Amendement van de leden Maatoug en Stultiens over het afschaffen van de landbouwvrijstelling
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)
Amendement
Nummer: 2024D43200, datum: 2024-11-11, bijgewerkt: 2024-11-11 17:40, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Maatoug, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36602 -84 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025).
Onderdeel van zaak 2024Z18061:
- Indiener: S. Maatoug, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: L.C.J. Stultiens, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 602 | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025) | |
Nr. 84 | AMENDEMENT VAN De leden maatoug en stultiens | |
Ontvangen 11 november 2024 | ||
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: |
I
In artikel I wordt na onderdeel C een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ca
Artikel 3.12 vervalt.
II
Na artikel VII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIIa
In de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 vervalt hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel E.
III
In artikel XV, onderdeel E, onder 1, wordt na “eerste lid” ingevoegd “vervalt “en 3.12” en”.
Toelichting
Afschaffing landbouwvrijstelling (onderdelen I tot en met III)
Dit amendement is bedoeld om een overbodige vrijstelling in het belastingstelsel te schrappen, namelijk de landbouwvrijstelling. Het Nederlandse belastingstelsel bevat zeer veel vrijstellingen, aftrekposten en regelingen die ondoelmatig, inefficiënt of simpelweg overbodig zijn. Dit leidt tot grote complexiteit en onrechtvaardige uitkomsten. De landbouwvrijstelling is daar een schoolvoorbeeld van. De landbouwvrijstelling zorgt ervoor dat eigenaren van landbouwgrond die die grond verkopen geen belasting hoeven af te dragen over de winst die zij daarbij maken, in tegenstelling tot de eigenaren van andere soorten grond of bedrijfsmiddelen. Deze maatregel had ooit als doel om fiscale gelijkheid te bereiken tussen eigenaren van landbouwgrond die hun land zelf bewerkten en degenen die het verpachtten. Met de invoering van de Wet inkomstenbelasting in 2001is geregeld dat ook iemand die zijn grond verpacht belasting moet betalen over winst bij verkoop, net zoals dat altijd al moest bij landbouwgrond. Hiermee is het beleidsdoel, het opheffen van fiscale ongelijkheid, behaald. De vele evaluaties van de regeling laten dan ook duidelijk zien dat de landbouwvrijstelling geen bestaansrecht (meer) heeft.
Dit amendement beoogt daarom de landbouwvrijstelling zonder overgangsrecht af te schaffen per 1 januari 2025. In verband met de afschaffing van de landbouwvrijstelling komt tevens hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel E, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 (dat dan overbodig wordt) te vervallen. Dit onderdeel bepaalt dat de beschikkingen die zijn afgegeven op basis van artikel 70 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 van betekenis blijven voor de toepassing van de landbouwvrijstelling voor de Wet inkomstenbelasting 2001.
Budgettaire gevolgen
De budgettaire gevolgen van de afschaffing van de landbouwvrijstelling zonder overgangsrecht worden in onderstaande tabel voor de eerste drie jaar na afschaffing gegeven en voor 2064. De opbrengst loopt na 2064 nog (zeer) traag omhoog. Bij de raming is uitgegaan van het standaard gedrags- en anticipatie-effect zoals beschreven in de publicatie ‘Gedragseffecten belastingmaatregelen’ van het CPB.1
In mln EUR en in prijzen 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | Struc (2064) |
---|---|---|---|---|---|
Opbrengst met gedrag | 115 | 124 | 132 | 139 | 239 |
Uitvoeringsgevolgen
De voorgestelde maatregel zorgt op termijn voor een structurele complexiteitsreductie in de uitvoering. Op korte termijn zal de maatregel tot extra discussies leiden.
Maatoug
Stultiens