[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Toezicht op verschillende groepen leerlingen in één klas & onderwijs aan leerlingen met autisme

Passend onderwijs

Brief regering

Nummer: 2024D45456, datum: 2024-11-21, bijgewerkt: 2024-12-18 16:20, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31497-495).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 31497 -495 Passend onderwijs.

Onderdeel van zaak 2024Z19107:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2024-2025

31 497 Passend onderwijs

Nr. 495 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2024

Tijdens het commissiedebat over passend onderwijs op 29 mei jl. heb ik met uw Kamer onder andere gesproken over verschillende doelgroepen leerlingen die in dezelfde klas geplaatst worden in scholen in cluster 4 van het gespecialiseerd onderwijs. Ik heb toegezegd om terug te komen op de vraag van het lid van der Hoeff (PVV) over de rol van de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) in relatie tot cluster 4-scholen.1 In ditzelfde debat heb ik uw Kamer toegezegd in gesprek te gaan met de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) naar aanleiding van haar rapport over autisme in het onderwijs.2 Met deze brief informeer ik uw Kamer hierover.

Toezicht van de inspectie op verschillende groepen leerlingen in één klas

Tijdens het debat heeft het lid van der Hoeff (PVV) mij gevraagd hoe de inspectie gemengde cluster 4-scholen beoordeelt op een pedagogisch en didactisch passend en stimulerend leerklimaat. Deze vraag komt voort uit de zorgen voor de onveiligheid en de kans op uitval voor leerlingen die kampen met internaliserende vormen van autisme of angst, wanneer zij in dezelfde klas zitten met leerlingen waarvan het gedrag zich soms kenmerkt als externaliserend.3

In de wet- en regelgeving is niets vastgelegd over de samenstelling van klassen en het in één groep plaatsen van leerlingen met verschillende ondersteuningsbehoeften. Sommige scholen binnen cluster 4 kiezen ervoor zich meer te richten op bepaalde groepen leerlingen, maar soms is er ook sprake van vermenging van verschillende doelgroepen. Scholen zijn uiteindelijk vrij om de groepssamenstelling in te richten naar eigen inzicht.

De inspectie beoordeelt of scholen hun onderwijs en begeleiding op hun doelgroep(en) afstemmen, vanuit het uitgangspunt dat leerlingen zoveel mogelijk met elkaar dichtbij huis naar school moeten gaan, ongeacht een eventuele ondersteuningsbehoefte. Dat doet zij voor alle doelgroepen en niet apart voor leerlingen met een internaliserende of externaliserende problematiek. Aangezien er in de wet- en regelgeving geen onderscheid wordt gemaakt naar verschillende groepen leerlingen, houdt de inspectie daar niet expliciet rekening mee in het toezicht. De inspectie houdt, als onderdeel van het waarderingskader (voortgezet) speciaal onderwijs op schoolniveau, wel toezicht op het pedagogisch-didactisch handelen van leraren. Ze beoordeelt de basiskwaliteit, net als voor het reguliere voorgezet onderwijs, als volgt: «De leraren creëren in hun lessen een (ortho-)pedagogisch en didactisch passend en stimulerend leerklimaat, waardoor de leerlingen zich veilig voelen en actief betrokken zijn. [...] Zij zorgen voor een ordelijk verloop van de les en benutten de lestijd efficiënt.» Ook de veiligheid op school valt onder de basiskwaliteit waar op wordt toegezien: «De school zorgt voor de sociale, fysieke en psychische veiligheid van de leerlingen op school gedurende de schooldag. Een school is veilig als de sociale, fysieke en psychische veiligheid van leerlingen niet door handelingen van anderen wordt aangetast.»4 Dit betekent concreet dat elke school in het funderend onderwijs in het toezicht beoordeeld wordt op het pedagogisch en didactisch handelen van de leraren, ongeacht of het gaat om een groep leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte.

Onderwijs aan leerlingen met autisme

Uit het rapport «Als iedereen naar school kan behalve jij» van de Nederlandse Vereniging van Autisme (NVA) blijkt dat het voor een deel van de leerlingen met autisme nog niet voldoende lukt om te herkennen welke ondersteuning nodig is en om een passende plek te bieden.5 Er loopt in aanvulling op het rapport van de NVA een onderzoek van Het Nederlands Autisme Register (NAR) naar (langdurig) schoolverzuim van leerlingen met autisme in Nederland. Dit zal in aanvulling op het rapport van de NVA meer inzicht geven in welke factoren samenhangen met de ontwikkeling van het schoolverzuim en een scherper beeld geven van de groep jongeren met autisme die thuiszit.

Zoals toegezegd aan uw Kamer is het rapport besproken met de NVA en LBVSO (Leerlingbelang-VSO). Beide partijen leveren een waardevolle bijdrage in het behartigen van de belangen van leerlingen met autisme. In deze constructieve gesprekken heeft de NVA haar rapport toegelicht en zijn de uitdagingen waar leerlingen met autisme tegenaan lopen binnen het onderwijs duidelijk naar voren gekomen. Zo kunnen leerlingen met autisme bijvoorbeeld last hebben van teveel prikkels in de klas of op het schoolplein. De aanwezigheid van prikkelvrije ruimtes kan dan helpen in de prikkelregulatie.

Zowel de NVA als LBVSO hebben actieplannen opgesteld, waarin zij benadrukken dat een beter passend aanbod en het beter herkennen van signalen van autisme op school essentieel zijn. Dit vraagt om beschikbaarheid van kennis en expertise binnen de scholen en bij samenwerkingsverbanden.

Ik ben ervan overtuigd dat er manieren zijn om de kwaliteit van het onderwijs voorleerlingen met autisme te verbeteren, binnen het kader en de middelen die nu beschikbaar zijn voor passend onderwijs. We blijven in gesprek met de NVA, LBVSO en andere partijen om samen te kijken naar de concrete stappen die in het onderwijs gezet kunnen worden om de ondersteuning aan kinderen en jongeren met autisme te versterken. Ik kom daar verder op terug in de brief die u in het voorjaar vooruitlopend op het commissiedebat over passend onderwijs ontvangt.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul


  1. TZ202405-072↩︎

  2. TZ202405-069↩︎

  3. Internaliserend gedrag laat zich bijvoorbeeld zien in teruggetrokken of angstig gedrag, terwijl externaliserend gedrag zich bijvoorbeeld meer laat zien in verstorend of de neiging tot agressief gedrag.↩︎

  4. Bijlage bij Kamerstuk 36 200 VIII, nr. 249↩︎

  5. NVA - Een op de zes kinderen met autisme is thuiszitter↩︎