Advies van de Onderwijsraad 'Een stevige stem' n.a.v. de adviesaanvraag van de Kamer (Kamerstuk 36200-VIII-264)
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Advies van andere adviesorganen
Nummer: 2024D39954, datum: 2024-10-22, bijgewerkt: 2024-11-12 09:15, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-VIII-12).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-12 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z16529:
- Indiener: Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-10-24 14:00: Advies Onderwijsraad over de beroepsgroep leraren (Technische briefing), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2024-11-14 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-22 10:00: Leraren (Commissiedebat), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Nr. 12 BRIEF VAN DE ONDERWIJSRAAD
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2024
Hierbij ontvangt u het advies «Een stevige stem». De Onderwijsraad adviseert overheid, leraren, schoolleiders en bestuurders om meer werk te maken van zeggenschap van leraren. Goed en uitvoerbaar onderwijsbeleid kan niet tot stand komen zonder actieve betrokkenheid van leraren.
De wens om leraren een steviger stem te geven in het beleidsproces leeft al lang. Zo zijn er vergeefse pogingen gedaan om tot één centrale beroepsorganisatie te komen. Op verzoek van uw Kamer heeft de raad zich gebogen over de vraag wat er gedaan kan worden om stevige zeggenschap van leraren in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs en docenten in het middelbaar beroepsonderwijs, toch te realiseren.
Betrek leraren op een passende en heldere manier
Goed en uitvoerbaar onderwijsbeleid wordt gemaakt met en staat ten dienste van de praktijk. Het kan niet tot stand komen zonder actieve betrokkenheid van leraren. Maar het is voor leraren nu vaak onduidelijk wanneer en hoe zij een inhoudelijke bijdrage kunnen leveren en wat daarmee gebeurt. De raad adviseert de overheid te stoppen met ad-hocvormen van lerarenbetrokkenheid en te werken met een onderwijsbeleidsagenda, waarin per beleidsdossier duidelijk staat vermeld waartoe, wanneer en in welke vorm leraren betrokken worden. Zo krijgt de betrokkenheid van leraren systematisch vorm.
Systematische zeggenschap van leraren is nodig, los van de mogelijke vorming van een centrale beroepsorganisatie. De raad pleit ervoor om als overheid niet te wachten op één beroepsorganisatie die namens «de leraar» spreekt. De beroepsgroep is divers en bestaat uit leraren van diverse sectoren en onderwijssoorten.
Bied en benut ruimte in onderwijspraktijk
Leraren moeten de wil en bereidheid hebben hun stem te laten horen, en moeten daarvoor ook de ruimte krijgen. Het lerarentekort en de hoge werkdruk maken die ruimte niet vanzelfsprekend. De raad adviseert schoolleiders en bestuurders om leraren desondanks te stimuleren om zeggenschap uit te oefenen. En om geïnteresseerde leraren te faciliteren als ze willen deelnemen aan een bredere dialoog over hun vak of zich actief willen inzetten voor een beroepsorganisatie.
Leraren krijgen in hun dagelijks werk continu te maken met de gevolgen van landelijke besluitvorming. Door actief deel te nemen aan die besluitvorming, zullen hun kennis en vakmanschap beter doorklinken en wordt het onderwijsbeleid beter.
Aanstaande donderdag geven we u graag een toelichting op het advies tijdens de briefing.
De voorzitter,
L. Elffers
De secretaris-directeur,
M. van Leeuwen