Position paper VTOI-NVTK t.b.v. rondetafelgesprek Sturing in het funderend onderwijs d.d. 16 januari 2025
Position paper
Nummer: 2024D49988, datum: 2024-12-13, bijgewerkt: 2024-12-16 10:19, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2024Z21190:
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-16 13:00: Sturing in het funderend onderwijs (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2025-01-23 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (š origineel)
Gespreksnotitie VTOI-NVTK
De Raad van Toezicht als bruggenbouwer in het systeem
VTOI-NVTK verwelkomt, als vertegenwoordiger van intern toezichthouders in kinderopvang en onderwijs, het initiatief van het ministerie van OCW om de sturing in het funderend onderwijs te herijken. Tegelijkertijd roept de Kamerbrief1 van minister Paul fundamentele vragen op over de gevolgen voor governance, zeggenschap en de rol van intern toezicht. Wij benadrukken het belang van heldere verantwoordelijkheidsverdeling en consistentie in sturing, en dragen graag constructief bij aan het gesprek over de voorgestelde scenarioās.
Sturing moet consistent en integraal blijven
De huidige voorstellen in de Kamerbrief erkennen terecht de onvrede over inconsistente sturing in het onderwijsveld. Wij steunen de ambitie om tot verbeterde sturing te komen, maar wijzen erop dat de voorstellen een onduidelijk beeld scheppen over rollen en verantwoordelijkheden. Bij het vormgeven van het toezicht op de onderwijskwaliteit is het van belang in het oog te houden hoe de verantwoordelijkheid voor het onderwijs gerealiseerd wordt en dat de verantwoordelijkheden blijven op de laag waar ze horen. Het bestuur is verantwoordelijk voor het realiseren van de maatschappelijke opdracht: het verzorgen van goed onderwijs. Daartoe geeft het bestuur leiding aan de schoolleiding. Zij zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs in een specifieke school, afdeling of onderdeel en geven leiding aan de docenten en andere medewerkers; de kern van het onderwijsproces. Vervolgens is het de taak en verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht (RvT) om vast te stellen of de beoogde kwaliteit van het onderwijs daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Het intern toezicht is āintegraalā. Dat wil zeggen: het intern toezicht is samen met het bestuur overal verantwoordelijk voor. Dus ook voor onderwijskwaliteit.
De ontkoppeling tussen onderwijskwaliteit (schoolleiders) en de maatschappelijke opdracht (besturen) in Scenario B ondermijnt de integrale verantwoordelijkheid van onderwijsbestuurders. In dit scenario wordt een rol aan het intern toezicht gegeven die volgens de governance niet kan. Het intern toezicht heeft immers geen zeggenschap over schoolleiders. Bovendien is het inhoudelijk niet mogelijk om onderwijskwaliteit en de maatschappelijke opdracht uit elkaar te halen.
Wij pleiten voor een verduidelijking van het bestaande model, waarbij toezichthouders integraal toezicht blijven houden op zowel onderwijskwaliteit en onderwijskundige als maatschappelijke doelen, zonder extra vormen van intern overleg en met meer aandacht voor de bestaande rollen en een grote nadruk op verantwoording over de maatschappelijke opdracht.
Arbeidsvoorwaardenvorming: verantwoordelijkheid van sociale partners
Wij zien geen rol weggelegd voor de overheid als leidende partij bij het afsluiten van caoās, zoals voorgesteld in Scenario C. Het afsluiten van caoās is en blijft het primaat van de sociale partners. Bestuurders hebben hierin een eigen verantwoordelijkheid, en het ingrijpen van de overheid in dit proces ondermijnt het recht van werkgevers en werknemers om zelf afspraken te maken. Momenteel vervult de overheid een voorwaardenscheppende rol, wat in lijn is met bestaande juridische en bestuurlijke kaders. Het centraliseren van alle arbeidsvoorwaarden, zoals voorgesteld in Scenario C, zou niet alleen in strijd zijn met deze afspraken, maar ook grootschalige wetswijzigingen vereisen. Bovendien zou het een directe inbreuk vormen op bestaande caoās en afspraken tussen werkgevers en werknemers, wat vanuit juridisch perspectief niet haalbaar is. Het voorstel is een stap terug in plaats van vooruit. Zodoende ondersteunen wij het uitgangspunt dat cao-afspraken tussen sociale partners blijven liggen. Directe overheidsinterventies hierin ondermijnen de autonomie van werkgevers en werknemers en dragen niet bij aan het oplossen van het lerarentekort of het aantrekkelijker maken van het beroep.
Professionaliteit van toezichthouders: het samenspel bepaalt de kwaliteit
De Kamerbrief benadrukt terecht het belang van professionalisering, maar de invulling is onvoldoende concreet. Het overwegen van een wettelijk kader voor intern toezichthouders hoeft op zichzelf geen bezwaar te zijn, maar moet zorgvuldig worden uitgewerkt in samenwerking met de betrokkenen. Daarin is het aan de sector om verantwoordelijkheid te nemen en methoden te ontwikkelen die passend zijn bij de rol van de toezichthouder. Wij pleiten voor een goede basis en ondersteuning van toezichthouders, zonder rigide regelgeving die lokale flexibiliteit beperkt. De behoefte aan een gezamenlijke visie op professionalisering die toezichthouders, schoolleiders en bestuurders verbindt in plaats van verdeelt, ondersteunen wij.
Versterk de samenwerking binnen de bestaande governance
Wij pleiten voor een alternatief scenario dat verschillende belangrijke elementen uit de scenarioās combineert. Centraal staat het behoud van de integrale verantwoordelijkheid van besturen, waarbij het maatschappelijk belang altijd boven het organisatiebelang wordt gesteld. Dit vraagt om duidelijke rollen en verantwoordelijkheden, zodat alle betrokken partijen weten wat van hen wordt verwacht.
Daarnaast is versterking van samenwerking essentieel, met een primaire focus op bestuurlijke samenwerking en een ondersteunende rol voor intern toezicht om deze samenwerking te stimuleren. Beleid en maatregelen moeten vooraf worden getoetst aan bestaande governanceafspraken, in plaats van achteraf te worden aangepast, zoals het geval is bij de samenwerkingsverbanden. Het is belangrijk om nieuwe en aangepaste vormen van governance en bestuur te verkennen in geval van nieuwe, nog niet bestaande samenwerkingsvormen.
Rol van intern toezicht: bruggenbouwers in het systeem
Toezichthouders spelen een sleutelrol in het waarborgen van de balans tussen autonomie en maatschappelijke verantwoordelijkheid. De voorstellen in de Kamerbrief vragen om een duidelijke positionering van intern toezicht. Wij benadrukken dat intern toezicht onafhankelijk moet blijven opereren en zich blijft richten op zowel onderwijskundige als maatschappelijke doelen, omdat deze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Een sterk intern toezicht helpt de overheid, omdat het extern toezicht kan vertrouwen op de rol en het (vele) werk van het intern toezicht. Dat is een efficiƫnt en subsidiair systeem. Dat vraagt wel vertrouwen van de overheid in het intern toezicht en tegelijkertijd verantwoording van het intern toezicht aan overheid en maatschappelijk belanghebbenden.
Afsluitend
VTOI-NVTK wil bijdragen aan een toekomstbestendig onderwijsstelsel door te pleiten voor een sterke en samenhangende governance, waarin intern toezicht, besturen en schoolleiders gezamenlijk werken aan duurzame verbeteringen. Wij staan klaar om samen met het ministerie van OCW verder te denken over een effectieve en rechtvaardige sturingswijze.
Contact: Geert van der Tang, directeur VTOI-NVTK (bureau@vtoi-nvtk.nl)
Kamerbrief Herijking funderend onderwijs, referentienummer 4 5 220791, 05 april 2024ā©ļø