De gepresenteerde Agenda voor Werkend Nederland
Schriftelijke vragen
Nummer: 2024D45098, datum: 2024-11-20, bijgewerkt: 2024-12-19 17:47, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2024Z18883).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D. Yesilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid (VVD)
- Mede ondertekenaar: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z18883:
- Gericht aan: Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Indiener: D. Yesilgöz-Zegerius, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.A. Aartsen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2024Z18883
Vragen van het leden Yeşilgöz-Zegerius en Aartsen (beiden VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de gepresenteerde Agenda voor Werkend Nederland (ingezonden 20 november 2024).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de politiek meer moet opkomen voor mensen met een middeninkomen? Bent u ermee bekend dat recent onderzoek van I&O Research laat zien dat ook veel Nederlanders vinden dat de politiek meer moet opkomen voor mensen met een middeninkomen?1
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom u in uw Agenda geen hoofdstuk aan middeninkomens heeft gewijd? Op welke manier zorgt u ervoor dat bij (nieuw) beleid aandacht is voor werkende middeninkomens?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke maatregelen uit uw Agenda voor werkend Nederland nieuwe maatregelen zijn die anders zijn dan reeds ingezet beleid?
Vraag 4
Hoe geeft uw ministerie vorm aan de afspraak uit het Hoofdlijnenakkoord dat alle genomen maatregelen «niet verder nivelleren»? Kijkt u hierbij ook naar staand beleid wat een nivellerend effect heeft?
Vraag 5
Kunt u alsnog ingaan op de werken-moet-lonennorm, waarbij werkenden er altijd meer op vooruit gaan dan niet-werkenden?
Vraag 6
Deelt u de mening dat stijgende prijzen de koopkracht van werkenden onder druk zetten? Op welke manier houdt dit kabinet de brandstof, energie en boodschappen betaalbaar?
Vraag 7
Hoe past het in uw brief aanhalen van de meerurenbonus als voorbeeld om werken meer te laten lonen bij het feit dat er geen verdere stappen op dit dossier worden gezet? Klopt het dat alleen de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hier nu serieus werk van maakt?
Vraag 8
Bent u bereid uzelf in te zetten om de meerurenbonus in heel Nederland te faciliteren? Deelt u de mening dat het wenselijk is dat werkgevers die hun personeel willen belonen voor fulltime werk dat moeten kunnen doen?
Vraag 9
Gezien u schrijft dat het kabinet werkt aan een hervorming van het inkomens- en fiscale domein en dat «werken moet lonen» hier een uitgangspunt van wordt, bent u bereid een voltijdbonus mee te nemen in deze hervorming? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Gezien u de WerkUrenBerekenaar van het Nibud noemt als een handig middel om te berekenen of meer werken loont, wat vindt u ervan dat dit hulpmiddel überhaupt bestaat en nodig is? Hoe ziet u een voltijdbonus als middel om de WerkUrenBerekenaar zo snel mogelijk overbodig te maken?
Vraag 11
In hoeverre neemt u de kosten voor kinderopvang, het bedrag wat niet wordt vergoed door de kinderopvangtoeslag, mee in de berekening van de marginale druk van huishoudens? Deelt u de mening dat juist dit component zorgt voor een zware marginale druk bij gezinnen waarvan beide ouders werken of willen werken?
Vraag 12
Denkt u dat het oplossen van niet-gebruik van inkomensondersteuning voor werkenden armen een structurele oplossing is voor het probleem dat werkenden niet voldoende kunnen rondkomen? Welke structurele maatregelen gaat u nemen in de lastendruk specifiek voor deze groep?
Vraag 13
Vindt u het feit dat de Rijksoverheid tot 20:00 uur bereikbaar is, voldoende handvatten biedt voor werkende mensen om publieke organisaties goed te kunnen bereiken?
Vraag 14
Hoeveel gemeentes en andere overheidsorganisaties zijn op dit moment bijvoorbeeld niet fysiek of telefonisch bereikbaar buiten reguliere werktijden? Deelt u de mening dat de extra middelen voor bereikbaarheid van de overheid ook voor werkenden ingezet moeten worden?
Vraag 15
Herinnert u zich uw toezegging aan het lid Aartsen gedaan bij de behandeling van het Belastingplan op 14 november 2024 waarbij u aangeeft dat ook de positie van zelfstandigen terugkomt in de Agenda voor werkend Nederland? Hoe heeft u hieraan invulling gegeven?
Vraag 16
Klopt het dat u in uw Agenda slechts verwijst naar reeds ingezet beleid rondom zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) zoals de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) en het wetsvoorstel Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR)? Deelt u de mening dat de verplichte AOV voor alle IB-ondernemers juist zorgt voor een verslechtering van de koopkrachtpositie van zelfstandigen? Deelt u de mening dat de huidige vorm van de wet VBAR juist zorgt voor onzekerheid bij zelfstandigen?
Vraag 17
Zelfstandig ondernemers gaan er komend jaar in koopkracht op achteruit, waarom heeft u de inkomenspositie van zelfstandigen niet nadrukkelijk meegenomen in uw Agenda voor werkend Nederland? Vindt u dat de overheid er ook moet zijn voor mensen die bewust kiezen om als zelfstandige te werken en hun bijdrage te leveren? Zo ja, wat doet u voor deze groep werkenden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 18
Kunt u deze vragen beantwoorden voor de plenaire behandeling van de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid?
Ipsos I&O, 13 november 2024, «Politieke peiling Ipsos I&O november», (https://ipsos-publiek.nl/wp-content/uploads/2024/11/Politieke-peiling-november-def.pdf).↩︎