[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van de leden Van Eijk en Vermeer over het uitbreiden van de vrije ruimte in de werkkostenregeling

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)

Amendement

Nummer: 2024D43441, datum: 2024-11-12, bijgewerkt: 2024-11-12 15:51, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36602 -93 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025).

Onderdeel van zaak 2024Z18169:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2024-2025
36 602 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2025)
Nr. 93 AMENDEMENT VAN de leden van eijk en vermeer
Ontvangen 12 november 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel L een onderdeel ingevoegd, luidende:

La

In artikel 5.13 wordt “€ 30.000” vervangen door “€ 26.000” en wordt “€ 60.000” vervangen door “€ 52.000”.

II

In artikel I wordt na onderdeel Q een onderdeel ingevoegd, luidende:

Qa

In artikel 8.19, tweede lid, wordt “0,7%” vervangen door “0,1%”.

III

Aan artikel III worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

D

Afdeling 5.3 vervalt.

E

Artikel 8.19 vervalt.

IV

In artikel VIII, onderdeel E, wordt na onderdeel 1 een onderdeel ingevoegd, luidende:

1a. In het derde lid, onderdeel a, wordt “1,92%” vervangen door “2%”.

V

Artikel X, onderdeel D, wordt als volgt gewijzigd:

1.Voor de tekst wordt de aanduiding “2.” geplaatst en in de tekst wordt “artikel 31a, achtste en negende lid,” vervangen door “het achtste en negende lid”.

2.Voor onderdeel 2 (nieuw) worden een aanhef en een onderdeel ingevoegd, luidende:

Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt “2%” vervangen door “2,16%”.

Toelichting

Indieners zijn van mening dat werken meer moet lonen. Goed werkgeverschap is hierin een belangrijke schakel. Met dit amendement krijgen werkgevers in het mkb meer fiscale ruimte voor goed werkgeverschap. Door uitbreiding van de vrije ruimte in de Werkkostenregeling kunnen mkb-werkgevers bijvoorbeeld makkelijker een gezonde lunch, sportabonnement of thuiswerkvergoeding aanbieden. Indiener kiest voor een verhoging in de eerste schijf van de Werkkostenregeling, tot een loonsom van €400.000. Structureel leidt dit tot een voordeel voor werkgevers van ongeveer €960 per jaar, waarvan het voordeel voornamelijk bij het mkb ligt.

Als dekking is gekozen voor het verlagen van de heffingskorting groen beleggen en de vrijstelling groen beleggen in Box 3. Indiener is van mening dat dit past bij de ambitie van dit kabinet om het aantal fiscale regelingen te verminderen.

Inhoudelijke toelichting

De werkkostenregeling (WKR) is de regeling in de loonbelasting voor de behandeling van vergoedingen en verstrekkingen die door de werkgever aan de werknemer worden gegeven in het kader van de dienstbetrekking. Werkgevers kunnen hierbij zelf bepalen in welke mate en voor welke vergoedingen zij de vrije ruimte willen benutten, voor zover dit gebruikelijk is.1 De vrije ruimte bedraagt op grond van artikel 31a, derde lid, van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) 1,92% van – kort gezegd – de fiscale loonsom tot en met € 400.000 plus 1,18% van het restant van die loonsom. Als de vrije ruimte wordt overschreden, is de inhoudingsplichtige een eindheffing van 80% verschuldigd over deze overschrijding. Deze berekening vindt plaats per inhoudingsplichtige, tenzij inhoudingsplichtigen de concernregeling van artikel 32 Wet LB 1964 toepassen. Met dit amendement wordt voorgesteld om per 1 januari 2025 het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte te verhogen van 1,92% naar 2%. Daarnaast wordt voorgesteld om per 1 januari 2027 het percentage van de eerste schijf van de vrije ruimte te verhogen van 2% naar 2,16%.

Met dit amendement wordt ten tweede – als dekkingsmaatregel - voorgesteld zowel de box 3-vrijstelling groene beleggingen als de heffingskorting groene beleggingen te verlagen per 1 januari 2025 en zowel de vrijstelling als de heffingskorting te laten vervallen per 1 januari 2027. Op dit moment zijn er twee regelingen voor particulieren om groene beleggingen (groene spaartegoeden en andere groene bezittingen) te stimuleren, namelijk een box 3-vrijstelling en een heffingskorting over het vrijgestelde deel van de groene beleggingen. De heffingskorting groene beleggingen bedraagt 0,7% van het op 1 januari van het betreffende belastingjaar in box 3 vrijgestelde bedrag aan kwalificerende bezittingen van de belastingplichtige(n). Op grond van het amendement Inge van Dijk/Erkens2 bij de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 wordt de box 3-vrijstelling groene beleggingen verlaagd tot € 30.000 (voor partners € 60.000) met ingang van 1 januari 2025. Dit bedrag wordt vervolgens per 1 januari 2025 geïndexeerd. Op grond van het onderhavige amendement wordt met ingang van 1 januari 2025 de box 3-vrijstelling groene beleggingen verder verlaagd met € 4.000 tot € 26.000 (voor partners € 52.000) (eveneens voorafgaande aan indexatie) en wordt de heffingskorting groene beleggingen met 0,6%-punt verlaagd tot 0,1% van het op 1 januari van het betreffende belastingjaar in box 3 vrijgestelde bedrag aan kwalificerende bezittingen van de belastingplichtige(n). Daarnaast worden – zoals gezegd - op grond van dit amendement de box 3-vrijstelling groene beleggingen en de heffingskorting groene beleggingen afgeschaft per 1 januari 2027.

Het kabinet wordt verzocht de verwijzingen naar groen beleggen in andere bepalingen uiterlijk per 1 januari 2027 aan te passen.

Budgettaire gevolgen

Het verhogen van de eerste schijf van de vrije ruimte van de WKR van 1,92% naar 2% per 2025 kost € 20 miljoen per jaar. Vanaf 2027 wordt met dit amendement het percentage in de eerste schijf verder verhoogd tot 2,16%, wat leidt tot een totale budgettaire derving van € 59 miljoen per jaar. Bij de raming van het verhogen van de eerste schijf van de vrije ruimte wordt aangenomen dat werkgevers de arbeidsvoorwaarden zodanig wijzigen dat de aanvullende vrije ruimte volledig wordt benut.

De wens van de indieners zowel de box 3-vrijstelling groene beleggingen als de heffingskorting groene beleggingen te verlagen, levert zowel in 2025 als in 2026 € 20 miljoen op. De afschaffing van zowel de box 3-vrijstelling groene beleggingen als de heffingskorting groene beleggingen met ingang van 1 januari 2027 levert structureel € 59 miljoen op. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat zoals gebruikelijk geen rekening is gehouden met mogelijke wijzigingen die voortvloeien uit een toekomstig stelsel.

Tabel: Budgettaire gevolgen (miljoen euro, + is saldoverbeterend/lastenverzwarend)

Maatregel 2025 2026 2027 Struc = 2027
Verlagen vrijstelling en heffingskorting groene beleggingen 20 20 59 59
Verhogen percentage eerste schijf vrije ruimte (WKR) -20 -20 -59 -59
Totaal 0 0 0 0

Van Eijk

Vermeer


  1. Om vergoedingen en verstrekkingen als eindheffingsloon te kunnen aanwijzen op grond van artikel 31, eerste lid, onderdeel f, Wet LB 1964 mogen die vergoedingen en verstrekkingen niet meer dan in belangrijke mate (30%) afwijken van wat in vergelijkbare omstandigheden gebruikelijk is.↩︎

  2. Kamerstukken II 2023/24, 36421, nr. 11.↩︎