[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van NVM-mondhygiënisten inzake mondzorg

Eerstelijnszorg

Brief regering

Nummer: 2024D48544, datum: 2024-12-09, bijgewerkt: 2024-12-10 12:20, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33578 -138 Eerstelijnszorg.

Onderdeel van zaak 2024Z20565:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


33 578 Eerstelijnszorg

32 620 Beleidsdoelstellingen op het gebied van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nr. 138 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 december 2024

Op 26 september 2024 heeft de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport mij verzocht om te reageren op de brief van NVM-mondhygiënisten over mondzorg (Kenmerk 2024Z14446).

Inleiding

Mondgezondheid is een belangrijk onderdeel van de algehele gezondheid en welzijn. Een slechte mondgezondheid leidt niet alleen tot gebitsproblemen, maar kan ook een signaal zijn voor onderliggende gezondheidsproblemen in het lichaam. Ik vind het dan ook belangrijk dat de mondzorg in heel Nederland toegankelijk is en van goede kwaliteit. Ik wil niet dat mensen onnodig te maken krijgen met mondziekten, of hier te lang mee blijven rondlopen. Ik wil mij, binnen de financiële kaders, inzetten voor betaalbare en toegankelijke mondzorg.

Deze brief geeft een algemene reactie op de belangrijkste punten uit de brief van NVM-mondhygiënisten (Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten) en beantwoordt vervolgens de gestelde vragen uit de brief.

Algemene reactie op de inbreng van NVM-mondhygiënisten

De brief van NVM-mondhygiënisten onderstreept het belang van mondgezondheid voor onze algemene gezondheid. Preventieve mondzorg speelt hierbij een belangrijke rol, door het voorkomen van gebitsproblemen die op hun beurt weer kunnen leiden tot ernstige gezondheidsproblemen. Ik zet me daarom in voor mondhygiënisten op het consultatiebureau. Hierdoor kunnen ouders van kinderen die nu niet naar de tandarts gaan beter geïnformeerd worden, om de tandarts te bezoeken en gebitsproblemen voorkomen. Het consultatiebureau is door een zeer hoge bezoektrouw een zeer geschikte ingang om ouders te bereiken.

Ook voor volwassenen is een bezoek aan de mondhygiënist een goede manier om verslechtering van de mondgezondheid tegen te gaan en algehele gezondheidsproblemen te voorkomen. Een goede balans tussen de rol van de mondhygiënist (preventie) en die van de tandarts (behandeling) is hierbij van belang.

Ik vind het belangrijk dat mensen terecht kunnen bij de mondzorgverlener als zij dat nodig hebben. Ik heb daarom een opdracht uitgezet bij het Zorginstituut Nederland, waarin verzocht wordt te onderzoeken welke financiële impact verschillende scenario’s hebben voor het basispakket van de Zorgverzekering. Ook heb ik het Zorginstituut gevraagd een adviestraject te starten, waarin de baten van verschillende scenario’s in kaart worden gebracht. Daarnaast werken de ministeries van VWS en SZW, de mondzorgsector en zorgverzekeraars samen aan een gericht alternatief voor financieel kwetsbare mensen. Gemeenten spelen daarin een belangrijke rol. Ik deel de mening uit de brief van NVM-mondhygiënisten dat hernieuwde aandacht voor de mondgezondheid en mondzorg via voorlichting weer nodig is. Dit komt ook naar voren in het eindverslag van het project ‘vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen’.1

Antwoorden op de vragen van NVM-mondhygiënisten

Kan de minister aangeven wanneer mondhygiënisten op het consultatiebureau worden geïnstalleerd? Waarom is dat tot nu toe nog niet gebeurd?

Ik zie de inzet van een mondzorgcoach op het consultatiebureau als één van de oplossingen om ervoor te zorgen dat er meer kinderen tussen de 0-4 jaar de mondzorg krijgen die zij op die leeftijd nodig hebben. Daarnaast moet het ertoe leiden dat juist de kwetsbare kinderen en ouders die zelf de weg naar de mondzorgpraktijk niet weten te vinden, de informatie krijgen die zij nodig hebben. Op mijn verzoek werkt TNO aan een module voor een richtlijn voor de samenwerking tussen de jeugdgezondheidszorg en de mondzorg, waar de preventieve informatievoorziening ook een plek in krijgt. NVM-mondhygiënisten en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde (KNMT), hebben een kwaliteitskader uitgebracht over de mondzorg voor de zeer jeugdigen. Ik ben momenteel in gesprek met verzekeraars, mondzorgprofessionals, NVM-mondhygiënisten en KNMT om mondhygiënisten op het consultatiebureau te realiseren. Het kost tijd om dit zorgvuldig uit te werken.

Waar zit op dit moment de belemmering om de motie Mohandis (20 oktober 2022) tot uitvoer te brengen?

De motie van Mohandis (Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 66) gaat over het bevorderen dat kinderen uit risicogroepen via de jeugdgezondheidszorg in contact worden gebracht met mondzorg. Ik ben terughoudend in het toewijzen van nieuwe taken aan Gemeentelijke Gezondheidsdiensten (GGD’en) en centra voor Jeugd en Gezin, gelet op de vraagstukken die er liggen en de personeelstekorten waarmee zij momenteel te maken hebben. Zoals ook bij bovenstaande vraag aangegeven, ben ik bezig om de inzet van een mondzorgprofessional bij de aanbieders van jeugdgezondheidszorg (het consultatiebureau) mogelijk te maken. Dit moet er onder andere voor zorgen dat kwetsbare kinderen en ouders, die zelf de weg naar de mondzorgpraktijk niet weten te vinden, de benodigde informatie toch ontvangen.

Zijn er verdere plannen om de mondzorg verder in de publieke zorg terug te brengen, te beginnen met de GGD’en?

Ik vind het belangrijk om weer hernieuwde aandacht te hebben voor de mondgezondheid en mondzorg via voorlichting. Om die reden wordt in de lopende

pilot met 15 gemeenten (die is gestart n.a.v. het project ‘vermindering mijding van mondzorg om financiële redenen’2) onderzoek gedaan naar de verbetering van de doelgroepgerichte voorlichting. Over de uitkomsten van deze pilot wordt uw Kamer, zoals ik reeds heb toegezegd, aan het begin van het voorjaar 2025 geïnformeerd. Zoals aangegeven wil ik benadrukken dat ik terughoudend ben in het toewijzen van nieuwe taken aan GGD’en en centra voor Jeugd en Gezin vanwege grote personeelstekorten.

Kan de minister onderzoeken of naast een jeugdarts standaard een “jeugdmondhygiënist” op scholen ingezet kan worden, ter voorkoming van de steeds slechter wordende gebitten?

Ik ben er geen voorstander van om de inzet van een mondzorgverlener op school vanuit de overheid te organiseren, omdat dit invloed heeft op de dagelijkse gang van zaken op een school. Vooral scholen in achterstandswijken zijn al zwaar belast. Daarom kies ik er bewust voor om een mondzorgcoach in te zetten op het consultatiebureau, waarbij ouders direct worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid.

Scholen, gemeenten en verzekeraars kunnen echter gezamenlijk besluiten om een mondzorgverlener in te schakelen op locatie voor individuele behandeling, of om kinderen fysiek van school naar de mondzorgverlener te begeleiden. Centra voor jeugdtandverzorging kunnen via de basisverzekering vergoed worden voor deze zogenoemde haal- en brengservice. Dit is vastgelegd in beleidsregels van de NZa (Beleidsregel jeugdtandverzorging instellingen (BR/REG-23133a)). De NZa beslist of deze extra vergoeding kan worden gegeven, op basis van een onderbouwde aanvraag van een instelling voor jeugdtandverzorging, die door ten minste twee verzekeraars wordt gesteund.

Afsluiting

Goede mondgezondheid is van grote waarde voor de algehele gezondheid en welzijn en verdient daarom aandacht. Door in te zetten op preventieve mondzorg en meer bewustwording kunnen we ernstige gezondheidsproblemen voorkomen en de levenskwaliteit verbeteren. Ik vind het dan ook belangrijk dat de mondzorg in heel Nederland toegankelijk is voor iedereen en van goede kwaliteit.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Agema


  1. Kamerstukken 2023/24, 32 620, nr. 292↩︎

  2. Tweede Kamer, vergaderjaar 2023–2024, 32 620, nr. 292↩︎