[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

36664 Advies Afdeling advisering Raad van State inzake Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438) (Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers)

Advies Afdeling advisering Raad van State

Nummer: 2024D47254, datum: 2024-11-28, bijgewerkt: 2024-12-02 15:57, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z19974:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


No. W06.24.00122/III 's-Gravenhage, 24 juli 2024

Bij Kabinetsmissive van 4 juni 2024, no.2024001357, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op de economische delicten ter implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2167 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (PbEU 2021, L 438) (Implementatiewet richtlijn kredietservicers en kredietkopers), met memorie van toelichting.

Het wetsvoorstel strekt tot implementatie van de richtlijn inzake kredietservicers en kredietkopers. De richtlijn voorziet in een Uniebreed kader voor zowel kopers als servicers van niet-renderende, door kredietinstellingen afgesloten kredietovereenkomsten, waarbij kredietservicers een vergunning moeten aanvragen bij en onder het toezicht vallen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat.

De Afdeling advisering van de Raad van State merkt op dat de toelichting niet ingaat op de gevolgen van het overschrijden van de implementatietermijn. Het is wenselijk dat de toelichting hier aandacht aan besteedt, in het bijzonder aan de gevolgen voor in Nederland gevestigde kredietservicers. De Afdeling adviseert daarnaast de reikwijdte te verduidelijken van de informatieverplichting bij een voorgenomen wijziging van de voorwaarden van de kredietovereenkomst.

In verband hiermee is aanpassing van de toelichting wenselijk.

1. Inleiding

Op 24 november 2021 is Richtlijn (EU) 2021/2167 inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2014/17/EU (hierna: de richtlijn) vastgesteld. De richtlijn voorziet in een regelgevend kader voor de overdracht en het beheer van niet-renderende, door kredietinstellingen afgesloten kredietovereenkomsten, dan wel de rechten op grond van dergelijke overeenkomsten. Dit moet de ontwikkeling van secundaire markten voor niet-renderende kredietovereenkomsten stimuleren en daarmee opeenhoping van dergelijke kredietovereenkomsten op de balansen van kredietinstellingen, zoals banken, voorkomen.1

Ter implementatie van de richtlijn voorziet het wetsvoorstel hoofdzakelijk in wijziging van de Wet op het financieel toezicht (hierna: Wft). Onder meer wordt geregeld dat er een vergunningplicht geldt voor kredietservicers.2 Dit zijn partijen die namens een kredietkoper niet-renderende kredietovereenkomsten beheren en de nakoming ervan afdwingen en daarbij kredietservicingsactiviteiten verrichten. Ook worden specifieke gedragsvoorschriften opgenomen voor kredietservicers en voor kredietkopers.3 Dat zijn partijen die niet-renderende kredietovereenkomsten, of de rechten op grond daarvan, overnemen van kredietinstellingen. De Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM) wordt aangewezen als de bevoegde autoriteit die belast is met de vergunningverlening en het toezicht op de naleving.

In een aantal gevallen implementeert het wetsvoorstel alleen de hoofdnorm uit de richtlijn in de Wft. De nadere uitwerking daarvan zal in lagere regelgeving worden opgenomen.4 Van de verschillende lidstaatopties in de richtlijn wordt in twee gevallen gebruik gemaakt.5 Van de overige lidstaatopties wordt gemotiveerd afgezien.

2. Overschrijden implementatietermijn

De richtlijn bepaalt dat implementatiemaatregelen uiterlijk op 29 december 2023 moeten zijn vastgesteld en vanaf 30 december 2023 moeten worden toegepast. Entiteiten die op 30 december 2023 volgens het nationale recht kredietservicingactiviteiten verrichten, mogen deze activiteiten in hun lidstaat van herkomst zonder vergunning voortzetten tot 29 juni 2024.6 Omdat de implementatietermijn inmiddels is verstreken, heeft de Europese Commissie Nederland in gebreke gesteld.7

De Afdeling merkt op dat de toelichting niet ingaat op de gevolgen van de overschrijding van de implementatietermijn. Zo volgt uit de richtlijn dat na het verstrijken van de overgangsperiode van zes maanden alleen kredietservicers met een vergunning op grond van het nationale recht tot omzetting van deze richtlijn, op de markt mogen opereren.8 Dit zou betekenen dat kredietservicers momenteel niet (meer) in Nederland actief mogen zijn, terwijl uit de toelichting blijkt dat tien tot twintig vergunningaanvragen worden verwacht en dat Nederland een relatief hoog volume heeft aan transacties van kredietovereenkomsten.9 Ook kan de AFM nu formeel geen uitvoering geven aan haar toezichthoudende en handhavende taken, ook niet in situaties waarin sprake is van grensoverschrijdende activiteiten vanuit een andere lidstaat in Nederland. Tot slot wijst de Afdeling er in dit verband op dat de richtlijn tevens enkele consumentenrechten na overdracht van niet-renderende kredietovereenkomsten harmoniseert.

Gelet op het voorgaande adviseert de Afdeling in de toelichting in te gaan op de gevolgen van de termijnoverschrijding voor de praktijk.

3. Informatieverplichting bij wijziging voorwaarden kredietovereenkomst

De richtlijn bevat ook enkele wijzigingen van de richtlijn consumentenkrediet en de richtlijn hypothecair krediet.10 Een van de wijzigingen betreft de introductie van een verplichting voor kredietgevers om consumenten in kennis te stellen van een voorgenomen wijziging van de voorwaarden van de kredietovereenkomst.11 Deze informatieverplichting wordt met het wetsvoorstel toegevoegd aan Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.12

De Afdeling merkt op dat in de praktijk onduidelijkheid kan bestaan over de reikwijdte van de nieuwe informatieverplichting. Zo komt in de internetconsultatie de vraag naar voren of de informatieverplichting ook ziet op een wijziging van de algemene voorwaarden die van toepassing zijn verklaard op de kredietovereenkomst.13 De toelichting besteedt hieraan geen aandacht. In het licht van de hier beoogde consumentenbescherming is het wenselijk dat wordt verduidelijkt wat moet worden verstaan onder de voorwaarden van de kredietovereenkomst.

De Afdeling adviseert in de toelichting nader in te gaan op de reikwijdte van de informatieverplichting voor kredietgevers.

De Afdeling advisering van de Raad van State heeft een aantal opmerkingen bij het voorstel en adviseert daarmee rekening te houden voordat het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt ingediend.


De waarnemend vice-president van de Raad van State,


  1. Memorie van toelichting, paragraaf 2.1, 2.2.↩︎

  2. Voorgestelde paragraaf 2.2.6A.1. van de Wft.↩︎

  3. Voorgestelde afdeling 4.3.6A van de Wft.↩︎

  4. Memorie van toelichting, paragraaf 3. Zie ook de transponeringstabel.↩︎

  5. Memorie van toelichting, paragraaf 3.↩︎

  6. Artikel 32, tweede lid, eerste alinea, van de richtlijn. Zie ook overweging 24 van de richtlijn.↩︎

  7. Kamerstukken II 2023/24, 21109, nr. 265.↩︎

  8. Zie overweging 24 van de richtlijn.↩︎

  9. Memorie van toelichting, paragraaf 7, 8.↩︎

  10. Richtlijn 2008/48/EG respectievelijk Richtlijn 2014/17/EU.↩︎

  11. Zie artikel 27 en 28 van de richtlijn.↩︎

  12. Voorgestelde artikelen 7:61a en 7:125a van het BW.↩︎

  13. Zie de consultatiereactie van de Nederlandse Vereniging van Banken.↩︎