Antwoord op vragen van het lid Rooderkerk over het bericht 'AOB waarschuwt voor 'onopgemerkte bezuiniging': in Randstad vanaf 2026 minder geld voor leraren.'
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D45733, datum: 2024-11-22, bijgewerkt: 2024-11-27 12:44, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (ah-tk-20242025-635).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z13762:
- Gericht aan: M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: I. Rooderkerk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
635
Vragen van het lid Rooderkerk (D66) aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht Ā«AOb waarschuwt voor Ā«onopgemerkte bezuinigingĀ»: in Randstad vanaf 2026 minder geld voor lerarenĀ» (ingezonden 18Ā september 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 22Ā november 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2024ā2025, nr. 304.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht Ā«AOb waarschuwt voor Ā«onopgemerkte bezuinigingĀ»: in Randstad vanaf 2026 minder geld voor lerarenĀ»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel scholen in randstadregioās krijgen in totaal meer geld om leraren beter te belonen?
Antwoord 2
In 2024 krijgen schoolbesturen voor 291 (vo-)scholen bekostiging vanuit de Regeling versterking functiemix vo-leraren in de Randstadregioās, verdeeld over 129 besturen. Het budget voor de functiemix wordt over alle scholen in de Randstad verdeeld. De functiemix gaat niet alleen naar scholen in de grote steden in de Randstad, maar ook naar scholen in kleinere gemeenten in het stedelijke- en landelijke gebied binnen de Randstad. In totaal gaat de functiemix naar ca. 45% van alle scholen in Nederland.
Vraag 3
Om welk bedrag per school gaat dit?
Antwoord 3
In 2024 gaat dit om gemiddeld ā¬Ā 265.000 per school.
Vraag 4
Hoeveel krijgen deze leraren gemiddeld bovenop hun reguliere salaris?
Antwoord 4
Deze leraren krijgen geen bedrag bovenop hun reguliere salaris, maar zij zijn (structureel) in een hogere salarisschaal ingedeeld. De beloning van leraren in het maximum van schaal LC is per maand ongeveer ā¬Ā 1.000 (16%) hoger dan in het maximum van LB. Door de structurele aanvullende bekostiging uit de Ā«Regeling Versterking Functiemix vo-leraren in de RandstadregioāsĀ» kunnen de desbetreffende scholen meer leraren in een hogere schaal belonen. De beloning is het salaris plus vakantiegeld, eindejaarsuitkering en toelagen die iedere leraar krijgt.
Vraag 5
Wat zijn scholen gemiddeld kwijt per leraar, inclusief personeelskosten?
Antwoord 5
Een leraar in het voortgezet onderwijs (vo) Ā«kostĀ» een schoolbestuur gemiddeld ongeveer ā¬Ā 8.700 per maand in 2024. Het schoolbestuur draagt daarvan gemiddeld ongeveer ā¬Ā 2.500 per maand af aan werkgeverslasten, zoals de pensioenpremie. De beloning die de leraar krijgt is (bruto) dus gemiddeld ongeveer ā¬Ā 6.200 euro per maand. Deze cijfers zijn gebaseerd op de cao vo 2023ā2024.
Vraag 6
Hoe rijmt u deze bezuiniging met het toenemende lerarentekort in met name de Randstad en uw ambitie om de onderwijskwaliteit te verbeteren?
Antwoord 6
Bij de aanpak van het lerarentekort spelen de onderwijsregioās een belangrijke rol en daar blijf ik vol op inzetten. De onderwijsregioās richten zich op het werven, matchen, opleiden, begeleiden en professionaliseren van onderwijspersoneel. Daarnaast zetten we verschillende andere stappen om het lerarentekort aan te pakken, waaronder het inzetten op zij-instroom. Ook werken we hard aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit met het Masterplan Basisvaardigheden en de curriculum-herziening. Deze ambities komen samen in het Herstelplan, waar we samen met het veld stappen zetten. Met de beschikbare middelen voor het verbeteren van de onderwijskwaliteit en het terugdringen van het lerarentekort moeten scherpe keuzes gemaakt worden. Daarbij is de effectiviteit van de Regeling versterking functiemix vo-leraren in de Randstadregioās als het gaat om het behoud van leraren niet eenduidig aangetoond.2
Vraag 7
Hoe reflecteert u op de uitspraak van de Algemene Onderwijsbond (AOb)dat dit kan leiden tot financiƫle problemen bij scholen?
Antwoord 7
In zijn algemeenheid geldt dat de uitgaven van besturen die staan tegenover de daling in de bekostiging als gevolg van het afschaffen van de Regeling versterking functiemix vo-leraren in de Randstadregioās niet meteen verdwijnen, aangezien leraren hun rechten op grond van hun arbeidsovereenkomst behouden als zij in een hogere salarisschaal werken. Dit betekent dat schoolbesturen de daling in hun bekostiging op de korte termijn moeten opvangen binnen hun begroting. Doordat de afschaffing vanaf 1Ā januari 2026 geldt, kunnen schoolbesturen er in hun begroting alvast rekening mee houden dat zij vanaf 2026 deze middelen niet meer ontvangen.
Sommige schoolbesturen zullen deze daling in de bekostiging makkelijker kunnen opvangen dan andere schoolbesturen. Indien schoolbesturen de investering in hogere beloning van onderwijsgevend personeel ook op langere termijn willen handhaven, hebben zij uiteraard de mogelijkheid om andere keuzes te maken bij de inzet van de middelen die zij in totaal ontvangen.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u de analyse van uw ambtenaren, waarin staat dat deze bezuiniging kan leiden tot een plotseling gat in de begrotingen van scholen ter grootte van twee procent van de totale begroting?3
Antwoord 8
Onderstaande tabel geeft weer hoeveel besturen de bekostiging vanuit de Functiemix Randstad (FMR) ontvangen. Van de 273 bekostigde vo-schoolbesturen, ontvangen er 129 middelen voor de Functiemix Randstad (circa 47%).
Het wegvallen van de middelen voor de Functiemix leidt tot minder inkomsten. Dit kan oplopen tot 2,1% ten opzichte van de basisbekostiging indien alle vestigingen van een schoolbestuur in de Randstad gelegen zijn.
Gemiddeld gezien leidt het wegvallen van de middelen van de Functiemix tot 1,8% minder bekostiging ten opzichte van de basisbekostiging (voor de schoolbesturen die middelen ontvangen vanuit de Functiemix). Afhankelijk van de overige ontvangsten van schoolbesturen (zoals aanvullende bekostiging of subsidies), bedraagt dit een kleiner percentage van de totale ontvangsten.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u de conclusie van uw ambtenaren dat er mogelijkerwijs een ingroeipad en alternatieve ombuigingen nodig zijn, in plaats van de plotselinge afschaffing van deze middelen?
Antwoord 9
Ik acht een ingroeipad bij deze maatregel niet noodzakelijk. De afschaffing van de regeling functiemix treedt in werking per 1Ā januari 2026. Schoolbesturen kunnen in aanloop daar naartoe het wegvallen van de bekostiging inpassen binnen hun begroting.
Vraag 10
Bent u in gesprek met de VO-raad en lerarenbonden om de impact van deze bezuiniging te achterhalen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
We zijn voortdurend in gesprek met de sociale partners, waaronder de VO-raad, AOb, FvOv en CNV, waaronder ook over de afschaffing van de Regeling Functiemix Randstad en de potentiĆ«le effecten daarvan. De sociale partners hebben bij mij hun zorgen geuit. Zij benoemen dat niet alleen de financiĆ«le situatie van schoolbesturen op de korte termijn relevant is, zij maken zich ook zorgen over de (langdurige) effecten op de arbeidsmarkt en daarmee ook op de klas. Signalen en voorbeelden die de partners hebben ontvangen uit het veld zijn onder andere dat schoolbesturen hun promotiebeleid stopzetten om de verwachte daling in inkomsten te compenseren, of dat het carriĆØreperspectief voor leraren op sommige scholen op slot gaat. Zij geven aan dat deze bezuiniging vooral voor eenpitters en kleinere besturen grote gevolgen heeft. Zij hebben ook aangegeven dat zij reorganisaties niet uitsluiten. Ik blijf de komende periode met de partners in gesprek over de effecten die zij zien.
Vraag 11
Gaat u voor het doorvoeren van deze onnodige bezuiniging een analyse met de Kamer delen over de financiƫle gevolgen voor scholen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Ja. Bij het antwoord op vraag 7 en 8 kunt u de financiƫle analyse terugvinden.
Vraag 12
Bent u bereid te kijken naar een ingroeipad? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Zoals ik heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 9, acht ik een ingroeipad bij deze maatregel niet noodzakelijk. De afschaffing van de regeling functiemix treedt in werking per 1Ā januari 2026. Schoolbesturen kunnen in aanloop daar naartoe het wegvallen van de bekostiging inpassen binnen hun begroting.
Vraag 13
Bent u bereid deze bezuiniging te schrappen, vanwege de lerarentekorten in de Randstad en de financiƫle klap voor scholen?
Antwoord 13
Nee, daartoe ben ik niet bereid. Met de beschikbare middelen moeten er scherpe keuzes gemaakt worden bij het terugdringen van het lerarentekort en het verbeteren van de onderwijskwaliteit en ik blijft me daarvoor inzetten, zoals aangegeven in mijn reactie bij vraag 6. De effectiviteit van de functiemix is daarbij echter niet eenduidig aangetoond.
Vraag 14
Kunt u deze vragen afzonderlijk en voor de behandeling van de OCW-begroting beantwoorden?
Antwoord 14
Ja.
NRC, d.d. 17Ā september 2024, Ā«AOb waarschuwt voor Ā«onopgemerkte bezuinigingĀ»: in Randstad vanaf 2026 minder geld voor lerarenĀ», AOb waarschuwt voor Ā«onopgemerkte bezuinigingĀ»: in Randstad vanaf 2026 minder geld voor leraren ā NRCā©ļø
Zie https://www.cpb.nl/publicatie/leidt-een-hogere-beloning-tot-behoud-van-leraren-in-het-voortgezet-onderwijs en CarrieĢreperspectieven-van-leraren-in-het-kader-van-de-functiemix-primair-en-voortgezet-onderwijs.pdf (caop.nl)ā©ļø
Bijlage bij Kamerbrief Ā«Ambtelijke analyses hoofdlijnenakkoordĀ», Kamerstuk 36Ā 471, nr.Ā 64ā©ļø