Verzamelbrief vuurwerk
Naar een veiliger samenleving
Brief regering
Nummer: 2024D39304, datum: 2024-10-17, bijgewerkt: 2024-11-19 11:37, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28684-745).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit PVV kamerlid)
- Vuurwerkaankoop en -gebruik 2023-2024. Onderzoek naar gedrag en opinie Nederlandse huishoudens
- Beslisnota bij Verzamelbrief Vuurwerk
- Type vuurwerk en letsel. Jaarwisseling 2023-2024
Onderdeel van kamerstukdossier 28684 -745 Naar een veiliger samenleving.
Onderdeel van zaak 2024Z16248:
- Indiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- : Externe veiligheid (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-10-22 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-23 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 745 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 oktober 2024
Zoals toegezegd in de Kamerbrief van 5 januari jl.1 informeer ik u hierbij over de uitkomsten van een tweetal afgeronde onderzoeken die jaarlijks door VeiligheidNL worden uitgevoerd. Het betreft de rapporten «Vuurwerkaankoop en -gebruik 2023–2024» en «Type vuurwerk en letsel jaarwisseling 2023–2024». Deze rapportages zijn als bijlage bijgevoegd bij deze brief. Tot slot wordt u geïnformeerd over de internationale ontwikkelingen, waarmee ik tevens, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, uitvoering geef aan de motie van de leden Mutluer en Michon-Derkzen om de Kamer te informeren over de inspanningen op EU niveau om te komen tot een verbod op bepaalde typen zwaar professioneel vuurwerk.2
Letselcijfers en type vuurwerk
In de brief van 5 januari jl. over het landelijk beeld van de jaarwisseling 2023–2024, is uw Kamer geïnformeerd over vuurwerkletsels tijdens de afgelopen jaarwisseling. Hierbij werd het onderzoek «Ongevallen met vuurwerk jaarwisseling 2023–2024» van VeiligheidNL aangeboden. Onlangs heeft VeiligheidNL het jaarlijkse vervolgonderzoek naar het type vuurwerk en letsel afgerond. In dit rapport geeft VeiligheidNL een nadere analyse op de eerdere letselcijfers. In de bijlage treft u deze onderzoeken aan.
Vuurwerkslachtoffers
Het aantal vuurwerkslachtoffers was tijdens de jaarwisseling 2023–2024 met 1.212 slachtoffers iets lager dan vorig jaar toen er 1.253 slachtoffers werden gemeld, evenals de laatste jaarwisseling voor de coronapandemie (2019–2020), destijds 1.285 slachtoffers.
Van de 1.212 gemelde vuurwerkslachtoffers (inclusief 4% carbidschieters), kwamen er 365 slachtoffers op de Spoedeisende Hulp (SEH) terecht in een Nederlands ziekenhuis. 847 zijn behandeld bij een huisartsenpost (HAP).
Deze informatie is verzameld door alle SEH-afdelingen in Nederland en op basis van registratie van vuurwerkslachtoffers door ruim 80% van alle huisartsenposten in Nederland.
Oorzaak vuurwerkletsel
De omgang met vuurwerk is in 40% van de gevallen de oorzaak van het letsel. In 12% was er sprake van een mankement aan het product. Van het vuurwerk waar een ongeluk mee gebeurde werd 48% van de letsels veroorzaakt door vuurwerk dat niet in Nederland verkocht mag worden aan consumenten. Dat betreft zowel zwaar illegaal (professioneel) vuurwerk, als knalvuurwerk, vuurpijlen, babypijltjes, romeinse kaarsen, overig knalvuurwerk, en overig illegaal of zelf geknutseld vuurwerk. 27% van de letsels werd veroorzaakt door legaal oudejaarsvuurwerk.
Per leeftijdscategorie verschilt in het algemeen de oorzaak die zorgt voor het letsel. Tijdens de jaarwisseling 2023–2024 werden de meeste vuurwerkletsels bij jonge kinderen tot 12 jaar opgelopen door F1 vuurwerk, terwijl afsteken van vuurwerk voor deze jonge leeftijdsgroep niet is toegestaan.3 Onder kinderen/jongeren van 12–15 jaar was zwaar illegaal vuurwerk de meest voorkomende oorzaak van het letsel met 31%.4 Een sterke toename ten opzichte van 2022–2023 toen dit aantal op 10% lag. Zwaar illegaal vuurwerk was ook in de leeftijdsgroep van 16 tot 19 de meest voorkomende oorzaak van het letsel. In deze groep is een stijging te zien van 17% naar 35% ten opzichte van de jaarwisseling 2022–2023. In de oudere leeftijdsgroepen was legaal oudejaarsvuurwerk vaak de oorzaak van het letsel/ongeval.
Vuurwerkaankoop
In het rapport «Vuurwerk aankoop en – -gebruik 2023–2024» werd dit jaar onderzoek gedaan op basis van 2.021 respondenten in de leeftijd van 20 tot 75 jaar. Een kwart van de groep had voor de jaarwisseling 2023–2024 vuurwerk gekocht. Dit is gelijk aan de jaarwisseling 2022–2023, maar minder dan de jaarwisseling voor de coronapandemie 2019–2020 (32%). Van de respondenten die in een gemeente met een afsteekverbod woonden, had 22% vuurwerk gekocht. In de gemeenten zonder verbod had 26% vuurwerk gekocht.
Het gemiddelde bedrag dat per persoon werd uitgegeven aan vuurwerk was € 108. Onder de vuurwerkkopers werd veelal gekocht bij een officieel verkooppunt van oudejaarsvuurwerk in Nederland (43%). Daarnaast kocht 41% bij Nederlandse winkelketens (warenhuizen en supermarkten) en 24% in het buitenland. In gemeenten zonder verbod had 26% van de respondenten vuurwerk in het buitenland gekocht; veelal in België of Duitsland.
Vuurwerkgebruik
28% van de respondenten heeft afgelopen jaarwisseling vuurwerk afgestoken. Dat geldt zowel voor gemeenten waar vuurwerk mocht worden afgestoken en gemeenten waar een verbod gold op het afsteken van consumentenvuurwerk. Dit is vergelijkbaar met 2022–2023 (24%), maar het is wel minder dan in 2019–2020 (38%). Van de respondenten die vuurwerk afstaken had 71% fop- en schertsvuurwerk, 62% oudejaarsvuurwerk en 11% zwaar illegaal vuurwerk. Ten slotte had 35% overig illegaal vuurwerk afgestoken.5 Er werden meer vuurpijlen en knalvuurwerk afgestoken dan in 2022–2023, ondanks dat er een verbod is voor consumenten op het afsteken van deze typen vuurwerk.
Het gebruik van beschermingsmaatregelen door afstekers nam de afgelopen vijf jaarwisselingen af. Tijdens de jaarwisseling van 2019–2020 droeg 58% van de afstekers een veiligheidsbril. Sinds de jaarwisseling van 2021–2022 is dit aantal gestabiliseerd rond de 42%. Een daling van zo’n 16%. Van de afstekers droeg 20% tijdens de jaarwisseling van 2019–2020 gehoorbeschermers. Tijdens de jaarwisseling van 2020–2021 nog grofweg 11% van de afstekers. Dat aantal is de jaarwisselingen daaropvolgend gestegen met tot gevolg dat tijdens de jaarwisseling van 2023–2024 15% van de afstekers gehoorbeschermers droeg.
Kinderen van afstekers worden daarentegen beter beschermd. De afgelopen vier jaarwisselingen is er sprake van een stijgende trend in het dragen van gehoorbeschermers door kinderen. Er werden in 2023–2024 over het algemeen vaker beschermingsmaatregelen bij kinderen genomen (23%), dan in 2020–2021 (13%), 2021–2022 (17%), 2022–2023 (20%) en is daardoor weer terug op het niveau van de jaarwisseling van 2019–2020 (24%).
Tijdens de jaarwisseling van 2019–2020 droeg 74% van de kinderen van afstekers een veiligheidsbril, waarna in opvolgende jaarwisselingen een daling was te zien. Tijdens de jaarwisselingen van 2021–2022 en 2022–2023 droeg zo’n 62% van de kinderen van afstekers een veiligheidsbril. Tijdens de jaarwisseling van 2023–2024 droeg 68% van de kinderen van afstekers een veiligheidsbril.
Door VeiligheidNL wordt de respondenten ook gevraagd om hun mening over vuurwerk. De mening over vuurwerk, op het gebied van de mate van overlast en de tevredenheid over voorlichting is vergelijkbaar met 2022–2023. De afgelopen vijf jaarwisselingen was er volgens de respondenten wel een dalende trend in overlast en een stijgende trend in onvoldoende voorlichting.
Internationale ontwikkelingen
Benelux
Eerder is uw Kamer geïnformeerd over de twee Benelux-beschikkingen die binnen Benelux-verband zijn vastgesteld: de beschikking pyro-pass6 en de beschikking oneigenlijke aanwending7. De afgelopen periode is door de drie landen gewerkt aan de implementatie van de pyro-pass.
Op 1 oktober is in Nederland de regelgeving in werking getreden waarmee de pyro-pass is ingevoerd. De pyro-pass kan vanaf dat moment worden aangevraagd. De pyro-pass is een controledocument binnen de Benelux waarmee verkopers van bepaalde typen pyrotechnische artikelen – zoals professioneel vuurwerk – eenvoudiger kunnen controleren of een koper over de juiste papieren beschikt. Hiermee wordt de interne markt vergemakkelijkt. De pyro-pass dient tevens als instrument in de strijd tegen de illegale handel met professioneel vuurwerk.
Daarnaast wordt gewerkt aan de implementatie van de Benelux-beschikking oneigenlijke aanwending. Hiertoe wordt de Regeling overige pyrotechnische artikelen gewijzigd. Na wijziging van deze regeling wordt het bezit, gebruik en/of de verkoop van bepaalde pyrotechnische artikelen van categorie P1 verboden, behalve voor personen met gespecialiseerde kennis en personen met een vergunning of een vergelijkbaar document. Het streven is om deze wijziging per 1 april 2025 in werking te laten treden.
EU: non-papers, motie Mutluer – Michon-Derkzen en Pyrorichtlijn
Veel van de Nederlandse wet- en regelgeving over pyrotechnische artikelen, waaronder vuurwerk, is een directe implementatie van de Europese Pyrorichtlijn (Richtlijn 2013/29). Nederland zet zich reeds jarenlang internationaal in voor verbetering van de regels over pyrotechnische artikelen. Eerder dit jaar is uw Kamer geïnformeerd over de Nederlandse inzet binnen de Europese Unie. De Nederlandse ambities zijn beschreven in twee non-papers. Deze non-papers zijn opgesteld met het oog op het aantreden van de nieuwe Europese Commissie, en ten behoeve van een mogelijke herziening van de Pyrorichtlijn wanneer de evaluatie is afgerond. In de papers wordt de problematiek geschetst die Nederland ziet, en worden voorstellen gepresenteerd om deze problemen aan te pakken.
Over het non-paper waarin Nederland voorstellen doet om op EU-niveau de productconformiteit van (consumenten)vuurwerk te verbeteren, bent u geïnformeerd bij Kamerbrief van 14 maart jl.8 Dit non-paper is opgesteld onder andere naar aanleiding van een signaalrapportage van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT),9 waarin de ILT concludeerde dat het (op EU-niveau geregelde) systeem van CE-markering voor consumentenvuurwerk niet functioneert. Ook afgelopen jaar waren de afkeurpercentages van het geteste consumentenvuurwerk hoog.10
Het non-paper over het tegengaan van de illegale handel met professioneel vuurwerk, is op 23 februari jl. door de Minister van Justitie en Veiligheid aan uw Kamer toegestuurd.11 In dit non-paper wordt onder andere ingezet op een verbod op zogenoemde flashbangers (zoals cobra’s), het maximeren van het kruitgewicht en flitspoeder, het verbeteren van de zichtbaarheid van de handelsstromen, en de invoering van de pyro-pass binnen de gehele Europese Unie.
Zoals gevraagd in de motie van de leden Mutluer en Michon-Derkzen, zet ik, samen met de Minister van Justitie en Veiligheid, met kracht in om deze voorstellen in de werkagenda van de nieuwe Europese Commissie te krijgen. De non-papers worden daarvoor op verschillende manieren onder de aandacht gebracht binnen de EU. Zo heeft in april 2024 een verkennend gesprek plaatsgevonden met de Europese Commissie. Bilaterale gesprekken met Frankrijk hebben meteen geresulteerd in een gezamenlijk non-paper. In juni heeft een werksessie, georganiseerd door Nederland en Frankrijk, met verschillende lidstaten plaatsgevonden. De afgelopen periode hebben er vervolggesprekken plaatsgevonden met lidstaten, en worden aanvullende bilaterale gesprekken ingepland. Doel is om zo veel mogelijk steun te vinden bij andere lidstaten voor de ambities die zijn opgenomen in het non-paper. Diverse lidstaten hebben interesse in het non-paper getoond en de voorstellen die daarin worden gedaan. Maar er zijn ook lidstaten die niet dezelfde problematiek ervaren. Dit maakt dat het tijd kost om resultaten te boeken. Ik of de Minister van Justitie en Veiligheid zal uw Kamer informeren zodra er relevante ontwikkelingen zijn.
Dit jaar wordt de Pyrorichtlijn geëvalueerd door de Europese Commissie. Dit kan leiden tot een herziening van de richtlijn. Hier zet Nederland op in. Vanuit Nederland wordt dan ook actief een bijdrage geleverd aan de evaluatie. In 2023 is door Nederland input geleverd op de zogenoemde «call for evidence», en is een overzicht van relevante data aangeleverd bij de Europese Commissie. Er is tevens actief bijgedragen aan onder andere de interviews die zijn gehouden in het kader van de evaluatie. Bijdrages zijn onder andere geleverd door de politie, het Openbaar Ministerie, de Inspectie Leefomgeving en Transport, het Ministerie van Justitie en Veiligheid, en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. In juni van dit jaar is door het Ministerie van IenW, met input van het Ministerie van JenV en de ILT, bovendien input gegeven op de publieke consultatie. De input die is gegeven is in lijn met de non-papers die naar uw Kamer zijn gestuurd.
Tot slot
Op basis van de jaarlijkse onderzoeken naar vuurwerkslachtoffers en vuurwerkaankoop en -gebruikscijfers, uitgevoerd door VeiligheidNL, blijkt dat het aantal vuurwerkslachtoffers en vuurwerkaankopen nagenoeg gelijk zijn gebleven. De genomen maatregelen hebben nog niet of in beperkte mate geleid tot een afname van het totaal aantal vuurwerkletsels. De stijging van het aantal letsels door zwaar illegaal vuurwerk onder jongeren is zorgelijk. Daarom is en blijft de aanpak het tegengaan van illegale handel en misbruik van professioneel vuurwerk een belangrijk speerpunt. Daarvoor wordt inzet gepleegd op Europees en nationaal niveau. Ook zal ik de uitkomsten van de onderzoeken meenemen in de communicatie activiteiten gericht op consumenten om een veilig gebruik van legaal vuurwerk te bevorderen. De inzet blijft gericht op een veilig en handhaafbaar vuurwerkbeleid met een veilige jaarwisseling als doel.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
Kamerstukken II,2023–2024, 28 684, nr. 735↩︎
Kamerstukken II, 2024/25, 29 911, nr. 445↩︎
F1 vuurwerk is de minst zware categorie consumentenvuurwerk. Voorbeelden hiervan zijn knalerwten en sterretjes.↩︎
Onder zwaar illegaal vuurwerk wordt in het rapport verstaan: cobra, lawinepijl, nitraten, mortierbom/shell, vlinderbom/toffee, flowerbed en strijker.↩︎
Onder overig illegaal vuurwerk wordt in het rapport verstaan: single shot/Thunder King, rotje/Kanonslag/Astronaut, ratelband/Chinese rol, vuurpijl, romeinse kaars, babypijltje(s) en overig illegaal vuurwerk.↩︎
Beschikking van het Benelux Comité van Ministers betreffende de invoering van een pyro-pass – M (2020) 14 (Benelux Publicatieblad 2021, nr 1), gewijzigd bij M (2022) 9.↩︎
Beschikking van het Benelux Comité van Ministers betreffende het tegengaan van de oneigenlijke aanwending van pyrotechnische artikelen bedoeld voor het grote publiek – M (2022) 7 (Benelux Publicatieblad 2022, nr. 2).↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 21 501-08, nr. 936.↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 28 684, nr. 668.↩︎
Zie https://www.ilent.nl/actueel/nieuws/2023/12/27/ilt-keurt-opnieuw-een-vijfde-van-f2-vuurwerk-af en https://www.ilent.nl/actueel/nieuws/2023/11/02/inspectie-verdubbeling-van-afgekeurd-f1-vuurwerk.↩︎
Bijlage bij Kamerstuk 32 317, nr. 872.↩︎