Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van Justitie en Veiligheid op 20 november 2024
Bijlage
Nummer: 2024D45207, datum: 2024-11-21, bijgewerkt: 2024-11-21 08:00, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van Justitie en Veiligheid op 20 november 2024 (2024D45206)
Preview document (🔗 origineel)
Vraagnr. | Vraag | Antwoord | Kamerlid | Bewindspersoon |
---|---|---|---|---|
Lahlah | ||||
1 | Waarom bezuinigt u op de subsidie op het juridisch loket? | Het kabinet gaat investeren in het
Juridisch Loket. Er is een aanzienlijk bedrag uit de
investeringsmiddelen “versterken rechtsstaat en goed bestuur” aan het
Juridisch Loket toegekend: 7 miljoen euro voor 2025 en 14 miljoen euro
vanaf 2026. Dit is inmiddels verwerkt in de begroting via de Nota van
wijziging. Uit het Hoofdlijnenakkoord volgt een taakstelling op subsidies. De taakstelling is reeds ingeboekt op de subsidiebudgetten op de JenV-begroting, waaronder op het subsidiebudget van het Juridisch Loket. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt nader bekeken of een herschikking van de subsidietaakstelling binnen de JenV-begroting voor 2025 nodig is. Dit geeft tijd om, samen met de partners, zorgvuldig te bezien wat de gevolgen van een korting van de subsidies zijn. |
Lahlah, E. | SRB |
2 | Hoe kijkt de Staatssecretaris naar de invoering van het constitutionele hof en de onafhankelijkheid van rechters? Welke waarborgen gaat de Staatssecretaris invoeren rond de onafhankelijkheid van rechters? | De onafhankelijkheid van de rechters is
in dit land gelukkig al heel goed gewaarborgd. Niet voor niets is het
vertrouwen dat mensen hebben in de Nederlandse rechtspraak heel
hoog. Deze onafhankelijkheid en dit vertrouwen willen we behouden. En
dus heeft dat ook bij de uitwerking van de contouren voor een
constitutioneel hof nadrukkelijk onze aandacht. In dit verband wordt het volgende opgemerkt: Bij de Tweede Kamer is het wetsvoorstel ‘GRECO’ aanhangig, met daarin onder andere een verbod op de functiecombinatie van rechter en lidmaatschap van het parlement. De Kamer wordt medio 2025 geïnformeerd over de benoemingsprocedures van leden van de RvdR en van de gerechtsbestuurders. Daarbij worden ook de relevante aanbevelingen van de Venetië Commissie en de Staatscommissie rechtsstaat betrokken. Ook wordt de Kamer bericht over het door de voormalige minister voor Rechtsbescherming toegezegde[1] wetstraject dat ziet op het terugdringen van de rol van de minister in de benoemingsprocedure van leden van de RvdR. Bij de uitwerking van de opdracht uit het regeerprogramma om een constitutioneel hof op te richten wordt zorgvuldig nagedacht over de inrichting van een onafhankelijke benoemingsprocedure. [1] Naar aanleiding van de motie Sneller waarin de regering wordt verzocht een wetsvoorstel voor te bereiden waarin de rol van de minister bij benoemingen van leden van de Raad voor de Rechtspraak zo klein mogelijk wordt gemaakt (Kamerstukken II 2023-2024, 29279, nr. 845). |
Lahlah, E. | SRB |
3 | Gaat de Staatssecretaris een plan opstellen ter bescherming van deze rechtstaat en daarbij in acht nemen de aanbevelingen van 1) de parlementaire enquête fraudebeleid en dienstverlening en 2) van de staatscommissie rechtstaat? | Het kabinet is zeer doordrongen van het
belang van het beschermen én versterken van de rechtsstaat. Het regeerprogramma - en met name hoofdstuk 7 - bevat daarom een stevig pakket aan maatregelen om de rechtsstaat te beschermen en te versterken. Versterking van de positie van de burger en het aangaan van het gesprek staan daarbij centraal. De indringende aanbevelingen van de Parlementaire Enquête Fraudebeleid en Dienstverlening (PEFD) en van de Staatscommissie rechtstaat helpen het kabinet om de juiste focus te leggen. De minister van SZW zal als coördinerend bewindspersoon namens het kabinet naar verwachting nog voor de kerst met een reactie op het rapport van PEFD komen, waarin ook de aanbevelingen op het terrein van het ministerie van Justitie en Veiligheid worden meegenomen. In de schriftelijke beantwoording van de feitelijke vragen over de begroting van Justitie en Veiligheid hebben MJenV en SRb een eerste reactie gegeven op het adviesrapport van de Staatscommissie rechtsstaat, waarin is aangegeven hoe uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling over het instellen van een rechtsstaatdialoog. In de eerste helft van 2025 volgt een integrale reactie. Deze kabinetsreactie wordt gecoördineerd door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en SRb. |
Lahlah, E. | SRB |
4 | De rechters zijn overbelast en bij het OM worden zaken geseponeerd. Wat gaat de staatssecretaris doen om dit te verbeteren? | Het verbeteren van de prestaties in de
strafrechtketen, en dus ook bij de rechtspraak en het OM, heeft hoge
prioriteit van zowel het ministerie als de ketenorganisaties zelf. Naast de door het kabinet in het regeerprogramma aangekondigde investeringen zijn de ketenorganisaties bezig om doorlooptijden te verkorten en werkvoorraden aan te pakken. Hiervoor hebben de ketenorganisaties en JenV afgesproken om een meerjarenagenda vast te stellen voor de aanpak van doorlooptijden van een aantal zaakstromen, te weten: zedenzaken, jeugd en veel voorkomende criminaliteit. Ook zullen zij daarbij concreet maken welke inzet van elke organisatie is vereist en hoe de organisaties deze zullen bewerkstelligen. In dit verband is afgesproken dat de ketenpartners regelmatig overleg voeren met het ministerie. Het eerste overleg heeft inmiddels plaatsgevonden en is zeer productief geweest. De Kamer zal over de voortgang geïnformeerd worden in de jaarlijkse voortgangsrapportage over de strafrechtketen. Daarnaast is eerder dit jaar het Rapport Verkenning Werkdruk Rechtspraak en Openbaar Ministerie verschenen, dat een groot aantal aanbevelingen bevat om werkdruk aan te pakken. Enkele aanbevelingen richten zich op arbeidsvoorwaarden en deze worden betrokken bij de CAO onderhandelingen voor de rechterlijke macht die nu lopen. Een belangrijk deel van de aanbevelingen richt zich op de werkgevers rechterlijke macht en het OM. Zij werken beiden momenteel aan een vervolgaanpak. |
Lahlah, E. | MJenV, SRB |
Mutluer | ||||
5 | Wat is terecht gekomen van het afpakken van crimineel vermogen en het herinvesteren in de wijken die dit nodig hebben? | De beslagdoelstelling voor 2023 van
281,6 miljoen euro is met 129% ruimschoots behaald (bron: OM
Jaaroverzicht Criminele Geldstromen 2023). Dit is een mooi resultaat
want zodra beslag gelegd is, kan het criminele vermogen niet meer worden
misbruikt in onze samenleving. In het algemeen kan worden gesteld dat
hoe meer beslag er wordt gelegd, hoe meer crimineel vermogen kan worden
ontnomen. De opbrengsten voor de schatkist omvatten niet de gehele
opbrengst van het afpakken. Waar mogelijk worden slachtoffers of
benadeelden gecompenseerd. Naast het zichtbaar afpakken van crimineel vermogen kan het teruggeven van criminele goederen aan de maatschappij een positief effect hebben op kwetsbare wijken en tonen dat criminaliteit niet loont. Daarom verkent het ministerie van JenV op welke wijze maatschappelijk herbestemmen in Nederland duurzaam beleidsmatig vormgegeven kan worden. Onderdeel van de verkenning is het opzetten van pilots, zodat geleerd kan worden uit de praktijk. In Schiedam is bijvoorbeeld met de opbrengsten van de verkoop van een crimineel pand een pilot opgezet waarmee jongeren uit de wijk begeleid worden naar opleiding en werk. Daarnaast herbestemmen we roerende zaken die normaliter zou worden vernietigd (pilot schenken), zoals in beslag genomen fout hout en slaapzakken van uithalers. Ook herbestemmen we afgepakte crimineel verkregen voertuigen (pilot patserbak). De verkenning wordt medio 2025 afgerond. Over de uitkomsten van de verkenning wordt u in de halfjaarbrief ondermijning van eind 2025 geïnformeerd. |
Mutluer, S. | MJenV |
6 | Ik heb een amendement ingediend dat geld vrij maakt voor huidige plan van aanpak femicide, voor 2024/2025 gaat dit betaald worden uit de bestaande budgetten, huiselijk geweld en kindermishandeling en uit het emancipatiebudget. Daarmee kun je niet beginnen met uitvoering van dit plan. Zorgt de SJenV dat dit plan van aanpak geen papieren tijger wordt? Ik reken op een positieve waardering van van mijn amendement en als ik het nog enigszins moet wijzigen hoor ik dit ook graag. | De activiteiten uit het plan van aanpak
‘Stop Femicide!’ zijn voor 2025 financieel gedekt, momenteel wordt al
uitvoering gegeven aan de beschreven activiteiten. Dit plan is dus
absoluut geen papieren tijger. Voor de zomer van 2025 zal het kabinet
over de voortgang van het plan van aanpak rapporteren aan de Tweede
Kamer In 2025 zal op basis van de resultaten en bevindingen uit onder meer het plan van aanpak worden bepaald welke aanvullende (structurele) middelen nodig zijn voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling, inclusief femicide. Op basis hiervan zal het kabinet keuzes maken en de Tweede Kamer hierover informeren. Daarom wordt geadviseerd uw amendement aan te houden en zo nodig in te dienen bij de begroting voor 2026. |
Mutluer, S. | SJenV |
7 | Hoe zorgen we dat nieuwe zij-instromers en de huidige agenten het belang en kennis van lokale opsporing meekrijgen en bijvoorbeeld ervaring opdoen en meedraaien in teams grootschalige opsporing? | De komende jaren wordt sterk ingezet op zij-instroom. Met de ambitie in 2024 van 1200 zij-instromers per jaar en een nog hogere ambitie voor de komende jaren. Hieronder vallen de specialistische zij-instromers met onder andere de werkterreinen financieel-economisch, digitale expertise, zeden, milieu en intelligence. Deze specialistische zij-instromers volgen in korte tijd, namelijk 3 tot 6 maanden, de opleiding Politiemedewerker Specifieke Inzet. Dit leidt tot snelle beschikbare politiebezetting. Zij gaan onder andere aan de slag bij de tactische (en digitale) opsporing in basisteams en doen in deze teams ervaring op binnen de lokale en grootschalige opsporing. | Mutluer, S. | MJenV |
8 | Moet er niet meer geïnvesteerd worden in financieel-economische kennis en capaciteiten bij de recherche om crimineel vermogen af te pakken? | De politie zet sterk in op de werving van zij-instromers, onder andere met financieel-economische expertise die per definitie schaars is. De ambities en doelstellingen van het OM en de opsporingsdiensten in de aanpak van criminele geldstromen, waaronder afpakken van crimineel vermogen, zijn opgenomen het Strategisch programma criminele geldstromen 2024-2028. Om het geld te kunnen ontnemen dat door criminelen in derde landen wordt geïnvesteerd en witgewassen, wordt al ingezet op versterking van de samenwerking met deze landen (o.a. Marokko, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten) en op Nederlandse attachés met financiële expertise. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om geld dat wel in Nederland blijft, op te sporen en af te pakken. Daarom zijn onder andere twee regionale combiteams opgezet inclusief recherche experts met financieel-economische kennis en capaciteiten. | Mutluer, S. | MJenV |
13 | Kan slachtofferschap op een andere manier worden vastgesteld zoals het Rode Kruis doet? | Momenteel wordt er, in het kader van het Actieplan programma Samen tegen mensenhandel, verkend wat de mogelijkheden zijn van het loskoppelen van de vaststelling van slachtofferschap en het strafrechtelijk onderzoek naar verdachten van mensenhandel. Bij deze verkenning worden eerdere pilots en onderzoeken meegenomen en vinden tevens uitgebreide interviews plaats met experts van diverse partnerorganisaties. Het Rode Kruis wordt in dit traject betrokken. Voorts wordt bezien hoe andere landen de vaststelling van slachtofferschap hebben ingericht. In het voorjaar zal uw Kamer via een brief worden geïnformeerd over de voortgang van deze verkenning en mogelijke aanpassingen. | Mutluer, S. | MJenV |
Tseggai | ||||
9 | Waarom heeft dit kabinet de keuze gemaakt om de aanpak van discriminatie te fragmenteren? Hoe ziet de minister de gefragmenteerde aanpak van discriminatie in relatie tot de aanpak van hate crimes? Ik zou willen dat er een geïntegreerde, gebalanceerde aanpak komt waarin één Nationaal Coördinator, preventieve en repressieve maatregelen neemt tegen alle vormen van antisemitisme, racisme en discriminatie, want dat is de enige manier om, om minderheden in deze samenleving heen te gaan staan en hun veiligheid ook te waarborgen. Graag reactie hierop van de minister. | Er is geen sprake van fragmentatie van
de aanpak van discriminatie. Vanuit het strafrecht is er één integrale
aanpak als het gaat om discriminatie, ongeacht de vorm van
discriminatie, en ook bij de preventie is er één integraal beleid waarop
verschillende departementen een rol vervullen. De Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR) heeft de afgelopen jaren twee opeenvolgende Nationaal Programma’s opgesteld met een scala aan versterkingen die zowel preventief als repressief van aard zijn. Dat neemt niet weg dat elke discriminatievorm zijn eigen uitdagingen kent en om een specifieke aanpak kan vragen. De twee coördinatoren zijn op verzoek van de Tweede Kamer ingesteld. De NCDR en Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding staan in nauw contact met elkaar. |
Tseggai, M. | MJenV |
16 | Met wie is MJenV in gesprek over zijn antisemitisme strategie en hoe sluit deze strategie naadloos aan op strategieën van andere ministeries (b.v. OCW, BZK, SZW)? | De aankomende Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024-2030 van het kabinet is het resultaat van een nauwe en intensieve samenwerking van maanden tussen verschillende ministeries (JenV, OCW, VWS, BZK en SZW) en de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB). Het doel van de afstemming en samenwerking is om er voor te zorgen dat plannen goed op elkaar aansluiten en om nieuwe ideeën en synergie te genereren. MJenV spreekt ook met verschillende maatschappelijke organisaties, zoals het Centraal Joods Overleg. | Tseggai, M. | MJenV |
27 | En voelt MJenV zich mede verantwoordelijk voor beleidskeuzes op die terreinen die raken aan antisemitisme en discriminatie? | Vanwege de positionering van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding bij het departement van JenV heeft de minister van JenV die rol voor antisemitisme. De minister van BZK heeft een coördinerende rol op het discriminatiebeleid. Er vindt nauwe samenwerking plaats binnen het kabinet. | Tseggai, M. | MJenV |
Van Dijk | ||||
14 | Wat gaat de minister doen aan het weigeren van het OM om zwaardere straffen te eisen bij geweld tegen hulpverleners? | Het kan niet vaak genoeg gezegd worden: geweld tegen personen met een publieke taak is absoluut onacceptabel. Personen met een publieke taak vervullen een belangrijke rol in onze samenleving. Zij zijn er voor ons allemaal. Gelet hierop is een van de vertrekpunten van het beleid van het Openbaar Ministerie dat de strafeis met 200% wordt verhoogd wanneer het delict is gepleegd tegen een werknemer met een publieke taak. Een ander vertrekpunt is dat maatwerk wordt toegepast in het bepalen van een passende straf door alle omstandigheden van de zaak mee te wegen. MJenV is van mening dat beleid en uitvoering met elkaar in lijn moet zijn. Met die inzet wordt het gesprek met het Openbaar Ministerie aangegaan. MJenV zal uw Kamer hierover in het voorjaar informeren. | Dijk, E. van | MJenV |
15 | Belangrijke voorstellen zoals verzwaren straffen ernstige misdrijven waaronder terreur laten lang op zich wachten, kan de minister aangeven wat de stand is op dit dossier? | Ter uitvoering van het regeerprogramma
worden op dit moment ambtelijk voorbereidingen getroffen voor
voorstellen tot verhoging van diverse strafmaxima, ook op het terrein
van terroristische misdrijven. Zoals aangekondigd in het regeerprogramma
komt MJenV in de loop van 2025 met een plan van aanpak waarin wordt
geconcretiseerd hoe de uitwerking van deze voorstellen eruit komt te
zien. Overigens lopen er al verschillende wetsvoorstellen die strekken tot strafmaximumverhoging. Zo is een wetsvoorstel tot verhoging van het wettelijk strafmaximum van deelneming aan een terroristische organisatie inmiddels bij uw Kamer aanhangig en gereed voor plenaire behandeling. En er ligt een wetsvoorstel tot verhoging van de strafmaxima van zware drugsdelicten nu voor advies bij de Raad van State. |
Dijk, E. van | MJenV |
18 | Hoe wil de minister de internationale samenwerking in relatie tot mensenhandel met Italië vormgeven? | Mensenhandel is een grove inbreuk op de
vrijheid en waardigheid van slachtoffers. Daarom is het ook voor dit
kabinet een prioriteit. Het is belangrijk om naast zorg voor
slachtoffers ook de daders aan te pakken, nationaal en internationaal.
Vaak gaat het om internationale netwerken, waardoor internationale
samenwerking bij de opsporing nodig is. Op dit moment wordt met
betrekking tot mensenhandel en mensensmokkel al samengewerkt met Italië
via de geëigende wegen, zoals binnen de Taskforce bij Europol, EMPACT en
via Eurojust. MJenV zal op 2 en 3 december aanstaande op werkbezoek gaan
naar Italië waar hij de minister van Binnenlandse Zaken en de minister
van Justitie zal spreken. MJenV zal de onderwerpen mensenhandel en
mensensmokkel daar bespreken met zijn ambtsgenoot. |
Dijk, E. van | MJenV |
19 | Wanneer stuurt de minister het wetsvoorstel verhogen van maximum straffen van 14-16-jarigen in het jeugdstrafrecht naar de kamer? | In het regeerprogramma is opgenomen dat het jeugdstrafrecht wordt aangescherpt, onder andere door het verhogen van maximale straffen voor 14 en 15-jarigen. Het kabinet is bezig met het opstellen van een plan van aanpak voor de uitwerking van de diverse voorstellen tot verhoging van strafmaxima, waaronder dit voorstel. Dit plan van aanpak zal in de loop van 2025 aan de Tweede Kamer worden aangeboden. | Dijk, E. van | MJenV, SRB |
20 | Kan de minister toezeggen dat hij de organisaties (NGO's) die zich schuldig maken aan mensenhandel en mensensmokkel vervolgen en waar mogelijk verbieden? | Het kabinet benadrukt dat het tegengaan
van het verlies van levens op zee en de internationaalrechtelijke plicht
om mensenlevens op zee te redden ten alle tijde de uitgangspunten
blijven. Tegelijkertijd dienen activiteiten niet behulpzaam te zijn bij
het in stand houden van criminele activiteiten van mensensmokkelaars die
geregeld mensenlevens op het spel zetten. Het is aan het Openbaar
Ministerie hier onderzoek naar te doen en zo nodig, wanneer geen sprake
is van zuivere humanitaire hulpverlening, over te gaan tot
strafrechtelijke vervolging met alle consequenties van dien. |
Dijk, E. van | MJenV |
21 | Kan de minister garanderen dat er geen opvolging komt van het proefballonnetje uit de Kamerbrief met beleidsreactie op WODC onderzoek naar intimidatie middels wettelijke middelen? | Het is van groot belang dat alle burgers hun rechtsmiddelen kunnen inzetten, zoals de Woo en beroeps- en bezwaarprocedures. De brief waar het lid Van Dijk naar verwijst is een reactie op het onafhankelijk onderzoek dat in opdracht van het WODC is uitgevoerd naar intimidatie middels wettelijke middelen. Onderzoekers constateren daarin dat personen in een poging effectieve en efficiënte uitoefening van overheidstaken te frustreren, kunnen intimideren door middel van bijvoorbeeld het misbruiken van Woo-verzoeken of beroeps- en bezwaarprocedures. Tegelijkertijd moeten politici en ambtenaren veilig, zonder oneigenlijke druk en intimidatie hun werk kunnen doen. Onderzoekers benoemen alert te blijven op dit fenomeen. Voorgestelde maatregelen gaan over het tegengaan van intimidatie en zien niet op burgers die gebruik maken van de rechtsmiddelen die hen zijn toegekend. De voorgestelde maatregelen zijn daarmee naar de mening van het kabinet geen proefballon. | Dijk, E. van | MJenV |
22 | Herkent de minister het beeld dat NGOs die proactief, en vaak naar aanleiding van communicatie met mensenhandelaars, illegale migranten van mensensmokkelaars op de middellandse zee overnemen? Erkent de minister, dat de constatering van de PVV, dat deze NGOs hiermee fungeren als de laatste schakel in de mensensmokkelketen en zich daarmee schuldig maken aan mensenrechtenschendingen en wellicht zelfs deelnemen aan de ondermijnende misdaad die dit kabinet zo graag wil aanpakken? | Er wordt geregeld gerapporteerd over
enerzijds de criminalisering van hulpverlening aan migranten, en
anderzijds dat er in gevallen sprake zou zijn van ngo’s die al dan niet
contact hebben met smokkelaars. Het hangt van de individuele
omstandigheden van het geval af of vervolging wenselijk is en of
strafbare handelingen hebben plaatsgevonden in plaats van het bieden van
zuivere humanitaire hulpvelening. Het is aan het Openbaar Ministerie
hier onderzoek naar te doen en zo nodig over te gaan tot
strafrechtelijke vervolging met alle consequenties van dien. |
Dijk, E. van | MJenV |
23 | Hoe wordt uitvoering gegeven aan de aangenomen motie over meer speurhonden bij gevangenissen? | SJenV maakt zich hard voor het tegengaan
van contrabande. Bij de nu voorliggende begroting heeft ze aangekondigd
structureel 16 miljoen euro te investeren in de versterking van de
aanpak van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie, waarvan een
aanzienlijk deel bestemd zal zijn voor de aanpak van contrabande. Bij deze uitwerking wordt ook de motie van de heer Van Dijk (PVV) betrokken, evenals de aangenomen motie van het lid Ellian (VVD) over verscherpte controles bij penitentiaire inrichtingen (PI's) en aanvullende maatregelen om het binnenbrengen van telefoons in PI’s tegen te gaan. SJenV informeert uw Kamer in Q1 2025 over de uitwerking van haar plannen en de uitvoering van beide moties. |
Dijk, E. van | SJenV |
24 | Vraag: Gewelddadige en intimiderende demonstraties tegen cultuur en samenleving moeten niet worden toegestaan (voorbeeld: Kick out Zwartepiet demonstraties tijdens sinterklaas). Wat als demonstranten agressief zijn en geweld gebruiken? Zou een demonstratie dan niet ontbonden moeten worden, in plaats van de agressie te belonen en zelfs de pers weg te sturen? | Het gebruik van agressie en geweld kan aanleiding zijn de demonstratie te beëindigen. Dit is de bevoegdheid van de burgemeester en daarmee een lokale aangelegenheid. De burgemeester legt daarover verantwoording af aan de gemeenteraad. De inhoud van een demonstratie kan nooit een reden zijn om een demonstratie te beëindigen als deze ordentelijk verloopt. | Dijk, E. van | MJenV |
25 | In het kader van de sinterklaasoptocht, wat prefereert het kabinet: vrijheid van nieuwsgeving of vrijheid van demonstratie? | Het demonstratierecht is een groot goed,
maar niet absoluut. Een demonstratie kan ook andere belangen en
grondrechten raken die beschermenswaardig zijn. De overheid is verplicht
om de uitoefening van alle grondrechten zoveel mogelijk te
faciliteren. Het bevoegd gezag zal daarom in elke individuele situatie
opnieuw een afweging moeten maken, afhankelijk van de omstandigheden van
het geval. |
Dijk, E. van | MJenV |
26 | Uitvoering opgelegde straffen moet niet meer verjaren. Belangrijk voor geloofwaardigheid en voor slachtoffers. Kan de minister reageren op het wetsvoorstel hierover? | Dit kabinet vindt dat mensen niet onder
hun straf mogen uitkomen. Momenteel onderzoeken staatssecretaris rechtsbescherming en staatssecretaris van Justitie en Veiligheid daarom hoe de verjaring van opgelegde sancties kan worden afgeschaft en sancties niet meer kunnen worden ontlopen. Staatssecretaris rechtsbescherming en staatssecretaris van Justitie en Veiligheid verwachten in de eerste helft van 2025 zicht te hebben op een gewenste invulling van dit wetsvoorstel. |
Dijk, E. van | SJenV |
28 | Graag hoor ik van de Minister wat hij er gaat doen om te voorkomen dat gewelddadige en intimiderende demonstraties tegen onze cultuur en samenleving niet worden toegestaan. Helemaal niet daar waar ouders met kleine kinderen in een veilige omgeving uiting willen geven aan een Nederlands volksfeest. | Het kabinet wil kijken hoe er een
scherper onderscheid gemaakt kan worden tussen vreedzaam demonstreren en
ordeverstorende acties. Het doel of de boodschap van een actie mogen
geen rol spelen bij de beoordeling van een demonstratie. De concrete
uitwerking van het regeerprogramma zal in belangrijke mate gebaseerd
worden op de uitkomsten van eerder aangekondigd onderzoek dat via het
WODC zal worden uitgevoerd. Het onderzoek zal, met medenemen van actuele
ontwikkelingen in binnen- en buitenland, kijken naar de mogelijkheden
voor een versteviging van het handelingsperspectief van alle betrokkenen
en de bestendigheid van het wettelijke kader. De verwachting is dat dit
onderzoek zomer 2025 zal zijn afgerond. |
Dijk, E. van | MJenV |
29 | Kan de minister reageren op de gebeurtenissen bij een kickout zwarte piet demonstratie waarbij een journaliste van de NPO op afstand werd gehouden door politieagenten? | Persvrijheid en vrije media zijn
onmisbaar binnen een goed functionerende democratische rechtsstaat. De
media hebben de platforms en de middelen om ideeën verder te brengen en
het maatschappelijk debat te stimuleren. Als journalisten worden
geïntimideerd, (online) persoonlijk worden aangevallen of te maken
krijgen met geweld, dan raakt dat de rechtsstaat in haar kern. Elke vorm
van agressie en geweld tegen journalisten is onacceptabel. Bij dreigende confrontaties is de inzet van de politie altijd gericht op dialoog en de-escalatie. De politie maakt van geval tot geval - in vaak complexe situaties - de professionele afweging wat de beste strategie is om agressie en geweld te voorkomen. Ingrijpen door de politie kan ook leiden tot de situatie dat het noodzakelijk is om een journalist te vragen om (tijdelijk) op afstand te gaan staan om escalatie te voorkomen en de veiligheid van de journalist te waarborgen. |
Dijk, E. van | MJenV |
Aardema | ||||
30 | Agenten haken af door weinig doorstroom mogelijkheden, ze komen er niet doorheen omdat hbo denkniveau nodig is. Velen hebben niet dat papiertje maar wel het denk niveau. Waarom niet via assessments keuren of dit HBO denkniveau aanwezig is en daarmee laten kunnen doorstromen? | Het doorstroombeleid is een arbeidsvoorwaardelijk onderwerp waarvoor aandacht is bij werkgever en de politievakbonden. Daarom is in het arbeidsvoorwaardenakkoord 2022-2024 sector politie een afspraak gemaakt om een assessment onderdeel te maken van de instrumenten om na te kunnen gaan of een politiemedewerker geschikt is voor een bepaalde functie en voldoet aan het gevraagde werk- en denk niveau. Daarbij geldt dat een assessment op zichzelf geen kwalificerend instrument is voor een functie. Daarnaast is afgesproken dat een politiemedewerker die in overleg met de leidinggevende een opleiding volgt, in het kader van doorstroom naar een andere functie, na het succesvol afronden van de opleiding, in overleg geplaatst wordt op de betreffende functie waarvoor deze politiemedewerker is opgeleid. Deze afspraken zijn in overleg met de vakorganisaties inmiddels uitgewerkt in staand beleid of lopende pilots. | Aardema, M. | MJenV |
31 | Is de bijdrage tot 2026 voldoende om de veiligheid met betrekking tot natuurbranden te waarborgen? En hoe gaat het 2026 als er tien procent korting wordt toegepast? En wat betekent dit (de tien procent korting) voor de hele financiering van de brandweer? | 100% veiligheid kan nooit worden
gegarandeerd. Ten aanzien van natuurbranden zijn belangrijke stappen
gezet. Vanuit het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur worden in de periode 2024 – 2029 incidentele financiële middelen beschikbaar gesteld oplopend tot 70 miljoen voor de gebiedsgerichte aanpak van natuurbranden, inclusief het slaan van bluswaterputten. Hiermee wordt de slagkracht van de brandweer in de betreffende gebieden vergroot. Voor onder meer de versterking van de bovenregionale samenwerking bij crises, waaronder natuurbranden, is de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) vanaf 2023 ten met 2026 geleidelijk structureel opgehoogd met een bedrag met 83 miljoen euro. De veiligheidsregio’s worden duaal gefinancierd: circa 15% vanuit de BDuR en circa 85% door de gemeenten vanuit het Gemeentefonds. De korting betreft alleen de BDuR en het beschikbare bedrag voor de BDuR staat in de begroting. Bij de voorjaarsnota wordt de korting op de BDUR binnen de begroting van JenV bezien. Kortom, daar moet SJenV nog een beslissing over nemen. De besturen van de Veiligheidsregio’s bepalen in het kader van hun begrotingen voor 2026 en verder hoe zij de mogelijke bezuiniging daadwerkelijk invullen. |
Aardema, M. | SJenV |
32 | Waarom kijkt de minister bij opleiden niet eens 'out of the box', bijvoorbeeld met het oog op particuliere opleiders zoals het instituut voor de veiligheid die deelopleidingen voor de politie kunnen verzorgen? | In het voorjaar van 2023 heeft de
politie een arbeidsmarktstrategie ontwikkeld om te zorgen dat politie
een aantrekkelijke werkgever blijft voor nieuw en zittend personeel. De
strategie richt zich onder andere op instroom en behoud. De Politieacademie maakt voor delen van een aantal specifieke opleidingen al gebruik van de inhuur van derde partijen, zoals bij de opleiding voor zij-instromende specialisten en de rijopleidingen. De Politieacademie blijft daarbij wel verantwoordelijk voor de opleidingen, inclusief de examinering en trainingen. Politie-specifieke opleidingen blijven voorbehouden aan de Politieacademie, gezien het geweldsmonopolie. Voor politie-specifieke opleidingen vissen externe partijen voor de inzet van docenten deels in dezelfde vijver als de Politieacademie en politie. Het uitbesteden van politieonderwijs maakt de capaciteit van beschikbare docenten niet automatisch groter. Het knelpunt zit momenteel meer in de begeleidingscapaciteit in de eenheden dan in de opleidingscapaciteit van de Politieacademie. |
Aardema, M. | MJenV |
33 | Zouden particuliere (technische) opleiders ook deelopleidingen kunnen verzorgen voor bijvoorbeeld zij-instromers zoals digitale rechercheurs? | De Politieacademie maakt voor een aantal
specifieke opleidingen al gebruik van de inhuur van derde partijen,
zoals de opleiding voor zij-instromende specialisten en de
rij-opleidingen. De huidige instroom van aspiranten kan niet worden
vergroot omdat vooral de begeleidingscapaciteit in de eenheden niet
verder kan groeien. Aspiranten van de basispolitieopleiding worden in
het tweede jaar van hun opleiding opgeleid in de basisteams, waar
trainings- en begeleidingscapaciteit voor nodig is. Dit is allemaal
operationele politiecapaciteit. Er is niet meer politiecapaciteit in de
basisteams beschikbaar om aspiranten in hun tweede jaar, het
praktijkjaar, te begeleiden. Bovendien is in veel basisteams de
verhouding van jonggediplomeerden en ervaren agenten ook nu al in het
voordeel van de jonggediplomeerden. Het is onwenselijk om deze
verhouding nog schever te laten worden. Het huidige kabinet zet vol in op zij-instroom bij de politie. Dit loopt goed, de zij-instroom voor dit jaar ligt ruimschoots op schema. Sinds een aantal jaar is het al mogelijk om als zij-instromer aan de slag te gaan op een specialistische functie, bijvoorbeeld op de expertisegebieden digitaal, financieel, forensisch, milieu of zeden. In oktober van dit jaar is met de politievakbonden overeenstemming bereikt over de mogelijkheid van zij-instroom voor de recherche. Dit is een eerste stap naar directe instroom in meerdere vakgebieden met gericht en modulair onderwijs, waarvoor de plannen momenteel met de politievakbonden worden verkend. |
Aardema, M. | MJenV |
Sneller | ||||
34 | Wat kunnen we komend jaar van SRb verwachten om perspectief te bieden aan de sociale advocatuur? | De meest kwetsbare burgers worden
doorgaans bijgestaan door sociaal advocaten. De overheid moet zich veel
meer richten op burgers en zorgvuldig invulling geven aan haar
grondwettelijke plicht om te voorzien in gesubsidieerde
rechtsbijstand. Het belangrijkste aandachtspunt zijn de vergoedingen. Komend jaar zal naar aanleiding van het rapport van de commissie-Van der Meer II besluitvorming over de vergoedingen voor sociaal advocaten plaatsvinden. De Commissie-Van der Meer II is momenteel nog bezig met haar onderzoek. Het kabinet zal na oplevering van het advies van de commissie besluiten hoe opvolging daaraan wordt gegeven. De financiële gevolgen van het advies van de Commissie-Van der Meer II zijn nog onbekend. Het advies wordt eind februari 2025 verwacht. Voorafgaand aan het eventueel wijzigen van de vergoedingen dient financiële besluitvorming tijdens het reguliere begrotingsproces plaats te vinden. Het is daarom belangrijk om eerst de uitkomsten van het advies van de Commissie-Van der Meer II af te wachten. De verwachting nu is niet dat financiële gevolgen van het advies van vergelijkbare omvang zullen zijn als de financiële gevolgen van het advies van de Commissie-Van der Meer I. Er is momenteel echter geen dekking op de JenV-begroting voor eventuele meerkosten als gevolg van het advies van de Commissie-Van der Meer II. Maar niet alleen de vergoedingen zijn van belang. SRb wil samen met de Nederlandse orde van advocaten als één van de oplossingen toewerken naar een duurzaam kantoormodel voor sociaal advocaten dat bedrijfsmatig efficiënt is, aantrekkelijk is voor jonge advocaten om te werken en waar de kwaliteit is geborgd. SRb ziet daarin een verantwoordelijkheid voor de Nederlandse orde van advocaten. Zij nemen daartoe samen met de Raad voor Rechtsbijstand al initiatieven. Aansluitend op de maatregelen die al in gang zijn gezet, gaat SRb ook breder de dialoog aan met de Nederlandse Orde van Advocaten, de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland, de Raad voor Rechtsbijstand en andere partijen die een rol spelen bij de toekomst van de advocatuur. Vanuit ieders gedeelde verantwoordelijkheid wil SRb gericht doelen stellen en vervolgmaatregelen afspreken die bijdragen aan een volwaardig en toekomstgericht beroep van sociaal advocaat. Een gesprek staat gepland in december 2024. Komend jaar wordt onverminderd doorgegaan met het vergroten van de bekendheid van de sociale advocatuur in het onderwijs. Er lopen al verschillende initiatieven om meer aandacht te creëren voor de sociale advocatuur in het onderwijs. De extended master sociale advocatuur die op 15 november jl. op de universiteit van Tilburg werd geopend is een prachtig voorbeeld. SRb is voornemens om de Kamer voorafgaand aan het commissiedebat gesubsidieerde rechtsbijstand over dit traject te informeren. Daarbij zal de SRb ook ingaan op de vraag hoelang we het huidige stelsel de kans geven om zich te bewijzen. |
Sneller, J.C. | SRB |
41 | Vraag aan beide staatssecretarissen: wat vinden jullie van initiatiefwetsvoorstel van D66, NSC en CDA voor minder korte gevangenisstraffen en wat gaan jullie zelf doen op dit punt van slimmer straffen? | SRb en SJenV hebben ervan kennisgenomen
dat een initiatief van de Kamerleden Sneller (D66), Six Dijkstra (NSC)
en Boswijk (CDA) in internetconsultatie is gegeven. De bewindslieden zullen het voorstel appericieren bij de plenaire behandeling van het uiteindelijke initiatiefwetsvoorstel in de Tweede Kamer. Bij de appreciatie zal naar de effecten, mogelijke risico’s en kosten van het voorstel worden gekeken. De bewindslieden staan er postief tegenover dat de effectiviteit van de straffen met dit initiatief wordt verbeterd. Ondertussen wordt door SRb en SJenV gewerkt aan Straffen op maat. Binnen dit traject worden maatregelen verkend, die het instrumentarium van de rechter kunnen uitbreiden en diens informatiepositie kunnen verbeteren. Doel hiervan is dat maatwerk bij het straffen verder kan worden verbeterd en zodoende met straffen de strafdoelen (vergelding, genoegdoening en preventie) nog beter worden gerealiseerd. Ten aanzien van het al dan niet invoeren van deze maatregelen kan naar verwachting in het tweede kwartaal volgend jaar een beslissing worden genomen. |
Sneller, J.C. | SJenV, SRB |
Van der Werf | ||||
35 | Het is onbegrijpelijk dat de breed gesteunde motie om centrum seksueel geweld landelijk te financieren nog niet is uitgevoerd (Motie van het lid Van der Laan c.s. over een voorstel voor het versterken van de landelijke stichting Centrum Seksueel Geweld). Graag een reflectie hierop van de minister. | In de motie is gevraagd om versterking
(financieel) van het landelijk bureau van het Centrum Seksueel Geweld
(LCSG) door landelijke financiering. Per brief aan uw Kamer van 15 januari 2024 hebben JenV en VWS laten weten dat zij voor de komende drie jaar extra middelen hebben toegevoegd aan het LCSG om het landelijk bureau te versterken en ervoor te zorgen dat zij hun belangrijke functie adequaat kunnen vervullen. Dit aanvullend op de middelen die het LCSG regulier ontvangt via het gemeentefonds. Met deze versterking is het basisbedrag voor het LCSG in 2024 1,1 mln euro geworden en ten opzichte van 2023 verdubbeld. Hiermee wordt het eerste deel van de motie uitgevoerd. Voor het tweede deel van de motie is samen met deze investering in het LCSG ook de afspraak gemaakt dat komende maand een traject start met alle betrokken partijen om deze versterking te evalueren, zodat in 2026 een weloverwogen besluit kan worden genomen. |
Werf, H. van der | SJenV |
36 | Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we bij huiselijk geweld en femicide een beter beeld krijgen van wie onze hulp nodig heeft en dat er ook wat met die informatie wordt gedaan? | Signalen van huiselijk geweld en
kindermishandeling kunnen op heel veel plekken worden herkend: door
professionals in de zorg, in het onderwijs, maar ook bij omstanders en
naasten. En uiteraard bij de politie.
Zie ook het antwoord op vraag 38. |
Werf, H. van der | SJenV |
38 | Hoe kunnen we zorgen voor een goedlopend proces omtrent meldingen van huiselijk geweld (bijvoorbeeld bij Veilig Thuis) voor alle partijen die daarmee te maken hebben? | Zoals ook in het antwoord op vraag 36
aangegeven is een goed lopend proces omtrent meldingen van huiselijk
geweld afhankelijk van meerdere factoren. Om goed en adequaat signalen
te herkennen en op te pakken is het cruciaal dat voor iedereen duidelijk
is wat die signalen zijn én hoe te handelen. Dit doet de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid samen met de staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg onder meer door: Het bevorderen van de deskundigheid van professionals, niet alleen op inhoudelijke kennis (over onder meer de ‘rode vlaggen’ van femicide), maar ook over wat in de samenwerking met andere betrokken partijen nodig is. Verder wordt gewerkt aan de verbetering van gegevensdeling en concrete samenwerking tussen de betrokken partijen, onder meer in de aanpak Veiligheid Voorop waar Veilig Thuis, politie, OM, reclassering en Raad voor de Kinderbescherming intensief samenwerken. Uw Kamer zal over de voortgang van deze inzet, vanuit de prioriteiten van het plan van aanpak ‘Stop femicide’, voor de zomer van 2025 worden geïnformeerd. In februari 2025 zal uw Kamer – conform toezegging uit het tweeminutendebat Zeden van 23 oktober 2024 en zoals verder toegelicht in de Verzamelbrief Zeden van 19 november 2024 – nader worden geïnformeerd over de wijze waarop samen met gemeenten de laagdrempeligheid en toegankelijkheid van Veilig Thuis kan worden vergroot. |
Werf, H. van der | SJenV |
Michon-Derkzen | ||||
37 | Drugscriminaliteit dringt door tot in de handvaten van de samenleving vooral te zien in onze wijken, repressie is waar deze vraag over gaat. Waar blijft de verhoging van strafmaat drugs delinquenten? | Met de in wetsvoorstel verhoging
strafmaat zware drugsdelicten voorgestelde strafmaatverhogingen moet ons
land minder aantrekkelijk worden voor drugscriminaliteit. Daarom is het wenselijk het wettelijk strafmaximum voor de zwaardere vormen van harddrugscriminaliteit te verhogen. Het wetsvoorstel verhoging strafmaten voor drugsdelicten ligt bij de Raad van State. Nadat de Raad van State advies heeft uitgebracht, zal dit voortvarend worden verwerkt, zodat het wetsvoorstel daarna bij de Tweede Kamer kan worden ingediend. MJenV verwacht dus dat het voorstel de Kamer in de eerste helft van 2025 zal bereiken. |
Michon-Derkzen, I. | MJenV |
39 | Hoe staat het met de taskforce gegevensdeling en meer informatie-uitwisseling in het kader van de aanpak van georganiseerde criminaliteit? | De JenV-brede Taskforce Gegevensdeling is bezig met twee belangrijke thema´s binnen de ondermijningsaanpak, namelijk: gegevensdeling binnen de aanpak van logistieke knooppunten en de aanpak Preventie met Gezag. Samen met de aangesloten partners werken we aan het verstevigen van hun informatiepositie en bepalen we welke interventies nodig zijn om de benodigde gegevensdeling te realiseren. In de komende halfjaarbrief, die voor het einde van het jaar aan de Kamer wordt verstuurd, worden de uitkomsten toegelicht die uit de analyse naar gegevensdeling binnen de mainportsaanpak naar voren zijn gekomen. Tegelijk wordt ingezet op concrete oplossingsrichtingen om ervaren gegevensdelingsproblematiek op te lossen. Een belangrijke stap is de aanstaande inwerkingtreding van de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden die een aanzienlijk aantal van ervaren knelpunten in o.a. de lokale informatie-uitwisseling zal wegnemen. In de komende periode wordt intensief verder gewerkt aan het oplossen van gegevensdelingsvraagstukken binnen de mainportsaanpak en Preventie met Gezag. Over de voortgang van de gegevensdelingsaanpak wordt de Kamer steeds geïnformeerd in de halfjaarbrieven over de ondermijningsaanpak. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
40 | Is er bij de politie voldoende capaciteit om hun werk te blijven doen? Ook in de nacht bij wisselende modus operandi van relschoppers. | Dit kabinet investeert 280 miljoen euro in meer slagkracht bij de politie en (strafrecht)ketenpartners. Deze investering komt bovenop de investeringen van de kabinetten Rutte III en IV in extra operationele capaciteit bij de politie. De komende jaren wordt de politie stap voor stap versterkt. Daarnaast zet de politie in op technologie en innovatie en het werk anders organiseren, zodat hetzelfde werk met minder mensen kan worden gedaan. Tegelijkertijd zal de vraag naar politie het aanbod altijd overstijgen. Het bevoegd gezag besluit waarvoor de politie wordt ingezet. Onze politiemensen zijn professioneel en werken doorlopend aan de ontwikkeling van hun vak. Een deel van deze vakontwikkeling is het aanpassen van tactieken aan de modus operandi van relschoppers. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
42 | Is de politie voldoende uitgerust voor optreden tegen rellen? | Voor een goed en professioneel
functioneren van de ME in vaak risicovolle situaties is het noodzakelijk
dat ME-leden goed zijn uitgerust en bewapend. Op 3 december 2022 is een
rapport van Bureau Beke gepubliceerd met aanbevelingen over onder meer
de voorbereiding, aansturing, training en toerusting van de ME. In
navolging van deze aanbevelingen is de politie gestart met het Programma
Politie en Openbare Orde Management. Als onderdeel van dit programma
wordt onderzocht of het nodig is om de uitrusting en gewelds- en
verdedigingsmiddelen van de ME uit te breiden. Daarnaast wordt de ME op
dit moment gefaseerd voorzien van nieuwe beschermende kleding. Door dit
kabinet wordt daarnaast structureel 7,5 miljoen euro geïnvesteerd in het
versterken van de operationele coördinatie bij de regionale eenheden bij
openbare ordeverstoringen en extra (zwaar) materieel en de paraatheid
van het personeel. |
Michon-Derkzen, I. | MJenV |
43 | Waar blijft de aanpak van het financiële verdienmodel rond drugscriminaliteit n.a.v. mijn motie aangaande regiemodel van poortwachters (langs de lijnen van het rapport van KPMG)? | Zoals verzocht in de genoemde motie zijn door het ministerie gesprekken gevoerd met poortwachters tegen witwassen over de aanbeveling in het rapport van de poortwachters. Dit is onderdeel van de intensivering van de anti-witwasaanpak, onder meer op basis van de National Risk Assessment Witwassen 2024, die is opgenomen in het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma. Hierover wordt uw Kamer in het eerste kwartaal van 2025 geïnformeerd. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
44 | Er is geen overhead te halen uit begroting hoeveel politieagenten er op straat zijn. Ook in de overheadspercentages, lijkt mij nu een hoog percentage. Kan er meer inzicht komen in aantal politieagenten op straat? Ook overheidspercentages? | In de begroting is informatie opgenomen over de operationele en niet-operationele sterkte. Met de kerncijfers in de halfjaarberichten politie wordt u nader geïnformeerd over de opbouw van deze sterkte op basis van een aantal werksoorten volgens het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie. De bezetting van de operationele sterkte bedroeg op 31 augustus 2024, exclusief aspiranten, 46.502 fte. Veruit het grootste gedeelte hiervan bestaat uit de gebiedsgebonden politie, met 20.726 fte (peildatum 31 augustus 2024). Ook alle andere werksoorten in de operationele sterkte zijn direct bezig met de uitvoering van de politietaak, zoals bijvoorbeeld de politiemedewerkers in de opsporing. Uit een grove schatting door politie blijkt dat de overhead circa 11% uitmaakt van de totale politiesterkte. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
45 | Groene boas zijn keihard nodig in het buitengebied, de politie kan dat gat helemaal niet opvullen. Bijna 25 miljoen gaat terug van de politie naar het ministerie wat voor ondermijning was bestempeld. Omdat dat niet benut kan worden door personele krapte, zit daar voldoende creativiteit in om de groene boa te ondersteunen? | Groene boa's zijn een belangrijke
veiligheidspartner in het buitengebied. Deze boa's zijn bedoeld om
overlast en andere overtredingen en misdrijven, strafrechtelijk aan te
pakken en worden betaald door de organisatie waar ze in dienst zijn. Als
tegemoetkoming in de kosten die werkgevers van groene boa's maken, is
een jaarlijkse subsidie van 5,5 miljoen euro beschikbaar. Binnen de
huidige budgettaire kaders van Justitie en Veiligheid is er geen ruimte
om dit bedrag te verhogen. De taken en bevoegdheden van de groene boa's worden meegenomen in de beschouwing van het boa-stelsel. |
Michon-Derkzen, I. | MJenV |
46 | Kan de samenwerking tussen politie en veiligheidspartners niet slimmer met elkaar, bijvoorbeeld op het gebied van winkeldiefstal en veel voorkomende criminaliteit wat de politie veel tijd kost? | In de huidige tijd van schaarste en roep om meer politiezorg is het belangrijk om de samenwerking tussen politie en andere veiligheidspartners slimmer in te richten. Zoals reeds bericht in het halfjaarbericht politie van juni 2024 loopt er momenteel een WODC-onderzoek rondom publiek-private samenwerking en de politiefunctie waarvan oplevering in maart 2025 wordt verwacht. De opbrengst kan helpen bij beantwoording van de vraag welke taken en verantwoordelijkheden bij uitstek bij de politie horen, en welke van deze taken en verantwoordelijkheden verder samen met of door andere publieke en/of private partners in het kader van de (brede) politiefunctie kunnen worden ingevuld. Zo ook voor de inzet van bijvoorbeeld particuliere beveiligingsbedrijven bij het tegengaan van winkeldiefstal en andere vormen van veel voorkomende criminaliteit. Overigens worden er reeds alternatieve wijzen van afdoening voor winkeldiefstal toegepast om de capaciteitsinzet te verminderen. Denk hierbij aan een landelijke wijze van reprimanderegeling voor meerderjarige ‘first offenders’ voor een winkeldiefstal wanneer de waarde van de gestolen goederen onder de 50 euro ligt, maar ook het opleggen van een (collectief) winkelverbod. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
47 | Kan de minister een kabinetsreactie geven op het WODC-rapport rondom slachtoffers van fraudehelpdesk (rapport voorjaar 2023)? | MJenV zal uiterlijk in januari 2025 komen met een beleidsreactie op de evaluatie van de Fraudehelpdesk door het WODC. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
48 | Zit de succesvolle pilot DNA-profielen voor drugslabs ook in die 30 miljoen voor opsporing? | Als onderdeel van de 30 miljoen euro die beschikbaar is ten behoeve van de forensische opsporing, is 2,7 miljoen euro beschikbaar voor de aanpak van drugscriminaliteit. De doorontwikkeling van de proeftuin synthetische drugs maakt daar onderdeel van uit. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
49 | Kunnen private bedrijven informatie uitwisselen voor het tegengaan van online fraude, eventueel in het kader publiek-private samenwerking? | Private partijen kunnen altijd modus operandi van fraudeurs delen om zo (pogingen) tot fraude beter en gerichter tegen te gaan. Persoonsgegevens van individuele fraudeurs kunnen echter maar in beperkte mate gedeeld worden. Banken kunnen dat bijvoorbeeld volgens een protocol en met de door hen daartoe verkregen vergunning van de AP. Dit geldt ook voor verzekeraars. Webwinkels hebben geen vergunning van de AP noch hebben zijn een wettelijke grondslag om persoonsgegevens over fraudeurs te delen. Evenmin is er een vergunning van de AP of een wettelijke grondslag om cross sectoraal persoonsgegevens te delen. indien private partijen persoonsgegevens willen delen binnen de huidge kaders, kunnen zij daartoe een vergunningsaanvraag bij de AP indienen. Daarnaast zijn er een paar samenwerkingsverbanden vanuit de politie waarbij de politie politiegegevens verstrekt aan de banken en Marktplaats. Andersom gebeurt de gegevensverstrekking alleen met een aangifte of een vordering door het OM. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
50 | Hoe ziet de aanpak tegen gedigitaliseerde criminaliteit zoals online fraude eruit in de basisteams van de politie? | De politie en het OM hebben sinds 2022 een nieuwe werkwijze ontwikkeld waarbij bepaalde vormen van veelvoorkomende gedigitaliseerde criminaliteit op een andere wijze worden opgepakt, ook wel operatie Centurion genoemd. De aanpak richt zich op het op landelijk niveau inzichtelijk maken van criminele verbanden tussen aangiften en meldingen. Vervolgens worden deze ter afhandeling in clusters van aangiften aangeboden aan de basisteams en parketten. Naast de strafrechtelijke aanpak wordt daarbij ook ingezet op alternatieve interventies om de dader te stoppen en het slachtoffer genoegdoening te bieden. Deze aanpak wordt doorontwikkeld. De investering van dit kabinet van structureel 52,6 miljoen in de aanpak van cybercrime en gedigitaliseerde criminaliteit gaat daaraan bijdragen. | Michon-Derkzen, I. | MJenV |
Ellian | ||||
51 | Waarom wordt de motie Ellian over het geen contact hebben tussen gedetineerden niet uitgevoerd? | Naar aanleiding van de aangenomen motie
van het lid Ellian (VVD) om zoveel mogelijk een individueel programma
als uitgangspunt te hanteren in de EBI, hebben DJI, OM en politie de
samenstelling van de kleine groepen en de programma’s binnen de EBI
extra tegen het licht gehouden. De (her)beoordeling van deze samenstellingen vindt plaats wanneer er aanleiding voor is, en daarnaast periodiek. SJenV hecht eraan dat deze beoordeling plaatsvindt op basis van expertise en (veiligheids)informatie. |
Ellian, U. | SJenV |
52 | Kunnen we als uitgangspunt maken dat de zwaarst bewaakte gedetineerden die in EBI of AIT zitten via videoverbinding aanwezig kunnen zijn op zitting? | Het uitgangspunt bij de toepassing van
videoverhoor is gebaseerd op belangrijke procesrechten van verdachten op
zitting. De rechter kan daar in bepaalde gevallen zonder instemming van
verdachten van afwijken, bijvoorbeeld indien sprake is van grote
veiligheidsrisico’s of vluchtgevaar. Om vervoersbewegingen zoveel mogelijk te beperken, beschikt de EBI sinds vorig jaar over een “videowall”. Hierdoor is het mogelijk om gedetineerden vanuit de EBI via videoconferentie deel te laten nemen aan een zitting. Daarnaast wordt gefaciliteerd dat verhoren met de rechter-commissaris in Vught via videoconferentie gehouden kunnen worden en zijn de voorbereidingen van een zittingszaal in de PI Vught in volle gang. Ingebruikname van deze zittingszaal staat gepland voor begin 2025. Ten aanzien van de Afdelingen Intensief Toezicht (AIT’s) is de Dienst Justitiële Inrichtingen momenteel in gesprek met de Raad voor de Rechtspraak omtrent de ingebruikname van een videoconferentiesysteem zodat ook hier, binnen de beschikbare capaciteit, de mogelijkheid bestaat een verdachte via een videoverbinding aan een zitting deel te laten nemen. |
Ellian, U. | SJenV, SRB |
53 | Vught is het epicentrum van gevaarlijke mensen. Is het geen idee om de gehele penitentiaire inrichting Vught te betitelen als high risk, high care en het beleid daarop aan te passen? Dat daar de meest gevaarlijke criminelen worden behandeld? En ook nog even over amendement Ellian Wilders over uitbreiding EBI, moeten snel beginnen met de bouw en extra rekening houden met toegangsroutes. | Gevaarlijke gedetineerden, de
hoogrisicogedetineerden, worden geplaatst in de Extra Beveiligde
Inrichting (EBI), op een Afdeling Intensief Toezicht (AIT), op een
Terroristenafdeling (TA), op een afdeling voor Beheers Problematische
Gedetineerden (BPG) of op een daartoe aangewezen gedeelte van een
Penitentiair Psychiatrisch Centrum (PPC). Indien deze gedetineerden zorg
nodig hebben wordt dit zoveel mogelijk binnen de muren geleverd. Voldoende spreiding is van belang, zowel binnen de penitentiaire inrichtingen als over het land. Om spreiding blijvend te kunnen garanderen wordt het detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden gefaseerd uitgebreid tot zeven AIT’s en met een tweede EBI in Vlissingen. DJI werkt bovendien hard aan de uitbreiding van de bestaande EBI in Vught. De 12 extra EBI cellen worden gerealiseerd in het vierde kwartaal van 2026 conform de motie Ellian/Wilders. Ten tijde van de verbouwing en daarna blijven de oude toegangsroute en de tijdelijke extra ontsluitingsweg die dit jaar is geopend in gebruik. Tot slot is en wordt het detentielandschap uitgebreid met vier justitiële complexen waar detentie en berechting samenkomen (Schiphol, Vught, Lelystad en Vlissingen). Op deze manier worden risicovolle reisbewegingen met hoogrisicogedetineerden zoveel mogelijk teruggedrongen. Al met al ziet SJenV geen aanleiding om Vught te betitelen als een aparte ‘high risk, high care’ faciliteit. |
Ellian, U. | SJenV |
54 | Kunnen we het eerdere aangekondigde voorstel van de voormalige MRb omtrent eigen bijdrage forensische zorg alsnog verwachten? | Ja dit gaat worden ingevoerd. Er wordt nu gewerkt aan de invoering van de eigen bijdrage voor verblijf in de forensische zorg, hetgeen een wetswijziging vereist. De SJenV ziet en onderstreept het belang van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage vanuit financiële overwegingen, rechtsgelijkheid én behandeloogpunt. Dit dient op een zorgvuldige manier te worden gedaan, met oog voor de uitvoerbaarheid. Op korte termijn worden uitvoeringstoetsen gevraagd aan de betrokken organisaties. Dit in afstemming met andere departementen en ketenpartijen. Uiteraard zal de Tweede Kamer op de hoogte worden gehouden via de periodieke voortgangsbrief forensische zorg. | Ellian, U. | SJenV |
55 | Kan de minister de uitvoering van de motie Ellian over het tipgeld heroverwegen? | In reactie op uw verzoek met betrekking
tot de tipgelden heeft de MJenV begin deze week een Kamerbrief verstuurd
waarin wordt toegelicht hoe uitvoering wordt gegeven aan de betreffende
motie. Uit onderzoek is immers gebleken dat het enkel verhogen van
tipgelden niet zal leiden tot meer tips en mogelijk ook ongewenste
neveneffecten zal hebben, zoals valse tips. De verantwoordelijkheid voor
het vaststellen van de hoogte van de tipgelden ligt bij het OM. |
Ellian, U. | MJenV |
56 | Kan de staatssecretaris reageren op het amendement over meer licht beveiligde plekken in het gevangeniswezen? | SJenV is inhoudelijk enthousiast over dit voorstel. Zoals eerder met uw Kamer gedeeld zet SJenV dan ook al in op een sober detentieconcept voor kortgestrafte zelfmelders. | Ellian, U. | SJenV, SRB |
Boswijk | ||||
57 | Klaarstaan voor kinderen en ouderen, maar ook oog hebben voor slachtoffers van mensenhandel en kindermisbruik, hoe gaat de minister deze disbalans rechtzetten? | De aanpak van seksueel kindermisbruik is
een prioriteit voor het kabinet. Hiervoor heeft MJenV ook extra middelen
vrijgemaakt. De aanpak van mensenhandel is ook een prioriteit voor dit
kabinet. In het regeerakkoord is opgenomen dat het kabinet mensenhandel
stevig bestrijdt, ook in internationaal verband, onder meer via het
programma Samen tegen mensenhandel en door het verder brengen van het
wetsvoorstel dat voorziet in de modernisering en uitbreiding van de
strafbaarstelling van mensenhandel (artikel 273f Sr). Tot slot is
mensenhandel als prioritair thema opgenomen in de
Veiligheidsagenda. |
Boswijk, D. | MJenV |
58 | Volgens het CDA is er te laconiek gereageerd door de minister op de politiehack. Kan de minister aangeven hoe het staat met het onderzoek naar de politiehack en kan hij aangeven welke stappen ondernomen gaan worden voor de zorg van deze agenten? | De datahack bij de politie is een
incident dat zeer serieus is genomen. De politie heeft steeds oog gehad
voor de veiligheid van en zorg voor politiemedewerkers. Gelukkig zijn er
geen gevallen bekend van politiemedewerkers die te maken hebben gehad
met concrete bedreigingen, zoals intimidatie of doxing. De politie heeft
alle medewerkers meermaals geïnformeerd over de hack, onder meer om hen
bewust te maken van mogelijke risico's. Ook heeft de politie na de hack
tijdelijk een speciaal meldpunt ingericht. De Kamer is geïnformeerd over de voortgang van het politie-onderzoek naar het cyberincident, voor zover de vertrouwelijkheid het toelaat. In het belang van de veiligheid van de politie kunnen geen nadere uitspraken worden gedaan over dit onderzoek. Daarnaast loopt er een strafrechtelijk onderzoek. Er worden geen uitspraken gedaan over lopende strafrechtelijke onderzoeken. |
Boswijk, D. | MJenV |
59 | Recentelijk was in Amsterdam een hologram van de 19-jarige Hongaarse sekswerker Betty te zien, om tips te vragen over haar moord. Kan dit initiatief van de politie als voorbeeld dienen om een vuist te maken tegen seksuele uitbuiting en geweld tegen vrouwen? | Het hologram dat de politie in Amsterdam
inzette had als doel het vergaren van informatie in een specifieke cold
case. Naast het vergaren van informatie kan deze werkwijze ook in
algemene zin zorgen voor vergrote bewustwording rondom geweld tegen
vrouwen. Vanwege de kracht van het instrument alsmede het gericht
inzetten van middelen passen we dit selectief toe. |
Boswijk, D. | MJenV, SJenV |
60 | Kan HEIT (Haags Economisch Interventie Team)-samenwerking om ondermijnende bedrijven aan te pakken dienen als voorbeeld voor andere gemeenten? | Het HEIT kan zeker als voorbeeld dienen voor andere gemeenten. Het uitvoeren van integrale controles is namelijk een belangrijk instrument om zicht te krijgen op de signalen van ondermijning op lokaal niveau. In verschillende regio's zijn soortgelijke interventieteams actief of in oprichting. Een voorbeeld hiervan is het 'Act! Limburg' wat een overkoepelende noemer is voor de vijf districtelijke interventieteams in de regio Limburg. Het HEIT is onlangs nog bij 'Act! Limburg' op bezoek geweest om ervaringen en kennis te delen. | Boswijk, D. | MJenV |
61 | Op welk moment is welke partij betrokken en hoe voorkomen we dat betrokken instanties niet langs elkaar heen werken in de aanpak tegen mensenhandel? | In het Actieplan programma Samen tegen mensenhandel richt één van de actielijnen zich op de verbetering van de (boven)regionale samenwerking. Een andere actielijn richt zich op de informatiedeling en gegevensverwerking. Bij de uitvoering van beide actielijnen zijn meerdere regionale partijen betrokken zoals VNG, gemeenten en RIEC’s zodat de aanpak van mensenhandel ook lokaal werkt om slachtoffers te voorkomen, hen beter te helpen en daders aan te pakken. De gemeenten die nog geen beleid in de aanpak van mensenhandel hebben, worden vanaf 2024 waar nodig ondersteund door onder meer VNG om deze vorm te geven en uit te voeren. | Boswijk, D. | MJenV |
62 | Crimineel verdiend geld moet makkelijker worden afgepakt en terug geïnvesteerd in de wijken die hardst worden geraakt, Kabinet zegt dit ook te willen maar niet terug te zien in begroting. Jaar na jaar vallen inkomsten van het afpakken tegen, dit jaar 250 mln euro. Het lijkt wel of dit weinig prioriteit heeft, krijgt dit wel de serieuze aandacht vraag ik aan de minister? | Ja, het afpakken van crimineel vermogen
heeft priotiteit bij MJenV en alle betrokken partners. Het gezamenlijk
doel bij het afpakken van crimineel vermogen is om criminelen in hun
portemonnee te raken, het criminele verdienmodel te verstoren en het
criminele netwerk kapot te maken. De veronderstelling dat afpakken geen
prioriteit heeft doordat de ontvangsten lager uitvallen dan geraamd, is
onjuist. De ramingen zijn geen doelstellingen en geen graadmeter voor de
inzet van de partners in de afpakketen. In de begroting van Justitie en
Veiligheid worden voor de incasso meerjarige-ramingen opgenomen. Bij het
opstellen van de ramingen wordt rekening gehouden met grote schikkingen
die in het verleden zijn gerealiseerd. De afgelopen jaren is er geen
sprake geweest van grote schikkingen waardoor de ontvangsten lager
uitvallen dan geraamd. Bij de voorjaarsnotabesluitvorming vindt
herijking plaats van de ramingen in de JenV-begroting. De ambities en doelstellingen van het OM en de opsporingsdiensten voor het afpakken van crimineel vermogen zijn opgenomen het Strategisch programma criminele geldstromen 2024-2028. Het OM stuurt op het leggen van zo veel mogelijk kwalitatief beslag. De beslagdoelstelling voor 2023 van 281,6 miljoen euro is met 129% ruimschoots behaald (bron: OM Jaaroverzicht Criminele Geldstromen 2023). Bovendien wordt het wettelijk instrumentarium uitgebreid, worden twee regionale combiteams opgezet en wordt gewerkt aan systemen om meer en beter zicht te hebben en houden op crimineel vermogen. Ook wordt de samenwerking met derde landen versterkt (o.a. Marokko, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten) om het geld te kunnen ontnemen dat door criminelen in derde landen wordt geïnvesteerd en witgewassen. |
Boswijk, D. | MJenV |
63 | Er blijkt uit onderzoek dat bij het escortbureau Nirvana al jarenlang sekswerkers worden uitgebuit, de eigenaar is zelfs in België veroordeeld voor mensenhandel en uitbuiting, maar het bureau kan tot op de dag van vandaag in Nederland ongestoord zijn gang gaan. Kan de minister reageren op dit onderzoek? Waarom gelden er geen strengere eisen voor dit bureau, als blijkt dat de eigenaar al eerder is veroordeeld voor mensenhandel? | Aannemende dat wordt gedoeld op een
publicatie van Pointer dat enkele dagen geleden is verschenen, is het
beeld dat wordt geschetst zorgwekkend. De casus speelt zich af in de
gemeente Tilburg. Daar heeft de gemeenteraad inmiddels vragen gesteld
aan de burgemeester. De burgemeester heeft op 18 november 2024 aan de
gemeenteraad een eerste reactie gegeven en geeft aan de informatie van
Pointer mee te nemen in het vervolgtraject. Er wordt contact gelegd met
de gemeente Tilburg om te bezien of uit deze casus ook opgaven
voortkomen voor het ministerie. Er zijn 20 november 2024 ook
schriftelijke vragen gesteld door het lid Tseggai (GL/PvdA) over dit
onderwerp. In de beantwoording van deze vragen zal hierop worden
teruggekomen. |
Boswijk, D. | MJenV |
64 | Voorstel tijdens vorige begroting JenV om budget vrij te maken voor veteranen search team. Een jaar later schrijft de minister dat nog steeds gesprekken gevoerd worden tussen politie en VST. Kan de minister daar vaart achter zetten en aangeven wanneer er een plan komt? | In de verzamelbrief politie van 11 oktober jl. is uw Kamer bericht dat de politie onderzoekt wat een geschikte onkostenvergoeding zou kunnen zijn. Dit onderzoek is bij de politie nog niet afgerond. Als de politie bij de uitvoering van haar taken andere organisaties betrekt, dan is het aan de politie om binnen de politiebegroting afspraken te maken over eventuele financiering daarvan. Uw Kamer wordt hierover zo spoedig mogelijk geïnformeerd. | Boswijk, D. | MJenV |
65 | Informatiedeling in samenwerking tussen verschillende instanties heeft gefaald door doorgeslagen privacyregels bij steekincident Albert Heijn (Den Haag). Hoe gaan we aanpakken dat doorgeslagen privacyregels doden als gevolg hebben? | Vóór het commissiedebat tbs ontvangt uw
Kamer de brief met een reactie op de onderzoeksrapporten van de
Inspectie van Justitie en Veiligheid en de Procureur-Generaal Hoge Raad
die naar aanleiding van het steekincident in de Albert Heijn op de
Turfmarkt zijn opgesteld. In deze brief gaan MJenV en SJenV, mede namens
SRb en SJPS, in op maatregelen die moeten worden getroffen om
belemmeringen in gegevensdeling tussen partijen in het zorg-sociaal- en
veiligheidsdomein weg te nemen. Om personen met verward/onbegrepen gedrag en een hoog veiligheidsrisisco in beeld te krijgen en te houden, is met name de Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden (Wgs) behulpzaam. De Wgs zal naar verwachting in 2025 in werking treden. Op dit moment ligt in uw Kamer het Wetsvoorstel aanpak meervoudige problematiek sociaal domein voor, die hierbij eveneens van belang kan zijn. |
Boswijk, D. | MJenV, SJenV, SRB |
66 | Hoeveel geld van de politie gaat er naar het opsporen van ondermijning en hoe kunnen we een beweging opstarten om elkaar ervan bewust te maken dat melden/aangifte doen en elkaar helpt? Krijgt dit voldoende aandacht? | De aanpak van ondermijnende criminaliteit is breder dan de opsporing. Ondermijning manifesteert zich op alle niveaus, van buurt en platteland tot in de stad, en van lokaal tot internationaal. Er is fors geïnvesteerd in wijkagenten (motie Hermans) en vanuit de ondermijningsgelden is eerder 84 miljoen euro structureel beschikbaar gesteld voor de opsporing. Aanvullend wordt nu nog eens ruim 62 miljoen euro vrijgemaakt voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit en het beschermen van de democratische rechtstaat. Met deze middelen wordt ook de operationele slagkracht van de politie versterkt, bijvoorbeeld voor het tegengaan van drugssmokkel via logistieke knooppunten. Naast het versterken van de opsporing is het melden van signalen en het doen van aangifte belangrijk in de aanpak van de ondermijnende criminaliteit. Mede daarom wordt voor het vergroten van de maatschappelijke weerbaarheid tegen ondermijnende criminaliteit aanvullend 4 miljoen euro beschikbaar gesteld. Over de aanvullende investeringen die dit kabinet doet in de ondermijningsaanpak wordt de Kamer in de eerstvolgende halfjaarbrief geïnformeerd. | Boswijk, D. | MJenV |
67 | Zouden boas sneller tussen gemeentes uitgewisseld kunnen worden door het wisselen niet te reguleren via gemeenten maar per veiligheidsregio's? | De door het lid Boswijk genoemde vormen van samenwerking zijn reeds mogelijk en worden ook al toegepast in het boa werkveld. Zo fungeren een aantal grotere centrumgemeenten reeds als uitlener voor kleinere gemeenten. Ook bestaat er al een samenwerkingspoule waar gemeenten capaciteit in delen (bijvoorbeeld Veiligheidszorg Drenthe). Werkgevers kunnen dit onderling dus al toepassen. | Boswijk, D. | MJenV |
72 | Is de staatssecretaris er mee eens dat het openstellen van de online gokmarkt heeft gefaald? Graag een reactie. | De uitkomsten van de evaluatie van de Wet kansspelen op afstand laat zien dat de bescherming niet werkt zoals verwacht bij de totstandkoming van de wet. De wet is bedoeld om spelers een veilige en gecontroleerde speelomgeving te bieden als betrouwbaar alternatief voor het illegale circuit. Op basis van eerdere signalen heeft SRb al zijn zorgen geuit over de bescherming bij online gokken en is een aantal maatregelen genomen. Voor SRb staat de bescherming van kwetsbare spelers, waaronder jongvolwassenen, voorop en SRb kan alvast stellen dat er werk aan de winkel is. SRb streeft ernaar om voor het einde van het jaar met een inhoudelijke beleidsreactie op deze evaluatie te komen en op basis van gewijzigde uitgangspunten voor het kansspelbeleid voorstellen te doen om spelers beter te beschermen tegen de negatieve effecten van online kansspelen. | Boswijk, D. | SRB |
73 | Welke maatregelen gaat het kabinet nemen om de negatieven effecten van de openstelling van de online gokmarkt op te vangen en op welke termijn gaat het kabinet dit doen? | Het beschermen van mensen tegen risico’s
van kansspelen staat voor SRb voorop in het kansspelbeleid, daarom zijn
maatregelen genomen om in het bijzonder kwetsbare groepen te beschermen.
Zoals het verbod op de inzet van rolmodellen bij reclames, het verbod op
ongerichte reclames en de Regeling speellimieten en bewuster speelgedrag
die op 1 oktober jl. in werking is getreden. De effecten van de
maatregelen houdt SRb nauwgezet in de gaten en op basis daarvan zal SRb
bezien of verdere aanscherpingen van de ministeriële regeling wenselijk
is. Daarnaast biedt de Beleidsregel verantwoord spelen van de
Kansspelautoriteit, die ook recentelijk in werking is getreden,
duidelijke en richtinggevende normen voor de invulling van de zorgplicht
bij aanbieders. De Kansspelautoriteit monitort de effecten van deze
Beleidsregel en kan deze ook aanpassen wanneer dit nodig blijkt en ziet
toe op de naleving. Tijdens het werkbezoek van SRb bij de
Kansspelautoriteit afgelopen maandag heeft SRb dit in de praktijk
gezien. De Kansspelautoriteit maakt daarbij gebruik van meerdere
instrumenten. Dat kunnen informele gesprekken zijn, waarschuwingen,
sommaties of last onder dwangsom. Afhankelijk van de zwaarte van de
casus start de Kansspelautoriteit dan met informele normhandhaving of
gelijk met een sanctietraject. De Kansspelautoriteit maakt daarbij vaak
gebruik van een informele normhandhaving, zoals het gebruik van
waarschuwingen. Hiermee kan de Kansspelautoriteit sneller en vaker
optreden en normoverschrijdend gedrag van aanbieders effectiever
stoppen. In het geval dat de Kansspelautoriteit start met informele
normhandhaving en deze interventies niet worden opgevolgd dan neemt de
Kansspelautoriteit alsnog zwaardere maatregelen, zoals het opleggen van
boetes of het intrekken van vergunningen. Voor andere aanscherpingen geeft de u toegezonden evaluatie van de Wet kansspelen op afstand richting. Zoals aangegeven in de brief van 10 oktober jl. vraagt dat om een zorgvuldig proces. De voorstellen hiertoe volgen in december 2024. |
Boswijk, D. | SRB |
Six Dijkstra | ||||
68 | Is het ook een doel van het kabinet om politie meer in te zetten voor preventie en lange termijn in plaats van alleen op incident basis. En hoe gaat de minister deze resources inzetten om dit te realiseren? | De beschikbare politiecapaciteit staat al geruime tijd onder druk, onder meer vanwege het grote aantal demonstraties met een openbare ordeverstorend karakter. Het kabinet vindt het belangrijk dat politie weer meer tijd en ruimte krijgt voor het proactieve werk in de wijk. Hoe meer de bezetting op orde komt, hoe minder wijkagenten hoeven in te springen bij de incidentafhandeling. Waardoor zij meer tijd hebben voor hun werk in de wijk. De politie heeft daarom een arbeidsmarktstrategie ontwikkeld om te zorgen dat politie een aantrekkelijke werkgever blijft voor nieuw en zittend personeel. De strategie richt zich onder andere op instroom en behoud. In overleg met de gezagen, andere departementen en zowel publieke als private organisaties wordt daarnaast gekeken hoe het werk binnen de politiefunctie slimmer of beter kan worden georganiseerd. Hieronder vallen de inspanningen, om de politie-inzet op verwarde personen te verminderen. Ten slotte zet de politie in op technologie en innovatie om het werk anders organiseren, zodat hetzelfde werk met minder mensen kan worden gedaan. | Six Dijkstra, J. | MJenV |
69 | Welke concrete doelstellingen heeft de minister bij de inzet van de middelen rond het tegengaan van online criminaliteit en hoe gaat hij deze doelstellingen concreet maken? Hoe gaat hij vervolgens de effecten van de inzet van deze middelen meetbaar maken? | Het kabinet investeert in meer
slagkracht bij de politie op het vlak van digitale opsporing, onder meer
voor de aanpak van delicten als zeden, mensenhandel, kindermisbruik en
online verkopen van verboden waar, zoals drugs. Er wordt bij de politie
een centrale voorziening voor digitale opsporing opgericht en er komen
extra specialistische zij-instromers voor digitale opsporing. De
centrale voorziening zal zorgen voor regie en coördinatie van de aanpak
op landelijk niveau in wisselwerking met de aanpak in en tussen de
eenheden, en de inzet op lokaal niveau. Het meten van het effect van politiewerk is een complex vraagstuk, door de aard van dit werk. Een lineair verband tussen een politie interventie en een doelstelling als de afname van online criminaliteit is moeilijk aan te tonen. Het kan namelijk niet worden vastgesteld dat deze afname een resultaat is van het politiewerk of andere preventieve maatregelen of maatschappelijke factoren. De toe- en of afname van online criminaliteit in den breedte wordt daarom gemonitord middels de Veiligheidsmonitor, waarin onder andere wordt gerapporteerd over veiligheid(sgevoel) en slachtofferschap. Daarnaast legt de politie in haar jaarverantwoording verantwoording af over besteding van middelen en behaalde resultaten. |
Six Dijkstra, J. | MJenV |
70 | Op welke vlakken ziet de minister voor zich dat Nederlandse burgers die doelwit zijn online oplichting, sekstorsion of bedreigingen, over een paar jaar concreet het effect van deze investeringen gaan merken als het gaat over hun veiligheid? Wil hij daarnaast waarborgen dat ook het openbaar ministerie genoeg kennis en capaciteit in huis heeft om tegen digitale criminaliteit op te treden en naast opsporing ook meer vervolg plaatsvinden? | Het meten van het effect van politiewerk
is een complex vraagstuk, door de aard van dit werk. Een lineair verband
tussen een politie interventie en een doelstelling als de afname van
online criminaliteit is moeilijk aan te tonen. Het kan namelijk niet
worden vastgesteld dat deze afname een resultaat is van het politiewerk
of andere preventieve maatregelen of maatschappelijke factoren. De toe-
en of afname van online criminaliteit in den breedte wordt daarom
gemonitord middels de Veiligheidsmonitor, waarin onder andere wordt
gerapporteerd over veiligheids(gevoel) en slachtofferschap. Daarnaast
legt de politie in haar jaarverantwoording verantwoording af over
besteding van middelen en behaalde resultaten. In het bestedingsplan is
ook rekening gehouden met de keteneffecten, waaronder voor kennis en
capaciteit voor het OM. |
Six Dijkstra, J. | MJenV |
71 | We moeten online weerbaarheid vergroten. Wat als er sprake is van statelijk aangestuurde disruptieve sabotage campagnes (voorbeeld: zeekabels Duitsland). Hoe wil de minister werk maken van weerbaarheidsbevordering in de samenleving als geheel? Zowel burgers als organisaties. | Een weerbare samenleving is een
verantwoordelijkheid van de samenleving als geheel. De kabinetsbrede kamerbrief over weerbaarheid tegen hybride en militaire dreigingen die u binnenkort ontvangt vormt het startpunt om de maatschappij-brede aanpak verder vorm te geven. Om de maatschappij zo weerbaar mogelijk te maken is het relevant om te weten waar men zich op zou moeten voorbereiden. Hierbij kijkt Nederland met interesse naar andere landen ten aanzien van hun weerbaarheidsaanpak. Zo heeft Zweden een brochure verstuurd met de oproep aan burgers om zich voor te bereiden op een eventueel conflict. Het kabinet neemt communicatie aan burgers over weerbaarheid mee in de aanstaande kamerbrief. In die brief zitten leerpunten uit de samenwerking met Zweden, Finland en de Baltische staten. Het kabinet kijkt daarbij wat we mee kunnen nemen in de Nederlandse context. |
Six Dijkstra, J. | MJenV |
74 | Veel organisaties dreigen stil te vallen als computersystemen niet meer werken. Moeten weerstand verwachten van ziekenhuis, politie, bus- trein- en vliegverbindingen. Dan vraag ik de minister of de door het WODC ontwikkelde weerbaarheidsmatrix, kan helpen om breed in de samenleving, objectiveerbaar, basis weerbaarheidsniveau vast te stellen, waarop overheden, vitale sectoren en openbaarvervoerbedrijven kunnen sturen en aangesproken kunnen worden? Wat is de rol voor de verschillende bestuurslagen in het bepalen van het niveau in de weerbaarheid tegen cyberdreigingen? | De door het WODC ontwikkelde methode is
een belangrijk hulpmiddel om weerbaarheid te kunnen ‘meten’. De methode
wordt waar nuttig breder toegepast voor het inzichtelijk maken van
weerbaarheid. Zo is deze reeds gebruikt voor het definiëren van de
weerbaarheidsopgave in de Kamerbrief ‘Weerbaarheid tegen Hybride en
Militaire Dreigingen’ die uw Kamer binnenkort ontvangt. Zeker vitale
processen moeten weerbaar zijn. Daarom komen er twee nieuwe wetten: de
Wet weerbaarheid kritieke entiteit (Wwke) en Cyberbeveiligingswet (Cbw).
Uit deze wetten volgt een zorgplicht voor weerbaarheidsmaatregelen en
toezicht hierop. Bij het tot stand komen hiervan zijn de medeoverheden
nauw betrokken. |
Six Dijkstra, J. | MJenV |
76 | Door wie kunnen burgers tijdens een crisis betrouwbaar worden geïnformeerd, bijvoorbeeld bij een aanval? Wat is de kabinetsinzet ten aanzien van autonome communicatiemiddelen? | Tijdens een crisis is het belangrijk dat
inwoners snel en goed worden geïnformeerd, om te weten wat er speelt en
wat zij kunnen of moeten doen. In het geval van een (dreigende) ramp of
crisis dienen burgers gewaarschuwd te worden en van een passend
handelingsperspectief te worden voorzien. Daarvoor wordt in beginsel
gebruik gemaakt van NL-Alert, aangevuld met lokale maatregelen zoals
regionale rampenzenders maar ook fysieke mogelijkheden. Crisiscommunicatiemiddelen zijn nodig om mensen te blijven informeren over ontwikkelingen. Daarvoor zijn nog vele andere middelen beschikbaar.Dit wordt tevens meegenomen in de Kamerbrief over weerbaarheid. |
Six Dijkstra, J. | MJenV |
77 | Hoe kan er meer openbaarheid en transparantie komen over strafbeschikkingen van het OM? En kan de overheid dit betrekken bij het kabinetsonderzoek naar strafbeschikkingen? | Het WODC is reeds begonnen met voorbereidingen voor het onderzoek naar hoe de procedure van de strafbeschikking wordt ervaren door de procesdeelnemers. De MJenV zal het WODC vragen of het de door u aangehaalde aspecten kan betrekken bij dit onderzoek. | Six Dijkstra, J. | MJenV |
78 | Wat vindt de overheid van het idee van de heer Boswijk (CDA) om naar Scandinavisch model fysiek een versie van weesvoorbereid.nl thuis gestuurd te krijgen? | Zie antwoord op vraag 71. | Six Dijkstra, J. | MJenV |
79 | In welke mate is onze crisisstructuur op orde en heeft de minister inzichtelijk op welke vlakken deze verstevigd moet worden? | De ervaringen met verschillende crisis
de afgelopen jaren, zoals de pandemie, laten het belang zien van een
sterk stelsel van crisisbeheersing. De afgelopen jaren is met de
crisispartners hard gewerkt aan de versterking van ons stelsel van
crisisbeheersing aan de hand van de Contourennota versterking
crisisbeheersing en brandweerzorg. De meerjarige Landelijke Agenda Crisisbeheersing – die in juni aan uw Kamer is gezonden - zet de koers op crisisbeheersing uit voor de komende jaren. Daarnaast wordt een vernieuwd wettelijk kader crisisbeheersing voorbereid. De eerste tranche tot wijziging van de Wet veiligheidsregio’s heeft tot doel om een landelijk dekkend stelsel voor crisisbeheersing te waarborgen waarbij onder meer de nationale crisisstructuur wordt verankerd. De Kamer zal in het eerste kwartaal van 2025 nader worden geinformeerd over het wetsvoorstel. |
Six Dijkstra, J. | MJenV |
80 | Hoe staat het ervoor met de aanleg van strategische voorraden zoals voedsel, drinkwater en medicatie en de versterking van noodzorg? Op welk moment kan de minister de samenleving op dit vlak zekerheid en perspectief bieden? | Het kabinet deelt het belang van de aanleg van strategische voorraden. Dit wordt tevens meegenomen in het traject rondom het weerbaar maken van de samenleving tegen hybride en militaire dreigingen. Over dit traject wordt uw Kamer binnenkort geïnformeerd. | Six Dijkstra, J. | MJenV |
82 | NSC wil graag meer onderwerpen toevoegen aan het onderzoek strafbeschikking, namelijk het onderwerp rechtsbescherming. Zijn de rechten van verdachten die een strafbeschikking krijgen helder en is de toegang naar de rechter gewaarborgd? | Het WODC is reeds begonnen met voorbereidingen voor het onderzoek naar hoe de procedure van de strafbeschikking wordt ervaren door de procesdeelnemers. MJenV en SRb zullen het WODC vragen of het de door u aangehaalde aspecten kan betrekken bij dit onderzoek. | Six Dijkstra, J. | MJenV, SRB |
83 | Is de positie van slachtoffers goed genoeg? Zo nee, hoe is verbetering nodig en mogelijk? Zou de minister bij het kabinetsonderzoek naar strafbeschikking de aspecten willen betrekken die NSC mee wil geven aan het kabinet? | Het WODC is reeds begonnen met voorbereidingen voor het onderzoek naar hoe de procedure van de strafbeschikking wordt ervaren door de procesdeelnemers. MJenV en SRb zullen het WODC vragen of het de door u aangehaalde aspecten kan betrekken bij dit onderzoek. | Six Dijkstra, J. | MJenV, SRB |
84 | Hoe zorg je ervoor dat mensen het handboek (weerbaarheid) kunnen bestellen, en gaan mensen dan pas bestellen als het al misgaat. En hoe ga je dan bestellen als het al mis is, want misschien ligt het internet er al uit? Wil je weerbaar zijn dan moet je zo'n boek thuis hebben liggen en een structurele campagne van de overheid, ook in het onderwijs. Wordt dit al meegenomen in de weerbaarheidsplannen, wat is de kabinetsvisie en kunnen we naar een situatie toe dat elke burger aan de voorkant wordt geïnformeerd? | Zie het antwoord op vraag 71. | Six Dijkstra, J. | MJenV |
Palmen | ||||
85 | Kunnen de kosten die gepaard gaan met een verlaging aanmaningen en incassokosten bij boetes op grond van de wet Administratief Rechtelijke Handhavingsverkeersvoorschriften worden gedekt uit de middelen die in het hoofdlijnenakkoord worden toegekend aan groepen in de knel? | De envelop ‘Groepen in de knel’ valt onder verantwoordelijkheid van SZW. Het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) is naar aanleiding van de motie Palmen gevraagd een aantal scenario’s voor verlaging van de ophogingenpercentages bij Wahv-boetes uit te werken. SRb en SJenV hebben op 18 november 2024 in de brief over de gratis betalingsherinnering aan uw Kamer gemeld dat zij in het eerste kwartaal van 2025 op deze motie terugkomen. Daarvoor zijn de scenario’s van het CJIB van belang. Na oplevering van deze scenario’s is namelijk duidelijk welk bedrag nodig is voor een verlaging van de ophogingenpercentages. In samenhang met de andere beleidsinitiatieven en in samenspraak met de collega-bewindspersonen bij SZW en FIN zal in het voorjaar worden bezien hoe om te gaan met een eventuele dekking uit de envelop. | Palmen, S. | SJenV, SRB |
86 | Commissie Silvis: NSC vraagt zich af hoe de aanbevelingen zijn opgevolgd van deze commissie. | De vorige MJenV heeft uw Kamer het
rapport van de commissie advocatendiensten aan de Staat (commissie
Silvis) toegezonden op 6 december 2022 en de kabinetsreactie op 2 juni
2023. Deze commissie heeft, kortgezegd, geadviseerd over de toekomst van
de landsadvocatuur. MJenV heeft uw Kamer op 22 oktober jl. een brief gestuurd over hoe de Kamer geïnformeerd blijft over de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Silvis. Een van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie zag op een versterking van het opdrachtgeverschap aan de zijde van de Staat als het gaat om advocatendiensten. Naar aanleiding van deze aanbeveling is ingezet op verbetering van de informatiepositie. Die informatie wordt gebruikt om ontwikkelingen in de dienstverlening en de behoefte aan de zijde van de Staat te signaleren en daarop te kunnen inspelen. De bevindingen zullen jaarlijks worden gerapporteerd in de openbare Jaarrapportage juridische kwaliteit Rijk. Conform de aanbevelingen van de commissie Silvis zal de minister van Financiën verder op korte termijn overeenkomsten sluiten met een aantal advocatenkantoren waarvan ook andere onderdelen van de Staat gebruik kunnen maken. MJenV zal de totaalkosten die aan deze advocatenkantoren worden voldaan, net als dat voor de kosten van de landsadvocaat gebeurt, jaarlijks aan uw Kamer toesturen. |
Palmen, S. | MJenV |
87 | Kan voor de voorjaarsnota in kaart worden gebracht in hoeverre de inkomsten van de Autoriteit Persoonsgegevens realistisch beraamd zijn en of er eventueel dekking gevonden kan worden in boete-inkomsten voor de financiering van de Autoriteit Persoonsgegevens? | In de begroting staat structureel een bedrag van 5 miljoen euro opgenomen als begrote ontvangsten bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Dit is een inschatting, omdat de geïnde boetes bij de Autoriteit Persoonsgegevens zeer variabel zijn. De hoogte van deze boetes zijn niet te voorspellen. Het is onwenselijk de inkomsten van de geïnde boetes te gebruiken ter dekking voor de financiering van de Autoriteit Persoonsgegevens, ook om de schijn van een mogelijke perverse prikkel te voorkomen. | Palmen, S. | SRB |
88 | Geldt de generieke taakstelling ook voor het juridisch loket. Zo ja, kan de staatssecretaris ervoor zorgen dat het juridisch loket wordt ontzien? | Zie het antwoord op vraag 1. | Palmen, S. | SRB |
Bruyning | ||||
89 | De waarborging van specialistische kennis van de doelgroep en het jeugdstrafrecht is van groot belang, dat komt in de knel. Wat is de visie van de staatssecretaris op de waarborging van dit specialisme en kan de staatssecretaris iets zeggen over hoe dit vormgegeven kan worden? | Het specialisme ‘jeugd’ binnen de
strafrechtketen is essentieel om de pedagogische visie waarop ons
jeugdstrafrecht gebaseerd is, te waarborgen. Het inspectierapport laat
zien dat dit onder druk staat en dat trekt SRb zich aan. SRb heeft uw
Kamer toegezegd in de eerste helft van 2025 te komen met een reactie op
de aanbevelingen uit het inspectierapport, na afstemming met de
ketenpartners. Daarnaast heeft uw Kamer in de voortgangsbrief Jeugd van 5 november jongstleden kunnen lezen dat de jeugdreclassering, als onderdeel van de huidige gecertificeerde instellingen, niet mee zal gaan in de nieuw te vormen Regionale Veiligheidsteams binnen het Toekomstscenario Jeugd- en Gezinsbescherming en centraal aan zal worden gestuurd. Deze richting is mede gekozen om het specialisme van de jeugdreclassering te waarborgen. Daarbij zal de samenhang tussen het specialisme op het gebied van jeugdreclassering en de jeugdbescherming binnen de Regionale Veiligheidsteams nader worden uitgewerkt. Dit is al een van de concrete stappen die nu uitgewerkt worden voor het behoud van het jeugdspecialisme in de strafrechtketen. |
Bruyning, F. | SRB |
90 | Kan de staatssecretaris aangeven wat zijn visie is op het uitbreiden en verder ontwikkelen van de waarborging en toepassing van het hoorrecht voor kinderen binnen de jeugdbescherming en of er al maatregelen dan wel plannen liggen om dit te verbeteren? | SRb verlaagt de wettelijke
leeftijdsgrens voor het hoorrecht door de kinderrechter van twaalf naar
acht jaar voor alle jeugd- en familiezaken die kinderen aangaan.
Daarnaast is SRb met de Rechtspraak in gesprek om de wijze van het horen
van kinderen waar mogelijk te verbeteren; bijvoorbeeld met betrekking
tot het inrichten van kindvriendelijke ruimtes, oproepbrieven en
(voorlichtings)informatie, en de steun en begeleiding van het kind
tijdens de procedure. In het voorjaar 2025 zal SRb uw Kamer nader informeren over de concrete verbetervoorstellen om de stem van het kind beter kunnen laten meewegen bij beslissingen die het kind aangaan. Ook uit de evaluatie van de pilot kosteloze rechtsbijstand komt naar voren dat de stem van kinderen beter vertegenwoordigd moet worden in kinderbeschermingszaken. Hoewel advocaten ook oog hebben voor het belang van het kind, vertegenwoordigt de advocaat primair het standpunt van de ouder(s). Voor kinderen wordt bijvoorbeeld gedacht aan een belangenbehartiger en procesondersteuner. Dit zou een bijzondere curator kunnen zijn, maar ook een pedagoog, ervaringsdeskundige of vertrouwenspersoon. |
Bruyning, F. | SRB |
91 | Met betrekking tot het inspectierapport Pedagogisch uitgangspunt kinderstrafrecht staat onder druk: NSC ziet hier faciliterende en aansturende rol voor SRb rechtsbescherming weggelegd. Deelt SRb deze visie ook? Zo ja, hoe zou zo een aanpak eruit moeten zien volgens SRb? | Als verantwoordelijke voor de
jeugdstrafrechtketen deelt SRb de visie dat het belang van de jongere
gebaat is bij een goed functionerende jeugdstrafrechtketen en dat het
ministerie hierin een faciliterende en sturende rol heeft. Jongeren zijn
gebaat bij snelle doorstroom in een kwalitatief goed functionerende
jeugdstrafrechtketen. SRb wil samen met de jeugdstrafrechtpartners tot een plan komen voor een gecoördineerde en duurzame aanpak. SRb heeft toegezegd uw Kamer in de eerste helft van 2025 een beleidsreactie te sturen op het inspectierapport, waarin dit plan zal worden toegelicht. |
Bruyning, F. | SRB |
92 | Heeft de staatssecretaris al plannen of maatregelen om de wachttijd binnen de jeugdstrafrechtketen te verkorten? | Het verkorten van doorlooptijden in de
jeugdstrafrechtketen is een prioriteit van het Bestuurlijk Ketenberaad
(BKB). Door het BKB zijn op 21 maart 2024 herijkte streefnormen voor
doorlooptijden vastgesteld, waarover uw Kamer in de brief van 22 april
2024 is geïnformeerd (TK, 2023-2024, 28 741, nr. 115). In alle
arrondissementen zijn inmiddels ketencoördinatoren aangesteld om een
bijdrage te leveren aan het verbeteren van de regionale prestaties in de
(jeugd)strafrechtketen. Naar verwachting is begin 2025 een monitor
operationeel, bedoeld om de jeugdstrafrechtketen te faciliteren bij het
identificeren waar vertraging optreedt en dus ook waar in de keten
aangrijpingspunten voor versnelling zitten. In de beleidsreactie op het onderzoek dat de Inspectie Justitie en Veiligheid heeft gedaan naar wachtlijsten in de jeugdstrafrechtketen zal nader worden ingegaan op de concrete activiteiten en maatregelen die zijn en worden genomen. Uw Kamer ontvangt deze brief in de eerste helft van 2025. |
Bruyning, F. | SRB |
93 | SRb is onlangs een grootse aanpak t.a.v. rechtsbescherming in jeugdbescherming begonnen, waarbij rechtsbescherming beter gewaarborgd in wet- en regelgeving. Is SRb van mening dat er ook binnen het jeugdstrafrecht naar zo een aanpak moet worden gekeken? | SRb hecht grote waarde aan de
rechtsbescherming van een minderjarige verdachte binnen het strafrecht.
Er is echter geen andere aanpak nodig om deze rechtsbescherming binnen
wet- en regelgeving beter te waarborgen. De positie van de minderjarige binnen de jeugdbescherming is fundamenteel anders dan die van de minderjarige verdachte binnen het jeugdstrafrecht waar al veel wet- en regelgeving voor aanwezig is, zowel op nationaal als internationaal niveau. Denk hierbij onder andere aan de richtlijn 2016/800 waarbij de procedurele rechten van minderjarige verdachten in het strafproces worden gewaarborgd of het Internationaal verdrag van de rechten van het Kind. Daarnaast is in het Wetboek van Strafvordering (SV) het nodige geregeld voor de rechtsbescherming van de minderjarige, zoals het recht op rechtsbijstand (artikel 489 SV), recht op medisch onderzoek (artikel 489a SV), recht op bijstand door ouders/voogd/vertrouwenspersoon (artikel 488ab SV) en het recht op informatie (artikel 488aa SV). |
Bruyning, F. | SRB |
Van Nispen | ||||
94 | Waarom organiseren we niet meer van dit soort initiatieven (huis van het recht) waar mensen naar binnen kunnen lopen voor juridisch advies om kleine problemen niet te laten escaleren; vooral in wijken waar dit soort problemen het meest schrijnend zijn? | Het Huis van het Recht in Heerlen is een
samenwerkingsverband tussen Juridisch Loket, gemeente en de rechtbank en
daarmee een goed voorbeeld van concrete samenwerking tussen het sociale
en het juridische domein. Dit samenwerkingsverband is geen blauwdruk. De vorm en de inhoud waarin partijen samenwerken kan lokaal en per regio verschillen. De uitgangspunten en de ervaringen van het Huis van het Recht kunnen wel als voorbeeld dienen voor de ontwikkeling of de versterking van samenwerkingsverbanden op andere plekken. Zo zijn in Breda gesprekken gaande over een vergelijkbaar initiatief. Het Rijk gaat hier niet alleen over. Ook gemeenten en andere maatschappelijke organisaties spelen een rol. Vanuit de stelselverantwoordelijkheid voor rechtsbijstand zet SRb in op versterking van de eerste lijn, en op aansluiting op het sociaal domein. In Noord- en Midden-Limburg wordt samen met het Juridisch Loket, Divosa en enkele gemeenten verkend hoe de toegang tot sociaaljuridische hulp binnen deze regio in netwerkverband kan worden verbeterd. Bijvoorbeeld door rechtshulp aan te bieden op nieuwe plekken, door korte lijnen tussen professionals mogelijk te maken en door (sociaal)juridische problemen meer integraal op te lossen. |
Nispen, M. van | SRB |
95 | Er wordt gesteld dat er in Nederland sprake is van klassenjustitie. Wat is de reactie van de bewindspersonen op deze klassenjustitie? | Elke vorm van ongerechtvaardigde ongelijke behandeling is niet passend binnen ons strafrecht en dient absoluut te worden tegengegaan. Daarom nemen MJenV en SRb elk signaal dat wijst op mogelijke vormen van ongelijke behandeling uiterst serieus. Momenteel worden in opdracht van MJenV en SRb twee WODC-onderzoeken verricht: naar klassenjustitie in het strafrecht en naar de cumulatieve oververtegenwoordiging van groepen met een migratieachtergrond in de strafrechtsketen. Naar verwachting zullen de kwantitatieve resultaten medio 2025 gereed zijn. Het kwalitatieve deel met de reflectie op de uitkomsten zal later dat jaar opgeleverd worden. Aan de hand van de uitkomsten van deze onderzoeken zullen MJenV en SRb samen met de ketenpartners beoordelen of, en zo ja, welke maatregelen in de strafrechtketen genomen dienen te worden om eventuele ongelijke behandeling tegen te gaan. | Nispen, M. van | MJenV, SRB |
96 | Waarom hebben wij geen sociaal notariaat? Uit onderzoek blijkt: mensen met lage inkomens moeten terecht kunnen om zaken vast te leggen of goed te regelen. Rechtszekerheid is niet alleen iets voor de rijkeren. Is de staatssecretaris bereid om toe te zeggen dat dit nu echt opgepakt wordt en overleg te treden met het met het notariaat om hierin stappen te zetten? | Uw Kamer heeft op 14 november jl. het
onderzoeksrapport van de Radboud Universiteit naar de staat van het
notariaat ontvangen. Bij dit onderzoek is de wenselijkheid van een
sociaal notariaat betrokken. De komende periode zal SRb zich verdiepen
in het lijvige onderzoeksrapport en zal hij zijn positie bepalen over de
wenselijkheid van een sociaal notariaat. Bij de totstandkoming van de
reactie op het onderzoeksrapport naar de staat van het notariaat gaat
SRb in gesprek met de KNB. Uiteraard betrekt SRb de zienswijze van de
KNB bij zijn positiebepaling. Uw Kamer is toegezegd dat voor het commissiedebat juridische beroepen de reactie van SRb op het rapport aan de Kamer wordt toegestuurd. |
Nispen, M. van | SRB |
97 | In het kader van femicide worden vrouwen soms geconfronteerd met het feit in het strafrecht dat ze niet serieus genomen worden in het familierecht, de voorzetting van psychisch geweld krijgt dan alle ruimte. Zijn de staatssecretarissen op de hoogte van dit probleem en zijn zij bereid om onderzoek te doen naar dit probleem? | SRb en SJenV zijn op de hoogte van
knelpunten in de samenloop tussen het familierecht en het strafrecht als
het gaat om veiligheid van volwassenen en kinderen. Hier wordt reeds onderzoek naar gedaan: eerst wordt in beeld gebracht op welke wijze er bij gezag- en omgangszaken rekening wordt gehouden met veiligheidsrisico’s. Vervolgens kan worden vastgesteld hoe de aandacht hiervoor moet worden vergroot en welke maatregelen daarvoor nodig zijn. De RSJ heeft in dat kader recent het advies ‘Kind-onveiligheid in complexe (ex-) partnerrelaties’ uitgebracht. Het Verwey-Jonker Instituut voert aanvullend onderzoek uit. Zoals ook op 7 oktober 2024 aan uw Kamer gemeld in de aanbiedingsbrief van het genoemde RSJ-advies, zullen de uitkomsten van het onderzoek van het Verwey-Jonker instituut worden afgewacht. SJenV zal in afstemming met SRb de kamer hierover voor de zomer van 2025 informeren in de voortgangsbrief over het plan van aanpak Stop Femicide. |
Nispen, M. van | SJenV, SRB |
98 | Mag ik een garantie dat dezelfde doelgroep (Veldzicht) opgevangen blijft worden, ook na 1 december, om ongelukken te voorkomen? | Zoals de SJenV in de brief van 8 oktober
heeft aangegeven, zetten de SJenV en de minister van Asiel en Migratie
zich ervoor in dat aan vreemdelingen met ernstige psychiatrische
problematiek passende zorg en waar nodig beveiliging geboden kan blijven
worden. Zij worden niet zomaar op straat gezet. De SJenV heeft de motie
waarnaar de vraagsteller verwijst, daarom ‘oordeel Kamer’ als
appreciatie gegeven. Tegelijkertijd is het belangrijk dat aan personen die een tbs-maatregel opgelegd hebben gekregen tijdig en op een passende plek zorg geboden kan worden. De Kamer wordt voor 1 december geïnformeerd over de herijking van de samenwerkingsafspraken ten aanzien van de COA-doelgroep. SJenV benadrukt dat de samenwerkingsafspraken ten aanzien van de groep ongedocumenteerde vreemdelingen vooralsnog ongewijzigd blijven. |
Nispen, M. van | SJenV |
99 | Met betrekking tot sociale advocatuur, waar blijven de plannen van de staatssecretaris om het tij te keren (c.q. de plannen om de huidige stand van de sociale advocatuur te verbeteren) en hoe kan het dat er geen budget is uitgetrokken voor de commissie Van der Meer II, terwijl wij weten en aan zien komen dat de tarieven bij de tijd moeten worden gebracht? | Zie het antwoord op vraag 34. | Nispen, M. van | SRB |
100 | Waarom staan we toe dat witteboordencriminelen zo vaak wegkomen? | Witteboordencriminaliteit is een
verzamelbegrip voor verschillende delicten, zoals fraude, corruptie en
witwassen. Deze delicten dienen stevig te worden bestreden en MJenV doet
investeringen om de aanpak te verbeteren. Voor corruptie wordt
structureel 5 miljoen euro vrijgemaakt voor een breed pakket aan
maatregelen, waaronder de versterking van capaciteit, expertise en
ICT-systemen van de Rijksrecherche, de Fiscale Inlichtingen- en
Opsporingsdienst (FIOD) en het OM. Daarnaast investeert MJenV aankomend
jaar ruim 2,3 miljoen in de integrale aanpak van online fraude. Zoals in
het regeerakkoord wordt aangegeven, wordt binnen de aanpak van
georganiseerde, ondermijnende criminaliteit ook de anti-witwasaanpak
geïntensiveerd. Hierover wordt u begin 2025 nader geïnformeerd. |
Nispen, M. van | MJenV |
101 | Gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat tolken voorrijkosten en wachttijd weer vergoed gaan worden? En tolkdiensten per begonnen half uur? En voor vertalingen de betalingen per normregel weer gaat worden gehanteerd? | Het belang van een goed tolkenapparaat
wordt onderschreven en hier wordt elke dag hard aan gewerkt. Het is
belangrijk om signalen te ontvangen van alle partijen binnen het stelsel
van tolk- en vertaaldiensten om op de hoogte te blijven van de
ontwikkelingen. Hierom staan we in contact met de
beroepsvertegenwoordigers en tolkbureaus en sturen we bij daar waar
nodig. De herinvoering van de voorrijkosten en het laten vervallen van de in de aanbesteding opgenomen voorwaarden is in de gegunde contracten juridisch niet toegestaan. Door de ondergrens van het inschrijftarief van de aanbesteding voor het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak te verhogen met 15 euro, is beoogd te voorkomen dat gerechtstolken nadeel zouden ervaren van het schrappen van de voorrijkosten. De motie Sneller/Elian[1](van 6 juli 2022) was specifiek hierop gefocust. Daarbij komt dat het schrappen van een vergoeding voor wachttijd geen onderdeel van de stelselwijziging was. In de huidige situatie betalen het OM en de Rechtspraak de overeengekomen tolktijd, dit met een minimum van een half uur, het eventuele meerwerk per minuut en de gemaakte reiskilometers. Er is bewust gekozen voor een vergoeding per woord, wat gebruikelijk is in de Nederlandse vertaalmarkt, waarbij de hoogte van de vergoeding op basis van vraag en aanbod boven het minimumwoordtarief tot stand kan komen. De effecten van de stelselwijziging worden beoordeeld aan de hand van feiten, zoals die zichtbaar worden uit de gegevens uit een digitaal dashboard dat wordt gebruikt voor de monitoring van de tolk- en vertaaldiensten. In de Kamerbrief die voor het kerstreces naar de Tweede Kamer wordt gestuurd, wordt nadere toelichting gegeven. [1] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/moties/detail?id=2022Z14414&did=2022D29652 |
Nispen, M. van | SRB |
124 | Is het tekort aan sociaal advocaten doelbewust beleid zodat mensen het niet meer op kunnen nemen tegen de overheid? | Nee. Rechtzoekenden moeten
rechtsbijstand kunnen krijgen, ook als zij het opnemen tegen de
overheid. De onlangs gepubliceerde cijfers over de daling van het aantal sociaal advocaten in onder meer het sociaal zekerheidsrecht behoeven enige nuancering. In het artikel van de NOS van 11 november jl. zijn de huidige aantallen sociaal advocaten in onder meer het sociaal zekerheidsrecht afgezet tegen die van 2019. In 2020 heeft de Raad voor Rechtsbijstand echter specialisatie-eisen op die terreinen ingevoerd. Met het instellen van specialisatie-eisen wordt de kwaliteit van de rechtsbijstand hoger, wat ook bijdraagt aan de effectieve toegang tot het recht. Waar voorheen iedere advocaat een toevoeging op het betreffende rechtsgebied kon aanvragen, moet de advocaat thans zijn deskundigheid aantonen. De Raad voor Rechtsbijstand heeft deze specialisatie-eisen ook in nauw overleg met de Nederlandse orde van advocaten ingevoerd. Een deel van de daling van het aantal advocaten is dan ook aan deze kwaliteitsimpuls toe te schrijven, wat overigens niet de zorgen bij de algemene dalende trend wegneemt. |
Nispen, M. van | SRB |
Helder | ||||
103 | Kan de minister reageren op het feit dat er weinig draagvlak is bij het OM op haar eigen richtlijn die voorschrijft dat er een hogere straf wordt geëist bij geweld tegen hulpverleners? | Zie het antwoord op vraag 14. | Helder, L.M.J.S. | MJenV |
104 | Kan de minister reageren op het feit dat het OM aangiftes van politieagenten lang laat liggen, vervolgens nauwelijks tot geen informatie geeft over de betreffende strafzaak, maar wel snel tot vervolging overgaat als de agent in haar ogen de fout in is gegaan? | De MJenV heeft geen aanwijzingen dat het
OM aangiftes van politieagenten bewust lang zou laten liggen of sneller
tot vervolging over zou gaan indien agenten over de schreef gaan. |
Helder, L.M.J.S. | MJenV |
105 | Van burgemeesters moeten demonstranten worden opgepakt vanwege openbare orde maar het OM zegt dat zij ze niet gaan vervolgen. De minister wacht op het verwachte WODC rapport dat eind dit jaar komt. Maar kan hij alvast een tijdlijn aangeven hoe het dan verder gaat, waar we de minister op kunnen controleren? Want ook dit duurt lang en we moeten zuinig zijn op onze agenten, en hun inzet gaat ten koste aan andere taken. | Voorafgaand aan het debat over demonstratierecht op 5 december ontvangt uw Kamer, zoals vorige week is toegezegd, nog een brief waar verschillende uitdagingen rondom demonstraties worden uiteengezet. Het WODC-onderzoek wordt in de zomer 2025 verwacht. Na publicatie van het onderzoek wordt desgewenst voor uw Kamer een technische briefing verzorgd, en volgt zo spoedig mogelijk een kabinetsreactie. | Helder, L.M.J.S. | MJenV |
106 | Kan de minister toelichten hoe er uitwerking wordt gegeven aan de motie Helder over de mobile crisis and response teams uit San Diego en kan hiervoor een deadline worden gesteld? | Zoals beschreven in de kabinetsreactie op de parlementaire verkenning voor de aanpak van personen met verward/onbegrepen gedrag is er een bezoek afgelegd aan het Mobile Crisis and Response Team in San Diego. De inzichten die daar zijn opgedaan worden meegenomen bij de aanbeveling die gaat over de verbeterde samenwerking tussen politie en zorgprofessionals. In Nederland kennen we ook goede voorbeelden zoals 'straattriage' en 'Crisis en Interventie Teams'. Er lopen op dit moment diverse pilots die de komende periode worden geevalueerd. Uitkomsten daarvan worden betrokken bij de verdere ondersteuning van lopende samenwerking in de regio's en wordt er gekeken op welke onderdelen landelijke regie nodig is om effectieve aanpakken verder uit te rollen. Zodra hierover meer bekend is wordt dit ook aan de Tweede Kamer gemeld. Het streven is dit medio 2025 te doen. | Helder, L.M.J.S. | MJenV |
108 | Hulp bij onttrekking aan de gevangenisstraf is nu strafbaar, maar de veroordeelde die zich onttrekt is zelf niet strafbaar. Gaat gebrek in de wet worden hersteld? En wat is de stand van zaken van de naar aanleiding van de eerder aangenomen motie van collega Ellian en mij om het verwijderen van de elektronische enkelband strafbaar te stellen? | Het kabinet werkt aan een
strafbaarstelling voor onttrekking aan de vrijheidsbeneming. Dit staat
ook in het regeerprogramma. Het wetsvoorstel waarin dit wordt geregeld is in voorbereiding. In dit wetsvoorstel wordt ook voldaan aan de motie Helder/Ellian om onttrekking aan elektronisch toezicht door het saboteren van de enkelband strafbaar te stellen. De verwachting is dat dit wetsvoorstel in het voorjaar van 2025 in consultatie kan worden gegeven. |
Helder, L.M.J.S. | SJenV |
109 | Gaat de minister de negatieve spiraal (dat politiewerk bemoeilijkt wordt door de sluiting van politiebureaus) doorbreken, en ervoor zorgen dat er niet meer bureaus worden gesloten of tenminste het aantal gaat handhaven? | Zichtbaarheid en benaderbaarheid van de politie is van groot belang. Elk basisteam heeft ten minste een politiebureau, waar nodig ondersteund met politieposten. De politie ziet echter dat het politiewerk steeds minder afhankelijk wordt van een fysiek politiebureau: politiemedewerkers hebben steeds meer online contact met burgers en kunnen meldingen buiten het politiebureau afhandelen. Het kabinet investeert daarom 22,5 miljoen euro in eigentijdse dienstverlening door de politie, waaronder innovatieve politieloketten en het ontwikkelen van nieuwe online functionaliteiten. | Helder, L.M.J.S. | MJenV |
110 | De plaats van verhoor (art. 53 Sv.) is in essentie een politiebureau en dat wringt omdat er te weinig politieagenten zijn en het aantal politiebureaus afneemt. Bijvoorbeeld een winkeldiefstal legt te veel druk op de politiecapaciteit. Kan dit niet anders? | Zoals in de schriftelijke beantwoording
voorafgaande aan de begrotingsbehandeling is aangegeven (vraag 28) zijn
er al de nodige mogelijkheden voor een effectieve afhandeling van lichte
vergrijpen zonder dat aanhouding en overbrenging noodzakelijk zijn.
Daarnaast worden er op dit moment ook al alternatieve wijzen van
afdoening voor winkeldiefstal toegepast om de capaciteitsinzet te
verminderen, zoals te lezen in de beantwoording van vraag 46. |
Helder, L.M.J.S. | MJenV |
113 | Vraag aan de minister kan hij ervoor zorgen dat de GBA ook toegang biedt tot foto die al gekoppeld is aan iemands paspoort/ID-kaart? | Het Basis Registratie Personen (voorheen
GBA) valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties. Deze vraag zal doorgeleid worden. |
Helder, L.M.J.S. | MJenV |
135 | Langlopende Ptss dossiers en onterechte toekenning Immateriële schadevergoeding. 2 ministers hebben dit laten lopen. Het kost niet veel geld om dit af te ronden naar wens van de kamer. Ik had een amendement, maar wil geen oplossing ten koste van begroting politie. Wens van kamer en agenten met ptss is helder. Kan minister de korpschef overtuigen dat dit nu eindelijk kan worden afgehandeld. | De evaluatie uit 2019 heeft laten zien
dat de werkwijze van de politie verbeterd kon worden. Het nieuwe stelsel
beroepsgerelateerde gezondheidsklachten treedt per 1 april 2025 in
werking en de politie hanteert tot die tijd de interne richtlijn voor
het oplossen van restschadedossiers. Er zijn momenteel nog zeven
langlopende restschadedossiers. De politie werkt er hard aan om deze zo
spoedig mogelijk af te ronden. Van belang is te benadrukken dat er geen sprake is van terugvordering van toegekend smartengeld. Wel worden bij de eindafdoening eerder uitgekeerde bedragen betrokken. Hierbij wordt ruimhartig, rechtvaardig en verdedigbaar omgegaan met de vergoeding. |
Helder, L.M.J.S. | MJenV |
El Abassi | ||||
111 | Rapport Blind Vertrouwen van Nationale Ombudsman laat zien dat burgers vaak onterecht op terrorisme en extremisme lijsten worden geplaatst. Met gevolgen voor vrijheid en rechtsbescherming. Burgers hebben er geen zicht op of en waar ze geregistreerd staan, met wie dit gedeeld wordt en welke consequenties hieraan verbonden zijn. Hoe kan dit? | De zorgvuldige behandeling van gegevens
van individuele Nederlandse burgers is van groot belang. Het gaat over
gevoelige processen met potentieel grote gevolgen voor burgers. Er moet
altijd scherp op gelet worden dat de overheid zorgvuldig met deze
gegevens omgaat, daarom goed dat daar door de Ombudsman naar gekeken is.
De Ombudsman heeft in zijn rapport ook gesteld dat het begrijpelijk is
dat er vanwege de nationale veiligheid informatie over burgers wordt
vastgelegd en gedeeld zonder dat burgers dat weten. Juist omdat het
systeem zeer complex en niet (volledig) transparant te maken is, stelt
de Ombudsman dat daar tegenover moet staan dat de overheid alles in het
werk stelt om ervoor te zorgen dat de waarborgen, het toezicht en de
rechtsbescherming robuust zijn georganiseerd. In de beleidsreactie is
dan ook aangegeven dat de waarborgen verder worden aangescherpt. Ook is
onderschreven in de beleidsreactie dat het van belang is dat burgers op
een zo goed mogelijk wijze, binnen de mogelijkheden van het
rechtssysteem, worden geholpen. In de bij de beleidsreactie bijgevoegde
handreiking is uiteengezet hoe burgers inzage kunnen krijgen in hun
gegevens en op welke wijze zij eventueel een verzoek tot rectificatie of
verwijdering kunnen doen. Ten aanzien van het toezicht wordt een
verkenning gestart (zie vraag 112). |
Abassi, I. el | MJenV |
112 | Wanneer gaat de minister ervoor zorgen dat de aanbevelingen van de Ombudsman (oproep tot onafhankelijk en structureel toezicht op cter-registraties) worden uitgevoerd en wanneer kan de Kamer hier een terugkoppeling van verwachten? | Zoals in de beleidsreactie aangegeven zal er samen met de betrokken instanties en relevante toezichthouders, verkend worden of en zo ja, hoe toezicht op de registraties en signaleringen van de betrokken instanties versterkt moet worden. Als uitgangspunt voor deze verkenning zal MJenV zich richten op die onderdelen van het proces die uitstralingseffecten richting de burger hebben zoals signaleringen. Aangezien momenteel geen van de betrokken toezichthouders de wettelijke grondslagen heeft om te voldoen aan het soort toezicht wat de Ombudsman voor ogen heeft, zal deze verkenning enige tijd duren. MJenV zal hier op terugkomen in het tweede halfjaarbericht politie 2025. | Abassi, I. el | MJenV |
114 | Is de minister het eens met de Amsterdamse burgemeester dat de term antisemitisme door politici wordt gebruikt als propaganda om te discrimineren? | Het is niet aan het kabinet om hier iets van te vinden. | Abassi, I. el | MJenV |
115 | Deelt de minister de uitspraak van Halsema dat het geweld tegen de maccabi-supporters niet geduid kan worden als een pogrom? | Het is niet het kabinet om hier iets van te vinden. | Abassi, I. el | MJenV |
116 | De Islam wordt als een bedreiging gepresenteerd, het normaliseren van zulke handelingen versterkt extremisme en polarisatie, leidt tot haat en onverdraagzaamheid. Aanwezigheid bij Koran verbranding voelde als symbolische aanval. Wat gaat de minister doen om deze haatuitingen te voorkomen? Gaat de minister er alles aan doen om dit soort uitingen van haat te voorkomen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet? | Alle haatuitingen zijn verwerpelijk. MJenV spreekt in de eerste plaats zijn afschuw uit over schendingen van boeken, zeker als die – zoals in het geval van de Koran – door delen van onze samenleving als heilig worden beschouwd. Maar in onze rechtsstaat zijn het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie grondrechten, vastgelegd in de Grondwet. Tegelijkertijd staat het kabinet voor een inclusieve samenleving waar iedereen zich veilig voelt om in vrijheid vorm te geven aan de eigen (religieuze) identiteit. Eerder is richting uw Kamer aangegeven dat via het WODC onderzoek zal worden gedaan naar ontwrichtende demonstraties en demonstraties waarbij andere grondrechten of de nationale veiligheid in het gedrang kunnen komen. | Abassi, I. el | MJenV |
117 | Snapt de minister dat er wantrouwen heerst over dit kabinet in het kader van de mate waarin moslims in Nederland volgens een Europees rapport discriminatie ervaren? Deelt de minister dat er vragen zijn in hoeverre dit kabinet moslimhaat serieus neemt en bereid is om dit effectief te bestrijden? Welke maatregelen uit de voorgenomen aanpak tegen antisemitisme gaat hij ook uitbreiden naar moslimhaat? | Het kabinet heeft in het regeerprogramma opgenomen dat daadkrachtig wordt opgetreden tegen degenen die zich schuldig maken aan discriminatie, racisme, antisemitisme en moslimhaat, zowel op straat als online. In het eerste kwartaal van 2025 zal de staatssecretaris Participatie en Integratie aan de Tweede Kamer het Nationale Onderzoek naar Moslimdiscriminatie toesturen. Op grond van de uitkomsten van het onderzoek wordt bezien welke specifieke maatregelen aanvullend getroffen kunnen worden om moslimdiscriminatie te voorkomen. | Abassi, I. el | MJenV |
118 | Eind volgend jaar volgt landelijk beleid voor religieuze uitingen voor boa's. Waarom is het kabinet op zoek naar manieren om vrouwen met een hoofddoek uit te sluiten? | Boa’s kunnen voor het uitvoeren van
belangrijke overheidstaken onder andere gebruikmaken van geweld en
geweldsmiddelen. Het aanwenden van dergelijke bevoegdheden grijpt diep
in op de rechten van burgers. Daarom is een gezaghebbend en neutraal
seculier optreden van de boa die werkzaam is in het publieke domein
noodzakelijk. Dit wordt nu, in lijn met de wens van de meerderheid van
de Tweede Kamer en het Regeerprogramma geborgd in een AMvB. |
Abassi, I. el | MJenV |
Teunissen | ||||
119 | Wat wil de minister precies met het demonstratierecht en erkent de minister het cruciale belang ervan? | Het kabinet vindt het van groot belang het demonstratierecht te borgen. Dit is een cruciaal onderdeel van onze samenleving. Het kabinet kijkt daarom hoe een scherper onderscheid gemaakt kan worden tussen vreedzaam demonstreren en ordeverstorende acties. | Teunissen, C. | MJenV |
120 | Volgens mensenrechtenorganisaties is er gebrek aan kennis bij de overheid over het belang en de reikwijdte van het demonstratierecht. En daardoor worden burgemeesters onder druk gezet om preventief in te grijpen op demonstraties. Op welke manier gaat de minister kennis over het demonstratierecht en de reikwijdte daarvan vergroten? | In samenwerking met de minister van BZK wordt ingezet op bredere bekendmaking en het actueel houden van www.demonstratierecht.nl, de digitale kennisbank voor zowel demonstranten als het lokale gezag. | Teunissen, C. | MJenV |
121 | Wat gaat de minister doen om ervoor te zorgen dat dierenmishandeling ook de aandacht krijgt die het verdient? | Dierenmishandeling is verschrikkelijk en samen met het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur heeft MJenV hier aandacht voor. Het opsporen van dierenmishandeling is onderdeel van de reguliere politietaak. Er zijn 299 themahouders dieren werkzaam bij de politie, die specifieke kennis hebben op het gebied van dierenwelzijn. De MJenV heeft er alle vertrouwen in dat de politie dit voortvarend oppakt, samen met de betrokken partners, zoals de Landelijke Inspectiedienst Dierenwelzijn (LID) en de Dierenbescherming. Tevens is sinds 1 januari 2024 het zelfstandig houdverbod van kracht, waarbij dierenbeulen een (levenslang) verbod kunnen krijgen op het houden van dieren. | Teunissen, C. | MJenV |
122 | Toegang tot het recht is van belang. Dit betekent een sterke sociale advocatuur, goed tolken apparaat en geen klassenjustitie. Kan de minister hierop reflecteren? | Zie de antwoorden op de vragen 34, 95,
99 en 101. |
Teunissen, C. | SRB |
123 | Heeft de minister met de landbouwminister gesproken over het voorkomen van deze mestfraude? Erkent hij dat de mestfraude volgend jaar flink kan toenemen, zoals ook aangegeven door de RVO? En wat gaat de minister doen om dit te voorkomen? En erkent de minister dat de enige oplossing voor mestfraude krimp van de veestapel is, in lijn met het OM? En gaat hij hiervoor in gesprek met zijn collega van landbouw? | Zoals u weet ligt het beleid met betrekking tot deze wetgeving bij de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. Ook het toezicht en de opsporing, dat wordt uitgevoerd door de NVWA en de opsporingsdienst van de NVWA, vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van LVVN. De MJenV zal deze vraag aan haar doorgeleiden en uw zorg over de door de RVO aangegeven stijging van mestfraude delen. | Teunissen, C. | MJenV |
137 | Kan de minister aangeven waarom de Kamer niet is geïnformeerd dat meldpunt 144 wordt afgeschaald? | De bezetting van het landelijke meldpunt 144 is conform het inrichtingsplan uit 2012. Naast het meldpunt 144 zijn er op dit moment 299 themahouders dieren werkzaam bij de politie, die in het bijzonder beschikbaar zijn voor het oppakken van diergerelateerde zaken. Bij alle arrondissementsparketten werken contactpersonen voor dierenwelzijnszaken. Daarnaast kunnen dierenmishandeling en -verwaarlozing ook door alle andere opsporingsambtenaren en officieren van justitie worden opgespoord en vervolgd. Politie en openbaar ministerie moeten ook altijd keuzes maken welke zaken wel en welke zaken niet worden opgepakt. Daarbij wordt rekening gehouden met de beschikbare capaciteit, maar ook met de maatschappelijke impact van een strafbaar feit. | Teunissen, C. | MJenV |
139 | Teunissen (PvdD) heeft een amendement ingediend om het meldpunt 144 dieremishandeling structureel met 2 miljoen euro extra per jaar te financieren. Kan dit amendement rekenen op steun van de minister en Kamer? | De appreciatie van de amendementen komt op 21 november 2024 aan bod. | Teunissen, C. | MJenV |
Van Dijk | ||||
125 | Wat de SGP betreft moet door het kabinet zo snel mogelijk maatregelen worden getroffen om misbruik van de rechtsgang te voorkomen. Zo raakt o.a. de rechtspraak belast door de enorme hoeveelheid zaken over dwangsommen. Dit kost de staat miljoenen die niet terecht komen bij de burger, maar bij de bemiddelingsbureaus en ten koste gaan van efficiënt beleid. Uit onderzoek blijkt ook dat de financiële prikkel onvoldoende effectief is voor overheidsorganen, maar dat dit de belastingbetaler enorm veel kost. Is de staatssecretaris bereid te verkennen of op alternatieve wijzen invulling gegeven kan worden aan effectieve rechtsbescherming met het oog op mogelijke afschaffing dan wel beperking van de dwangsom? | Wij duiden de vraag zo dat deze ziet op
de bestuursrechtelijke verbeurte van dwangsommen in
asielprocedures. Op 14 november jl. heeft uw Kamer van de Minister van Asiel en Migratie een brief ontvangen over de planning van de wetgeving inzake hoofdstuk 2 van het regeerprogramma. Daarin staat dat op dit moment wordt onderzocht of het juridisch toch mogelijk is om de rechterlijke dwangsom af te schaffen en dat uw Kamer hierover zo spoedig mogelijk nader wordt geinformeerd, daarbij zal ook ingegaan worden op mogelijk alternatieve vormen. |
Dijk, D.J.H. van | SRB |
126 | Inzet kabinet op tegengaan prostitutie. Prioriteit is destigmatiseren van sekswerk. Graag reactie op amendement (Van Dijk, SGP) om meer in te zetten op uitstaporganisaties in plaats van destigmatisering. | Sekswerkers moeten vrij en veilig hun
werk kunnen uitoefenen. Binnen het sekswerkbeleid zijn er meerdere
prioriteiten. Het bieden van perspectief aan sekswerkers en het helpen
bij uitstap, door middel van de Decentralisatie Uitkering
Uitstapprogramma’s Prostituees (DUUP), is één van die
prioriteiten. Het versterken van de maatschappelijke positie van sekswerkers is echter ook van belang, te meer omdat sekswerkers door het stigma op sekswerk een drempel kunnen ervaren om hulp te zoeken als er sprake is van misstanden. De Sekswerk Alliantie De-stigmatisering (SWAD) vervult daarin een belangrijke rol en dient daarbij te worden ondersteund. Tot slot: sekswerk is in Nederland een legaal beroep. Indien geen sprake is van een vrijwillige keuze voor dit beroep, is er geen sprake meer van sekswerk maar van seksuele uitbuiting en dus mensenhandel. Daar moet hard tegen worden opgetreden. Slachtoffers van seksuele uitbuiting moeten worden geholpen. Dit gebeurt onder meer aan de hand van het versterkte Actieplan programma Samen tegen mensenhandel, dat zich richt op het voorkomen, het beter signaleren en helpen van slachtoffers en het aanpakken van daders van mensenhandel. |
Dijk, D.J.H. van | MJenV |
127 | Wanneer gaat de minister serieus werk maken van het wetsvoorstel uitbreiding taakstrafverbod ? | In het regeerprogramma is het voornemen opgenomen om het taakstrafverbod uit te breiden naar fysiek geweld tegen hulpverleners. Dit najaar vindt besluitvorming plaats over de precieze vormgeving van het wetsvoorstel. Het streven is het wetsvoorstel in de zomer van 2025 in consultatie te brengen. Na verwerking van de adviezen zal het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd en vervolgens bij uw Kamer worden ingediend. | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
128 | Kan de minister reageren op het amendement van het lid Van Dijk c.s. over het experiment gesloten coffeeshopketen? | Het experiment moet uitwijzen of een
gesloten coffeeshopketen is te realiseren, zonder criminele
inmenging. De wetenschappelijke monitoring en evaluatie is een
belangrijke bron van informatie voor het maken van een weloverwogen
besluit over het toekomstige cannabisbeleid. Voortijdig stoppen betekent
niet alleen dat we die informatie niet zullen verkrijgen. Er zijn tientallen miljoenen geïnvesteerd door bedrijven met de verwachting dat het experiment minimaal vier jaar duurt. Als eerder gestopt wordt dan na de in de wet vastgelegde periode van 4 jaar, zullen waarschijnlijk schadeclaims volgen. Dit past niet bij een betrouwbare overheid. |
Dijk, D.J.H. van | MJenV |
130 | Voorts doe ik een oproep aan de minister om alle wettelijke instrumentaria te benutten om antisemitisme buiten de deur te houden. Is de minister bereid om de tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorisme bestrijdingen vaker in te zetten als spoedeisende gevallen dit behoeft? | In elke (spoed)situatie waarin wordt voldaan aan de voorwaarden voor het opleggen van een maatregel op grond van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding, kan deze worden ingezet. Een vrijheidsbeperkende maatregel, zoals een meldplicht of gebiedsverbod, kan door de MJenV worden opgelegd wanneer een persoon op grond van zijn gedragingen in verband kan worden gebracht met terroristische activiteiten of de ondersteuning daarvan. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat, hoe ernstig en verwerpelijk antisemitisme ook is, het in juridische zin nadrukkelijk niet gelijk te stellen is met terrorisme. Op dit moment beziet het kabinet samen met alle betrokken partners op welke wijze deze bestuurlijke maatregelen na 1 maart 2027 een bijdrage kunnen leveren aan terrorismebestrijding ook gegeven de veranderlijke dreiging. | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
131 | Het kabinet trekt 300 miljoen uit voor nationale veiligheid, maar de wijkagent ontbreekt in de begroting. Is de minister het ermee eens dat het geld deels ingezet met worden om de positie van de wijkagent te verstevigen? | In het regeerprogramma heeft het kabinet aangekondigd dat er structureel middelen beschikbaar worden gesteld voor het beschermen van de nationale veiligheid, de aanpak van de georganiseerde criminaliteit en meer slagkracht bij de politie. Bij de besteding van de middelen wordt rekening gehouden met het absorptievermogen en de realisatiekracht van de politie. Daarnaast is in de vorige kabinetsperiode geld geïnvesteerd om 700 fte uit te breiden voor agenten in de wijk (motie Hermans). Het kost echter tijd om nieuwe politiemedewerkers te werven en op te leiden. Het wegnemen van de druk op de politiecapaciteit vraagt dan ook een meerjarige inspanning. Investeren in nieuwe formatieplaatsen voor wijkagenten gaat dus voorlopig helaas enkel lege stoelen opleveren. Het kabinet zet dan ook in op maatregelen die wel direct effect hebben zoals onder andere de instroom van gespecialiseerde zij-instromers en door andere maatregelen te nemen die ertoe bijdragen dat agenten voor hun werk in de wijk worden vrijgemaakt (zie ook het antwoord op vraag 68). | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
134 | Steunt de minister het platform Ondermijning Kleine Zeehavens en wat gaat hij doen om te voorkomen dat de criminaliteit voet aan wal krijgt in de kleinere zeehavens? | MJenV waardeert het initiatief van de kleine zeehavens om zich te verenigen in een platform. Het is belangrijk dat kennis en best-practices gedeeld worden tussen havens. Vanuit de structurele algemene Rijksbijdrage aan de RIEC's zijn middelen beschikbaar die ingezet kunnen worden om havens in een regio te versterken. Verder wordt er momenteel gewerkt aan een landelijk beeld van logistieke knooppunten, waaronder havens. Het doel is om in kaart te brengen welke logistieke knooppunten kwetsbaar zijn voor de in- en doorvoer van drugs, zodat onderbouwd en gericht aanvullende maatregelen kunnen worden genomen. Voor de zomer van 2025 wordt dit beeld opgeleverd. | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
138 | Wanneer kunnen we het wetsvoorstel om de minimumleeftijd voor prostitutie te verhogen tegemoet zien? | Begin 2025 ontvangt uw Kamer de visie op sekswerk. Daarin zal ook worden ingegaan op de invoering van de minimumleeftijd voor prostitutie. | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
141 | Het OM houdt zich niet aan de strafeis van een drie dubbele strafeis bij delicten tegen personen met een publieke taak. Wanneer gaat de minister stevig met het OM in gesprek hierover? | Zie het antwoord op vraag 14. | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
142 | Welke maatregelen neemt de minister om wijkagenten meer in de wijk te laten opereren? | Zie antwoord op vraag 68. | Dijk, D.J.H. van | MJenV |
143 | Heeft de minister voldoende wettelijke handvatten om dergelijke legale middelen met vernietigende werking (pijnstillers met dezelfde werking als illegale drugs) zo snel als mogelijk op de opiumlijst te zetten? | Gelukkig zijn er op dit moment geen
signalen dat nieuwe synthetische opioïden voet aan de grond krijgen in
Nederland. Toch is het belangrijk waakzaam te zijn en de ontwikkelingen
nauwlettend in de gaten te houden. Er is met name zorg over de
fentanyl-achtigen. Daarom bereiden we ons voor op een mogelijke opkomst
van dit soort middelen in ons land. Wat betreft de wettelijke handvatten kan een middel na een risicobeoordeling onder de Opiumwet worden gebracht door middel van een algemene maatregel van bestuur. Dit duurt in de regel gemiddeld 9 tot 12 maanden. Wanneer er sprake is van acuut gevaar voor de volksgezondheid, dan kan een middel met spoed via een ministeriele regeling verboden worden. Dat is een voorziening die alleen bij hoge uitzondering wordt ingezet. Er is dan geen tijd om een risicobeoordeling van het Coordinatiepunt Assessment en Monitoring (CAM) af te wachten of het besluit aan uw Kamer voor te leggen. Omdat bij synthetische drugs, en dus ook opiaten, drugsproducenten een verboden middel eenvoudig kunnen aanpassen, door het veranderen van een enkele scheikundige verbinding, ontstaat vrij makkelijk een nieuwe legale variant met vergelijkbare gezondheidsrisico’s. Om niet steeds achter de feiten aan te lopen, is een wetsvoorstel ingediend dat voorziet in de mogelijkheid van een verbod op stofgroepen, waaronder de fentanyl-achtigen. Met dit wetsvoorstel worden automatisch alle nieuwe middelen die behoren tot een bepaalde stofgroep verboden. Eind vorig jaar heeft uw Kamer ingestemd met dit wetsvoorstel dat op korte termijn zal worden behandeld in de Eerste Kamer. |
Dijk, D.J.H. van | MJenV |
Ceder | ||||
129 | Is de minister bereid om te onderzoeken of voetbalclubs zelf een bijdrage kunnen leveren voor politieondersteuning bij voetbalwedstrijden? | Het terugdringen van politie-inzet
rondom voetbalwedstrijden is reeds een van de speerpunten van het beleid
ten aanzien van veilig en gastvrij voetbal. Dat clubs daar een belangrijke rol in hebben, wordt door alle partners in de Regiegroep Voetbal en Veiligheid (KNVB, politie, OM, gemeenten, en ons ministerie) volledig onderschreven, en komt ook naar voren in het versterkingsplan veilig en gastvrij voetbal. Clubs zijn al verantwoordelijk voor de veiligheid in het stadion. Het clubs laten betalen voor politie-inzet buiten stadions maakt inbreuk op het huidige systeem dat berust op het basisprincipe dat de burgemeester politiesterkte moet kunnen inzetten daar waar hij dat nodig acht. Manieren om politie-inzet verder terug te dringen en de rol van clubs daarbij, zijn steeds onderwerp van gesprek in de Regiegroep. In de voortgangsbrief voetbal en veiligheid die u voor eind dit jaar ontvangt, wordt hierop ook nader ingegaan. |
Ceder,D. | MJenV |
132 | Voelt de minister de urgentie ook dat er vaart wordt gemaakt met de WRS? | Uw Kamer wordt begin 2025 door MJenV geïnformeerd over de visie op sekswerk. Daarin zal ook worden ingegaan op de invoering van de minimumleeftijd voor prostitutie van 21 jaar en de relatie die deze invoering heeft met het wetsvoorstel voor de Wrs. De wijze waarop de minimumleeftijd van 21 jaar voor prostitutie in wetgeving wordt geregeld is namelijk ook afhankelijk van de bredere visie op sekswerk en de regels opgenomen in het thans in uw Kamer aanhangige wetsvoorstel regulering sekswerk. | Ceder,D. | MJenV |
133 | Moeten we naast het aanbod niet ook de vraag aanpakken? Dus naast het aanpakken van criminelen bijvoorbeeld een landelijke campagne tegen het gebruik van drugs? | Vanuit VWS wordt samen met JenV gewerkt aan een campagne om gebruikers te informeren over de negatieve gevolgen van het kopen van illegale drugs en het gebruik van drugs terug te dringen. Hierbij is - naast aandacht voor de (volks)gezondheid) - ook aandacht voor het feit dat gebruik bijdraagt aan de instandhouding van een crimineel circuit met alle gevolgen van dien. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Bikker. Er zijn zowel vanuit VWS als JenV middelen beschikbaar voor deze campagne. U wordt nader geïnformeerd over de concrete uitwerking in een gezamenlijke brief in Q1 2025. | Ceder,D. | MJenV |
146 | Welke aanbevelingen uit de evaluatie inzake CU/SP initiatiefwet verscherping gokindustrie kan SRb nu al overnemen? | Het beschermen van mensen tegen risico’s
van kansspelen staat voor SRb voorop in het kansspelbeleid, daarom zijn
maatregelen genomen om in het bijzonder kwetsbare groepen te beschermen.
Denk aan het verbod op de inzet van rolmodellen bij reclames, het verbod
op ongerichte reclames en de Regeling speellimieten en bewuster
speelgedrag die op 1 oktober jl. in werking is getreden. De effecten van
de maatregelen worden nauwgezet in de gaten gehouden en op basis daarvan
wordt bekeken of verdere aanscherpingen van de ministeriële regeling
wenselijk zijn. Voor andere aanscherpingen geeft de evaluatie van de Wet
kansspelen op afstand richting. Zoals aangegeven in de brief van 10
oktober jl. vraagt dat om een zorgvuldig proces. De uitwerking hiervan
volgt eind december. De belangrijke thema’s zijn daarin voor SRb onder
meer: (1) een betere bescherming van de speler in het vergunde aanbod,
(2) het aanpakken van illegaal aanbod door de Ksa meer bevoegdheden te
geven, (3) het voorkomen dat kwetsbare mensen deelnemen aan kansspelen,
en (4) hulp aan verslaafden. In de voorstellen van de initiatiefnemers
van SP en CU ziet SRb deze thema’s en ook de aanbevelingen uit de
wetsevaluatie terug. De huidige wet is echter nog gestoeld is op oude
uitgangspunten voor het kansspelbeleid. Er is eerst een wijziging van
deze uitgangspunten nodig om tot ingrijpende wijzigingen in wet- en
regelgeving te komen. Aan die uitgangspunten wordt nu hard gewerkt om
het eind december met uw Kamer te delen. Met behulp van de nieuwe
uitgangspunten zal SRb ook voorstellen voor wijzigingen doen. SRb wil tot een wet komen die als geheel mensen beter tegen de negatieve gevolgen van kansspelen beschermt, die toekomstbestendig is en waarbij de maatregelen in samenhang worden bezien. Dat vergt tijd. Om toch alvast een eerste richting kenbaar te maken staat SRb welwillend tegenover de volgende voorstellen van de initiatiefnemers op het terrein van: reclame, risicovolle spelelementen, verbetering van Cruks, zorgplicht, toegang tot data voor wetenschappelijk onderzoek, strengere handhaving en toezicht en illegale sites aanpakken. Samenvattend stelt SRb vast dat de zorgen worden gedeeld en dat het mogelijk is elkaar te vinden in de nieuwe koers en een groot aantal wijzgingsvoorstellen. Dit vergt wel een gedragen en gedegen onderbouwing. |
Ceder, D | SRB |
Eerdmans | ||||
140 | Vindt de minister het een goed idee om agenten met een keppeltje of een Israëlische vlag, een zogenaamde lokjood, de straat op te sturen om de pakkans van antisemitisme naar 100 procent te brengen? | De inzet van lokagenten is een zwaar middel, waarvoor de officier van justitie toestemming moet geven. MJenV zal verkennende gesprekken voeren over deze optie. | Eerdmans, J. | MJenV |
144 | Hoe gaat de minister uitvoering geven aan de motie Eerdmans over het niet toestaan van gezichtsbedekkende kleding bij demonstraties en dit voorjaar in een wet moet worden gevormd? | Op basis van de Wet openbare manifestaties is het nu al mogelijk voor de burgemeester om bij een demonstratie een verbod op gezichtsbedekkende kleding op te leggen wanneer dat noodzakelijk is om bijvoorbeeld de dreiging van wanordelijkheden te voorkomen. De ministers van BZK en JenV zullen op een landelijk verbod ingaan in de brief met voorbeelden van waar het demonstratierecht wordt uitgedaagd, zoals toegezegd aan uw Kamer tijdens het debat van 13 november jl. | Eerdmans, J. | MJenV |
145 | Straffeloosheid zaagt aan het vertrouwen in het rechtstaat. Enkelband ter vervanging van cel, daar geldt hetzelfde voor. Hoe staat het met het opplussen met het gevangenispersoneel? En met de inzet van meerpersoonscellen? En met de deal met Estland? | Op dit moment werken er ongeveer 17.000
medewerkers bij DJI. Van oktober 2023 tot en met september 2024 zijn er
bij DJI circa 2.450 nieuwe medewerkers ingestroomd en zijn er circa
1.850 medewerkers uitgestroomd. Echter, in diverse inrichtingen knelt
het onder andere door het hoge ziekteverzuim en het vinden van nieuw
personeel als gevolg van de (regionale) krapte op de arbeidsmarkt waar
ook DJI mee te maken heeft. Met detacheringen vanuit andere inrichtingen is capaciteit in de lucht gebracht of gehouden in inrichtingen met een personeelstekort. In november 2023 was het tekort 330 plekken als gevolg van personeelstekort. Dit waren er begin november nog circa 140. Daar waar het mogelijk is en verantwoord kan, worden extra meerpersoonscellen ingericht. Dit levert naar verwachting circa 20 plaatsen op. Nederland en Estland werken op dit moment gezamenlijk aan een businesscase. In de businesscase wordt onder meer getoetst of het haalbaar is voor Estland om te voldoen aan de eisen van de Nederlandse Penitentiaire beginselenwet. Zo wordt er gekeken of het mogelijk is voor Estland het Nederlandse dagprogramma uit te voeren, hoe voldaan kan worden aan de rechten van de Nederlandse gedetineerden en hoe Nederlandse gedetineerden naar Estland getransporteerd kunnen worden. Ook worden financiële en logistieke consequenties uitgewerkt. Op basis van de businesscase zullen Nederland en Estland besluiten of het wenselijk is om de volgende stap te zetten en het onderhandelingsproces in te gaan. Begin volgend jaar wordt u geïnformeerd over dit besluit. |
Eerdmans, J. | SJenV |
147 | Kan het kabinet financiering mogelijk maken zodat het 'Blue light event' plaats kan vinden? | In 2024 heeft het ministerie van Justitie en Veiligheid éénmalig een subsidie verstrekt van 150.000 euro voor het Blue Light United Event om de deelname van boa's te stimuleren. In beginsel zijn werkgevers van de deelnemende organisaties verantwoordelijk voor het leveren van een bijdrage aan het evenement. | Eerdmans, J. | MJenV, SJenV |
148 | In Nederland is het verboden om ander vuurwerk dan F1 en F2 vuurwerk af te steken. Staat de minister open voor het toestaan van siervuurwerk voor particulieren uit de categorie F2, zoals Potten en Pijlen? | De vuurwerk wet- en regelgeving valt onder de verantwoordelijkheid van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Sinds 2020 is het verboden om F3-vuurwerk en alle vuurpijlen, knalvuurwerk en single shots die onder F2 vallen af te steken. Door de COVID pandemie was de jaarwisseling 2022/2023 de eerste jaarwisseling waarin dit verbod effectief was. Het is daarom te vroeg om dit verbod nu al te evalueren. Daarnaast wordt ook dit F2 en F3 vuurwerk gebruikt tegen hulpverleners, MJenV is dan ook geen voorstander van het terugdraaien van dit verbod. | Eerdmans, J. | MJenV |
149 | Wat kan de minister doen om het wantrouwen weg te nemen bij preventief fouilleren? | De aanwezigheid van een derde waarnemer is geen wettelijke verplichting. De politie mag alleen preventief fouilleren in de daarvoor aangewezen veiligheidsrisicogebieden. De politie mag iedereen controleren die zich tijdens de actie in een aangewezen gebied of een gedeelte van een aangewezen gebied bevindt. De politie voert de controles zeer zorgvuldig uit. Toch kan de politie zich goed voorstellen dat niet iedereen het even prettig vindt om gefouilleerd te worden. Om dit tegen te gaan wordt er zoveel als mogelijk gebruikt gemaakt van a-selectieve controles. Daarnaast heeft de politie ook een handelingskader professioneel controleren. | Eerdmans, J. | MJenV |