po (Kamerstuk 31 293, nr. 748).

De voorzitter van de commissie,

Bromet

Adjunct-griffier van de commissie,

Huls

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Inbreng van de leden van de NSC-fractie

II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met enige zorg kennisgenomen van de onderhavige brief van de Staatssecretaris. De Staatssecretaris wil de bestaande subsidieregeling voor aanbieders van andere erkende doorstroomtoetsen om tegemoet te komen in de kosten voor het aanbieden van hun toets verlengen, maar tegelijkertijd zijn er signalen dat de ene doorstroomtoets vaker tot een hoger schooladvies leidt dan de andere. Welke toets de school kiest, is dus van invloed op het toetsadvies van de leerling. Toen de Kamer in 2021 het wetsvoorstel over de wijziging van de stelselinrichting van doorstroomtoetsen en toetsen verbonden aan leerling- en onderwijsvolgsystemen in het basisonderwijs1 behandelde, uitten de toenmalige leden van de PvdA-fractie en de leden van de GroenLinks-fractie al grote aarzelingen bij de weg die de Minister insloeg.2 Die leden vonden de privatisering van eindtoetsen in het basisonderwijs zeer onwenselijk en wilden liever terugkeren van de weg die in 2014 was ingeslagen met de Wet centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs3, waarbij scholen behalve voor het Cito ook konden kiezen voor een toegelaten private aanbieder. In feite werd echter de rol van het Cito bij de doorstroomtoets gereduceerd tot die van nog een private aanbieder. Inmiddels roept de PO4-Raad op om het aantal aanbieders van de doorstroomtoetsen terug te brengen naar één.5 Hoe oordeelt de Staatssecretaris over dit pleidooi en welke consequenties verbindt zij eraan voor de onderhavige verlenging van de subsidieregeling?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie constateren dat dit kabinet tegelijkertijd honderden miljoenen gaat bezuinigen op onderwijs, om politiek neutrale lesmethoden vraagt en daarmee de professionaliteit van leraren in twijfel trekt. Is de onderhavige verlenging van de subsidieregeling dan echt de besteding die prioriteit verdient?

Daarnaast hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie nog een aantal specifieke vragen.

De subsidieregeling wordt met een periode van vier jaar verlengd, van 1 januari 2025 naar 1 januari 2029, maar eerder heeft de Staatssecretaris aangekondigd de Wet doorstroomtoetsen PO te gaan evalueren en de Tweede Kamer hierover eind 2027 te informeren.6 Hoe verhoudt deze evaluatie zich tot de gekozen verlengingsperiode van deze subsidieregeling?

Het jaarlijkse budgetplafond bij de subsidieregeling is bovendien vastgesteld op € 8,5 miljoen per jaar. Uit de huidige subsidieregeling blijkt niet hoe hoog het jaarlijkse subsidieplafond is. Hoe is het budgetplafond van € 8,5 miljoen tot stand gekomen? Hoe verhoudt dit budgetplafond zich tot eerdere jaren? Hoe komt het dat de oorspronkelijke subsidieregeling van een (aanzienlijk) lager bedrag uitging?

Daarnaast vragen de leden van de GroenLinks-Pvda-fractie hoe het aantal toetsaanbieders en daarmee de vaste en variabele voet van de subsidie zich heeft ontwikkeld. Is daarnaast de subsidieregeling al eens geëvalueerd en zo ja, wat waren de bevindingen? Wanneer is een nieuwe evaluatie van de subsidieregeling voorzien?

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie danken de Staatssecretaris voor het toesturen van de brief omtrent de verlenging subsidieregeling andere erkende doorstroomtoetsen po en hebben daar de volgende vragen over.

De leden van de fractie van de VVD vragen waarom is gekozen voor zes doorstroomtoetsen die worden aangeboden door vijf toetsbedrijven. Deze leden horen uit het werkveld dat de uitslagen van de verschillende doorstroomtoetsen moeilijk te vergelijken zijn. Hoe kijkt de Staatssecretaris hier tegenaan? Zij vragen hoe het komt dat de ene doorstroomtoets tot een ander resultaat leidt ten opzichte van een andere doorstroomtoets op dezelfde school.

Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie in hoeverre zelfselectie door scholen een rol kan spelen in het uitkiezen van de doorstroomtoets. Deze leden vragen of het klopt dat het onderwijsveld destijds zelf gevraagd had om meerdere toetsen. Hoe verhoudt zich dit met de oproep van de PO-raad om hier weer vanaf te stappen?

Inbreng van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de Verlenging van de subsidieregeling andere erkende doorstroomtoetsen primair onderwijs. Deze leden zijn op enige punten kritisch op de doorstroomtoets en voornamelijk op het aanbod door verschillende aanbieders.

De leden van de NSC-fractie lezen dat in de kamerbrief Resultaten doorstroomtoetsen en schooladviezen 2024 staat beschreven dat er zes verschillende doorstroomtoetsen bestaan en dat het voor een leerling niet uitmaakt welke toets die maakt7. Deze leden merken op dat er vervolgens in dezelfde brief staat dat er onderlinge verschillen tussen de doorstroomtoetsen bestaan en dat er duidelijke verschillen in resultaten zijn. Is het volgens de Staatssecretaris wenselijk dat er onderlinge verschillen bestaan tussen de doorstroomtoetsen? En kan de Staatssecretaris toelichten hoe er gestuurd kan worden op kwaliteit bij zes verschillende doorstroomtoetsen?

De leden van de NSC-fractie merken op dat in de toelichting van de subsidieregeling de verlengingsperiode niet wordt onderbouwd. Eerder heeft de Staatssecretaris aangegeven de Wet doorstroomtoetsen PO te gaan evalueren en de Kamer hierover eind 2027 te informeren8. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe de verlengingsperiode tot 2029 zich verhoudt tot de evaluatie van deze wet? Stel dat de Kamer zou beslissen terug te gaan naar één of een zeer klein aantal kwalitatief gelijkwaardige toetsen, zou dan deze subsidieregeling niet het tegenovergestelde in de hand werken?

Het valt de leden van de NSC-fractie op dat het jaarlijkse budgetplafond is vastgesteld op € 8,5 miljoen per jaar. In de huidige regeling wordt uitgegaan van een budgetplafond van € 3,5 miljoen per jaar. Kan de Staatssecretaris aangeven hoe het budgetplafond van € 8,5 miljoen tot stand is gekomen?

II Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


  1. Kamerstuk 35 671↩︎

  2. Zie ook de motie van het lid De Hoop over de mogelijke inzet van private partijen bij eind- en doorstroomtoetsen uit de wet slopen (Kamerstuk 35 671, nr. 21) en het amendement van de leden Kwint/Westerveld (Kamerstuk 35 671, nr. 27).↩︎

  3. Kamerstuk 33 157.↩︎

  4. PO: primair onderwijs↩︎

  5. PO-Raad, 9 oktober 2024, «PO-Raad wil naar één doorstroomtoets», https://www.poraad.nl/kind-onderwijs/po-raad-wil-naar-een-doorstroomtoets.↩︎

  6. Kamerstuk 31 293, nr. 741, blz. 8.↩︎

  7. Kamerstuk 31 293, nr. 741↩︎

  8. Kamerstuk 31 293, nr. 741↩︎