Amendement van de leden De Hoop en Beckerman ter vervanging van nr. 13 over een bouwpremie voor iedere door woningcorporaties gebouwde betaalbare woning
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2024D40124, datum: 2024-10-22, bijgewerkt: 2024-11-06 13:20, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36600-XXII-18).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XXII-18 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z16609:
- Indiener: H.E. de Hoop, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S.M. Beckerman, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 600 XXII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (XXII) voor het jaar 2025
Nr. 18 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DE HOOP EN BECKERMAN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 131
Ontvangen 22 oktober 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1 Woningmarkt wordt het verplichtingenbedrag verhoogd met € 200.000 (x € 1.000) en wordt het uitgavenbedrag verhoogd met € 50.000 (x € 1.000).
Toelichting
Van de € 5 miljard uit de bestemde middelen voor woningbouw tot en met 2029 in het regeerakkoord, is € 700 miljoen niet bestemd voor verplichtingen in de jaren 2025 tot en met 2029, maar voor de jaren daarna. De indieners zijn van mening dat deze middelen sneller aangewend zouden moeten worden om de woningbouw aan te jagen. Daartoe stellen ze een regeling voor die woningbouwcorporaties stimuleert meer betaalbare woningen te bouwen. Zij worden volgens de huidige afspraken immers geacht 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen te realiseren voor 2030.
Om de bouw van corporatiewoningen te stimuleren stellen de indieners voor om € 200 miljoen te bestemmen voor een bouwpremie voor iedere gebouwde (betaalbare) woning door woningcorporaties. Deze premie kan verstrekt worden voor de jaren 2026 tot en met 2029, met een kasritme van € 50 miljoen per jaar.
Op deze manier worden corporaties die tegen financiële grenzen aanlopen geholpen om hun bijdrage aan de nationale woningbouwdoelen te leveren. Dekking wordt gevonden in de algemene middelen, door de woningbouwmiddelen die zijn bestemd voor de jaren 2030, 2031 en 2032 in de tijd naar voren te halen.
De Hoop
Beckerman
Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.↩︎