Verslag van de informele Europese Raad en de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 7 en 8 november 2024
Europese Raad
Brief regering
Nummer: 2024D44516, datum: 2024-11-18, bijgewerkt: 2024-11-21 13:42, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
- Beslisnota bij Verslag van de informele Europese Raad en de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 7 en 8 november 2024
- Verslag van de informele Europese Raad en de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 7 en 8 november 2024
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-2132 Europese Raad.
Onderdeel van zaak 2024Z18660:
- Indiener: C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2024-11-19 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-12 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
21 501-20 Europese Raad
36 230 Europese Politieke Gemeenschap
Nr. 2132 Brief van de minister van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2024
Hierbij bied ik u aan, mede namens de minister-president, het verslag van de informele Europese Raad en de bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 7 en 8 november 2024.
De minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag van de informele Europese Raad en bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap van 7 en 8 november 2024
Op vrijdag 8 november vond een informele Europese Raad (ER) plaats in Boedapest. De ER sprak over de toekomst van het Europese concurrentievermogen en nam een verklaring aan over concurrentievermogen. Deze verklaring is niet juridisch bindend en betreft geen besluitvorming. De ER sprak verder over actuele ontwikkelingen in de VS en Georgië. Op 7 november, voorafgaand aan de ER kwamen de regeringsleiders en staatshoofden van de Europese Politieke Gemeenschap (EPG) samen. De minister-president nam deel aan de ER en de EPG.
Informele Europese Raad
Informeel diner EU-VS
Tijdens de informele ER vond een diner plaats waar regeringsleiders
spraken over de Trans-Atlantische betrekkingen en het belang van
samenwerking tussen de EU en de VS in het licht van de uitkomst van de
verkiezingen in de VS. Veel regeringsleiders benadrukten het belang van
realisme en van eensgezindheid in het EU optreden, vanwege de grote
belangen op het gebied van handel, veiligheid en geopolitiek. Diverse
regeringsleiders benadrukten dat gestreefd moet worden naar een win-win
situatie in de relatie met de VS en wezen op de gezamenlijke belangen:
de EU en de VS zijn grote handels- en investeringspartners van elkaar.
Op het gebied van veiligheid op het Europese continent is gesproken over
de noodzaak om Oekraïne te blijven steunen in de strijd tegen de
Russische agressie. Ook stelden diverse regeringsleiders de samenwerking
met de VS op andere deelterreinen aan de orde, waaronder de situatie in
het Midden-Oosten, de impact op de relatie met derde landen, waaronder
China, en op het gebied van de internationale klimaatafspraken.
Nederland benadrukte het belang van goede relaties tussen de EU en de VS
voor onze welvaart en veiligheid en riep op tot eenheid en een positieve
agenda hiertoe. Diverse regeringsleiders vroegen om de voorbereidingen
voort te zetten binnen de EU om de relatie met de VS verder vorm te
geven. Ook werd opgemerkt dat de EU meer moet investeren in haar eigen
veiligheid en concurrentievermogen, wat goed aansloot bij de ambities
die de EU hiertoe ontwikkelt. De discussie over de aanbevelingen van het
rapport van Mario Draghi om het concurrentievermogen van de EU verder te
versterken werden dan ook in het licht van de veranderde geopolitieke
context verwelkomd.
Rapport Draghi
De leden van de Europese Raad hebben een discussie gevoerd op basis van
het recent gepubliceerde rapport van Mario Draghi over de toekomst van
het Europese concurrentievermogen. Draghi introduceerde zijn rapport en
benadrukte de noodzaak om het concurrentievermogen van de Unie te
versterken. Draghi gaf hierbij aan dat geld niet het belangrijkste is
bij het bevorderen van het Europese concurrentievermogen, maar dat de
eerste stappen vooral fragmentatie tegen moeten gaan. Hierbij zou in de
eerste plaats aandacht moeten zijn voor het vervolmaken en verbreden van
de interne markt (ook diensten), startups laten opschalen met private
financiering en regels verminderen. Draghi benadrukte dat hiervoor geen
extra publieke middelen benodigd zijn en wees op het belang van de
kapitaalmarktunie. Verder onderstreepte Draghi in zijn betoog dat een
herijking van het economisch model van de Unie noodzakelijk is. Hierbij
zijn evenwichtige handelsrelaties belangrijk, moeten investeringen zich
richten op infrastructuur, onderwijs, en onderzoek en ontwikkeling. De
Unie moet vooral in zichzelf investeren.
Voorzitter van de Europese Centrale Bank Christine Lagarde onderstreepte ook het belang van privaat geld om investeringen te verwezenlijken. Voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen sprak haar steun uit voor het rapport van Draghi. Ze gaf aan dat de nadruk moet liggen op voorspelbaarheid voor bedrijven. Verder had zij aandacht voor het afdekken van geopolitieke risico’s, nieuwe milieukosten, het belang van deregulering en energiekosten.
Nederland heeft in zijn interventie het belang van de interne markt benadrukt, alsook innovatie, investeringen in strategische sectoren zoals de defensie-industrie, open handel en het aantrekken van privaat kapitaal. Volgens het kabinet zijn de Nederlandse belangen gebaat bij een sterke EU, die geopolitiek doortastend kan optreden. Dit vergt een gezonde, concurrerende en weerbare Europese economie, zodat we niet alleen politieke, maar ook economische slagkracht hebben om ons met andere economische grootmachten te meten en onze belangen te behartigen. De Boedapest Verklaring over het EU-concurrentievermogen is in lijn met de positie van het kabinet, onder meer vanwege voldoende aandacht voor de interne markt, de kapitaalmarktunie, defensie, energie en onderzoek en ontwikkeling. Nederland heeft duidelijk gemaakt geen voorstander te zijn van het aangaan van gemeenschappelijke schuld voor nieuwe Europese instrumenten.
Andere onderwerpen
Ten slotte is gesproken over andere politieke ontwikkelingen,
waaronder de Georgische parlementsverkiezingen van 26 oktober jl.
Tijdens de ER in september zijn er conclusies aangenomen door de
Europese Raad, waarin is aangegeven dat de toetredingsonderhandelingen
de facto tot stilstand zijn gekomen. Nederland heeft daarnaast aandacht
gevraagd voor de gebeurtenissen in Amsterdam in de nacht van donderdag 6
november. De minister-president heeft de verwerpelijke antisemitische
aanvallen op Israëlische voetbalsupporters veroordeeld en benadrukt dat
de daders zullen worden opgespoord en berecht. Nederland zal
antisemitisme nooit accepteren. Dat kon op veel steun en bijval rekenen
van de andere staatshoofden en regeringsleiders, die hier ook mee
worstelen.
Europese Politieke Gemeenschap
Algemeen – openingssessie
Op 7 november nam de minister-president deel aan de vijfde
bijeenkomst van de Europese Politieke Gemeenschap in Boedapest waarbij
ruim 40 Europese regeringsleiders en de Secretarissen-Generaal van de
NAVO, OVSE en de Raad van Europa aanwezig waren. De EPG werd geopend
door gastheer en Hongaarse premier Orbán. Daarnaast spraken de
Oekraïense president Zelensky, de Franse president Macron, de Turkse
president Erdoğan, premier Frederiksen van Denemarken en president Vučić
van Servië. Regeringsleiders spraken, zoals gebruikelijk bij de EPG,
informeel met elkaar. Centraal stond het belang van samenwerking op het
Europese continent om wereldwijde uitdagingen het hoofd te bieden.
Tijdens de sessie werd gesproken over Europese veiligheidsuitdagingen,
in het bijzonder het belang van blijvende steun aan Oekraïne. Ook werd
door sommige deelnemers gesproken over economische samenwerking, de
situatie in het Midden-Oosten en over de uitslag van de Amerikaanse
presidentsverkiezingen. De betekenis daarvan voor Europa maakte
onderdeel uit van de gedachtewisseling tussen de regeringsleiders.
Rondetafelgesprek migratie
Na de plenaire opening vonden er rondetafelgesprekken plaats. De
minister-president nam deel aan het informele rondetafelgesprek over
migratie, waarbij werd stilgestaan bij de huidige uitdagingen op dit
gebied. Er bestond een gedeeld beeld van hoge urgentie, waarbij de
conclusie was dat aan concrete oplossingen gewerkt moet worden. De
minister-president benadrukte het belang van beter grip krijgen op
migratie, onder meer door versterkte buitengrenzen en verbeterde
samenwerking bij de aanpak van georganiseerde misdaad en mensensmokkel.
Ook benadrukte de minister-president het belang van brede
partnerschappen met derde landen en de noodzaak tot het verkennen van
innovatieve vormen van migratiesamenwerking (in het bijzonder
terugkeerhubs).
Passend bij het informele karakter van de EPG-bijeenkomsten, heeft er geen concrete besluitvorming plaatsgevonden en zijn geen gezamenlijke verklaringen of conclusies aangenomen. Voor het kabinet heeft de EPG meerwaarde als forum voor dialoog en samenwerking tussen regeringsleiders uit zowel de EU als andere Europese landen. De volgende bijeenkomst van de EPG zal in Albanië worden gehouden, naar verwachting in mei 2025.