[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de Reactie OZV op Kamerbrief over Negende voortgangsbrief Programma Omgeving Luchthaven Schiphol

Evaluatie Schipholbeleid

Brief regering

Nummer: 2024D49598, datum: 2024-12-12, bijgewerkt: 2024-12-18 09:05, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29665 -524 Evaluatie Schipholbeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z21052:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


29665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 524 Brief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2024

Op 6 november 2024 heeft de vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat verzocht om te reageren op de ‘Reactie OZV op Kamerbrief over Negende voortgangsbrief Programma Omgeving Luchthaven Schiphol d.d. 16 oktober 2024 (Kamerstuk 29 665, nr. 519)’1.

De Stichting Omgeving Zonder Vlieghinder voor de Rijn- en Bollenstreek (OZV) geeft aan kennis te hebben genomen van de Negende voortgangsbrief Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (POLS) d.d. 16 oktober 20242 en heeft u op 21 oktober 2024 daarover een reactiebrief gestuurd ten behoeve van mogelijke vragen van de Kamer tijdens het Commissiedebat luchtvaart van 24 oktober 2024 (Kamerstuk 31 936, nr. 1178). In de brief van OZV wordt inhoudelijk ingegaan op het RBV-vonnis. Hierbij ontvangt u de gevraagde reactie.

Op 24 mei 2024 heeft het (toenmalige) kabinet besloten om hoger beroep en een verzoek om schorsing in te stellen tegen het RBV-vonnis. Het hoger beroep is op 17 juni 2024 ingesteld. De Staat zal op een later moment de motivering indienen. De Staat heeft het verzoek om de uitvoering van het vonnis te schorsen totdat het gerechtshof in hoger beroep uitspraak heeft gedaan, ook ingediend.

Zoals eerder aan de Kamer gemeld, heeft de rechtbank Den Haag in het RBV-vonnis bepaald dat de Staat binnen twaalf kalendermaanden uitvoering moet hebben gegeven aan (een deel van) het vonnis. Dit is voor de Staat onuitvoerbaar. Er is een wijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) nodig. Deze wijziging is niet binnen 12 maanden mogelijk.

De zitting over het schorsingsverzoek staat gepland op 12 december 2024. De uitspraak van het gerechtshof wordt in het eerste kwartaal van 2025 verwacht. De Kamer zal hierover worden geïnformeerd.

In de Negende Voortgangsbrief POLS is verder toegelicht dat verscheidene partijen uit de luchtvaartsector aan het gerechtshof hebben verzocht om deel te mogen nemen aan de procedure in hoger beroep. Het is nu aan het gerechtshof om te bepalen of dit wordt toegestaan. Als deze verzoeken worden ingewilligd, mogen die partijen in de hoger beroepsprocedure een standpunt innemen en dit mondeling toelichten op een zitting. Aangezien de zaak ‘onder de rechter’ is, kan daar op dit moment niet nader inhoudelijk op in worden gegaan.

In algemene zin kan worden gemeld dat door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, om opvolging te geven aan het RBV-vonnis, de balanced approach-procedure (BA) verder wordt doorlopen. Hiertoe is in december 2024 een definitief maatregelenpakket bij de Europese Commissie genotificeerd. Het kabinet heeft hierbij alle belangen zorgvuldig gewogen. Een deel van de maatregelen die volgen uit de BA worden vastgelegd in een gewijzigd LVB. Daarmee wordt een einde gemaakt aan de jarenlange gedoogsituatie en wordt de rechtspositie van omwonenden hersteld.

Om een betere rechtsbescherming te bieden aan alle omwonenden van Schiphol, dus ook de mensen die verder van Schiphol af wonen, gaat het kabinet extra handhavingspunten voor geluid in een groter gebied rondom de luchthaven toevoegen. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) houdt hier toezicht op om naleving te verzekeren.

De wijziging van het LVB wordt zorgvuldig voorbereid. In de procedure voor de wijziging van een LVB zijn daarbij belangrijke waarborgen ingebouwd om de kwaliteit van de regelgeving te verzekeren. Zo wordt de wijziging voorgehangen bij de Eerste en Tweede Kamer en adviseert de Raad van State over het ontwerp.

Tot slot is naast de wijziging van het LVB een wetsvoorstel bij de Kamer ingediend, waarmee het voor omwonenden mogelijk wordt om bij de bestuursrechter in beroep te gaan tegen het LVB. Dit is op dit moment nog niet mogelijk.

De minister van Infrastructuur en Waterstaat,

B. Madlener


  1. 2024Z16540/ 2024D42316↩︎

  2. Kamerstukken II 2024/25, 29 665, nr. 519↩︎