Initiatiefnota
Initiatiefnota van het lid Mutluer over femicide – erkenning en aanpak van gendergerelateerd dodelijk geweld
Initiatiefnota
Nummer: 2024D45010, datum: 2024-11-20, bijgewerkt: 2024-12-11 10:54, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36658-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Mutluer, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
Onderdeel van kamerstukdossier 36658 -2 Initiatiefnota van het lid Mutluer over femicide – erkenning en aanpak van gendergerelateerd dodelijk geweld.
Onderdeel van zaak 2024Z18870:
- Indiener: S. Mutluer, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2024-11-26 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-11-28 12:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
36 658 Initiatiefnota van het lid Mutluer over femicide – erkenning en aanpak van gendergerelateerd dodelijk geweld
Nr. 2 INITIATIEFNOTA
1. Inleiding
1.1 Aanleiding voor de initiatiefnota
Sanne werd vermoord door haar partner, nu staat ze op FEMICIDE: «Nooit meer, dendert dagelijks door mijn hoofd» (AD, 2024)
Burgemeester Rijswijk: «Opnieuw lijkt er femicide te hebben plaatsgevonden» (NOS, 2024)
In Nederland worden jaarlijks gemiddeld 43 vrouwen vermoord. De media presenteren deze gevallen vaak als afzonderlijke incidenten en met verhullende termen als «familiedrama», «eerwraak» of «crime passionnel.» In werkelijkheid gaat het vaak om een patroon van dwingende controle en fysiek geweld dat uiteindelijk uitmondt in femicide. Voor de definitie van femicide hanteert de initiatiefnemer in deze initiatiefnota de formulering zoals is opgesteld door de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC)1. De definitie stelt dat er sprake is van femicide als een moord op een vrouw een gendergerelateerde motivatie heeft. Deze gendergerelateerde factoren omvatten de ideologie dat mannen bepaalde rechten en privileges hebben ten opzichte van vrouwen, sociale normen over mannelijkheid en de behoefte om mannelijke controle of macht uit te oefenen, genderrollen af te dwingen of om vrouwelijk gedrag dat als onacceptabel wordt gezien te voorkomen, ontmoedingen of bestraffen.
Achter deze definitie schuilen de onderliggende oorzaken van dit geweld, zoals ongelijke machtsverhoudingen tussen mannen en vrouwen en genderstereotypen die vrouwen kwetsbaarder maken voor dodelijk geweld. Daarmee gaat het om een sociaal en cultureel fenomeen dat diep verankerd is in onze gewoonten en denkpatronen.2
Aan het doden van een vrouw gaat vaak stalking, dwingende controle en psychisch, seksueel of fysiek geweld vooraf – waarschuwingssignalen die te vaak over het hoofd worden gezien door instanties. De signalen worden niet als een patroon herkend maar als losstaande incidenten. Ondanks de ernst van het probleem ontbreekt het daarnaast aan een expliciete strafbaarstelling van een deel van deze cruciale waarschuwingssignalen, ook wel «rode vlaggen» genoemd.3 Dit kan leiden tot verbeterde preventie van femicide en verbeterde vervolging en bescherming van vrouwen, met meer aandacht voor de patronen en het genderspecifieke karakter van dit geweld. Het is van belang om hoogrisicozaken eerder in beeld te krijgen en het aantal dodelijke slachtoffers omlaag te brengen.
1.2 Doelgroep en doel van de initiatiefnota
Deze initiatiefnota richt zich op het beschermen van vrouwen die slachtoffer zijn van gendergerelateerd geweld en daarmee het slachtoffer van femicide kunnen worden. Het voorstel is gericht op beleidsmakers, justitiële autoriteiten, hulpverleners en maatschappelijke organisaties.
Deze initiatiefnota beoogt een versterking van de Nederlandse wetgeving en handhaving om de risico’s van femicide beter in kaart te brengen. Het doel is om vrouwen te beschermen door instanties in het zorg- en veiligheidsdomein beter toe te rusten om de voorbodes van femicide te herkennen en (strafrechtelijk) aan te pakken en sneller de juiste interventies, zowel voor slachtoffer, pleger als hun kinderen, in te kunnen zetten. Er wordt ook gestreefd naar een nauwere samenwerking tussen hulpverleners en rechtshandhavingsinstanties, zodat preventieve maatregelen effectiever worden ingezet, slachtoffers tijdig worden beschermd en curatieve zorg beschikbaar en toegankelijk is.
De nota wil daarnaast bijdragen aan een bredere maatschappelijke verandering. Het gaat niet alleen om wetgeving, maar ook om het bevorderen van een cultuur waarin geweld tegen vrouwen in welke vorm dan ook als volstrekt onaanvaardbaar wordt beschouwd.
2. Noodzaak tot interventie
Femicide is een van de ernstigste vormen van gendergerelateerd geweld. De dringende noodzaak tot interventie wordt benadrukt door verontrustende statistieken en maatschappelijke ontwikkelingen.4 Ondanks de bestaande wetgeving is de aanpak van femicide in Nederland op dit moment namelijk onvoldoende effectief om deze vorm van geweld structureel terug te dringen. Dit komt deels door een gebrek aan erkenning van de unieke dynamiek en risicofactoren die aan femicide ten grondslag liggen. Femicide volgt vaak op een patroon van langdurig geweld, bedreigingen en – met name – dwingende controle, wat betekent dat bepaalde signalen («rode vlaggen») vroegtijdig herkend kunnen worden, mits hulpverlenende instanties en de politie voldoende aandacht en expertise hebben. Uit recente onderzoeken blijkt echter dat deze signalen en het onderliggende patroon van dwingende controle te vaak worden gemist, waardoor preventie en interventie tekortschieten. Dat is een gemiste kans, aangezien femicide ook wel wordt gezien als de meest voorspelbare vorm van moord of doodslag. Dat laat zien dat er nog een wereld te winnen is in het voorkomen ervan.
2.1 Femicide in cijfers
In 2023 stierven in Nederland volgens het CBS 125 mensen door moord of doodslag, waaronder 84 mannen en 41 vrouwen5. Meer dan de helft van de vrouwelijke slachtoffers (54 procent) werd in de periode 2014–2023 vermoord door een (ex-)partner, meestal in hun eigen woning, vaak met een steekwapen of door wurging. Bij vrouwen tussen de 20 en 60 jaar liep dit percentage op tot 70 procent. Eén op de vijf vrouwen werd om het leven gebracht door een familielid.6 Deze cijfers plaatsten Nederland in 2022 in de top 3 van Europa voor femicide als je het aantal moorden per land afzet tegen het aantal inwoners7. Dat toont aan dat het geen incidenteel probleem is, maar een structurele vorm van geweld tegen vrouwen.8 De cijfers voor partnerdoding bij mannen zijn aanzienlijk lager; slechts één op de twintig vermoorde mannen wordt gemiddeld door een (ex-)partner gedood.
2.2 Internationale verplichtingen
De noodzaak tot interventie wordt niet alleen bepaald door de nationale cijfers en misstanden, maar ook door de internationale verplichtingen die Nederland is aangegaan om vrouwen beter te beschermen tegen het extreme geweld dat femicide vormt. Nederland heeft zich in 2016 door ondertekening van het Verdrag van Istanbul verplicht om gendergerelateerd geweld, waaronder femicide, actief te bestrijden.9 Desondanks ontbreekt het aan een gecoördineerde aanpak, duidelijke juridische definities en een effectieve preventiestrategie die 24/7 toegankelijk is en rekening houdt met de complexiteit van femicide.
3. De huidige aanpak schiet tekort
De huidige aanpak in Nederland om vrouwen effectief te beschermen schiet tekort. Dodelijk partnergeweld wordt nog steeds afgedaan als een «gezinsdrama» of «moord in de relationele sfeer», waardoor de genderspecifieke aard van het misdrijf onzichtbaar blijft. Deze eufemistische termen verhullen de onderliggende oorzaken en patronen van femicide, zoals machtsongelijkheid en controle binnen relaties. De structurele ongelijkheid tussen mannen en vrouwen verhoogt het risico op geweld tegen vrouwen, waaronder femicide. Deze ongelijkheid wordt vaak versterkt door patriarchale overtuigingen waarbij mannen hun partners als bezit beschouwen.10 Vrouwen lopen ook vaker risico om slachtoffer te worden van geweld binnen intieme relaties vanwege hun economische, sociale en fysieke afhankelijkheid van hun partners. Dit maakt het voor veel vrouwen moeilijk om uit gewelddadige situaties te ontsnappen, waardoor ze gevangen blijven in een vicieuze cirkel van controle en geweld.
3.1 Onvoldoende juridische erkenning
In Nederland wordt femicide behandeld als een algemene vorm van moord of doodslag vanwege de genderneutrale strafbepalingen. Echter femicide kent specifieke gendergerelateerde kenmerken en patronen. De daden die voorafgaan aan femicide gaan vaak gepaard met onderliggende machtsdynamieken en terugkerende gewelddadige gedragingen. Daarom is normstelling zo belangrijk: de samenleving moet begrijpen dat de duidelijke «rode vlaggen» die voorafgaan aan de moord op een vrouw, zoals dwingende controle als stalking, psychisch geweld of niet-fatale verwurging, bijzonder ernstige misdrijven zijn die specifieke aandacht vereisen. Nu worden incidenten die voorafgaan aan femicide vaak afzonderlijk beoordeeld, zonder dat de eerdere (gewelds)incidenten als verergerende omstandigheden of als onderdeel van een patroon worden beschouwd.
3.2 Fragmentatie en gebrek aan een integrale aanpak en samenwerking
In juni 2024 stuurde het kabinet Rutte IV het plan van aanpak «Stop femicide!»11 dat mede tot stand is genomen na aandrigen van de kamerleden12 naar de Tweede Kamer. Hoewel het plan volstaat met goede intenties legt het ook duidelijk bloot hoe gebrekkig de coördinatie tussen de drie betrokken Ministeries (J&V, VWS en OCW) is en onderstreept het de noodzaak voor meer samenhang in beleid. Er ontbreekt een centraal orgaan dat toezicht houdt op de samenwerking tussen ministeries die verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van plannen, waardoor de aanpak versnipperd blijft. Deze fragmentatie is ook zichtbaar bij de samenwerking tussen de betrokken instanties – zoals de politie, hulpverleners en het Openbaar Ministerie – die elkaar nog onvoldoende weten te vinden. Ook per regio en gemeente zijn er verschillen. Zo zijn de gemeentes verantwoordelijk voor Veilig Thuis en is de informatievoorziening niet in elke regio hetzelfde. Zonder duidelijke richtlijnen over wie verantwoordelijk is voor welke actie en op welk moment, worden zaken te laat of niet effectief opgevolgd. Dit wijst op een fundamenteel systeemfalen dat de effectiviteit van preventieve maatregelen ernstig ondermijnt en ervoor zorgt dat vrouwen die hulp zoeken vaak tussen wal en schip vallen.
Vrouwen die slachtoffer zijn of dreigen te worden van geweld, moeten daarnaast vaak meerdere keren hun verhaal doen bij verschillende instanties. Dat is belastend en zorgt voor een herbeleving van het trauma, maar leidt ook nog eens tot een gefragmenteerde aanpak. Dit vergroot de kans dat signalen van geweld, zoals psychisch geweld, stalking, en dwingende controle, ook gefragmenteerd geïnterpreteerd worden en daarmee niet tijdig worden herkend of opgevolgd. Hierdoor krijgen vrouwen niet altijd op tijd de bescherming of hulp die zij nodig hebben.
3.3 Gebrekkige registratie en data-analyse
Een belangrijke tekortkoming in de huidige aanpak is ook het gebrek aan systematische registratie van eerdere geweldsincidenten die kunnen leiden tot femicide, zoals stalking en dwingende controle.13 Hierdoor is er geen volledig beeld van hoe vaak femicide voorkomt, welke risicofactoren betrokken zijn, en welke patronen kunnen worden geïdentificeerd om toekomstige gevallen te voorkomen. Zonder specifieke data is het moeilijk om gericht beleid te ontwikkelen dat effectief kan ingrijpen op de vroege signalen van femicide. Een systematische aanpak is noodzakelijk om risico’s beter te identificeren en preventieve maatregelen effectief te implementeren.14
3.4 Beperkte preventieve maatregelen
Hoewel er verschillende initiatieven zijn om huiselijk geweld aan te pakken, ontbreken er daarnaast concrete preventieve maatregelen die specifiek gericht zijn op het voorkomen van femicide. Het ontbreekt aan een structurele aanpak om de waarschuwingssignalen die aan femicide voorafgaan te identificeren en te adresseren. Trainingen voor politie, justitie, hulpverleners en professionals in de eerstelijnszorg om deze signalen te herkennen en tijdig in te grijpen zijn nog onvoldoende geïntegreerd in de dagelijkse praktijk. Vaak ontbreekt het bij zowel de politie als het Openbaar Ministerie aan specialistische kennis.
Daarnaast is er nog te weinig bewustwording in de samenleving over de specifieke kenmerken van femicide. Hierdoor wordt de ernst van situaties waarin vrouwen slachtoffer zijn van psychisch geweld en dwingende controle niet altijd erkend, waardoor slachtoffers niet tijdig hulp zoeken of ontvangen. Een verbeterde maatschappelijke bewustwording is essentieel om de ernst van de problematiek te herkennen en passende maatregelen te treffen. Wanneer naasten de signalen eerder herkennen kunnen zij ook eerder om hulp en advies vragen.
3.5 Financiële middelen ontbreken
Hoewel femicide steeds vaker wordt erkend als een dringend probleem, ontbreekt het nog steeds aan concrete financiële middelen om dit daadwerkelijk aan te pakken. Femicide komt niet voor in het regeerprogramma en de politieke retoriek over het beschermen van vrouwen tegen geweld wordt niet ondersteund door substantiële extra investeringen. Hierdoor blijven de middelen die nodig zijn voor het versterken van de samenwerking tussen instanties, het verbeteren van de training voor professionals en het ontwikkelen van preventiecampagnes onvoldoende of zelfs volledig afwezig.
Hierdoor ontstaat zelfs het risico dat bestaande hulpinstanties, zoals Veilig Thuis, blijvend te maken hebben met wachtlijsten doordat gemeenten worden gekort. Ook zorginstellingen hebben een gebrek aan ruimte, waardoor Veilig Thuis zaken niet door kan zetten en de keten verder vastloopt. Zo zijn er momenteel vrouwen die acuut gevaar lopen en die moeten worden opgevangen in hotels of vakantieparken doordat de opvang vol is.15 Een situatie die verre van ideaal is en wijst op een zorgelijke ontwikkeling, want zonder de benodigde financiële middelen kunnen effectieve preventie, bescherming en hulpverlening niet op een adequate schaal worden gerealiseerd.
Het gebrek aan toereikende middelen leidt ertoe dat veel maatregelen slechts theoretisch blijven of niet op de juiste manier worden uitgevoerd. Dit gaat hand in hand met het feit dat femicide nog steeds niet wordt gezien en behandeld als prioriteit. Zonder concrete financiële middelen om deze specifieke vorm van geweld aan te pakken, blijven de maatregelen gefragmenteerd en ineffectief. Investeringen in het versterken van de infrastructuur, de opleiding van professionals en de ontwikkeling van coördinatiemechanismen zijn essentieel om een samenhangende en krachtige aanpak te realiseren. Ook onderzoek naar de context, casuïstiek en effectiviteit en de doorontwikkeling van bestaande interventies moet hier onderdeel van uitmaken.
4. Naar een effectieve aanpak voor femicide: beleidsoverwegingen
Een effectieve strategie om femicide aan te pakken vereist een geïntegreerde en multidimensionale benadering die verder gaat dan alleen strafrechtelijke maatregelen, die vaak pas worden ingezet als het te laat is. Deze aanpak moet zich richten op preventie, bewustwording en ondersteuning van zowel slachtoffers als nabestaanden. Ook (toekomstige) plegers van dwingende controle, psychisch en fysiek geweld zijn hierin belangrijk. Door onderzoek naar daderprofielen weten we al veel van verschillende typen daders van femicide en hun narratieven. Eerder ingrijpen met de juiste behandelinterventies helpt voorkomen dat zij de plegers van de toekomst worden. Om werkelijk impact te maken, is het van belang dat alle lagen van de samenleving worden betrokken, van overheidsinstanties en juridische autoriteiten tot maatschappelijke organisaties en het brede publiek. De belangrijkste elementen voor een doeltreffende aanpak worden hieronder uiteengezet en vormen de kern van de aanbevolen beleidsoverwegingen.
4.1 Betere wettelijke verankering van de voorbodes van femicide
Femicide is de meest voorspelbare moord. De daden die voorafgaan aan femicide gaan vaak gepaard met terugkerende vaak gewelddadige gedragingen en patronen. Daarom is effectieve normstelling zo belangrijk en is het noodzakelijk dat rechters en juridische instanties deze zaken transparant behandelen en expliciet aandacht besteden aan de dynamiek tussen dader en slachtoffer, evenals eerdere incidenten. Daarbij moeten de redenen voor rechterlijke beslissingen duidelijk worden gecommuniceerd om het maatschappelijke bewustzijn van de ernst van femicide te vergroten.
Dit vraagt in de eerste plaats om het invoeren van verzwarende omstandigheden. Het kwalificeren van doodslag onder verzwarende omstandigheden, zoals bij moord op een partner of familielid, biedt een interessante juridische mogelijkheid die vergelijkbaar is met de aanpak in België, waar dergelijke daden zwaarder worden bestraft om het spiraal van intieme terreur te doorbreken.16 De intiatiefnemer bepleit dan ook om naar Belgisch voorbeeld de mogelijkheid in te voeren om in het geval van doodslag op een partner of kind een verhoging van de standaardstraf met een derde mogelijk te maken.
4.1.1 Psychisch geweld
Psychisch geweld, ook wel bekend als dwingende controle, moet expliciet als een misdrijf in de wet worden opgenomen. Dit omvat onder andere (fysieke) intimidatie, controle over het leven van slachtoffers, vernedering, bedreigingen, isolatie, seksueel misbruik, gaslighting, negeren en verbale beledigingen. Belangrijk, want het erkennen van psychisch geweld is essentieel, omdat het vaak de basis vormt voor ernstiger gewelddadig gedrag en uiteindelijk kan leiden tot femicide.
In verschillende landen, zoals Engeland17 en België18, wordt psychisch geweld al erkend als een apart misdrijf. Dit sluit ook aan bij de eisen van het Istanbul Verdrag, dat een effectief en proportioneel systeem voor de aanpak van psychisch geweld vereist. De vorige Minister van Justitie en Veiligheid erkende niet het belang van het strafbaar stellen van psychisch geweld, met de verwijzing naar bestaande wetten die dwang en bedreiging, belaging en mishandeling al strafbaar stellen. Het is goed dat de huidige Staatssecretaris Justitie en Veiligheid hier wel stappen in wil zetten en toegezegd heeft om in 2025 met een wetsvoorstel te komen om psychisch geweld expliciet strafbaar te stellen.
Een expliciete strafbaarstelling van psychisch geweld kan er immers voor zorgen dat politie en hulpdiensten bewuster worden van het bestaan ervan en kan slachtoffers beter toegang geven tot hulp en bescherming. Wanneer psychisch geweld wettelijk wordt gedefinieerd, kunnen politie en justitie gerichter onderzoek doen en bewijs verzamelen. Dit is van cruciaal belang, aangezien psychisch geweld vaak subtiel en verbaal is, waardoor het moeilijk te bewijzen is. Voorbeelden van bewijs kunnen zijn: screenshots van berichten, geluidsfragmenten, bankafschriften die financiële controle aantonen, en getuigenissen van derden. Niet-fatale verwurging
4.1.2 Niet-fatale verwurging
Een verwurging is een extreem gevaarlijke vorm van geweld, die tevens kan worden bestempeld als de meest verraderlijke rode vlag voor femicide.19 Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat vrouwen die tijdens hun relatie worden gewurgd door hun (ex-)partner, zeven keer meer kans lopen om de relatie(breuk) uiteindelijk niet te overleven.20 Daarmee is het een directe bedreiging voor het leven van een vrouw. Daarnaast kan niet-fatale verwurging worden gezien als een ultieme vorm van dwingende controle. Het lot van het slachtoffer ligt immers letterlijk in de handen van de dader. Dit kan ook ernstige psychische schade veroorzaken. Desondanks wordt verwurging vaak als «minder ernstig» geweld behandeld. Verwondingen van een niet-fatale verwurging zijn immer doorgaans niet direct zichtbaar. Het letsel kan zich ook pas na enkele dagen openbaren. En is de wetgeving ontoereikend om gepast te reageren op de ernst ervan.
Het is echter essentieel dat slachtoffers van gewelddadige handelingen bescherming krijgen voordat de situatie escaleert naar dodelijk geweld. Door niet-fatale verwurging expliciet te benoemen in de wet, en te categoriseren als een zware mishandeling in de zin van artikel 302 Wetboek van Strafrecht met een verplichte gevangenisstraf, zelfs als er op het moment geen zichtbare lichamelijke schade is, wordt de ernst van deze handeling onderstreept. Ook krijgen hulpverleners en politie de benodigde instrumenten om adequaat te reageren. In Engeland is reeds wetgeving geïntroduceerd die niet-fatale verwurging strafbaar stelt.21 Dit misdrijf betreft situaties waarin wurging niet dodelijk is en niet leidt tot de dood van het slachtoffer.22
Door niet-fatale verwurging als misdrijf in de Nederlandse wetgeving op te nemen, kan er sneller en effectiever worden ingegrepen bij signalen van gevaar. Ook moeten forensisch artsen en politieagenten beter worden opgeleid om niet-fatale verwurging te herkennen, zodat slachtoffers tijdig de juiste hulp en bescherming kunnen krijgen. Daarnaast moeten er richtlijnen komen voor de politie en het Openbaar Ministerie, zodat bij meldingen van verwurging altijd een letselrapportage wordt gemaakt.
4.1.3 Stalking en dwingende controle
Stalking is een belangrijke indicator van dodelijk geweld en onderdeel van dwingende controle. Niet alleen moet opnieuw naar de definitie van stalking worden gekeken en in hoeverre die verruimd moet worden, maar stalking moet ook niet langer als een klachtdelict worden behandeld. Het duurt nu vaak te lang voordat een patroon van stalkingsgedrag wettelijk voldoende bewijs biedt voor vervolging. Door eerder in te grijpen op basis van signalen zoals bedreigingen, ongevraagde bezoeken of obsessieve communicatie, kan escalatie worden voorkomen. Bovendien zien we dat door het huidige beleid, waarbij het Openbaar Ministerie pas een strafrechtelijk onderzoek start nadat het slachtoffer een klacht indient, slachtoffers vaak worden ontmoedigd om hulp te zoeken, vooral wanneer zij (terecht) bang zijn voor de dader.23 Recentelijk heeft de Kamer de Minister opgeroepen om te onderzoeken hoe de klachtvereiste bij stalking kan worden geschrapt, zodat het Openbaar Ministerie direct kan ingrijpen.24
Daarnaast is het noodzakelijk de strafmaat voor stalking te verhogen van drie naar vier jaar. Dit biedt het Openbaar Ministerie meer ruimte om deze ernstige vormen van gedrag aan te pakken en vergemakkelijk daarmee de opsporing en vervolging. Bij een hogere strafmaat kan het OM namelijk gebruik maken van van Bijzondere Opsporingsbevoegdheden (BOB)25 zoals het verkeers- en zendmastgegevens opvragen, observaties of telefoons aftappen. Dit is van enorm belang, omdat stalking vaak niet als een ernstig misdrijf wordt gezien, terwijl het juist een van de belangrijkste indicatoren is voor potentieel fatale situaties.26 Het bieden van duidelijkere richtlijnen en straffen kan bijdragen aan een grotere urgentie en effectiviteit in de aanpak van stalking. Tot slot moet de pilot met het slachtofferdevice wat de initiatiefnemer betreft landelijk worden uitgerold. Het slachtofferdevice is een apparaatje dat de afstand tussen het slachtoffer en de verdachte signaleert en dat een seintje geeft aan de reclassering wanneer de verdachte toch te dicht in de buurt komt van het slachtoffer. Slachtoffers moeten nu vaak zelf melding maken van een overtreding van het locatieverbod, wat niet alleen voor meer onveiligheid, maar ook tot stress en onveilige situaties leidt voor de slachtoffers. De initiatiefnemer heeft eerder opgeroepen om de effectief gebleken pilot landelijk uit te rollen.27 Dit moet dan ook zo snel mogelijk worden opgevolgd zodat het slachtofferdevice standaard wordt bij stalkingszaken.
4.2 Verbeterde samenwerking en informatieuitwisseling
Momenteel gaan er gemiddeld 33 geweldsincidenten vooraf aan het moment dat slachtoffers naar de politie stappen. Wanneer ze die stap durven te zetten, moeten ze vaak hun verhaal herhalen aan verschillende instanties. Dit kan leiden tot secundaire victimisatie, waarbij slachtoffers opnieuw getraumatiseerd worden door het systeem dat hen zou moeten beschermen. Bovendien kunnen slachtoffers door een gebrek aan gecoördineerde zorg en ondersteuning bij de politie en hulpinstantiestussen wal en schip vallen. Mogelijk wordt de ernst van de situatie hierdoor niet goed herkend. Een geïntegreerde aanpak waarin gecoördineerde informatieuitwisseling centraal staat, kan dit probleem aanzienlijk verminderen. Door bestaande systemen, zoals meldingen van huiselijk geweld en registraties van eerdere geweldsincidenten, te koppelen, kunnen hulpverleners en politie sneller reageren. Dit vereist duidelijke richtlijnen voor privacybescherming om de gegevens van slachtoffers veilig te stellen. Door te investeren in een slachtoffergericht systeem, waarin de behoeften van het slachtoffer centraal staan, kan daarnaast het risico op secundaire victimisatie worden beperkt.
Daarnaast vraagt deze aanpak om specialistische kennis bij de politie, het Openbaar Ministerie en de rechtspraak. Deze kennis is momenteel niet in alle eenheden, bij alle parketten en rechters goed geborgd. Dit wordt bevestigd door de Inspectie die onderzoek deed naar de aanpak van stalking.28 Daaruit blijkt dat de knelpunten vooral liggen bij de communicatie met slachtoffers, de (door)ontwikkeling en borging van specialistische kennis, en het ontbreken van zaaksverantwoordelijkheid (casusregie) bij de politie. Het aanwijzen van een aanspreekpunt voor slachtoffers van stalking binnen de politie zou een enorme verbetering zijn, evenals het direct opnemen van aangiftes. Daarnaast kan de oprichting van een structurele functie voor zorg en veiligheid binnen de politie, inclusief het OM, zorgen voor de interne casusregie. Ook moet oog blijven voor interdisciplinaire training voor politie en hulpverleners om effectief samen te werken.
Daarnaast moeten er duidelijke samenwerkingsafspraken tussen hulpverleners en politie ervoor te zorgen dat er adequaat wordt gehandeld bij gendergerelateerd geweld. Deze afspraken moeten bepalen wie verantwoordelijk is bij welke stappen, hoe informatie wordt geregistreerd en gedeeld, en welke procedures gevolgd worden bij meldingen van dreigend geweld. Het is ook cruciaal om proactieve maatregelen te nemen. Dit kan door (digitale) risicobeoordelingen systematisch onderdeel te maken van de aanpak van geweld. Het is goed dat in opdracht van VWS en JenV nu wetenschappelijk wordt onderzocht of en hoe een veiligheids- en risicobeoordeling door onder andere Veilig Thuis en politie eerder en beter kan plaatsvinden. Het gebruik van gevalideerde risicotaxatie-instrumenten kan immers helpen om de dreiging van geweld of femicide vroegtijdig in kaart te brengen, zodat preventieve maatregelen kunnen worden getroffen voordat het geweld escaleert. In dergelijke situaties moeten politie en hulpverleners in staat worden gesteld om beschermingsmaatregelen te treffen, zoals op straatverboden aansturen, alarmen of beschermde woonlocaties. Daarnaast kan het opleggen van preventieve toezichtmaatregelen aan potentiële daders bijdragen aan het voorkomen van escalatie. Deze maatregelen kunnen variëren van verplichte deelname aan gedragscorrectieprogramma’s tot strengere voorwaarden voor contact met slachtoffers.
Tot slot kan het uitbreiden van het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld (LEC EEG)29 naar femicide bijdragen aan betere inzichten en dienen als centrale bron van kennis er ervaring. Het expertisecentrum moet verantwoordelijk zijn voor het verzamelen en analyseren van gegevens over femicide, het uitvoeren van zaakanalyses na iedere femicide, het fungeren als vraagbaak voor (justitiële) partners uit het veld en het delen van best practices. Het centrum kan ook trainingen en cursussen aanbieden voor professionals die betrokken zijn bij de bescherming van slachtoffers en de aanpak van geweld in gezinnen.
4.3 Nazorg
Nazorg voor overlevenden van femicide en hun nabestaanden blijft een knelpunt. Vaak zijn slachtoffers na een poging tot femicide nog steeds verwikkeld in juridische kwesties rondom het gezag of omgangsregelingen, wat hen in een kwetsbare positie brengt. Het standaard combineren van civiele en strafrechtelijke zittingen in het geval van intieme terreur kan hier een oplossing bieden, zodat juridische en praktische kwesties rondom voogdij en omgangsregelingen op elkaar kunnen worden afgestemd en de veiligheid van slachtoffers beter kan worden gewaarborgd. Doordat mannen hun kinderen vaak gebruiken om toegang te behouden tot hun (ex-)partner, is dit van (levens)belang.30 Een gecombineerde zitting vermindert bovendien de noodzaak voor slachtoffers om bij herhaling in de rechtbank voor dezelfde zaak aanwezig te moeten zijn en versnelt de afhandeling van zaken.
Extra aandacht is nodig voor kinderen die achterblijven nadat hun moeder om het leven is gebracht door hun vader, met daarbinnen oog voor de uitkomsten van de evaluatie over de Wet clausuleren recht op contact of omgang na partnerdoding. Zo is de evaluatie niet gegaan over de vraag of betrokken professionals beschikken over kennis van gewelds- en relatiepatronen, over specifieke expertise van hoe deze samenhangen met de ontwikkeling van kinderen en hoe relatiedynamieken en over hoe geweldspatronen (kunnen) doorwerken. In vervolgonderzoek moeten deze factoren worden meegewogen.
En zijn uitgebreide programma’s nodig die gericht zijn op het herstellen van het welzijn en de zelfredzaamheid van slachtoffers en nabestaanden. Wanneer vrouwen femicide overleven of wanneer families geconfronteerd worden met de moord op een dierbare, bevinden zij zich vaak in uiterst complexe en traumatische situaties. De emotionele, fysieke en praktische gevolgen van dergelijk geweld zijn diepgaand en langdurig, vooral wanneer er kinderen bij betrokken zijn. Veel nabestaanden kampen met ptss en de gevolgen daarvan. Daarom moet langdurige psychologische hulp beschikbaar zijn, evenals steun bij het herintegreren in de samenleving, het vinden van werk, of het opbouwen van een sociaal netwerk. Ook moet voldoende oog zijn voor de veiligheid van slachtoffers en nabestaanden. Dit kan gerealiseerd worden door anonieme woonlocaties, beschermingsbevelen of speciale huisvestingsregelingen voor vrouwen en kinderen die te maken hebben gehad met geweld.
Tot slot moet ook voor (potentiële) daders het hulpaanbod worden uitgebreid, zodat herhaling in de toekomst wordt voorkomen. Als een man bijvoorbeeld wordt veroordeeld vanwege intieme terreur kan de juiste hulp eraan bijdragen dat hij na zijn straf niet verdergaat bij een nieuwe vrouw en terugvalt in zijn oude gedragspatronen.
4.4 Bewustwording
Een effectieve aanpak van femicide vereist uiteindelijk dat we diepgewortelde seksistische opvattingen en schadelijke genderstereotypen in de samenleving aanpakken. Deze opvattingen dragen bij aan de normalisatie van geweld tegen vrouwen en creëren een klimaat waarin dergelijke misdrijven onopgemerkt of zelfs onbestraft blijven. Sociale media, waar jongeren veel tijd doorbrengen en mogelijk in contact komen met boodschappen van misogyne influencers, spelen een belangrijke rol bij het vormen van opvattingen over gender en geweld. Denk aan uitingen van Andrew Tate waarmee jongeren worden besmet, de incel-groepen waarbinnen jongeren openlijk fantaseren over verkrachting en moorden en de oprukkende subcultuur van tradwives. Bewustwording is de sleutel tot het veranderen van deze maatschappelijke normen, en dit begint door al op jonge leeftijd gendergelijkheid en respect voor elkaar centraal stellen.31 Een specifieke focus op mannen is hiervoor essentieel, aangezien deze groep vanwege stereotiepe normen geweld tegen vrouwen vaker goedkeurt en het vaakst pleger zijn van seksueel-, (ex)partnergeweld en femicide. Schadelijke mannelijkheidsnormen, zoals «dat een man de baas is over zijn vrouw» of «een meid met een kort rokje erom vraagt», zorgen ervoor dat kleine vergrijpen zoals vrouwen nafluiten of ongewenst aanraken, als normale gang van zaken worden gezien. Ook komt «dating violence», een belangrijke voorspeller voor geweld, veel voor op middelbare scholen. Hierdoor worden ergere overschrijdingen zoals geweld tegen vrouwen gangbaarder gemaakt.
Het ingrijpen bij kleinere vergrijpen is daarom noodzakelijk om te voorkomen dat mannen pleger worden en om femicide te voorkomen. De aanpak moet zich richten op jongens en jonge mannen (12-tot 25 jaar), omdat bij deze groep de kans het grootst is om gezonde normen aan te leren. Om deze bewustwordingsslag te maken is het van belang dat getrainde jeugdprofessionals en sleutelfiguren in gesprek gaan met jongens over mannelijkheidsnormen. Hierin moet het bijleren van gezonde normen en van sociale vaardigheden, zoals het omgaan met groepsdruk, centraal staan. Door deze aanpak geef je jongens de benodigde tools en voorkom je dat ze pleger worden. Een goed voorbeeld is de aanpak van de gemeente Rotterdam die structureel hun jeugdprofessionals traint en hen stimuleert om dialoogsessies te houden met jongens in buurt. De initiatiefnemer bepleit daarom om deze aanpak uit te rollen in verschillende gemeentes door het land.
Aanvulling hierop is een sociale normcampagne vanuit de Rijksoverheid (bijvoorbeeld Sire of een tegencampagne met influencers) gericht op jongeren, die hen bewust maakt van de impact die schadelijke opvattingen over gender en geweld hebben. Deze moet met name gericht zijn op jongens. Andere bewustwordingscampagnes het brede publiek informeren over de realiteit van femicide en de rol van gendergerelateerd geweld in de samenleving. Campagnes zouden zich moeten richten op het destigmatiseren van slachtoffers en het aanmoedigen van getuigen en omstanders om in te grijpen wanneer zij tekenen van misbruik of geweld waarnemen, de zogenaamde rode vlaggen. Dit kan door middel van mediacampagnes, community-evenementen, en samenwerking met bekende rolmodellen die een krachtige boodschap van gelijkheid en respect uitdragen. Een voorbeeld van een succesvolle bewustwordingscampagne is de wereldwijde «HeForShe»-beweging van UN Women, die mannen uitnodigt om zich uit te spreken tegen geweld en ongelijkheid. Vergelijkbare initiatieven in Nederland kunnen helpen om de verantwoordelijkheid voor het beëindigen van femicide en gendergerelateerd geweld bij de gehele samenleving neer te leggen, en niet uitsluitend bij vrouwen.
5. Beslispunten en Financiën
5.1 Beslispunten
De initiatiefnemer verzoekt de Kamer om bij de regering te bevorderen dat de volgende beslispunten ter hand worden genomen:
Doodslag onder verzwarende omstandigheid
• Maak, naar Belgisch voorbeeld, in het geval van doodslag op een partner of kind een verhoging van de standaardstraf met een derde mogelijk.
Niet-fatale Verwurging
• Maak niet-fatale verwurging een specifiek strafbaar feit in het Wetboek van Strafrecht en erken het als een belangrijke indicator van dreigend dodelijk geweld, waarbij slachtoffers preventieve bescherming kunnen krijgen.
• Zorg dat forensisch artsen en politie beter getraind worden om niet-fatale verwurging te herkennen, en dat politie/justitie bij melding van een verwurging altijd een letselrapportage maken.
Stalking
• Verken de mogelijkheid tot verruiming van de definitie van stalking.
• Schrap het klachtvereiste bij stalking, zodat het Openbaar Ministerie ambtshalve vervolging kan instellen bij meldingen.
• Verhoog de strafmaat voor stalking van drie naar vier jaar, zodat bijzondere opsporingsbevoegdheden kunnen worden ingezet om deze ernstige vorm van intimidatie en controle effectief op te kunnen sporen.
Voorkomen en Samenwerking
• Borg de kennis over intieme terreur en femicide in alle eenheden, bij alle parketten en binnen de rechtspraak.
• Versterk de samenwerking en kennis en informatie-uitwisseling tussen politie, hulpverleners, zorginstellingen en andere maatschappelijke organisaties door het opzetten van een centraal registratiesysteem voor geweldsincidenten tegen vrouwen en maak risicobeoordelingen systematisch onderdeel van de aanpak van geweld tegen vrouwen.
Expertisecentrum Femicide
• Breid het Landelijk Expertisecentrum Eergerelateerd Geweld (LEC EEG) uit met het onderwerp femicide om de boogde kennis en expertise op te bouwen, uit te dragen en te borgen.
Nazorg voor Slachtoffers en Nabestaanden
• Combineer standaard civiele en strafrechtelijke zittingen in het geval huiselijk geweld om de juridische en praktische kwesties rondom voogdij en omgangsregelingen te stroomlijnen en de veiligheid van slachtoffers te waarborgen.
• Versterk de nazorg voor slachtoffers en nabestaanden van femicide door toegang te bieden tot hoogwaardige psychologische zorg en praktische ondersteuning, vooral wanneer kinderen betrokken zijn.
• Breid het hulpaanbod voor (potentiële) daders uit, zodat herhaling in de toekomst wordt voorkomen.
Bewustwording
• Start een nationale bewustwordingscampagne om om de signalen van femicide en gendergerelateerd geweld, en de noodzaak van vroegtijdige interventies breed onder de aandacht te brengen.
• Rol de aanpak van de gemeente Rotterdam, waarbij jeugdprofessionals worden getraind om in gesprek te gaan met jongens over mannelijkheidsnormen, verder uit in andere gemeentes.
5.2 Financiële consequentie
Voor het uitvoeren van bovenstaande beslispunten zijn extra financiële middelen nodig die nu nog niet beschikbaar zijn. Op basis van een inventarisatie bij de desbetreffende betrokken organisaties, waaronder hulpverleningsorganisaties en het Openbaar Ministerie, is na een aanloop van enkele jaren voor de uitvoering van deze initiatiefnota per jaar naar schatting 30 miljoen euro structureel nodig. Dit bedrag wordt nader uitgespits in preventie (bewustwording, SIRE-campagne), capaciteit en samenwerking tussen hulpinstanties, politie en het OM.
6. Woord van dank
Bij het opstellen van deze initiatiefnota over femicide wil ik mijn oprechte dank uitspreken aan iedereen die heeft bijgedragen aan dit belangrijke werk. Allereerst gaat mijn dank uit naar de experts en onderzoekers die waardevolle inzichten en gegevens hebben geleverd, en die ons begrip van femicide en de daarbij behorende problematiek hebben verdiept. Jullie kennis en ervaring zijn van onschatbare waarde in onze inspanningen om deze ernstige misdaad te bestrijden. Daarnaast wil ik de nabestaanden van slachtoffers, de organisaties en maatschappelijke instanties bedanken die zich onvermoeibaar inzetten voor de rechten van vrouwen en slachtoffers van geweld. Jullie toewijding en betrokkenheid maken een wezenlijk verschil in het leven van zoveel mensen. De verhalen en ervaringen die jullie met ons delen zijn essentieel voor het ontwikkelen van beleid dat daadwerkelijk het verschil kan maken.
Ik ben ook dankbaar voor de steun en samenwerking van mijn collega's in de Tweede Kamer. Samen kunnen we de noodzakelijke stappen zetten om femicide te erkennen en een effectieve aanpak te ontwikkelen. Jullie inzet voor een veiligere samenleving voor alle vrouwen is inspirerend en noodzakelijk. Tot slot wil ik de moedige vrouwen die te maken hebben gehad met geweld en die deze strijd zijn aangegaan, van harte bedanken. Jullie verhalen herinneren ons eraan waarom we dit werk doen en motiveren ons om te blijven vechten voor verandering.
Laten we samen blijven strijden voor een samenleving waarin iedere vrouw zich veilig, gerespecteerd en gelijkwaardig voelt. Samen kunnen we een verschil maken en ervoor zorgen dat femicide niet langer een onzichtbaar probleem is, maar met vastberadenheid wordt aangepakt.
Mutluer
Definities
Volgens de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC)32 moet femicide, of de gendergerelateerde moord op vrouwen en meisjes, de volgende kenmerken omvatten:
Deze gendergerelateerde motivatie omvat de ideologie dat mannen bepaalde rechten en privileges hebben ten opzichte van vrouwen, sociale normen over mannelijkheid en de behoefte om mannelijke controle of macht uit te oefenen, genderrollen af te dwingen of om vrouwelijk gedrag dat als onacceptabel wordt gezien te voorkomen, ontmoedingen of bestraffen. Femicide kan volgens de UNODC plaatsvinden in zowel de privé als publieke sfeer en binnen verschillende contexten van dader-slachtofferrelaties. Femicide wordt niet gedefinieerd door een specifiek type dader, maar doordat een of meerdere van de gendergerelateerde motivaties direct of indirect de moord op een vrouw hebben veroorzaakt. Gendergerelateerd geweld is geweld dat iemand wordt aangedaan omwille van gender, iemands biologisch geslacht, genderidentiteit of genderexpressie. Dit omvat seksueel geweld (waaronder verkrachting, aanranding en intimidatie), psychisch en economisch geweld, vrouwenhandel, gedwongen prostitutie, slavernij, en verschillende vormen van schadelijke praktijken, zoals kinder- en/of gedwongen huwelijken, genitale verminking van vrouwen, eergerelateerde misdaden, gedwongen abortus, gedwongen zwangerschap en gedwongen sterilisatie. Gendergerelateerd geweld tegen vrouwen is gebaseerd op hiërarchische en ongelijke structurele machtsverhoudingen die zijn geworteld in cultureel bepaalde gendernormen. Het duidt ook op onderdrukking in de symbolische en culturele rangorde, en manifesteert zich vaak in rechtstreeks geweld33. Een vorm van huiselijk geweld waarbij een of meer personen een ander sterk domineren en controleren. Het slachtoffer kan daarbij bepaalde vrijheden worden ontzegd, zoals het onderhouden van sociale contacten of het hebben van eigen geld en zelf te bepalen waaraan dit uit te geven. Ook kan/kunnen de pleger(s) dreigen zichzelf, het slachtoffer, of haar of zijn geliefden iets aan te doen. Daarbij kan het om zowel fysiek als psychisch geweld gaan. Alle vormen van dwingende controle hebben een zich herhalend, structureel karakter.34 Stalking is een van de uitingen van dwingende controle. Volgens artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht maakt iemand zich schuldig aan stalking wanneer hij of zij wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van een ander, met het oogmerk diegene te dwingen iets (niet) te doen of toe te staan, dan wel angst aan te jagen. Bij psychisch geweld wordt ernstige geestelijke schade toegebracht door middel van dwang of bedreiging. Voorbeelden zijn emotionele mishandeling, stalking en intimidatie. Een specifieke vorm van psychisch geweld is dwingende controle of «intieme terreur». Het gaat hierbij het uitoefenen van enige vorm van druk op de nek, zacht of met enige kracht, die de luchtwegen of de bloedstroom kan belemmeren of samendrukken. Voor wurging is geen bepaald niveau van druk of kracht nodig in de gewone betekenis ervan, en er is ook geen sprake van enig letsel. |
Literatuur
AD (2024). Sanne werd vermoord door haar partner, nu staat ze op FEMICIDE: «Nooit meer, dendert dagelijks doro mijn hoofd».
Amnesty International (2024). Nederland, stel psychisch geweld expliciet strafbaar.
Bannister (2023). Nieuwe kaderwet femicide: wat verandert er concreet?
CBS (2022). Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag 2022.
grev
CBS (2024). 125 mensen vermood in 2023.
CBS (2024). Slachtoffers moord en doodslag, 2023.
Council of Europe (2011). Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.
Edwards & Douglas, Journal of International and Comparative Law 2021
European Institute for Gender Equality (2024). Gendergerelateerd geweld tegen vrouwen.
Eurostat (2024). Intentional homocide victims by victim-offender relationship and sex.
GREVIO (2020). GREVIO’s evaluatierapport inzake wettelijke en andere maatregelen om uitvoering te geven aan de bepalingen van het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul).
Hof van Justitie van de Europese Unie (2021, 2 maart). Arrest Prokuratuur (ECLI 2021:152).
Inspectie Justitie en Veiligheid (2024). Gestalk. Gezien. Gehoord? Vervolgonderzoek op «De aanpak van de stalking door Bekir E. (2019)».
Kamerstukken II 2023/24, 28 345, nr. 272.
NOS (2024). Britse overheid wil vrouwenhaat aanpakken als «ideologisch extremisme».
NOS (2024). Burgemeester Rijswijk: «Opnieuw lijkt er femicide te hebben plaatsgevonden».
RTL Nieuws (2024). Veilige opvang slachtoffers huiselijk geweld in de knel, «slapen in hotels en vakantieparken»
Smith, J. M. (2021). In control: Dangerous relationships and how they end in murder. Bloomsbury Publishing.
Spencer & Stith, Trauma, Violence & Abuse 2020.
Statista (2024). Estimated number of femicide victims in the European Union in 2022 by country.
The Crown Prosection Service (2022). Section 70 Domestic Abuse Act 2021, Schedule 2, paragraph 4 DA Act 2021.
United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) (2022). Statisical framework for measuring the gender-related killings of women and girls (also referred to as «femicide/feminicide»).
Vrouwenraad (2023). Femi(ni)cide.
Wetboek van Strafvordering (2000, 1 februari). Aanwijzing opsporingsbehoegdheden. Geraadpleegd op: https://wetten.overheid.nl/BWBR0035498/2014-09-01
Statistical_framework_femicide_2022.pdf↩︎
Vrouwenraad, Femi(ni)cide, p.6↩︎
Er wordt in deze initiatiefnota niet gekozen voor het afzonderlijk strafbaar stellen van femicide vanwege de genderneutrale definitie van moord↩︎
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/35/125-mensen-vermoord-in-2023↩︎
Slachtoffers moord en doodslag, 2023 | CBS↩︎
https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2024/35/125-mensen-vermoord-in-2023↩︎
Statistics | Eurostat↩︎
Femicide in the EU 2022 | Statista↩︎
https://rm.coe.int/ 1680462530 (coe.int)↩︎
Jane Monckton Smith, «In Control: Dangerous Relationships and How They End in Murder Paperback», 2021↩︎
https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2024/06/07/plan-van-aanpak-stop-femicide-gepresenteerd↩︎
Motie Mutluer c.s. van 18 oktober 2023, 28 345, nr. 271↩︎
Onderzoeksrapport Gestalkt. Gezien. Gehoord? Vervolgonderzoek op «De aanpak van de stalking door Bekir E. (2019)»↩︎
Universiteit Leiden is overigens wel gestart met de Femicide Monitor «Femicide in Nederland». Met de Femicide Monitor wordt een publiekelijk toegankelijke databank opgezet over femicide, waarin alle moorden op vrouwen in Nederland wordt bijhouden gebaseerd op officiële politiedata en juridische documentatie↩︎
Veilige opvang slachtoffers huiselijk geweld in de knel, «slapen in hotels en vakantieparken» (rtl.nl)↩︎
In Belgie is eerder het initiatief voor een specifieke strafbaarstelling vervangen door een voorstel voor een kaderwet, waarin vrouwenmoord wordt gedefinieerd, met als belangrijkste doel een betere registratie mogelijk te maken. Zie https://www.bannister.be/nieuwe-kaderwet-femicide-wat-verandert-er-concreet/. In België komt een apart artikel voor interfamiliale doodslag, waarop een levenslange gevangenisstraf staat, in plaats van 20–30 jaar wat op een «gewone’doodslag staat. Intrafamiliale doodslag wordt daarbij gelijkgeschakeld met moord. Zie https://degroote-deman.be/nieuws/partnergeweld/↩︎
Section 76 Serious Crime Act 2015 (SCA 2015)↩︎
https://www.elpida.be/post/15-tekenen-van-coercive-control↩︎
Edwards & Douglas, Journal of International and Comparative Law 2021, p. 116↩︎
Spencer & Stith, Trauma, Violence & Abuse 2020, p. 529↩︎
«Section 70 Domestic Abuse Act 2021 (DA Act 2021) introduced the offences of non-fatal strangulation and non-fatal suffocation. Schedule 2, paragraph 4 DA Act 2021 introduced the offence of racially or religiously aggravated non-fatal strangulation or non-fatal suffocation. The offences came into force on 7 June 2022 and are not retrospective. See: Non-fatal strangulation or non-fatal suffocation | The Crown Prosecution Service (cps.gov.uk) en https://www.gov.uk/government/publications/domestic-abuse-bill-2020-factsheets/strangulation-and-suffocation↩︎
Het gaat hierbij het uitoefenen van enige vorm van druk op de nek, zacht of met enige kracht, die de luchtwegen of de bloedstroom kan belemmeren of samendrukken. Voor wurging is geen bepaald niveau van druk of kracht nodig in de gewone betekenis ervan, en er is ook geen sprake van enig letsel↩︎
In hele ernstige gevallen komt het voor dat het OM wel het onderzoek start, maar het slachtoffer later vraagt om een klacht in te dienen↩︎
Motie Mutluer c.s. 18 oktober 2023, 28 345, nr. 272↩︎
Meer daarover in de aanwijzing opsporingsbevoegdheden↩︎
Zie het arrest Prokuratuur. Dat is een uitspraak van het HvJ EU van 2 maart 2021, ECLI 2021:152 waarbij strengere eisen zijn gesteld aan het vorderen van gegevens. Er moet in dat geval wel sprake zijn van een «serious crime». Bij stalking (285 b) levert dit aanvullende vragen en aparte beoordelingen door de RC omdat het een delict is waar 3 jaar op staat. Een hogere strafbedreiging zou wel duidelijk maken hoe serieus stalking moet worden genomen↩︎
Motie Mutluer van 23 oktober 2024, 29 279, nr. 896↩︎
https://www.inspectie-jenv.nl/actueel/nieuws/2024/01/11/betere-aanpak-van-stalking-maar-slachtoffers-ervaren-nog-weinig-steun↩︎
Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld (LEC EGG) | Contact | Rijksoverheid.nl↩︎
Zo constateert GREVIO dat het systeem om kinderen te beschermen «vrouwen ernstig onder druk zet om het huiselijk geweld te vergeten». Veel van hen zouden worden gewaarschuwd dat hun kinderen mogelijk bij hen worden weggehaald en dat ze in het belang van hun kinderen moeten meewerken.↩︎
Britse overheid wil vrouwenhaat aanpakken als «ideologisch extremisme» (nos.nl)↩︎
Statistical_framework_femicide_2022.pdf↩︎
gendergerelateerd geweld tegen vrouwen | European Institute for Gender Equality↩︎
Dwingende controle in huiselijke kring - Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Grensoverschrijdend gedrag 2022 | CBS↩︎