Reactie op de ingediende amendementen tijdens de begrotingsbehandeling van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 23 oktober 2024
Bijlage
Nummer: 2024D40442, datum: 2024-10-24, bijgewerkt: 2024-10-24 08:42, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 23 oktober 2024 (2024D40440)
Preview document (🔗 origineel)
Bijgaand treft u een reactie op de reeds ingediende amendementen.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 4 van het Kamerlid Dobbe (SP) gericht op het ongedaan maken van de ingeboekte besparingen in het Wlz-kader
De ombuiging op de normatieve huisvestigingscomponent betreft geen bezuiniging, maar een reguliere, periodieke herijking door de NZA. Om de zorg houdbaar te houden, heeft het kabinet maatregelen getroffen. De maatregelen valpreventie en scheiden wonen zorg beperken de instroom in de Wlz. Deze twee maatregelen hebben dan ook geen effect op de door de NZa vastgestelde tarieven, en daarmee ook geen direct effect op de resultaten van zorgaanbieders.
In het licht van het voorgaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 11 van het Kamerlid Van Dijk (CDA) gericht op middelen voor de subsidieregeling Stimuleren bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA)
De BOSA-regeling is gericht op de bouw en het onderhoud van sportaccommodaties. Ook kan deze subsidie worden aangevraagd voor verduurzaming. Ongeveer een derde van het budget wordt aangevraagd voor verduurzaming. Om investeringen in de bouw, het onderhoud en de verduurzaming van sportaccommodaties te blijven stimuleren zorg ik ervoor dat sportverenigingen vanaf 2025 gebruik kunnen maken van de subsidieregeling verduurzaming maatschappelijk vastgoed (DUMAVA). Daarmee wordt de korting op de BOSA zoveel mogelijk opgevangen.
Daarnaast is de dekking van het amendement ondeugdelijk. Deze middelen zijn gereserveerd voor het Klimaatfonds 2025.
In het licht van het voorgaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 16 van het Kamerlid Paulusma (D66) c.s. gericht op herinneringscentrum Kamp Westerbork
Ik onderschrijf het belang van het werk van Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Het gaat echter niet alleen om Kamp Westerbork. Ook de andere herinneringscentra (Kamp Vught, Kamp Amersfoort en het Oranjehotel) zijn een essentieel onderdeel van de infrastructuur die zorgt dat het verhaal van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust blijvend wordt verteld. Daarom is de afgelopen jaren door VWS extra geïnvesteerd in deze infrastructuur, inclusief de herinneringscentra. Zo is binnen de financiële kaders de instellingssubsidie aan Kamp Westerbork het afgelopen jaar structureel verhoogd en incidenteel met € 150.000 voor 2024 en 2025, om de financiële basis van het Herinneringscentrum te versterken. De structurele verhoging is bedoeld voor meerjarig onderhoud.
Als het gaat om Holocausteducatie, zijn er meer instellingen dan alleen Westerbork die hierin een belangrijke rol spelen. Naast de herinneringscentra gaat het bijvoorbeeld ook om het Nationaal Holocaustmuseum en de Anne Frank Stichting. In het kader van het Nationaal Plan Versterking Holocausteducatie, dat uw Kamer op 24 juni 2024 heeft ontvangen (Bijlage bij Kamerstuk 36 272, nr. 17), investeert VWS structureel in het versterken van de educatiefunctie van deze instellingen. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de wens van de Kamer om jaarlijks niet alleen Westerbork maar ook de andere instellingen te versterken.
De vernieuwingsplannen van Kamp Westerbork heb ik 16 oktober jongstleden in ontvangst genomen en zal deze uiteraard bekijken. Daarbij wil ik wel aantekenen dat de financiële ruimte bij VWS om bij te dragen aan deze vernieuwing op dit moment niet aanwezig is.
Ik ben bereid om voor 2025 Herinneringscentrum Kamp Westerbork extra te ondersteunen voor de huidige werkzaamheden.
In het licht van het voorgaande laat ik het oordeel aan uw Kamer.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 18 van het Kamerlid van Dijk (SGP) over middelen voor een onderzoek naar detransitie
Detransitie dient altijd te worden gezien in de specifieke context van het individu. Maar dit verandert natuurlijk niets aan de achterliggende gedachte van de indiener van het amendement dat er aandacht moet zijn voor mensen met spijt en dat zij dit moeten kunnen bespreken met hun zorgverlener en dat zij zich gehoord moeten voelen. Dit wordt ook door de patiëntenorganisaties beaamt (Transvisie en TNN). Op de site van Transvisie wordt aandacht besteed aan de acties die een transgenderpersoon zou kunnen inzetten ingeval van twijfel en of spijt.
Daarnaast wordt er al onderzoek gedaan naar detransitie door meerdere experts (ook in buitenland).
Ik heb de Gezondheidsraad gevraagd mij advies uit te brengen en in kaart te brengen wat er wetenschappelijk bekend is over de (lange termijn) gevolgen van puberteitsremmers en genderbevestigende hormoonbehandelingen. Ook heb ik aan de Gezondheidsraad gevraagd de Nederlandse aanpak te vergelijken met de aanpak in andere landen. Ik verwacht eind 2025/begin 2026 het advies te kunnen ontvangen.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 23 van de Kamerleden Bikker (CU) en Tseggai (GL-PvdA) over middelen voor opvang van slachtoffers van mensenhandel met multiproblematiek
Passende opvang en hulp voor slachtoffers van mensenhandel is van groot belang. Het organiseren en financieren van opvang voor slachtoffers van mensenhandel met rechtmatig verblijf is, op grond van de Wmo2015, een verantwoordelijkheid van gemeenten. Opvang voor slachtoffers met multiproblematiek (OMM) is een specifieke vorm van deze opvang. Het is aan gemeenten om de vorm te bepalen waarin zij opvang bieden aan slachtoffers mensenhandel.
De financiering van de OMM vindt plaats via een specifieke uitkering (SPUK) die beschikbaar wordt gesteld aan zes centrumgemeenten.
Voor de lange termijn wordt vanuit het Actieplan Samen tegen Mensenhandel, samen met gemeenten en het coördinatiecentrum mensenhandel, gewerkt aan een verbeterde opvang voor slachtoffers mensenhandel, inclusief passende financiering. De OMM wordt hierin ook meegenomen. Uw Kamer wordt in 2025 geïnformeerd over de voortgang van het Actieplan en de verbeteracties rondom opvang en passende financiering.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 24 van het Kamerlid Bikker (CU) over middelen voor spoedeisende zorg in de regio
Ik wil ervoor zorgen dat de beschikbaarheid van acute zorg in iedere regio goed geregeld is. Ik ben al voornemens om budgetbekostiging in te voeren voor de afdelingen SEH, acute verloskunde en de IC. Dit geldt voor alle ziekenhuizen, dus ook voor streekziekenhuizen die niet gevoelig zijn voor de 45-minutennorm.
Het invoeren van de budgetbekostiging heeft een grote prioriteit, en moet zo snel mogelijk gebeuren. Hiervoor zal het Besluit beschikbaarheidsbijdrage moeten worden aangepast. Het is in verband met de benodigde wetswijziging niet mogelijk de budgetbekostiging per 2025 al in te voeren. Het voorstel om in de tussenliggende tijd een incidentele bijdrage aan de 13 streekziekenhuizen te geven is niet mogelijk vanwege het risico op staatssteun.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 25 van de Kamerleden Bushoff (GL-PvdA) en Bikker (CU), over de bestuursrechtelijke premie gelijkstellen aan de hoogte van de gemiddelde premie
Het kabinet vindt het zorgelijk dat te veel mensen in de problemen komen door armoede en schulden. Op veel beleidsterreinen werken we daaraan, bijvoorbeeld op werk- en inkomenszekerheid en betaalbaar wonen. De bestuursrechtelijke premie is dit jaar verlaagd van 120% naar 110% van de gemiddelde nominale zorgpremie. De aanleiding hiervoor was de uitkomst van een onderzoek dat is uitgevoerd door AEF.
De motiverende werking die de bestuursrechtelijke premie zou moeten hebben om de betalingsachterstand in te lopen wordt genuanceerd in het onderzoek. Voor een deel van de verzekerden werkt het namelijk niet zo, omdat zij al te veel schulden hebben. Deze groep heeft professionele schuldhulpverlening nodig.
Er is ook een groep die wel de betalingsachterstand kan inlopen. Of de motiverende werking daar wel werkt, is onzeker. Een verdere verlaging van de opslag zou kunnen betekenen dat het aantal verzekerden met een betalingsachterstand weer gaat stijgen. Dit komt doordat de bestuursrechtelijke premie voor sommige verzekerden lager is dan hun gewone zorgpremie. Een verzekerde behoudt, ook bij een betalingsachterstand, hun gewone zorgpremie. Als deze premie hoger is dan de gemiddelde zorgpremie, plus de gehanteerde opslag, zou het effect kunnen optreden dat de bestuursrechtelijke premie wordt verkozen boven het betalen van de zorgpremie.
Daarom acht ik het verstandig om de gevolgen van de verlaging naar 110% te monitoren. Tevens zou een verdere verlaging van de opslag een wijziging van de Zvw vereisen. Een wijziging van de Zvw is pas op zijn vroegst mogelijk in 2027.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 26 van het Kamerlid Bushoff (GL-PvdA) c.s. over middelen voor klinische studies in post-COVID poliklinieken
Het is van groot belang om patiënten met post-COVID zo snel mogelijk perspectief te bieden op passende zorg. Daarom is voor het onderzoek naar post-COVID budget beschikbaar gesteld. Een van de acties waar we op inzetten zijn klinische studies. Via ZonMw wordt een programma gefinancierd voor post-COVID (looptijd 2023 – 2028) van in totaal € 34,8 miljoen. Deze middelen zijn nog niet volledig toegekend aan studies, waardoor een aanvulling op deze middelen op dit moment niet zinvol is. De patiënten nazorgorganisatie C-support ontvangt € 8,2 miljoen in 2025. C-support ondersteunt post-COVID patiënten en adviseert zorgprofessionals.
Het amendement Bushoff c.s. heeft € 27 miljoen beschikbaar gemaakt voor de oprichting van de post-COVID poliklinische centra. Deze middelen zijn in 2025 (€ 12 miljoen) en 2026 (€ 15 miljoen) beschikbaar. De afgelopen maanden heeft VWS samen met patiëntenverenigingen, zorgverleners, zorgverzekeraars en andere partijen in de zorg hard gewerkt aan de totstandkoming van gespecialiseerde post-COVID expertisecentra, waarvan de eerste in november zullen openen in Maastricht UMC+, Amsterdam UMC en Erasmus MC. Binnen enkele maanden zullen ook de overige umc’s in Nederland de deuren openen, waarna deze zorg zo snel mogelijk wordt verbreed naar de algemene ziekenhuizen en de eerste lijn. Daarbij is door artsen een uitgebreid zorgpad uitgewerkt, dat in nauwe verbinding staat met het onderzoeksnetwerk PCNN, waarmee op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten uit binnen- en buitenland, snel geleerd kan worden over post-COVID.
De belangrijkste stap die genomen kan worden is het leggen van de verbinding tussen de onderzoeken die uitgevoerd worden, het onderzoeksnetwerk PCNN en de expertisecentra die worden ingericht. Hiervoor zijn reeds budgetten beschikbaar. Daarom acht ik het verstandig om de resultaten van de onderzoeken af te wachten, alvorens meer budget wordt toegekend aan klinische onderzoeken naar post-COVID.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 28 van het Kamerlid Paulusma (D66) over het terugdraaien van bezuinigingen op preventie, publieke gezondheid en pandemische paraatheid
De ombuiging op het beleidsprogramma Pandemische Paraatheid loopt op naar € 300 miljoen in 2029. Dit betekent dat niet alle plannen voor pandemische paraatheid per direct worden geschrapt. Het kabinetsbrede weerbaarheidsbeleid, waar het regeerprogramma over spreekt, wordt in de komende maanden verder uitgewerkt onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). In dit traject zal ook de weerbaarheidsopgave van VWS nader worden geconcretiseerd. Daar zullen de gevolgen van de ombuiging op het programma Pandemische Paraatheid bij worden betrokken.
Daarnaast is de dekking voor dit amendement ondeugdelijk.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 31 van de Kamerleden Paulusma (D66) en Mohandis (GL-PvdA) over 1 miljoen euro voor de bevrijdingsfestivals
In 2024 heeft het Rijk bij hoge uitzondering en op verzoek van de Kamer incidenteel een financiële bijdrage verstrekt aan de bevrijdingsfestivals. Met deze bijdrage konden de 14 bevrijdingsfestivals acute financiële problemen verhelpen. Het uitgangspunt van het Rijk was dat deze bijdrage eenmalig was. Dit uitgangspunt is ongewijzigd.
Het lid Mohandis heeft hier al op 9 oktober jl. schriftelijke vragen over gesteld. Ik werk momenteel aan de beantwoording waarin ik zal terugkomen op het verzoek tot het verstrekken van financiële steun voor bevrijdingsfestivals in 2025. Deze beantwoording verwacht ik zo spoedig mogelijk naar de Kamer te sturen.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 34 van de Kamerleden Westerveld (GL-PvdA) en Dijk (SP) over middelen voor een netwerk voor straatzorg
De straatdokters en straatzusters doen waardevol werk. Een georganiseerd netwerk van straatartsen kan straatzorg bieden en meedenken met een goede efficiënte zorgverlening aan dakloze mensen. Daarbij is het van belang dat dakloze mensen worden toegeleid naar een reguliere zorgverzekering. De middelen kunnen dienen als ondersteuning van het begeleiden van deze doelgroep.
In het licht van het voorgaande laat ik het oordeel aan uw Kamer.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 35 t.v.v. nr. 30 van het Kamerleden Klaver (GroenLinks-PvdA) en Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA) over financiering voor de wijkgerichte aanpak van vaccineren
Ik sta positief tegenover het uitbouwen van deze aanpak. Want net als u vind ik het verhogen van de vaccinatiegraad van groot belang. Het ministerie van VWS stimuleert gemeenten om bij de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma meer in te zetten op een wijkgerichte aanpak. Met deze aanpak zijn onder andere in Amsterdam goede resultaten geboekt.
In het licht van het voorgaande laat ik het oordeel aan uw Kamer.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 37 van het Kamerlid Dijk (SP) over een backpayregeling voor de doelgroep weduwen én nabestaanden van weduwen
De vorige staatssecretaris heeft begin vorig jaar besloten om geen nieuwe Backpay-regeling in het leven te roepen. De overwegingen zijn destijds met u gedeeld. Ik ben voornemens om komende tijd - in overleg met vertegenwoordigers vanuit de Indische en Molukse gemeenschap, onder wie Indische Platform 2.0 – na te gaan of er zich sinds die tijd nieuwe feiten hebben voorgedaan die mogelijk om een heroverweging vragen. Ik zal uw Kamer over de uitkomsten daarvan informeren.
Daarnaast is het amendement niet voorzien van concrete dekking.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 39 van het Kamerlid Dijk (SP) over middelen voor Stichting Kinderhulp en het Jeugdeducatiefonds
Ik ben het met de indieners eens dat elk kind recht heeft op een bril als deze nodig is om goed te kunnen functioneren in onze maatschappij. Ook ik ben van mening dat een bril essentieel is voor de ontwikkeling en gezondheid van een kind. Ik wil graag kijken naar mogelijke oplossingen om te voorkomen dat kinderen tussen wal en schip vallen, want zonder passende vergoeding is voor sommige kinderen een goede bril niet toegankelijk.
In het licht van het voorgaande laat ik het oordeel aan uw Kamer.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 41 t.v.v. nr. 29 van de Kamerleden Dobbe (SP) en Paulusma (D66) over een startbudget voor een nationale strategie vrouwengezondheid
Ik onderschrijf het belang dat er een gedegen aanpak moet komen van het thema vrouwspecifieke gezondheid. Juist om die reden is er mede naar aanleiding van de motie van het lid Dobbe c.s. toegezegd deze motie uit te zullen voeren maar hiervoor geen extra aanvullende financiële middelen en personele capaciteit beschikbaar te stellen (tweeminuten debat Vrouwspecifieke Aandoeningen)
Daarnaast is uitvoering gegeven aan de toezegging van mijn voorganger namelijk in de periode 2024-2030 wordt in totaal € 15 miljoen vrijgemaakt voor een Kennisprogramma vrouwspecifieke Aandoeningen bij ZonMw. ZonMw is daarbij ook gevraagd een bijdrage te verlenen en te ondersteunen bij de totstandkoming van de nationale strategie.
De Tweede Kamer zal halverwege volgend jaar geïnformeerd worden over de uitwerking rondom de nationale strategie rondom vrouwengezondheid.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 43 van het lid Kamerlid Westerveld (GL-PvdA) over een overbruggingsregeling voor praktijkopleidingen op maat
We hebben vanuit de dagbesteding willen aantonen dat mensen met een verstandelijke beperking weldegelijk hun talenten kunnen ontwikkelen en een diploma kunnen halen als ze dat op hun eigen manier en tempo kunnen doen. Daarom zijn er 3 branche-erkende opleidingen ontwikkeld.
Om die opleidingen direct goed te vestigen in het onderwijslandschap, hebben we een tijdelijke subsidie beschikbaar gesteld om maximaal 500 leerlingen deze opleiding te laten volgen.
De opleidingen zijn zo ontwikkeld, dat zij in principe vanuit de dagbestedingscomponent Wlz kunnen worden bekostigd.
Het ontwikkelen van meer opleidingen, of opleidingen die direct aansluiten op het vso, is een vraag die echt op het onderwijsbeleidsterrein thuishoort. Hierover heeft kamerlid Westerveld een motie op het terrein van OCW ingediend op 18 april 2024.
In overleg met deze partijen wordt gewerkt aan een voorstel om deze motie uit te werken. Het Ministerie van OCW zal mede namens het Ministerie van VWS en SZW de Kamer informeren over de uitkomsten van de gesprekken, daar de motie ook bij OCW is aangenomen.
In het licht van bovenstaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 44 t.v.v. nr. 42 van de Kamerleden Bikker (CU) en Van Dijk (SGP) over het verhogen van het budget voor de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis
Het subsidieplafond is ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van vorig jaar. De subsidieregeling heeft een subsidieplafond van €32 miljoen per jaar.
Het beschikbare subsidiebedrag wordt jaarlijks verdeeld onder aanvragende organisaties. Elke organisatie ontvangt afhankelijk van het aantal cliënten naar rato hetzelfde percentage van het maximumbedrag. Dat zorgt voor een eerlijke verdeling: alle organisaties hebben gelijke kansen. Het is dus niet ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Het zorgt er ook voor dat er nooit geld overblijft, maar dat het volledige budget wordt opgemaakt.
De afgelopen jaren ontvingen steeds meer mensen in de laatste levensfase ondersteuning van een vrijwilliger. Voor 2025 zijn normbedragen daardoor 7,4% lager uitgevallen t.o.v. normbedragen voor dit jaar.
De subsidieregeling is bedoeld om de inzet, opleiding en coördinatie van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg te stimuleren en is niet bedoeld om kostendekkend te zijn voor de volledige exploitatie van een hospice. Gelet op de korte voorbereidingstijd op de lagere normbedragen voor organisaties die gebruik maken van de subsidie ben ik bereid het plafond eenmalig in 2025 op te hogen. Ik wijs wel op het risico dat, afhankelijk van de ontwikkelingen van het aantal cliënten, het normbedrag in 2026 alsnog lager uit kan vallen als gevolg van de gekozen systematiek. Er ligt dus ook een opdracht bij de organisaties om zelf tijdig aanvullend fondsen te werven.
In het licht van het voorgaande laat ik het oordeel aan uw Kamer.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 45 t.v.v. 8 van het Kamerlid Dobbe (SP) gericht op ongedaan maken van de ingeboekte bezuiniging publieke gezondheid
De ombuiging op het beleidsprogramma Pandemische Paraatheid loopt op naar € 300 miljoen in 2029. Dit betekent dat niet alle plannen voor pandemische paraatheid per direct worden geschrapt. Het kabinetsbrede weerbaarheidsbeleid, waar het regeerprogramma over spreekt, wordt in de komende maanden verder uitgewerkt onder regie van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). In dit traject zal ook de weerbaarheidsopgave van VWS nader worden geconcretiseerd. Daar zullen de gevolgen van de ombuiging op het programma Pandemische Paraatheid bij worden betrokken.
Tot slot is de dekking van het amendement ondeugdelijk. De voorgestelde dekking is een wijziging van het belastingplan (30%-regeling).
In het licht van het voorgaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 46 van het lid Kamerlid Bushoff (GL-PvdA) over middelen voor professionele psychosociale zorg bij kanker
Ik deel uw opvatting dat kankerpatiënten en hun naasten grote behoefte hebben aan een luisterend oor, maar ook aan professionele ondersteuning.
Daarom wordt reeds vanuit het ministerie van VWS een projectsubsidie verstrekt aan IPSO.
De lopende projectsubsidie wordt aan IPSO verstrekt om onderzoek te verrichten naar het toekomstbestendig organiseren en financieren van (informele) psychosociale zorg bij kanker. Dit onderzoek is in december 2025 afgerond.
Na de afronding van dit onderzoek worden eventuele vervolgstappen bepaald. Op dit moment kan ik daar niet op vooruit lopen.
In het licht van het voorgaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 47 van de Kamerleden Krul (CDA) en Bikker (CU) over middelen voor een gratis VOG voor vrijwilligers die werken met kwetsbare mensen
Ik deel uw opvatting dat vrijwilligers van onschatbare waarde zijn voor de samenleving. Daarom ondersteun ik vrijwilligers met verschillende instrumenten, onder andere met de regeling Gratis VOG.
Deze regeling is op 14 maart 2019 in werking getreden. Sinds de inwerkingtreding is het beschikbare budget nooit geheel uitgeput. Daarom is gekozen om hier een deel van de taakstelling mee in te vullen.
De voorgestelde korting op het budget Gratis VOG heeft geen gevolg voor de uitgifte en uitvoering van de regeling. Kortom hier wordt niet op bezuinigd.
In het licht van het voorgaande ontraad ik dit amendement.
Amendement TK 36 600-XVI nr. 48 van het Kamerlid El Abassi (DENK) over cultuur sensitieve zorg
Ik onderschrijf het belang van diversiteitsensitieve zorg. In de beleidsnota diversiteitsensitieve zorg heb ik uw Kamer geschetst hoe ik dit bevorder langs verschillende inhoudelijke lijnen. Ook laat ik een onderzoeksprogramma hierover uitvoeren door ZonMw. In de aanstaande voortgangsrapportage zal ik u hierover nader informeren.
Echter, dit is in belangrijke mate ook aan het veld en de sector zelf om op te pakken. Daarbij past wetgeving of een wettelijke verplichting mijns inziens niet.
In het licht van het voorgaande ontraad ik dit amendement.