Kinderrechten en Digitalisering
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Brief regering
Nummer: 2024D49903, datum: 2024-12-13, bijgewerkt: 2024-12-17 08:36, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Ooit VVD kamerlid)
- Tabel beleidsacties voor Online Kinderrechten
- Beslisnota bij Kamerbrief over kinderrechten en digitalisering
Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -1258 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Onderdeel van zaak 2024Z21167:
- Indiener: F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2024-12-17 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-12-19 10:00: Online kinderrechten (Commissiedebat), vaste commissie voor Digitale Zaken
- 2025-01-22 11:00: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Digitale Zaken
Preview document (🔗 origineel)
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 1258 Brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2024
Op verzoek van uw Kamer1 stuur ik u, voorafgaand aan het commissiedebat online kinderrechten op 19 december a.s., mede namens de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport, mijn visie op het online kinderrechtenbeleid. Voor een overzicht van alle beleidsacties en tijdlijnen op het gebied van online kinderrechten, verwijs ik u naar de tabel in bijlage 1. Deze tabel bevat een update van de tabel die ik op 8 november aan uw Kamer heb verzonden.2
Kinderrechten in de digitale wereld
Tijdens het WGO van 11 november vroeg uw Kamer naar mijn visie op sociale media en kinderrechten. Belangrijk is dat sociale media zowel kansen als risico´s voor minderjarigen bieden. Sociale media geven minderjarigen toegang tot informatie, helpen hen contacten te onderhouden en bieden hen ontspanning. Tegelijkertijd zie ik dat er belangrijke risico´s zijn, zoals het in aanraking komen met schadelijke content, lange schermtijden en gevaarlijke contacten.
In verschillende landen zie je dat een verbod op het gebruik van sociale media onder een bepaalde leeftijd wordt verkend. Zo is in Australië een wet aangenomen om sociale media voor kinderen onder de 16 verbieden. Hierbij zoekt de regering van Australië nog naar manieren waarop leeftijdsverificatie goed kan plaatsvinden. Ik hou deze ontwikkelingen in Australië nauwlettend in de gaten. Uitgangspunt van het Nederlandse kabinet is om het gebruik van sociale media niet voor leeftijdsgroepen te verbieden, maar om ervoor te zorgen dat sociale media veilig zijn voor minderjarigen. Ik wil dat minderjarigen sociale media kunnen gebruiken zonder schadelijke content, zonder verleidingstechnieken en zonder dat zij geprofileerd worden voor reclamedoeleinden. Dit wil ik niet alleen bereiken voor sociale media, maar voor alle digitale diensten. Denk bijvoorbeeld ook aan games en streamingdiensten. Minderjarigen hebben het recht om de kansen van digitalisering te benutten, zonder dat zij gevaar lopen. Hieronder beschrijf ik hoe ik ervoor wil zorgen dat bedrijven veilige digitale diensten maken en hoe ik ouders wil helpen om hun kinderen beter te begeleiden.
Veilige digitale diensten door bedrijven
Uitgangspunt is dus dat digitale diensten voor minderjarigen veilig moeten zijn.
Bedrijven zorgen hier niet automatisch zelf voor. De overheid moet dit borgen via onder meer wetgeving en toezicht. In de offline wereld bestaan er al lange tijd uitgebreide eisen waaraan producten voor minderjarigen moeten voldoen, zoals speelgoed voor kinderen. Er is Europese wetgeving (denk aan de Europese Speelgoedrichtlijn), er is certificering (denk aan CE-markering) en er is toezicht (denk aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit). Dit systeem zorgt ervoor dat speelgoed dat in Nederland op de markt komt veilig is.
Voor digitale diensten is dat de afgelopen jaren in ontwikkeling gekomen. Belangrijke wetgeving die bedrijven verplicht om veilige digitale diensten aan minderjarigen aan te bieden is de digitale dienstenverordening (DSA). De DSA verplicht online platforms om minderjarigen een hoog niveau van privacy, veiligheid en beveiliging te bieden. Zeer grote online platforms, zoals SnapChat, TikTok en Instagram, moeten risico´s voor minderjarigen jaarlijks in kaart brengen en maatregelen nemen om deze weg te nemen. Voorbeelden van risico´s zijn het in aanraking komen met schadelijke content, ontwerp dat verslaving veroorzaakt, intimidatie, pesten en desinformatie. Als platforms er redelijk zeker van zijn dat een gebruiker minderjarig is, mogen zij geen advertenties op basis van profilering tonen.
De DSA is begin dit jaar geheel van toepassing geworden. Voor zeer grote online platforms (meer dan 45 miljoen gebruikers in de EU) ligt het toezicht bij de Europese Commissie (EC). Als toezichthouder onderzoekt de EC momenteel al de platforms TikTok, Instagram en Facebook.3 In februari 2024 is de EC een procedure gestart om te beoordelen of TikTok inbreuk maakt op de waarborgen van de DSA. Hierbij kijkt de EC onder meer naar de vraag of de dienst niet te verslavend is en of persoonsgegevens van minderjarigen voldoende worden beschermd. Ook kijkt de EC of het gebruik van reclame voldoende transparant is voor minderjarigen. In mei 2024 is de EC daarnaast een procedure gestart tegen Meta, waarbij onder meer wordt gekeken naar schadelijke content, verslavende elementen en het missen van adequate leeftijdsverificatie op Instagram en Facebook. Wanneer online platforms de DSA niet nakomen, riskeren zij een boete tot 6% van de wereldwijde jaaromzet.
De DSA biedt een stevig kader om minderjarigen beter te beschermen. Samen met effectief toezicht moeten digitale diensten voor minderjarigen hierdoor veilig worden. Ik houd deze ontwikkelingen nauwlettend in de gaten. Zoals de motie van het lid Van Nispen verzoekt, zal ik daarbij optrekken met gelijkgestemde landen in de Europese Unie.4
Goede begeleiding door ouders
Naast dat bedrijven hun digitale diensten voor minderjarigen veilig moeten maken, moeten ouders hun kinderen goed begeleiden bij het gebruik van digitale diensten. Ik zie dat ouders vaak niet goed weten wat digitale diensten precies inhouden. De meeste ouders gebruiken apps als SnapChat of Roblox zelf niet en weten daardoor niet goed wat de risico´s zijn. Betere informatie hierover is van belang. In de paragraaf ¨Beeldmerk¨ hieronder ga ik daarop in. Daarnaast zie ik dat veel ouders algemene vragen hebben over smartphone- en schermgebruik. Bijvoorbeeld, wanneer geef ik mijn kind zijn eerste smartphone en hoe lang laat ik mijn kind op een scherm? Ouders hebben behoefte aan duidelijk richtlijnen, zoals uw Kamer ook al constateerde. In de volgende paragraaf ga ik hierop in.
Meerjarige multimediale publiekscampagne
Met diverse partners werken we aan een multimediale meerjarige publiekscampagne om ouders bewuster te maken over verantwoord smartphone gebruik door kinderen. Deze zal na de zomer van 2025 van start gaan. De campagne moet ouders praktische tips geven, bijvoorbeeld over hoe ze afspraken kunnen maken over schermtijd, hoe ze apps zo kunnen instellen dat hun kinderen zo veilig mogelijk zijn en hoe ze met hun kind kunnen praten over risico’s. Hierbij wil ik ouders een duidelijke richtlijn geven over gezond smartphone- en schermgebruik.
Het bieden van handvatten aan opvoeders en kinderen over gezond smartphonegebruik vraagt om een rijksbrede aanpak. De staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport voert momenteel een onderzoek uit naar handvatten voor opvoeders van kinderen die hun eerste smartphone krijgen en naar maatregelen die landen nemen voor het gezond opgroeien van kinderen in de digitale wereld. De uitkomsten hiervan moeten leiden tot het aanscherpen en samenbrengen van bestaande richtlijnen en adviezen voor opvoeders. Dit doet hij samen met de bewindspersonen van OCW en mijzelf en zal input zijn voor de publiekscampagne. Zoals de motie van de leden Kathmann en Van der Werf verzoekt, zullen hierbij ouders, jongeren en experts betrokken worden en zal zoveel mogelijk gestreefd worden naar één eenduidige richtlijn (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 72).5 Ook zal gekeken worden hoe deze richtlijn zo goed mogelijk ondersteund kan worden in bestaande normen, wetten en regelgeving.
Om alle doelgroepen goed te bereiken, maakt de Nederlandse multimediale campagne gebruik van diverse communicatiemiddelen. Daarbij kan het gaan om radio en televisie, maar ook om flyers bij consultatiebureaus, abri’s bij de bushalte en voorlichting via netwerkpartners zoals scholen en ziekenhuizen. Posters met de richtlijnen in scholen en bijsluiters bij devices, zoals verzocht in de motie van de leden Van der Werf en Kathmann (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 72)6, zijn interessante ideeën die wij zullen meenemen tijdens het ontwikkelen van de communicatiestrategie.
Beeldmerk
Zoals hierboven aangegeven is het voor ouders vaak niet duidelijk wat een bepaalde digitale dienst precies is en wat de risico´s zijn. Daarom heeft mijn ministerie vorig jaar een verkenning naar een beeldmerk laten uitvoeren. Het doel van een beeldmerk is om met duidelijke icoontjes aan te geven wat de risico´s van een digitale dienst zijn. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de Kijkwijzer. Uitkomst van de verkenning is dat duidelijke icoontjes ouders en kinderen beter kunnen informeren over risico´s. Afgelopen jaar is mijn ministerie gestart met het verder uitwerken van een beeldmerk voor verleidingstechnieken in games, de GameCheck. De GameCheck moet met icoontjes bij games voor ouders duidelijk maken welke verleidingstechnieken er in een game zitten. Deze GameCheck wordt begin 2025 opgeleverd. Gekeken zal worden hoe die geïmplementeerd kan worden en of en hoe een beeldmerk voor andere digitale diensten opgezet kan worden.
Hierbij zal onder meer worden gekeken naar een transparant en onafhankelijk classificatiesysteem voor sociale media en mogelijkheden om te komen tot een Europese classificatieplicht (Kamerstuk 36 600 VII, nr. 71)7, zoals de motie van de leden Kathmann en Van der Werf verzoekt.
Slotwoord
Tot slot wil ik benadrukken dat de bescherming van kinderen in de digitale wereld een doorlopende en gezamenlijke inspanning vereist. Alleen door samen te werken met alle betrokken partijen, ouders, scholen, bedrijven, overheid en de kinderen zelf, kunnen we een veilige en stimulerende digitale omgeving waarborgen. Ik blijf me samen met de staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport en andere collega-bewindslieden, nationaal en internationaal, inzetten om het beleid continu te verbeteren en aan te passen aan de snel veranderende technologische ontwikkelingen. Dit om onze kinderen de best mogelijke bescherming en kansen te kunnen bieden in de digitale wereld.
De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Naar aanleiding van de vraag van het lid Kathmann van 15 mei 2024 om een nieuwe Kabinetsbrief over kinderrechten en digitalisering.↩︎
Overzicht van alle acties uit het beleidsdomein Online Kinderrechten | Tweede Kamer der Staten-Generaal↩︎
https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/ip_24_2373↩︎
Motie van het lid Van Nispen over in de EU met gelijkgestemde landen optrekken om kinderen op socialemediaplatformen te beschermen .pdf↩︎
Motie van de leden Kathmann en Van der Werf over één nationale richtlijn voor verantwoorde schermtijd en telefoongebruik voor verschillende leeftijden (3).pdf↩︎
Motie van de leden Van der Werf en Kathmann over komen tot een richtlijn voor schermtijd als bijsluiter bij de verkoop van devices .pdf↩︎
Motie van de leden Kathmann en Van der Werf over samen met NICAM een transparant en onafhankelijk classificatiesysteem ontwikkelen voor sociale media en grote onlineplatforms (1).pdf↩︎