[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de open brief van de UNL, mede namens meerdere organisaties, m.b.t. investeringen in onderzoek, innovatie en onderwijs voor bedrijfsleven

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2024D45731, datum: 2024-11-22, bijgewerkt: 2024-11-26 12:58, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VIII-57 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2024Z19243:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025

Nr. 57 Brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2024

Hierbij stuur ik uw Kamer de reactie op het verzoek van de commissie van 14 november 2024 waarin gevraagd wordt om een reactie op de open brief van de UNL, mede namens meerdere organisaties, aan de minister-president m.b.t. investeringen in onderzoek, innovatie en onderwijs voor bedrijfsleven.

In de open brief maken de vertegenwoordigers van een brede groep bedrijven zich grote zorgen over de aangekondigde bezuinigingen van ruim € 1 miljard op onderwijs, onderzoek en innovatie en de gevolgen voor de toekomst van onze economie en samenleving. Zij roepen het kabinet op om in te zetten op een productieve, concurrerende en wendbare economie van de toekomst en te investeren in de kracht van kennis en innovatie.

Allereerst wil ik aangeven dat Nederland een goede uitgangspositie heeft. Wij hebben een sterk en toegankelijk stelsel van hogescholen en universiteiten dat van hoge kwaliteit is. Nederlandse instellingen worden internationaal hoog gewaardeerd en ons land is rijk aan excellente wetenschappers.

De afgelopen periode heb ik met uw Kamer gesproken over de bezuinigingsopgave waar we, met name in het hbo en wo, voor staan. Om de overheidsfinanciën gezond te houden en ook ruimte te bieden voor andere maatschappelijke prioriteiten, heeft dit kabinet een aantal scherpe keuzes gemaakt. Ook op onderwijs en onderzoek zal de komende jaren bezuinigd worden. Hogescholen en universiteiten gaan deze bezuinigingen zeker merken. Met de langstudeermaatregel en het verminderen van het aantal internationale studenten dalen de overheidsuitgaven met uiteindelijk bijna 600 miljoen euro, waarbij een deel van deze besparing door studenten zal worden opgebracht. Voor de universiteiten behouden we de sectorplannen, maar zetten de starters- en stimuleringsbeurzen stop. Een deel van het budget voor de stimuleringsbeurzen blijft in stand voor het tegengaan van werkdruk op de universiteiten.

Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat er ook investeringen behouden worden voor hbo-, wo-onderwijs, wetenschap en innovatie, ook naast de eerder genoemde sectorplannen. Met de budgetten voor praktijkgericht onderzoek kunnen hogescholen hun onderzoekstaken verder ontwikkelen. Met het Nationaal Versterkingsplan van Microchip-Talent investeert het kabinet gericht in technisch talent en onderwijs voor de microchipsector. Hiervoor is tot en met 2030 incidenteel € 450 miljoen beschikbaar en vanaf 2031 is er structureel € 80 miljoen per jaar gereserveerd. Het kabinet investeert uit deze middelen in 2025 en 2026, in totaal een bedrag van € 80,9 miljoen uit de incidentele middelen om de initiële instroom van studenten te verhogen ten behoeve van de talentopgave van de semicon industrie. Deze investeringen zijn ook nodig omdat Draghi in zijn rapport The future of European competitiveness de urgentie benadrukt om de concurrentiepositie van de Europese economie te verbeteren. Europa heeft een snellere productiviteitsgroei nodig om duurzame groei te behouden en niet verder achter te raken ten opzichte van de economieën van de VS en China.

Ook zet het kabinet de Nationale Groeifondsprogramma’s uit de eerste drie ronden door, waarmee we de komende 10 jaar ruim € 8 miljard investeren in wetenschap en innovatie in sleuteldomeinen en topsectoren, in kennis(infrastructuur), onderwijs en LLO.

Ik zie het als mijn opdracht om de bezuinigingen zo verstandig mogelijk uit te voeren en te werken aan een stelsel dat klaar is voor toekomst. Ik kom hier in mijn beleidsbrief begin 2025 op terug.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

E.E.W. Bruins