Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
Nummer: 2024D49224, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-17 13:22, versie: 3
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (VVD)
- Mede ondertekenaar: N. Wiendels, adjunct-griffier
- Beslisnota bij Kamerbrief 36625-XII Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden inzake wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
- Aanbiedingsbrief
Onderdeel van kamerstukdossier 36625 XII-4 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota).
Onderdeel van zaak 2024Z18734:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Onderdeel van zaak 2024Z20870:
- Indiener: B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-12-03 15:50: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-04 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-12-05 10:00: Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-12-17 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-18 10:15: Procedurevergadering IenW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2024-12-19 14:00: Aanvang middagvergadering: STEMMINGEN (over alle onderwerpen van 17 en 18 december 2024) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
36 625 XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Najaarsnota)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 16 december 2024
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 5 december 2024 voorgelegd aan de minister en staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat. Bij brief van 11 december 2024 zijn ze door de minister en de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Peter de Groot
De adjunct-griffier van de commissie,
Wiendels
1 | Vraag: Kunt u het bedrag van 3,4 miljoen euro voor de inzet van de landsadvocaat in 2023 specificeren? Om wat voor verschillende type zaken ging dit? |
|||
---|---|---|---|---|
Antwoord: Over 2023 is een dergelijke specificatie niet in detail beschikbaar. In het algemeen kan worden aangegeven dat er verschillende redenen kunnen zijn voor de Staat om een advocaat in te schakelen. Dit kan betrekking hebben op juridische advisering in complexe dossiers of procesvertegenwoordiging bij juridische procedures. Het komt ook regelmatig voor dat de landsadvocaat eerst wordt ingeschakeld ten behoeve van juridisch advies en later in dezelfde zaak optreedt in het kader van een juridische procedure. Grofweg kan het bedrag voor het departement voor ca. 30 % aan (beleids)advisering en 70 % aan procesvertegenwoordiging/-advies worden toegerekend. Door Rijkswaterstaat wordt de Landsadvocaat vrijwel uitsluitend ingeschakeld voor procesvertegenwoordiging/-advies. Van de 3,4 miljoen kosten kwam 1,5 miljoen in 2023 voor rekening van RWS. Wanneer de Staat gedaagd wordt in een civielrechtelijk geding, of in een uitzonderlijk geval zelf als eiser optreedt, geldt veelal verplichte procesvertegenwoordiging. Anders dan in het civielrechtelijk geding geldt in het bestuursrecht in beginsel geen verplichte procesvertegenwoordiging. Uitgangspunt is dat een bestuursorgaan van de Staat bij de bestuursrechter vertegenwoordigd wordt door ambtenaren die geen advocaat zijn. Soms zijn er redenen, zoals de complexiteit van de zaak, om in bestuursrechtelijke zaken toch een advocaat in te schakelen. De noodzaak hiervan wordt altijd kritisch bezien. |
||||
2 | Vraag: Kunt u een overzicht geven van het aantal keer dat de landsadvocaat is ingezet per type zaak? |
|||
Antwoord: Het totaal aantal (lopende) opdrachten voor opdrachten aan de landsadvocaat binnen het departement betrof in 2023 circa 37. Daarvan was grosso modo de helft van het aantal zaken (beleids)advisering en de helft procesvertegenwoording/-advies. Door Rijkswaterstaat wordt de Landsadvocaat vrijwel uitsluitend ingeschakeld voor procesvertegenwoordiging/-advies; in 2023 betrof het 26 nieuwe zaken. Zoals in de kabinetsreactie op het rapport van de commissie Silvis is aangegeven, wordt binnen een kopgroep van ministeries onder leiding van Justitie en Veiligheid gewerkt aan versterking van het opdrachtgeverschap. Daartoe worden sinds begin 2024 binnen de kopgroep structureel een aantal gegevens op uniforme wijze geregistreerd bij het verlenen van een opdracht aan de Landsadvocaat. Dit om ministeries en andere rijksonderdelen beter in staat te stellen trends te signaleren in de opdrachtverlening aan advocatenkantoren en hierop in te spelen. Dit zal gaan leiden tot nadere interdepartementale afspraken hierover. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft aangegeven ernaar te streven om begin 2025 uw Kamer over de voortgang hiervan te informeren. |
||||
3 | Vraag: Hoe vaak heeft uw ministerie met inzet van de landsadvocaat geprocedeerd tegen mensen en in welke zaken was dat het geval? |
|||
Antwoord: Hiervan is over 2023 geen registratie beschikbaar. In het algemeen kan worden aangegeven dat in civielrechtelijke procedures waarin de landsadvocaat wordt ingezet, de Staat vrijwel altijd gedaagde is. In bestuursrechtelijke zaken geldt het uitgangspunt dat het bestuursorgaan vertegenwoordigd wordt door ambtenaren. Soms zijn er redenen, zoals de complexiteit van de zaak, om in bestuursrechtelijke zaken toch een advocaat in te schakelen. De noodzaak hiervan wordt altijd kritisch bezien. |
||||
4 | Vraag: Welke gevolgen hebben de vertragingen bij de projecten langs het hoofdwegennet voor de verkeersveiligheid? |
|||
Antwoord: Vertragingen hebben geen gevolg voor de verkeersveiligheid. Bij het uitvoeren van werkzaamheden staat veiligheid te allen tijde bovenaan. Indien geconstateerd wordt dat de veiligheid voor de gebruikers in het geding is, dan worden direct maatregelen genomen om het gebruik van de infrastructuur weer binnen de geldende kaders plaats te laten vinden, bijvoorbeeld (tijdelijke) snelheidsverlagingen ter plaatse of andere (tijdelijke) gebruiksbeperkingen of fysieke infrastructuur ondersteunende maatregelen. |
||||
5 | Vraag: Komt de haalbaarheid van de doelen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in Oost- Nederland en Zuid-Nederland in gevaar, nu de verplichtingen in dat kader worden doorgeschoven naar volgend jaar? |
|||
Antwoord: Met het doorschuiven van de verplichtingen wordt de begroting weer in overeenstemming gebracht met de aangepaste programmering. Dat betekent dat de doelen behaald moeten worden in een kortere tijdsperiode. Volgend jaar worden de verplichtingen aangegaan voor een groot deel van de werkzaamheden langs de Waal in Oost Nederland. De aanbesteding hiervan is dit jaar gestart. Voor het werk langs de Maas in Zuid-Nederland start volgend jaar de aanbesteding. Daarbij geldt dat tijdige realisatie en de haalbaarheid van het doelbereik onder andere afhankelijk is van de beschikbaarheid van gronden, het bijbehorende verwervingsproces en tijdige afgifte van vergunningen. |
||||
6 | Vraag: Welke maatregelen gaat u nemen om het gebrek aan capaciteit en onduidelijkheid over procedures in het kader van de KRW-gelden in Oost-Nederland en Zuid-Nederland te verminderen? |
|||
Antwoord: Binnen IenW zijn we doorlopend bezig met het beperken van onduidelijkheid over procedures. Wat betreft het vraagstuk van capaciteit, dit wordt meegenomen in de integrale afweging rond de begroting komend voorjaar. |
||||
7 | Vraag: In hoeverre verhoudt de subsidie van 96,8 miljoen euro aan de Nederlandse Spoorwegen (NS) zich tot de eenmalige compensatie aan regionale vervoerders na herijking van het studentenreisproduct? |
|||
Antwoord: Vorig jaar heeft het kabinet besloten om de middelen die vrijvallen als gevolg van de herijking van het studentenreisproduct eenmalig aan te wenden voor ondersteuning van het OV in 2024. Vervoerders (van bus, tram, metro en trein) hebben gezamenlijk een voorstel gedaan aan de leden van het Nationaal OV-beraad om de middelen te verdelen naar rato van het aandeel van de inkomstenderving van vervoerders door het teruglopen van de vergoeding voor gebruik van het product. N.a.v. deze verdeling is 96,8 mln naar NS gegaan en 110,2 mln van de in totaal 207 mln naar regionale vervoerders. |
||||
8 | Vraag: Hoe is de subsidie aan NS van 96,8 miljoen euro opgebouwd? |
|||
Antwoord: Zie het antwoord op vraag 7. |
||||
9 | Vraag: Leiden de tegenvallers op de begrotingsstaat voor Rijkswaterstaat ertoe dat minder onderuitputting op de begroting van het Mobiliteitsfonds optreedt? |
|||
Antwoord: Voor tegenvallers op exploitatie en onderhoud is dat niet het geval. |
||||
10 | Vraag: Kan er, naast de nieuwe balanspost “Saldo op ontvangen bijdragen”, een indicator in de begrotingen en jaarverslagen worden opgenomen waarmee inzicht wordt gegeven in de voortgang van de instandhoudingsopgave? |
|||
Antwoord: Via de instandhoudingsbijlage in de begroting en het jaarverslag wordt inzicht gegeven in de voortgang en de prestaties op Vernieuwing, Exploitatie en Onderhoud. Daarin zijn diverse indicatoren opgenomen. |