Antwoord op vragen van het lid Claassen over de onmiddellijke vacaturestop vanwege miljoenenbezuinigingen en concurrentie van zelfstandige behandelklinieken bij het OLVG
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D49794, datum: 2024-12-13, bijgewerkt: 2024-12-17 13:37, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-805).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z17973:
- Gericht aan: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: R.A.B. Claassen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
805
Vragen van het lid Claassen (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onmiddellijke vacaturestop vanwege miljoenenbezuinigingen en concurrentie van zelfstandige behandelklinieken bij het OLVG (ingezonden 11Â november 2024).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13Â december 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onmiddellijke vacaturestop bij OLVG vanwege miljoenenbezuinigingen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de situatie die in het artikel wordt geschetst? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Antwoord 2
Ik herken het beeld in het artikel dat het OLVG, maar ook andere zorgorganisaties, kampen met personeelstekorten. Dit is het grootste probleem in zorg en welzijn. Ook de vraag naar verpleegkundigen is groot. Met de inzet uit het regeerprogramma doe ik er alles aan wat in mijn macht ligt om een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort af te wenden. Mijn grootste prioriteit is de aanpak om de administratieve lasten voor medewerkers te halveren naar maximaal 20% van de werktijd. Ook wil ik stimuleren dat medewerkers op de juiste manier wordt ingezet, waarbij de minste inzet van medewerkers het uitgangspunt moet worden. Innovaties die de inzet van medewerkers verminderen, en tegelijk de belasting voor de patiënt of cliënt doen afnemen, dragen hieraan bij. Tot slot zet ik in op het vergroten van vakmanschap en werkplezier, zodat medewerkers zich kunnen ontwikkelen en graag in de zorg willen en blijven. Ik werk hiervoor samen met het veld een leidraad uit die werkgevers handvatten biedt om de in-en doorstroom van professionals te bevorderen, en de uitstroom te beperken. Het is daarnaast aan ziekenhuizen zelf om te bepalen hoe zij hun bedrijfsvoering inrichten en welke vacatures zij open stellen.
Vraag 3
Hoe reflecteert u op de uitspraak in het artikel «dat er veel concurrentie van zelfstandige behandelklinieken is»?
Antwoord 3
Zelfstandige behandel centra (zbcâs) leveren een bijdrage aan het verminderen van wachtlijsten voor eenvoudigere, zogeheten laagcomplexe ingrepen. Zbcâs zijn daarmee een aanvulling op de zorg die in ziekenhuizen wordt geleverd. Maar het is niet de bedoeling dat de ene partij voor het leveren van zorg een gunstiger uitgangspositie heeft dan de andere. Dat vraagt een goede balans tussen universitair medische centra, topklinische ziekenhuizen, stads- en streekziekenhuizen en zbcâs in een gelijk speelveld. Hier zet ik de komende periode op in met afspraken in het aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord.
Vraag 4
Het jaarlijks onderzoek van BDO Accountants & Adviseurs concludeert dat een toenemend aantal ziekenhuizen financiële problemen heeft, kunt u aangeven wat hiervan de invloed van zelfstandige behandelklinieken is? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 4
Ik beschik niet over cijfers die inzicht geven in de invloed van zbcâs op de financiĂ«le resultaten van ziekenhuizen. De financiĂ«le situatie van ziekenhuizen wordt door verschillende factoren bepaald. In iedere zorgsector zijn op dit moment algemene factoren van invloed op de instellingsresultaten, zoals personeelsschaarste en algemene toename van kosten. In deze context zijn positieve cijfers niet altijd te verwachten. Daarnaast zijn, zoals in alle zorgsectoren, ook bij de ziekenhuizen, verschillen tussen instellingen van invloed op de resultaten. Het is daarom aan aanbieders om op basis van een regionale visie op de inrichting van het zorglandschap de bedrijfsvoering van de zorgorganisatie toekomstbestendig in te richten, en aan verzekeraars en aanbieders om in het verlengde daarvan passende contractafspraken te maken. Ik sta voor een evenwichtig zorglandschap, waarin grote ziekenhuizen, kleine ziekenhuizen en zbcâs elkaar versterken en samenwerken, waarin dus expliciet plek is voor meerdere soorten aanbieders van medisch specialistische zorg, naast en met elkaar. Ik wil met zorgverzekeraars en zorgaanbieders afspraken maken om te komen tot een evenwichtig zorglandschap, waarbij gelijkwaardigere toegang tot zorg dichtbij huis voor patiĂ«nten een uitgangspunt is.
Vraag 5
Deelt u de mening dat een toenemend aantal zelfstandig behandelklinieken, een negatief effect heeft op de arbeidsmarkt binnen de reguliere eerste- en tweedelijnszorg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het geluid dat zbcâs in dezelfde vijver van personeel vissen als de ziekenhuizen, is mij bekend en komt vaker naar voren. Ik beschik echter niet over specifieke data in dit kader. Van ZKN, de branchevereniging van klinieken in Nederland, heb ik begrepen dat pensioendata van PFZW waarover zij beschikking hebben, aantoont dat er een kleine uitstroom is van medewerkers van ziekenhuizen naar klinieken. En dat om die reden het toenemend aantal zbcâs op dit moment nog geen negatief effect heeft op de arbeidsmarkt binnen de reguliere eerste â en tweedelijnszorg. Ik ben voornemens om in het aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord afspraken te maken over een evenwichtig, toegankelijk en stuurbaar speelveld.
Vraag 6
Kunt u de beantwoording van deze vragen voor het commissiedebat arbeidsmarktbeleid in de zorg, gepland op 19Â december 2024, aan de Kamer sturen?
Antwoord 6
Ja.