Het bericht dat de staatssecretaris belangen in bedrijven geheim houdt
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D41386, datum: 2024-10-30, bijgewerkt: 2024-11-01 16:06, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z17164).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.P. Dijk, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: S. Maatoug, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van zaak 2024Z17164:
- Gericht aan: F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën
- Indiener: J.P. Dijk, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z17164
Vragen van de leden Dijk (SP) en Maatoug (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat de Staatssecretaris belangen in bedrijven geheim houdt (ingezonden 30 oktober 2024).
Vraag 1
Klopt het dat in het eindverslag van formateur Van Zwol staat dat u onder andere «participaties in Nederlandse vastgoedfondsen», leningen aan MKB-bedrijven, obligaties en certificaten heeft en aandelen in beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde bedrijven bezit?1
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat u in de functie van Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst gevoelige informatie tot uw beschikking hebt die de waardering en beurskoersen van bedrijven – en daarmee de waarde van uw financiële vermogen – kan beïnvloeden? Welke geschreven en ongeschreven regels bestaan hieromtrent in Nederland? Kunt u uitgebreid toelichten in welke mate u vindt dat u zich houdt aan deze geschreven en ongeschreven regels?
Vraag 3
Deelt u de mening dat bewindspersonen zowel belangenverstrengeling als de schijn van belangenverstrengeling moeten voorkomen, zoals ook de OESO aanbeveelt?2 Kunt u uitgebreid toelichten in welke mate u vindt dat u voldoet aan deze OESO aanbevelingen, met expliciet aandacht voor de mogelijkheid voor en schijn van belangenverstrengeling?
Vraag 4
Bent u op de hoogte van verzoeken om uw belangen in beursgenoteerde bedrijven openbaar te maken? Wat is uw reactie op deze verzoeken?
Vraag 5
Bent u bereid informatie over uw zakelijke belangen, ook als die «op afstand staan», met de Kamer te delen? Zo nee, is openbaarheid ten aanzien van belangen in bedrijven wat u betreft niet belangrijk, en wat is hiervoor uw onderbouwing?
Vraag 6
Op welke manier kan beleid dat onder uw verantwoordelijkheid wordt gemaakt direct van invloed zijn op de winstgevendheid van bedrijven?
Vraag 7
Is het daarmee ook mogelijk dat uw beleid invloed heeft op uw eigen aandelenbelangen? Kunt u aangeven hoe uw beleid invloed zou kunnen uitoefenen op uw op afstand geplaatste aandelenbelangen? Kan dit potentiële voordeel ook genoten worden wanneer zakelijke belangen in de toekomst niet meer op afstand zijn geplaatst, bijvoorbeeld omdat u op dat moment geen bewindspersoon meer bent?
Vraag 8
Kunt u volledig uitsluiten dat uw beleid invloed heeft op uw eigen aandelenbelangen? Kunt u een uitgesplitst overzicht aan de Kamer zenden waarin u per belang uitsluit dat uw beleid hier invloed op heeft?
Vraag 9
Kunt u volledig uitsluiten dat beleid gemaakt door het kabinet waar u deel van uit maakt invloed heeft op uw zakelijke belangen? Heeft u invloed op het kabinetsbeleid?
Vraag 10
Op welke manier kunt u uitsluiten dat uw zakelijke belangen geen invloed hebben op uw eigen besluiten als bewindspersoon of uw bijdrage aan kabinetsbesluiten?
Vraag 11
Vindt u dat dit een gegeven is dat controleerbaar moet zijn in een democratie of bent u van mening dat bewindspersonen zakelijke belangen geheim mogen houden?
Vraag 12
Deelt u de mening dat het openbaar maken van zakelijke belangen in bedrijven bijdraagt aan de transparantie van het publieke bestuur? Acht u transparantie een onderdeel van goed bestuur?
Vraag 13
Kent u de gedragscode integriteit uit 20223 die de integriteit van bewindslieden beschrijft? Zo ja, wat vindt u van deze voorschriften? Vindt u dat deze code nageleefd moet worden? Vindt u dat u een uitzonderingspositie heeft ten opzichte van andere bewindspersonen wat betreft de naleving van deze gedragscode?
Vraag 14
Bent u van mening dat het primaire doel van financieel vermogen en zakelijke belangen is om winst te maken? Welke andere doelen worden gediend door het aanhouden van zulke belangen?
Vraag 15
Kent u de motie-Sneller aangaande deze kwestie?4 Kunt u hierop reflecteren? Op welke manier voldoet u aan letter en geest van deze motie?
Vraag 16
Heeft u de brief gelezen van toenmalig premier Rutte aangaande deze motie?5 Kunt u aangeven wat u van deze brief vindt en aangeven waarin u uw publieke rol kunt aanpassen? Kunt u erkennen dat het op afstand stellen van uw aandelenbelangen niet voldoende is en dat openheid van zaken vereist is? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Vraag 17
Kent u deze passage uit het handboek voor bewindspersonen: «Voor bewindspersonen van Financiën geldt in het bijzonder dat het zelf beleggen in aandelen van beursgenoteerde beleggingsfondsen niet is toegestaan, vanwege de bijzondere bevoegdheden van deze bewindspersonen voor de financiële markten en de informatie waarover zij uit dien hoofde kunnen beschikken»?6 Hoe interpreteert u deze passage en wat gaat u hiermee doen?
Vraag 18
Waarom heeft u, mede gezien de bovenstaande codes, regels, afspraken en normen, niet uit eigen beweging volledige openheid en transparantie over uw aandelenbelangen in beursgenoteerde bedrijven gegeven? Vindt u niet dat dit een onderdeel is van goed bestuur?
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 36 471, nr. 69 (Verslag van de formateur, dhr. R. van Zwol, inzake zijn formatiewerkzaamheden)↩︎
https://www.oecd.org/content/dam/oecd/en/publications/reports/2005/08/managing-conflict-of-interest-in-the-public-sector_g1gh5807/9789264018242-en.pdf↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2022–2023, 28 844, nr. 251 (bijlage)↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 35 925 III, nr. 9 (motie van het lid Sneller over nadere informatie over financiële belangen van bewindspersonen)↩︎
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 35 925 III, nr. 12 (brief van de Minister van Algemene Zaken)↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/documenten/richtlijnen/2024/07/02/handboek-voor-bewindspersonen↩︎