Tweeminutendebat Eindverslag Project vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen (32620-294) (ongecorrigeerd)
Stenogram
Nummer: 2024D46547, datum: 2024-11-27, bijgewerkt: 2024-11-28 10:16, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van activiteiten:- 2024-11-27 17:15: Tweeminutendebat Eindverslag Project vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen (32620-294) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Eindverslag project Vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen
Voorzitter: Kamminga
Eindverslag project Vermindering mijding van mondzorg om financiële
redenen
Aan de orde is het tweeminutendebat Eindverslag project
Vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen (32620, nr.
294).
Voorzitter: Kamminga
De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Eindverslag project Vermindering
mijding van mondzorg om financiële redenen (32620, nr. 294). We hebben
uiteindelijk drie sprekers van de zijde van de Kamer. Er hebben zich een
aantal mensen afgemeld voor hun inbreng. De eerste spreker staat al
klaar. Ik wil nog wel even iedereen van harte welkom heten, uiteraard
ook de minister, u en de mensen die dit op de tribune of elders volgen.
Dan ga ik het woord geven aan de heer Bushoff namens
GroenLinks-PvdA.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Dank u wel, voorzitter. Ik ga gelijk over tot twee moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat circa 500.000 volwassenen in Nederland mondzorg mijden
om financiële redenen;
overwegende dat het mijden van mondzorg grote gevolgen heeft voor
iemands gezondheid en vaak tot hogere zorgkosten in de toekomst
leidt;
overwegende dat de Handreiking (acute en) noodzakelijke mondzorg voor
financieel kwetsbare mensen aanbevelingen bevat om noodzakelijke basale
mondzorg middels een universele aanvullende verzekering aan te bieden
aan financieel kwetsbaren;
verzoekt de regering, in samenspraak met zorgverzekeraars, verschillende
vormen van een universele aanvullende verzekering uit te werken en deze
aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Bushoff en Dijk.
Zij krijgt nr. 295 (32620).
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik ga gelijk door naar de tweede motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mensen met schulden die in de regeling
betalingsachterstand zorgpremie bij het CAK terechtkomen hun aanvullende
verzekering verliezen, waaronder de verzekering voor mondzorg en
fysiotherapie;
overwegende dat een onderbreking van toegang tot mondzorg en
fysiotherapie door schuldenproblematiek ernstige gevolgen kan hebben
voor iemands gezondheid en uiteindelijk ook kan leiden tot hogere
vervolgzorgkosten;
verzoekt de regering, in samenspraak met zorgverzekeraars, opties te
verkennen hoe mensen die in de regeling betalingsachterstand zorgpremie
bij het CAK zitten toch hun aanvullende verzekering voor fysiotherapie
en mondzorg kunnen behouden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Bushoff.
Zij krijgt nr. 296 (32620).
Dank u wel voor uw inbreng, meneer Bushoff. Dan nodig ik mevrouw Rikkers-Oosterkamp uit namens BBB.
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb alleen een motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het ministerie recentelijk een negatief besluit heeft
genomen over het experiment Tijdelijke zelfstandige bevoegdheid
mondhygiënisten;
overwegende dat dit besluit niet in lijn is met de positieve ervaringen
en de resultaten van het KEMTA-rapport, waarin de effectiviteit en
doelmatigheid van de mondhygiënisten bij de uitvoering van zelfstandige
voorbehouden handelingen worden bevestigd;
constaterende dat het gebruik van voorbehouden handelingen door de
geregistreerd-mondhygiënisten een efficiënter gebruik van
beroepscapaciteit betekent, wat bijdraagt aan het doel om de
administratieve lasten in 2030 te halveren;
constaterende dat de handelingen van de geregistreerd-mondhygiënisten
geen nieuwe fysieke handelingen zijn maar enkel administratief;
van mening dat het efficiënter inzetten van mondzorgcapaciteit zonder
kwaliteitsverlies de noodzaak voor administratieve goedkeuringen,
rapportages en werkprocessen vermindert, wat uiteindelijk de
administratieve druk op de zorgverleners aanzienlijk verlicht;
verzoekt de regering om de mondhygiënisten definitief de zelfstandige
bevoegdheid toe te kennen voor het toepassen van plaatselijke verdoving
via injecties, het behandelen van kleine gaatjes en het maken van
röntgenfoto's zonder tussenkomst en opdracht van de tandarts,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Rikkers-Oosterkamp en
Tielen.
Zij krijgt nr. 297 (32620).
Mevrouw Rikkers-Oosterkamp (BBB):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng namens BBB. Dan gaan we alweer door naar de
laatste spreker van de zijde van de Kamer. Dat is in dit geval mevrouw
Dobbe namens de SP.
Mevrouw Dobbe (SP):
Dat is goed, voorzitter. Mooi dat ik twee goede moties heb.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat 640.000 volwassenen de tandarts mijden door de hoge
kosten;
verzoekt het kabinet de eerste gebitscontrole bij een tandartsbezoek te
vergoeden vanuit het basispakket,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Dijk.
Zij krijgt nr. 298 (32620).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat zorgverzekeraars beknibbelen op de vergoeding voor
orthodontie en sneller een wachttijd hanteren;
overwegende dat de toegankelijkheid van orthodontie voor onder anderen
kinderen hiermee in het geding komt;
spreekt uit dat moet worden voorkomen dat kinderen de dupe worden van
het uitkleden van zorgpolissen;
verzoekt het kabinet met zorgverzekeraars in gesprek te gaan over hoe
voorkomen gaat worden dat ze bezuinigen op orthodontie in hun
aanvullende verzekering,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dobbe en Bushoff.
Zij krijgt nr. 299 (32620).
Mevrouw Dobbe (SP):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Dobbe. Dan zijn we hiermee aan het einde gekommen
van deze termijn van de zijde van de Kamer. De minister heeft aangegeven
ongeveer zeven minuutjes te willen schorsen. Laat ik het afronden: ik
schors tot 17.30 uur.
De vergadering wordt van 17.21 uur tot 17.27 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik hervat de vergadering iets eerder. We zijn lekker op tijd. Ik heb het
nog niet tegen de minister gezegd maar al wel tegen de mensen thuis: in
dit tweeminutendebat hebben we wat minder sprekers en in het volgende
juist weer heel erg veel. Dus alles wat we nu kunnen inlopen, hebben we
straks weer over zodat er ook nog tijd is voor deze en gene om een
dinerpauze te hebben. Ik geef dan ook zelf voortvarend de minister het
woord voor de appreciatie.
Minister Agema:
Dank u wel, voorzitter. De motie op stuk nr. 295 zou ik willen
overnemen. Dat werken we uit eind 2025.
De voorzitter:
Ik kijk heel even rond, want voor overnemen moet altijd wel toestemming
zijn. Ik zie geen bezwaar. Dan noteren we overnemen.
De motie-Bushoff/Dijk (32620, nr. 295) is overgenomen.
Minister Agema:
De motie op stuk nr. 296 zou ik ook willen overnemen.
De voorzitter:
Dan kijk ik nog een keer.
De motie-Bushoff (32620, nr. 296) is overgenomen.
Minister Agema:
De motie-Rikkers-Oosterkamp/Tielen op stuk nr. 297 is gebaseerd op de
brief die ik op 12 november heb verstuurd. We hebben die nog niet
besproken. Mijn verzoek is om die te bespreken bij het debat van 19
december. Dus ik zou het oordeel ontijdig willen geven of het verzoek
willen doen om deze aan te houden.
De voorzitter:
Volgens mij is de chronologie dan zelfs dat — even kijken; ik heb het
blaadje hier liggen — we eerst moeten vragen of de indiener bereid is om
de motie aan te nemen. O, sorry, aan te houden moet dat zijn. Excuses.
Ja, dan noteren we aanhouden. Mocht de motie alsnog in stemming komen,
dan is het oordeel ontijdig ...
Minister Agema:
Precies. Dan kunnen we het dan even netjes bespreken.
De voorzitter:
… totdat er iets anders komt natuurlijk.
Minister Agema:
Het betreffende rapport, waarover ik de brief heb gestuurd, heeft
namelijk zowel voor- als nadelen. Dus het is beter om het nog even in
het debat te bespreken.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dus mocht die motie dinsdag in stemming komen, dan is het oordeel
ontijdig. Maar ik hoor de minister zeggen: voor het commissiedebat van
19 december. Stel dat we het daarna doen, moet het dan opnieuw
geapprecieerd worden? Of hoe werkt dat dan?
De voorzitter:
Nou, het zou wel goed zijn … U maakt het mij wel moeilijk, maar we zijn
allemaal aan het oefenen.
Minister Agema:
Het is voor nu in ieder geval ontijdig.
De voorzitter:
Het is heel goed dat dit nu even geëxpliciteerd wordt, want formeel is
het dan zo dat de Kamer in kennis moet worden gesteld van een ander
oordeel. Dat kan natuurlijk in zo'n commissiedebat, want dan staat het
in de Handelingen, maar het kan ook per briefje. Maar het klopt dat
totdat we een andere appreciatie hebben, het oordeel nu ontijdig is.
Minister Agema:
De appreciatie is ontijdig, omdat we dit onderwerp nog niet hebben
besproken in het debat …
De voorzitter:
Precies.
Minister Agema:
… maar daar wel op korte termijn de gelegenheid toe hebben.
De voorzitter:
Dus dan ga ik ervan uit dat …
Minister Agema:
Dus mijn appreciatie is ontijdig. Ik zei: misschien zijn de
woordvoerders bereid de motie aan te houden, maar dat is aan hen.
De voorzitter:
Precies. De motie wordt aangehouden. Ik zag geknik. Maar omdat dit een
nieuw appreciatiekader is, kijk ik toch even naar indieners. Ik denk dat
het het verstandigst is om in dat debat even te vragen of de minister
kan terugkomen op de motie. De Griffie zit hier naast mij en zal er ook
alert op zijn, zodat we dat keurig in de Handelingen hebben staan en
iedereen, ook mensen die niet bij dat debat aanwezig zijn, weet wat de
uiteindelijke appreciatie is. De motie op stuk nr. 297 wordt voorlopig
aangehouden.
Op verzoek van mevrouw Rikkers-Oosterkamp stel ik voor haar motie
(32620, nr. 297) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Oké, dan gaan we door.
Minister Agema:
De motie op stuk nr. 298 betreft vanuit het basispakket een eerste
gebitscontrole bij tandartsbezoek vergoeden. Ik moet die motie ontraden,
want er zit geen dekking bij en het gaat om minimaal 300 miljoen.
Als laatste de motie op stuk nr. 299. Die zou ik ook graag willen
overnemen.
De voorzitter:
De motie op stuk nr. 299 wordt overgenomen. Ik kijk even naar de
indiener. Dat is mevrouw Dobbe. Die vindt dat goed.
De motie-Dobbe/Bushoff (32620, nr. 299) is overgenomen.
Maar de heer Bushoff komt naar de interruptiemicrofoon en formeel kan ieder lid bezwaar aantekenen.
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Nee, fijn dat de minister ze overneemt. Het ging me alleen wat snel, ook
bij de motie op stuk nr. 296. Is er ook enige tijdsindicatie aan te
geven? Wanneer kunnen we daarvan wat meer verwachten?
Minister Agema:
Even kijken. Mag ik "voorjaar" zeggen?
De heer Bushoff (GroenLinks-PvdA):
Ja, prima.
De voorzitter:
U mag alles. U gaat over uw eigen indicatie.
Minister Agema:
Ik zeg "voorjaar".
De voorzitter:
Ik zie dat de heer Bushoff daar blij mee is, dus dan noteren we dat. Nu
we toch bezig zijn: ik zie dat de heer Claassen een vraag heeft, namens
de PVV uiteraard.
De heer Claassen (PVV):
Ik hoor verschillende moties voorbijkomen. In de afgelopen periode
werden heel veel moties ontraden waarvan ik zeg dat de minister die
beter oordeel Kamer had kunnen geven of had kunnen overnemen. Nu worden
een heleboel moties zomaar overgenomen, terwijl ik toch ook wel verwacht
dat er een kostenperspectief bij komt kijken. Want die moties kunnen
niet zomaar overgenomen worden zonder dat het geld gaat kosten, lijkt
mij. Ik ben dan wel benieuwd hoe de minister de financiële gevolgen die
dat zou kunnen hebben, ziet.
Minister Agema:
Ik zie hierbij geen kostenplaatje en ook geen dekking. Dit kunnen wij
prima doen. Deze gesprekken kunnen wij prima voeren en daar ben ik ook
toe bereid.
De voorzitter:
Oké. De minister …
De heer Claassen (PVV):
Ik heb niet gehoord wat de minister als laatste zei.
Minister Agema:
Deze gesprekken ben ik prima bereid te voeren en daarom neem ik de motie
op stuk nr. 295 over, maar als u dat wilt, mag u die altijd in stemming
brengen.
De voorzitter:
Tot slot, meneer Claassen.
De heer Claassen (PVV):
Voordat het in stemming komt, had ik graag een brief gehad waaruit
blijkt dat dat dan geen enkele financiële consequentie heeft. Er wordt
namelijk gezegd: het heeft geen financiële consequenties.
Minister Agema:
Kijk, hier staat ...
De heer Claassen (PVV):
Voorzitter, ik ben even aan het woord.
De voorzitter:
Een voor een, graag. Eerst meneer Claassen even.
De heer Claassen (PVV):
Ik kan nu niet zo een-twee-drie overzien of dat niet zo is, dus ik krijg
daar wel graag iets meer zicht op, anders moet ik helaas toch zeggen dat
ik ze graag in stemming zou willen brengen.
Minister Agema:
In de motie op stuk nr. 295 staat: verzoekt de regering in samenspraak
met zorgverzekeraars, verschillende vormen van een universele
aanvullende verzekering uit te werken en deze aan de Kamer voor te
leggen.
De voorzitter:
Ik hoor de minister in antwoord op vraag van de heer Claassen of dit ook
een kostenplaatje heeft, zeggen dat zij dat niet verwacht.
Minister Agema:
Nee, dat wordt mij niet gevraagd. Er wordt gevraagd om in samenspraak
met zorgverzekeraars verschillende vormen van een universele aanvullende
verzekering uit te werken en deze aan de Kamer voor te leggen.
De voorzitter:
Dan geef ik …
Minister Agema:
Dan zien we dan toch wel of er een kostenplaatje bijkomt?
De voorzitter:
Dan geef ik nog mevrouw Tielen van de VVD het woord.
Mevrouw Tielen (VVD):
Mijn vraag gaat over de motie op stuk nr. 299, want de minister zegt dat
zij die ook overneemt. Een deel van het dictum begrijp ik wel, want er
staat: verzoekt het kabinet met zorgverzekeraars in gesprek te gaan. Dat
kan. Dat kost uiteindelijk ook tijd van mensen en dus ook geld. Maar
oké, dat snap ik. Maar dan staat er "hoe voorkomen gaat worden dat ze" —
en dat zal over zorgverzekeraars gaan — "bezuinigen op orthodontie in
hun aanvullende verzekering". Dat moet ergens kostenconsequenties
hebben. Ik vraag me dus toch af of het slim is om deze motie over te
nemen, ook gezien de uitspraken die in die motie staan.
De voorzitter:
Ik check het nog één keer bij de minister en daarna is het aan ieder
individueel Kamerlid. Voor overnemen geldt dat er één iemand bezwaar mag
maken, dan komt de motie in stemming, en dan ga ik ervan uit dat ze
oordeel Kamer krijgt.
Minister Agema:
Kijk, bij de motie op stuk nr. 298 staat "verzoekt het kabinet de eerste
gebitscontrole bij een tandartsbezoek te vergoeden vanuit het
basispakket". Dat kost geld. Dat kost 300 miljoen, en misschien nog wel
veel meer. Daarom is die motie ook ontraden. Maar bij de motie op stuk
nr. 299 wordt mij gevraagd om in gesprek te gaan. Daar ben ik prima toe
bereid en daarom heb ik de motie overgenomen. Ik lees daar geen verdere
financiële claim in. Na het gesprek kan dat zo zijn. Dan komen we daar
in een gesprek op terug.
De voorzitter:
Prima. De minister blijft bij haar oordeel. Dan kijk ik even naar de
heer Claassen of hij een van de moties die nu op overnemen staan in
stemming wil brengen, of dat hij het hierbij laat.
De heer Claassen (PVV):
Dan zou ik de moties op stuk nr. 296 en op stuk nr. 299 toch graag in
stemming willen hebben. Ik wil dat we daar even goed over nadenken en
dat die niet zomaar overgenomen worden.
De voorzitter:
Dan neem ik aan — ik kijk nog één keer naar de minister — dat die twee
moties oordeel Kamer krijgen als ze overgenomen kunnen worden. Zo gaat
dat in de regel.
Minister Agema:
Ja.
De voorzitter:
Dan noteren we oordeel Kamer en dan komen die in stemming. Mevrouw
Dobbe.
Mevrouw Dobbe (SP):
Ik wilde mijn blijdschap uitspreken dat de motie wordt overgenomen, maar
het is ook prima dat die in stemming komt. Ik ga ervan uit dat de Kamer
ook niks heeft tegen een gesprek hierover. Wat dat betreft is dat dus
prima.
De voorzitter:
Tot slot mevrouw Tielen, want ik wil voorkomen dat we hier een heel
debat over gaan voeren. De minister gaat over haar eigen oordeel.
Mevrouw Tielen (VVD):
Dat snap ik. Dat wil ik eigenlijk ook niet. In gesprek gaan kan altijd;
dat snap ik. Maar hier staat een hele duidelijke opdracht in het dictum
waar de minister mee op pad moet gaan. Dat kun je niet negeren. Het is
niet gewoon een gezellig theekransje; het gaat erover dat de minister
zorgverzekeraars hierover iets gaat opleggen.
De voorzitter:
Uw punt is helder, mevrouw Tielen.
Minister Agema:
Ik kom bij u terug op dat gesprek en dan zien we verder.
De voorzitter:
Helder. De minister heeft geapprecieerd. De opmerkingen zijn duidelijk;
die kan iedereen meewegen in de eigen stemkeuze.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
In ieder geval komen twee van de drie overgenomen moties in stemming.
Dan zijn we hierbij aan het einde gekomen van dit tweeminutendebat. Ik
schors voor een enkel moment, zodat de heer Ceder en de heer Krul, die
ik al wel geappt heb, ook in de zaal zitten. Daar wachten we even op, en
dan hervat ik de vergadering. Ik vraag de leden die hier al zitten om
niet te ver weg te gaan. Ik schors voor een enkel moment.
De vergadering wordt van 17.35 uur tot 17.36 uur geschorst.