Appreciatie van de (gewijzigde) amendementen ingediend bij begrotingsbehandeling BZK over de begrotingsstaat van BZK (VII) en van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2025
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
Brief regering
Nummer: 2024D47342, datum: 2024-12-03, bijgewerkt: 2024-12-03 16:55, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit Nieuw Sociaal Contract kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36600 VII-109 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025.
Onderdeel van zaak 2024Z20018:
- Indiener: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2024-12-04 15:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-12 11:30: Procedurevergadering commissie Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
36600 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2025
36600 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2025
Nr. 109 Brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 december 2024
Uw Kamer heeft op de begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) en op de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2025 een drietal (gewijzigde) amendementen ingediend. Middels deze brief geef ik uw Kamer een appreciatie op deze gewijzigde amendementen.
Gewijzigd amendement van het lid Sneller en Buijse (Kamerstukken II, 36600-VII, nr. 79) verzoekt in artikel 1 Openbaar bestuur en democratie van de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verplichtingenbedrag en uitgavenbedrag te verhogen met € 1.000 (x € 1.000). Het amendement beoogt de middelen beschikbaar voor de subsidieregeling met ProDemos te verhogen.
Dit amendement geef ik oordeel Kamer:
ProDemos is een belangrijke partner in het bevorderen van kennis over de democratische rechtsstaat en burgerschap. Met de extra middelen uit het amendement Sneller is vorig jaar € 1 miljoen extra vrijgemaakt voor ProDemos om democratisch burgerschap voor jongeren in de regio te bevorderen. Met deze middelen heeft ProDemos het regionale netwerk van scholen en gemeenten in Drenthe/Groningen, Flevoland, Zeeland, Noord-Brabant en de BES versterkt. Hiermee bereiken zij meer scholieren die verder van Den Haag wonen. Deze regionale inzet is in lijn met het beleidsdoel om alle jongeren in het hele land te bereiken. Omdat ik het belang hiervan onderschrijf en kan dekken uit de in het amendement genoemde middelen geef ik dit amendement oordeel Kamer.
Amendement van het lid Sneller en Chakor (Kamerstukken II, 36600-IIB, nr. 5) verzoekt in artikel 3 De Nationale Ombudsman van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad het verplichtingenbedrag te verhogen met € 1.450 (x € 1.000) en het uitgavenbedrag te verhogen met € 150 (x € 1.000). Het amendement beoogt middelen beschikbaar te stellen voor het instellen van een Ombudsman voor Toekomstige Generaties.
Gewijzigde amendement van het lid Sneller en Chakor (Kamerstukken II, 36600-VII, nr. 80) verzoekt in artikel 1 Openbaar bestuur en democratie van de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het verplichtingenbedrag en uitgavenbedrag te verlagen met € 150 (x € 1.000). Het amendement beoogt te voorzien in de dekking van amendement 36600-IIB, nr. 5.
Beide amendementen moet ik ontraden:
In het debat over de begrotingsbehandeling van begrotingshoofdstuk VII (BZK) op 10 oktober 2024 heb ik opgemerkt dat ik het belang van de aandacht voor het effect van beleid op toekomstige generaties onderschrijf. Dit heb ik ook benadrukt in de beantwoording van recente schriftelijke Kamervragen over toekomstige generaties (Aanhangsel Handelingen II, 2024/25, nr. 655). Ook de Nationale ombudsman onderschrijft de noodzaak om de belangen en het perspectief van toekomstige generaties beter te betrekken bij het handelen van de overheid. Dit heeft de Nationale ombudsman op 25 november jl. ook per brief onder de aandacht van uw Kamer gebracht. Het lange termijn perspectief moet ook meer en meer een normaal onderdeel worden van het besluitvormingsproces. Om die reden werken we aan het vormgeven van een zogenoemde generatietoets. Het doel van die toets is om ambtenaren en wetgevingsjuristen meer inzicht te geven in de mogelijke effecten van nieuw beleid en nieuwe wetgeving op lange termijn en ook voor de verschillende generatiegroepen. Dat lange termijn perspectief moet meer expliciet onderdeel worden van het beleidskompas en wordt dan daarmee ook voor alle beleidsmakers binnen de rijksdienst leidend. Hoewel ik begrijp dat de Nationale ombudsman wordt gezien, en zichzelf ook ziet, als een geschikte onafhankelijke vertegenwoordiger voor deze taak, gaat mijn voorkeur uit naar de zogenoemde generatietoets. Daarom heb ik dit voorstel tijdens de begrotingsbehandeling ontraden. Bovendien zou moeten worden bezien hoe een dergelijke functie c.q. taak zich tot de wettelijke taken van de Nationale ombudsman zou verhouden.
Daarnaast is de vrije ruime in artikel 1 Openbaar bestuur en democratie van de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties incidenteel. De kosten voor de Ombudsman voor Toekomstige Generaties zijn echter structureel van aard. Daarnaast is de dekking niet toereikend. Het amendement op de departementale begrotingsstaat van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36600-VII, nr. 80) voorziet slechts dekking voor € 150.000 op het verplichtingenbedrag, terwijl het amendement op de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (Kamerstuk 36600-IIB, nr. 5) het verplichtingenbedrag ophoogt met € 1.450.000.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark