[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Advies van de NZa over de bekostiging van tolken in de huisartsenzorg

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025

Brief regering

Nummer: 2024D49960, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-17 09:18, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36600 XVI-152 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025.

Onderdeel van zaak 2024Z21181:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


36 600 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2025

Nr. 152 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2024

Om goede en passende zorg te bieden is heldere communicatie tussen zorgverleners en patiënten en/of cliënten heel belangrijk. De Wet Geneeskundige behandelovereenkomst (Wgbo) schrijft voor dat een patiënt zo begrijpelijk en volledig mogelijk is geïnformeerd voordat er zorg kan worden geleverd. Alleen dan kan de patiënt geïnformeerd toestemming geven voor deze zorg (informed consent). Daarnaast bepaalt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) dat een zorgaanbieder goede zorg moet leveren die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht is. De zorg moet tijdig worden verleend en moet passen bij de daadwerkelijke behoefte van de patiënt. In sommige situaties is hiervoor de inzet van een professionele tolk een randvoorwaarde.

Op 20 juni 2023 zijn drie moties aangenomen door uw Kamer:

  • Motie van de leden Paulusma (D66), Ceder (CU) en Westerveld (GL) die de regering verzoekt op de korte termijn tot een oplossing te komen voor de problemen rondom de inzet van tolken in de huisartsenzorg.1

  • Motie van de leden Paulusma (D66) en Ceder (CU) die regering verzoekt om voor de lange termijn te bezien of en, zo ja, hoe een algehele prestatie binnen de Zvw voor de inzet van tolken mogelijk wordt en hierover voor de komende begroting te informeren.2

  • Motie van het lid Van der Plas (BBB) die de regering verzoekt om de resultaten van relevante analyses af te wachten voordat voorstellen naar de Kamer worden gezonden.3

Mijn voorganger heeft uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van deze moties in de Kamerbrieven van 27 november 20234 en 21 december 2023.5 In deze Kamerbrieven staat hoe de bekostiging van de inzet van tolken in de verschillende zorgwetten nu is geregeld. Op 13 mei jongstleden is in lijn met deze moties een adviesaanvraag verstuurd aan de NZa over de bekostiging van tolken in de huisartsenzorg. Via deze brief informeer ik uw Kamer over het advies van de NZa en de volgende stappen die ik naar aanleiding van dit advies wil nemen.

Adviesaanvraag

De NZa is gevraagd om advies te geven over de bekostiging van de inzet van tolken binnen de huisartsenzorg. In de adviesaanvraag is onder bepaalde voorwaarden ook de mogelijkheid gegeven aan de NZa om over andere bekostigingsmogelijkheden te adviseren. Eén van deze voorwaarden is bijvoorbeeld dat de bekostigingsmogelijkheid niet mag zorgen voor extra administratieve lasten voor huisartsen. De volledige adviesaanvraag is bijgevoegd bij deze Kamerbrief.

Het advies van de NZa

De NZa benoemt in haar rapport verschillende routes voor de bekostiging van de inzet van professionele tolken in de huisartsenzorg en de daarbij horende voor- en nadelen. In het rapport schrijft de NZa ook dat ze signalen hebben ontvangen van knelpunten in de bekostiging van tolken buiten de huisartsenzorg (namelijk paramedische zorg, wijkverpleging en farmaceutische zorg). Daarom geeft de NZa ook (op hoofdlijnen) enkele overstijgende bekostigingsopties, die opties zijn breder dan de huisartsenzorg. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de bekostiging via een regionaal eerstelijnsamenwerkingsverband (RESV) of een ‘algemene dienst ten behoeve van zorg’-prestatie (ADZ-prestatie). De NZa adviseert om deze mogelijkheden die breder zijn dan de huisartsenzorg verder te onderzoeken voordat een definitief besluit wordt genomen over de bekostiging van tolken in de huisartsenzorg. De betrokken partijen - waaronder de Patiëntenfederatie Nederland, de Landelijke Huisartsen Vereniging, InEen, de Achterstandsfondsen, Zorgverzekeraars Nederland en Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen - ondersteunen dit advies. Het volledige adviesrapport van de NZa is bijgevoegd bij deze Kamerbrief.

Vervolg

Ik wil de NZa bedanken voor het toesturen van het adviesrapport over de bekostiging van tolken in de huisartsenzorg. Ik vind het belangrijk dat zorgprofessionals, waaronder huisartsen, worden ondersteund in de randvoorwaarden voor het leveren van zorg zoals die onder andere worden beschreven in de Wgbo en Wkkgz. Hieruit volgt dat in sommige gevallen een tolk noodzakelijk is. Omdat de NZa aangeeft ook signalen te hebben ontvangen van knelpunten in de bekostiging van tolken buiten de huisartsenzorg, snap ik dat de NZa ook breder heeft gekeken naar overstijgende bekostigingsopties. Ik wil alleen kijken naar opties die niet zorgen voor extra administratieve lasten voor de zorgaanbieders en die binnen de wettelijke bevoegdheden van de NZa vallen. Als kansrijke opties zie ik de bekostiging via een RESV of een ADZ-prestatie. Dit is ook in lijn met de visie versterking eerste lijn. Daarom zal ik – in lijn met het advies van de NZa - eerst deze twee specifieke opties verder uit laten werken en de NZa vragen mij hierover gericht te adviseren. Ik zet daarmee een vervolgstap in de uitvoering van de drie moties en ik blijf uw Kamer uiteraard informeren over de voortgang.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Agema


  1. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 224.↩︎

  2. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 225.↩︎

  3. Kamerstuk 36 200 XVI, nr. 230.↩︎

  4. Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 21.↩︎

  5. Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 31.↩︎