[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Netcongestie

Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Brief regering

Nummer: 2024D45420, datum: 2024-11-21, bijgewerkt: 2024-11-22 09:32, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29023 -526 Voorzienings- en leveringszekerheid energie.

Onderdeel van zaak 2024Z19091:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Netcongestie, de drukte op elektriciteitsnet, is een urgente uitdaging voor de ambities van het kabinet op het gebied van economische groei en werkgelegenheid, de verduurzaming van bedrijven en mobiliteit, en de nieuwbouw van woningen. In veel gebieden komen grootverbruikers (bedrijven en instellingen) die een nieuwe of zwaardere stroomaansluiting willen op een wachtlijst. Ook op laagspanningsnetten dreigt de komende jaren steeds vaker overbelasting, met gevolgen voor kleinverbruikers zoals huishoudens. Uit de Klimaat- en Energieverkenning 2024 (KEV) van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is bovendien naar voren gekomen dat netcongestie een knelpunt vormt voor het bereiken van doelen voor reductie van de emissie van broeikasgassen. Het kabinet geeft hoge prioriteit aan de aanpak van netcongestie en creëert handelingsperspectief voor burgers en bedrijven om de situatie het hoofd te bieden.

In deze brief informeert het kabinet de Kamer over ontwikkelingen en resultaten van de aanpak van netcongestie in de afgelopen maanden, mede met met het oog op het Commissiedebat Elektriciteitsnet, Energie-infra en RES op 28 november a.s. Na een korte schets van de situatie gaat de brief achtereenvolgens in op de laagspanningsnetten, waaronder thuis- en buurtbatterijen, betere benutting van het net door grootverbruikers en het sneller bouwen van infrastructuur. De bestuurlijk aanjager Slim met Stroom, Gerard Schouw, brengt zeer binnenkort zijn advies aan het kabinet uit. Ook dit advies ontvangt de Kamer nog voor het debat op 28 november.

In meerdere gebieden in het land vinden congestieonderzoeken plaats naar mogelijk vrij te spelen ruimte op het net. De congestiesituatie in de regio Flevopolder-Gelderland-Utrecht (“FGU”) is het meest zorgwekkend. De Kamer is bij brief van 25 april jl. geïnformeerd over de maatregelen die specifiek voor deze regio worden uitgevoerd1. In de Klimaatnota 2024 is kort uiteengezet waar het kabinet de focus op legt in de aanpak van netcongestie2. Ten eerste gericht op snellere uitbreiding van het net: samenwerking tussen netbeheerders en overheden om netverzwaring te realiseren, verkorting van procedures en een vliegende bridage om decentrale overheden te ondersteunen. Ten tweede gericht op het vergroten van handelingsperspectief voor bedrijven en instellingen: subidieregelingen voor flexibel stroomgebruik door bedrijven, de inrichting van een communicatie-en kennisfunctie en een sectorale aanpak. Het kabinet zet het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) voort. In dit programma werken Rijk, medeoverheden, netbeheerders en marktpartijen samen om netcongestie te beperken. Op 11 juni jl. heeft de Kamer de eerste voortgangsrapportage van het LAN en de aanpak van netcongestie ontvangen3. De eerstvolgende volledige rapportage komt eind maart 2025 naar de Kamer, en daarna ieder halfjaar omstreeks september en maart. Gezien de urgentie ontvangt de Kamer deze tussentijdse update.

Laagspanningsnetten/kleinverbruikers

Door de snelle elektrificatie van de gebouwde omgeving en mobiliteit neemt de belasting van de laagspanningsnetten toe met mogelijke gevolgen voor alle kleinverbruikers zoals huishoudens, scholen, winkels, horeca en andere mkb-bedrijven. De netbeheerders hebben, onder meer in een hoorzitting in de Kamer op 13 november jl., laten weten dat consumenten lokaal te maken krijgen met langere doorlooptijden voor een nieuwe aansluiting of verzwaring. Dit hangt sterk af van de lokale situatie. Met het oog op transparante en zorgvuldige communicatie brengen netbeheerders daarom begin 2025 een “stroomnetchecker” uit die gebruikers lokaal inzicht geeft in de situatie op het stroomnet. Deze online tool toont of er een laag, midden of hoog risico is op een langere doorlooptijd voor een aanvraag.

In januari 2024 is de Actieagenda Netcongestie Laagspanningsnetten gepubliceerd4. De acties zijn onderdeel geworden van het LAN. Hieronder volgt een uiteenzetting over de voortgang van deze acties.

Het onderdeel beter benutten kleinverbruikers in het LAN richt zich op het slimmer benutten van het laagspanningsnet waarop huishoudens en andere kleine verbruikers van elektriciteit (o.a. winkels) zijn aangesloten. Beter benutten heeft als doel om een deel van het elektriciteitsverbruik in de ochtend- en avondpiek te verschuiven naar andere momenten op de dag en nacht. Door de pieken te verlagen wordt op korte termijn congestie voorkomen en kunnen meer consumenten gebruik maken van het bestaande net. Op de langere termijn hoeft het net minder uitgebreid te worden, wat tot een besparing leidt op de kosten die nodig zijn voor netuitbreiding. De acties in het LAN gericht op verlaging van het piekverbruik te verlagen zijn een combinatie van:

  1. slimme apparaten (o.a. warmtepompen, laadpalen en energiemanagement systemen) waarmee gebruikers eenvoudig het elektriciteitsverbruik kunnen spreiden

  2. een aangepast nettarief wat spreiding financieel stimuleert en

  3. communicatie en bewustwording bij verbruikers.

Slimme apparaten kunnen hun stroomverbruik optimaliseren aan de hand van externe prikkels, zoals de prijs van elektriciteit of de beschikbare ruimte op het net. Zo zorgen slimme apparaten voor een lagere belasting van het net én een financieel voordeel voor de consument. TNO heeft onderzoek gedaan naar de potentie van slimme apparaten bij het tegengaan van netcongestie op het laagspanningsnet. Het onderzoek is bijgevoegd bij deze brief. Uit het onderzoek blijkt dat met slimme net-intensieve apparaten op korte termijn overbelasting van het laagspanningsnet kan worden tegengegaan. TNO bevestigt daarmee de noodzaak dat slimme apparaten, in ieder geval voor nieuwe apparaten,de norm worden, zoals ook gesteld in de Actieagenda Netcongestie Laagspanningsnetten. Dit geldt met name voor net-intensieve apparaten die in potentie flexibel ingezet kunnen worden, zoals warmtepompen, laadpalen, omvormers van zonnepanelen en (thuis)batterijen. Het onderzoek geeft inzicht in de gevolgen van verschillende opties en de keuzes die moeten worden gemaakt bij de transitie naar een slim, gedigitaliseerd elektriciteitssysteem, waarin optimaal gebruik wordt gemaakt van de flexibiliteit van kleinverbruikers.

TNO concludeert dat een open en toekomstvast communicatieprotocol nodig is voor communicatie tussen slimme apparaten en energiemanagementsystemen. In de markt is er geen consensus over wat de beste oplossing is. Daarom heeft het kabinet de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN) gevraagd om samen met de markt afspraken vast te leggen in normen, uiteraard rekening houdend met de ontwikkeling van standaarden in buurlanden. Vóór de zomer deelt NEN haar bevindingen, met aanbevelingen voor beleid om te komen tot een geschikt communicatieprotocol.

Voor laadpalen is NEN, op initiatief van het Ministerie van Infrastructuur & Waterstaat, gestart met een Nederlandse Technische Afspraak (NTA) voor slimme laadpalen en laaddiensten die op zeer korte termijn zal zijn afgerond. Gezien de urgentie van normen voor slimme warmtepompen is een soortgelijk normtraject met NEN gestart voor warmtepompen. Afronding van dit traject wordt uiterlijk of begin 2026 verwacht. Begin 2025 komt het kabinet uitgebreider terug op dit traject in een brief over warmtepompen.

Nettarieven kleinverbruikers

Op 21 oktober jl. heeft Netbeheer Nederland een onderzoek van Berenschot gepubliceerd naar een alternatieve structuur van het nettarief voor kleinverbruikers5. Op basis van dit onderzoek concluderen de netbeheerders dat het wenselijk is om het huidige vaste tarief te wijzigen in een tijdstipafhankelijk tarief per afgenomen kWh per uur. Het prijsprofiel over de dag verschilt daarbij tussen de zomer en de winter, om rekening te houden met seizoenseffecten van bijvoorbeeld zonnepanelen en warmtepompen. Uit het onderzoek blijkt dat een tijdsafhankelijk tarief verbruikers stimuleert om hun verbruik te verplaatsen naar momenten buiten de piek. Dit voorstel volgt uit een actie in het LAN om een alternatief nettarief te onderzoeken. In de Kamerbrief over nettarieven van 19 november jl.6 is een appreciatie gegeven van dit onderzoek. De voorgestelde nieuwe tariefstructuur pakt in beginsel positief uit, maar brengt wel belangrijke vraagstukken mee die bij de implementatie moeten worden geadresseerd.

Tot slot moet, ook bij het slimmer benutten van het net in de in de toekomst, voorkomen blijven worden dat door kortstondige overbelasting van het laagspanningsnet de stroom in een hele wijk uitvalt. Slimme apparaten en een aangepast nettarief zorgen er in de toekomst voor dat gebruikers zelf kiezen om energieverbruik in piekmomenten te verminderen. In de uitzonderlijke gevallen dat er kortstondig overbelasting dreigt, zijn er instrumenten nodig om overbelasting en daarmee grootschalige stroomuitval te voorkomen. TNO noemt dit in haar onderzoek een technisch vangnet. De samenwerkingspartners in het LAN verkennen hoe groot de noodzaak is en hoe dit in de praktijk zou kunnen werken. Bij de verkenning van een technisch vangnet worden de moties-Postma en Kops7 betrokken die zien op de borging van privacy bij de gegevensuitwisseling die hiervoor nodig is. Vanzelfsprekend houdt het kabinet de Kamer op de hoogte van de uitkomst van deze verkenning.

Publiekscampagne

Een veranderend energiesysteem vraagt om een gedragsverandering van huishoudens en kleine bedrijven. Dit wordt op termijn eenvoudiger en financieel aantrekkelijk gemaakt. Hier kunnen we echter nu al mee beginnen en zo bijdragen aan het voorkomen van netcongestie. Op 18 november jl. is de voortzetting van de publiekscampagne ‘Zet ook de knop om’ van start gegaan, met inzet van radio, televisie, online en sociale media. Daarin is nu ook specifiek aandacht voor elektriciteitsgebruik op het juiste moment. Eén van de boodschappen van de campagne is om waar mogelijk buiten de avondpiek elektriciteit te gebruiken.

Thuisbatterijen

Tijdens het mondelinge Vragenuur van 1 oktober jl. is aan het lid Vermeer (BBB) toegezegd nogmaals eventuele stimulering van thuisbatterijen te bezien. De aankondiging van het kabinet om de salderingsregeling in 2027 af te schaffen en oplopende terugleverkosten hebben ervoor gezorgd dat de belangstelling voor thuisbatterijen is toegenomen. Eind 2023 waren er bijna 40.000 thuisbatterijen in Nederland, een groei van 150% in één jaar. Thuisbatterijen kunnen, net als laadpalen en warmtepompen, flexibel ingezet worden. Door het gericht opslaan van (zonne)stroom om op piekmomenten zelf te gebruiken kunnen thuisbatterijen netcongestie verminderen. Op de lange termijn kan een alternatief nettarief zorgen voor financiële prikkels die het aantrekkelijker maken om thuisbatterijen op deze manier in te zetten voor het verhogen van eigen gebruik en de inzet van flexibiliteit.

Thuisbatterijen worden nu echter, via commerciële partijen, met name ingezet voor handel op de elektriciteitsmarkten, vooral de onbalansmarkt, omdat dit het hoogste rendement oplevert. Aanbieders van thuisbatterijen adverteren met terugverdientijden van 4 tot 5 jaar. Veel aanbieders trekken in hun aannames de huidige inkomsten van handel op elektriciteitsmarkten door in de komende jaren. De elektriciteitsmarkten zijn volop in ontwikkeling, en toekomstige inkomsten en de terugverdientijd zijn onzeker. De kans bestaat dat, naarmate er meer (grootschalige) batterijen en andere flexibiliteitsopties worden ingezet voor handel op elektriciteitsmarkten, de prijzen op de onbalansmarkt minder sterk fluctueren waardoor het rendement op een thuisbatterij afneemt. Inzet op de elektriciteitsmarkten kan daarbij juist leiden tot toename van congestie op het laagspanningsnet. Gezien de snelle toename van het aantal thuisbatterijen is het van belang om zo snel mogelijk randvoorwaarden te creëren die verergering van netcongestie door thuisbatterijen voorkomen, zonder de aantrekkelijkheid van thuisbatterijen onnodig te beperken. Het kabinet verkent de mogelijkheden hiervoor met de sector, netbeheerders en de ACM. Voor de korte termijn wordt ingezet op het zo snel mogelijk maken van afspraken met commerciële partijen die thuisbatterijen bundelen tot inzet op elektriciteitsmarkten. Hierbij worden ook lessons learned in onze buurlanden betrokken. Zodra deze afspraken met de sector zijn gerealiseerd, kan als volgende stap worden onderzocht of de stimulering van thuisbatterijen waardevol kan zijn om netcongestie te voorkomen.

Tot slot is tijdens tijdens de begrotingsbehandeling op 7 november jl. aan het lid Vermeer (BBB) toegezegd schriftelijk terug te komen op zijn vraag over btw op thuisbatterijen bij sportverenigingen. De Belastingdienst bevestigt dat er geen verschil bestaat tussen particulieren en sportverenigingen wat betreft de btw op thuisbatterijen. Voor beide geldt dat de btw op aanschaf en installatie onder voorwaarden kan worden teruggevraagd. Eén van de voorwaarden is dat de thuisbatterij wordt ingezet voor de in- en verkoop van stroom aan de energiemaatschappij van de particulier of sportvereniging. De btw die de energiemaatschappij aan de sportvereniging of particulier betaalt als onderdeel van de vergoeding voor de teruggeleverde stroom moet dan weer door de sportvereniging of particulier worden aangegeven en afgedragen aan de Belastingdienst. Op de website van de Belastingdienst worden alle voorwaarden en de btw aangifte nader uitgelegd8.

Buurtbatterijen

Tijdens het WGO Belastingplan 2025 van 4 november jl. is aan het lid Beckerman (SP) toegezegd in te gaan op de rol van buurtbatterijen in het energiesysteem. Een buurtbatterij is een invulling van een energiegemeenschap of energiecoöperatie waarbij huishoudens onderling zonne-elektriciteit kunnen uitwisselen. Een buurtbatterij heeft een eigen aansluiting op het elektriciteitsnet, is onderdeel van het lokale energiesysteem en kan extra elektriciteitsverbruik mogelijk maken binnen de huidige transportcapaciteit. Met de Energiewet wordt het gemakkelijker om energie te delen. Voor gebiedsontwikkeling kunnen buurtbatterijen mogelijk een uitkomst bieden door op piekmomenten elektriciteit te leveren waardoor er minder capaciteit nodig is op het stroomnet.

Beter inzicht in belasting laagspanningsnetten

Tot slot zijn vanuit de Actieagenda Netcongestie Laagspanningsnetten stappen gezet om netbeheerders beter inzicht te geven in de belasting van de laagspanningsnetten zodat de prognoses en transportcapaciteitsberekeningen worden verbeterd. Zo is het mogelijk gemaakt om geanonimiseerde data van slimme meters te verwerken op een manier waarbij de privacy gewaarborgd is. De Autoriteit Persoonsgegevens heeft hiervoor toestemming verleend en daar voorwaarden aan verbonden. Ondertussen is de actie om de tienduizenden stations die midden- in laagspanning omzetten (MS/LS stations) te voorzien van meetvoorzieningen en sensoren in volle gang waardoor steeds meer inzicht wordt verkregen in de actuele belasting van de MS- en LS-netten. De voortgang zal worden gemeld in de halfjaarlijkse voortgangsrapportage van het LAN.

Om ook de gebruikers van het net inzicht te bieden wordt de on-line capaciteitskaart van Netbeheer Nederland9 doorontwikkeld. Onlangs is een nieuwe versie gepubliceerd waarin inzichtelijk is wat de transportcapaciteit van het landelijke hoogspanningsnet van TenneT is, naast die van de regionale netbeheerders. Grootverbruikers kunnen hier nu ook zien wanneer geplande netuitbreidingen gereed zijn.

Beter Benutten grootverbruikers

Voor grootverbruikers (bedrijven en instellingen) is er in veel regio’s geen ruimte voor nieuwe aansluitingen of uitbreidingen. Zij komen op een wachtlijst en kunnen pas aangesloten worden wanneer het net is uitgebreid of het op grote schaal flexibeler wordt gebruikt. Het afgelopen jaar is vanuit het LAN een groot aantal instrumenten ontwikkeld om een betere benutting van het netwerk mogelijk te maken. De afspraken rondom congestiemanagement zijn verduidelijkt en aangescherpt. In samenwerking met de netbeheerders en de ACM zijn verschillende nieuwe contractvormen ontwikkeld die flexibel gebruik van het net door bedrijven en instellingen mogelijk maken. Met deze nieuwe alternatieve transportrechten kan de ruimte buiten de piek worden gebruikt en kunnen netgebruikers veelal eerder transportcapaciteit krijgen van hun netbeheerder in ruil voor lagere nettarieven. De verwachting is dat de nieuwe contractvormen in 2025 bij alle netbeheerders beschikbaar komen. De ACM buigt zich nog over een door de netbeheerders ingediend codewijzigingsvoorstel dat groepstransportovereenkomsten mogelijk maakt. Hiermee kan een groep grootverbruikers een contract met een gezamenlijk gecontracteerd transportvermogen afsluiten waarbij, door onderlinge afstemming over gebruiksmomenten, de bestaande ruimte optimaal wordt benut. Naar verwachting zal de ACM in de tweede helft van 2025 een definitief besluit nemen over het voorstel. Daarnaast wordt de bestaande uitwerking van cable pooling (het delen van een kabel voor meerdere aansluitingen om het net minder te belasten) uitgebreid, waardoor naast opwek uit zon en wind, ook andere technologieën en afnemers op het stroomnet via deze vorm kunnen samenwerken. De eerste pilots hiermee worden, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Energiewet, al uitgevoerd.

Daar waar, ook met flexibel netgebruik, onvoldoende transportcapaciteit is om alle partijen op de wachtrij aan te sluiten, is per 1 oktober jl. het maatschappelijk prioriteringskader van kracht, ontwikkeld door de ACM. Dit geeft netbeheerders de mogelijkheid om voorrang te geven aan netgebruikers die een groot algemeen belang dienen, zodra ergens transportcapaciteit beschikbaar komt.

Subsidieregeling flexibel elektriciteitsverbruik

Met het amendement-Erkens c.s.10 heeft de Kamer € 55 miljoen vrijgemaakt voor het snel vrijspelen van ruimte op het stroomnet. De concrete uitwerking hiervan is de subsidieregeling flexibel elektriciteitsverbruik door individuele bedrijven. Deze regeling zal in het tweede kwartaal van 2025 beschikbaar komen. Onder de regeling komt subsidie beschikbaar voor drie typen maatregelen:

  • Een Verkennende flexibiliteitsscan biedt ondernemers inzicht in hun energiegebruik en kansen voor flexibel gebruik.

  • Een Ontwerp voor procesflexibiliteit biedt inzicht in de technische haalbaarheid en benodigde investering van concrete maatregelen voor flexibel gebruik.

  • Realiseren van flexibiliteitsmaatregelen geeft subsidie op investeringsuitgaven (CAPEX) om maatregelen in de praktijk te realiseren.

Met alle hierboven beschreven acties voor de bevordering van flexibel gebruik van het elektriciteitsnet geeft het kabinet uitvoering aan de motie-Kröger11 op dit punt.

Sectorale aanpak beter benutten

Om bedrijven te helpen met het flexibiliseren van hun stroomverbruik zet het kabinet in op een sectorale aanpak. Iedere sector kent zijn eigen specifieke uitdagingen om flexibel stroomgebruik te realiseren. Daarom wil het kabinet samen met brancheverenigingen voor de meest kansrijke sectoren in kaart brengen met welke technieken en afspraken hun achterban het beste geholpen is om hun flexibel vermogen te vergroten en zo groei en verduurzaming te kunnen realiseren.

Op 5 november jl. hebben de Waterschappen als eerste een sectordeal netcongestie afgesloten met het ministerie van Klimaat en Groene Groei en Netbeheer Nederland. Het document gaat als bijlage bij deze brief. Door klimaatverandering, hogere eisen aan de waterzuivering en bevolkingsgroei neemt de elektriciteitsvraag van de waterschappen toe. Om dit te kunnen waarborgen is deze deal gesloten. De partijen zetten daarnaast in op flexibiliteit en congestiebewust energieverbruik, onder meer door het flexibel inzetten van waterzuiveringsinstallaties en gemalen, en door innovatieve afspraken rond contractwaarde en piekbelasting. De deal vormt een bestuurlijk raamwerk waar lokaal door Waterschappen en netbeheerders invulling aan wordt gegeven in specifieke congestiemanagementovereenkomsten. Hiermee geeft het kabinet uitvoering aan de motie-Grinwis c.s.12.

Stimuleringsprogramma Energiehubs

Voor de realisatie van collectieve oplossingen loopt het Stimuleringsprogramma Energiehubs 2024–2030 (SEH). Inmiddels zijn enkele energiehubs van start gegaan zoals op het bedrijventerrein Bladel in Noord-Brabant, Tholen in Zeeland en Lage Weide in Utrecht. Daarnaast zijn er door het land uiteenlopende initiatieven om tot een energiehub te komen. Hoewel de potentie voor energiehubs op papier groot is, blijkt het in de praktijk weerbarstig om tot standaardisering en opschaling te komen. De motie-Erkens13 met het verzoek te komen tot een kenniscentrum energiehubs wordt door netbeheerders uitgewerkt in de vorm van een digitaal kennisplatform (website) dat hulpmiddelen biedt voor het opzetten van energiehubs (juridisch, financiering, data, etc.) en het delen van diensten en producten van commerciële partijen. Dit wordt mede tot stand gebracht met een subsidie vanuit het SEH. Indien bedrijven op zoek zijn naar oplossingen met andere ondernemers op hun bedrijventerrein kunnen zij terecht op het digitale platform met een marktplaats met commerciële partijen. Netbeheerders stellen hiervoor de noodzakelijke dataproducten beschikbaar om energiehubs mogelijk te maken, zoals inzicht in de belasting van stations en de liggingsgegevens van het electriciteisnet om inzichtelijk te maken met wie een energiehub gevormd kan worden Vanuit de kennisfunctie netcongestie zal uiteraard goede doorverwijzing plaatsvinden naar dit platform voor de energiehubs.

In 2024 is de volgende voortgang geboekt:

  • In het kader van het Stimuleringsprogramma zijn financiële middelen voor 2024 via de regeling capaciteit decentrale overheden voor klimaat- en energiebeleid (CDOKE) beschikbaar gesteld14 en zijn er subsidieverzoeken gedaan door de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM’s) voor de versterking van hun rol, van netbeheerders voor het opzetten van een kennisplatform voor energiehubs en van InvestNL voor de uitbreiding van een juridische toolkit en uniforme leningdocumentatie. Tevens wordt er gewerkt aan passende financieringsmogelijkheden, toegang tot data en aansprakelijkheid. De bestuurlijk aanjager, Gerard Schouw, zal in zijn advies ingaan op wat nodig is voor verdere opschaling.

  • In de Handreiking ‘provinciale aanpak stimuleringsprogramma Energiehubs 2024’15 zijn werkafspraken neergelegd over hoe provincies en partners kansrijke energiehub initiatieven tot wasdom laten komen. In deze handreiking worden kaders gegeven voor de besteding van de middelen in de eerste fase van het stimuleringsprogramma: de ontwikkel- en opstartfase.

Omdat nog weinig ervaring is opgedaan met de opzet van de programmatische aanpak en de inzet van de middelen in 2024, is in het Bestuurlijk Overleg Klimaat en Energie van 1 oktober 2024 afgesproken de CDOKE-regeling nog een jaar langer te gebruiken voordat meer definitief wordt besloten over de inzet voor de opschalingsfase. De verwachting is dat er in 2025 op basis van voorgenoemde activiteiten voldoende ervaring wordt opgedaan om een afwegingen te maken over de inzet van middelen voor de opschalingsfase na 2025.

Kennisfunctie netcongestie voor bedrijven en medeoverheden

Vanuit bedrijven, medeoverheden en overige organisaties is er een grote behoefte aan goede, centrale informatievoorziening rondom netcongestie. Er is veel kennis beschikbaar, maar de kennis is versnipperd, daarmee moeilijk vindbaar en ook niet altijd toegankelijk voor bedrijven en medeoverheden. Om partijen te ondersteunen wordt een centrale kennis- en communicatiefunctie ingericht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De op te zetten kennisfunctie richt zich op het verzamelen van bestaande oplossingen en mogelijkheden bij netcongestie en deze breed beschikbaar te stellen op een centraal gecoördineerde plek. De RVO heeft brede kennis van aanpalende thema’s, regelingen en subsidies omtrent de verduurzaming van de energievoorziening die indirect kunnen bijdragen aan het verlichten van congestie. RVO beheert meerdere kennisfuncties en beschikt over een staande callcenter-infrastructuur voor bedrijven en medeoverheden, voor één op één contact en gericht doorverwijzen.

Sneller Bouwen

De uitbreiding en verzwaring van de elektriciteitsnetten op alle spanningsniveaus is een ongekend grote opgave die moet worden gerealiseerd in de beperkte ruimte in ons land. Dit vraagt om een nieuwe manier van werken voor alle betrokken partijen. De komende jaren zullen er 50.000 transformatorhuisjes bij komen, gaan 1 op de 3 straten open en zal er meer dan 100.000 km aan leidingen en kabels moeten worden aangelegd. Daarbij moeten er honderden hoogspanningsstations bijgebouwd of uitgebreid worden. In de actielijn Sneller Bouwen binnen het LAN werkt het Rijk met netbeheerders en medeoverheden aan de versnelling van de aanleg van het elektriciteitsnet op drie onderdelen.

Ten eerste wordt ingezet op versnellingen in de daadwerkelijke bouw, na het doorlopen van alle voorbereidende stappen. Vanuit het LAN vindt een onderzoek plaats naar de mogelijkheden om de realisatiekracht op korte termijn te vergroten. De resultaten zullen begin volgend jaar worden gepubliceerd.

Ten tweede wordt gekeken naar mogelijkheden om versnelling aan te brengen in de voorbereidende fase. Dit richt zich op versnelling van de ruimtelijke inpassing, met de inzet van extra capaciteit bij lokale overheden middels een ‘vliegende brigade’, een uniforme taxatiemethodiek grond en de mogelijkheid om meerdere vergunningen voor energie-infrastructuur gelijktijdig af te geven. Ook de verkorte procedures voor projecten van zwaarwegend maatschappelijk belang en de invoering van de gedoogplicht in de onderzoeksfase waarover is bericht in de Klimaatnota dragen bij aan versnelling. De opdracht van de onafhankelijk coördinator Actieagenda netcongestie laagspanningsnetten, Stephan Brandligt, is verlengd. Hij speelt een belangrijke rol bij het faciliteren van de realisatie van de 50.000 transformatorhuisjes en voert daartoe gesprekken met stakeholders, gemeenten en netbeheerders om te komen tot een gedeeld kader over hoe om te gaan met schaarse ruimte en grond. Over de voortgang wordt de Kamer gïnformeerd in de voortgangsrapportages van het LAN.

Ten derde wordt ingezet op betere samenwerking tussen overheden en netbeheerders. Inmiddels zijn onder meer een handleiding voorkeursrecht en een handreiking bepalen bevoegd gezag opgesteld. Gemeenten en netbeheerders werken toe naar samenwerkingsafspraken voor de aanleg van elektriciteitsinfra, begin volgend jaar.

Tot slot

Met de hierboven uiteengezette maatregelen en acties pakt het kabinet, met alle samenwerkingspartners, het urgente probleem van netcongestie aan. Zo realiseren we de randvoorwaarden voor een succesvolle energietransitie en bouwe we aan een nieuw energiesysteem dat groene economische groei stimuleert, en duurzame mobiliteit en de bouw van woningen mogelijk maakt.

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei


  1. Kamerstuk 29023, nr. 510↩︎

  2. Kamerstuk 32813, nr. 1416, bijlage Klimaatnota, blz. 9-10↩︎

  3. Kamerstuk 29023, nr. 515↩︎

  4. Kamerstuk 29023, nr. 458↩︎

  5. https://www.netbeheernederland.nl/sites/default/files/2024-10/eindrapport_verkenning_alternatief_nettarief_kleinverbruik_berenschot_20241016.pdf↩︎

  6. Kamerstuk 29023, nr. 525↩︎

  7. Kamerstuk 29023, nrs. 473 en 475↩︎

  8. https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/btw/content/thuisbatterij-btw↩︎

  9. https://capaciteitskaart.netbeheernederland.nl/↩︎

  10. Kamerstuk 36410-XIII, nr. 20↩︎

  11. Kamerstuk 29023, nr. 483↩︎

  12. Kamerstuk 290023, nr. 481↩︎

  13. Kamerstuk 36378, nr. 39↩︎

  14. Stcrt. 2024, 33191↩︎

  15. https://www.ipo.nl/media/dsxhqai4/handreiking-stimuleringsprogramma-energiehubs-2024.pdf↩︎