Reactie op verzoek commissie over jongerenmanifest 'Seksuele gezondheid'
Seksuele gezondheid
Brief regering
Nummer: 2024D50052, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-17 13:14, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Onderdeel van kamerstukdossier 32239 -18 Seksuele gezondheid.
Onderdeel van zaak 2024Z21218:
- Indiener: V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2024-12-17 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-15 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
32239 Seksuele gezondheid
Nr. 18 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2024
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij gevraagd een reactie te geven op het door hen ontvangen manifest ‘Seksuele gezondheid’. Met deze brief geef ik u mijn reactie.
Met het manifest pleiten verschillende jongerenorganisaties ervoor om te investeren in seksuele gezondheid. Het uitgangspunt is dat jongeren in vrijheid, veiligheid en gezondheid hun seksualiteit, liefde en seks kunnen beleven en uiten. Daarbij wordt een aantal ontwikkelingen benoemd die dat uitgangspunt momenteel onder druk zetten. Met het manifest vragen de jongerenorganisaties specifiek aandacht voor vier punten, in het kort:
Voldoende plek bij de centra seksuele gezondheid van de GGD’en
Toegankelijke, betaalbare consulten seksuele gezondheid
Meer aandacht voor preventie van seksuele problemen
Goede seksuele vorming in het onderwijs
Voordat ik inga op deze vier punten, wil ik de jongerenorganisaties bedanken voor dit manifest. Seksuele gezondheid is een belangrijk onderdeel van iemands gezondheid en welzijn. Ik vind het daarom heel goed dat deze jongeren zich uitspreken over het belang van dit onderwerp. Zeker gezien de zorgelijke ontwikkelingen die onze aandacht vragen, zoals de afname van het condoomgebruik en de ontevredenheid van jongeren over hun relationele en seksuele vorming op school. Op de afzonderlijke punten uit het manifest kan ik het volgende reageren:
Punt 1 en 2 – toegankelijkheid aanvullende seksuele gezondheidszorg
Toegankelijke en kwalitatief goede zorg en ondersteuning zijn belangrijk. Zeker nu het aantal soa’s onder jongeren stijgt en er misinformatie rondgaat over bijvoorbeeld hormonale anticonceptie. Er is en blijft behoefte aan een plek waar jongeren terecht kunnen voor betrouwbare informatie en waar zij zonder angst voor veroordeling al hun vragen kunnen stellen. Allereerst kunnen jongeren hiervoor terecht bij hun huisarts. In het geval dit voor hen – om wat voor reden dan ook – niet toereikend is, bieden GGD’en een veilige en betrouwbare plek. De GGD’en hebben ook de juiste expertise en kunnen doorverwijzen indien dit nodig is.
Ik herken de signalen van krapte bij de GGD voor soa-zorg en seksualiteitshulpverlening. Deze zorg is bedoeld als aanvulling op de huisartsenzorg, voor personen met een verhoogd risico op soa’s én die een te grote drempel ervaren om naar de huisarts te gaan. De soa-zorg bij de GGD is gratis, anoniem en kwalitatief goed. Dit maakt de GGD als zorgverlener voor sommigen aantrekkelijker dan de huisarts. Het leidt er echter ook toe dat mensen de GGD benaderen, terwijl zij eigenlijk naar de huisarts zouden kunnen gaan, maar de GGD prefereren vanwege de gratis zorg. De zorg voor mensen die daadwerkelijk een te grote drempel ervaren om naar de huisarts te gaan, komt daarmee in het geding. Dit constateert ook bureau AEF, dat vorig jaar een toekomstverkenning naar de regeling heeft uitgevoerd1. De oplossing zit niet in meer financiering voor de GGD, daar is ook geen dekking voor, maar in een herziening van dit stelsel.
Ik streef ernaar om uw Kamer in het voorjaar van volgend jaar te informeren over de stappen die ik ga zetten om te komen tot een herziening van het stelsel. Daarbij zal ik ook oog hebben voor de financiële toegankelijkheid van deze zorg.
Punt 3 – meer aandacht voor preventie van seksuele problemen
Ik ben het met de aanbieders van het manifest eens dat er ook bij seksuele gezondheid behoefte is aan een beweging naar de voorkant. Preventie van seksuele gezondheidsproblemen draagt bij aan bevordering van seksuele gezondheid alsook verkleining van de zorgbehoefte. Inzet van zowel het Rijk als gemeenten moet leiden tot deze collectieve preventie. De aanbieders van het manifest vragen specifiek aandacht voor preventie van soa’s en onbedoelde zwangerschappen. Daarbij pleiten zij voor een jaarlijks terugkerende, landelijke campagne over seksuele gezondheid en toegang tot goede informatie. Hieronder zal ik ingaan op de twee punten waarvoor wordt gepleit.
Ik onderschrijf de noodzaak van preventie van seksuele gezondheidsproblematiek en het versterken van eigen regie op een kinderwens. Het gebruiken van een condoom is een belangrijke manier om soa’s te voorkomen en het kan ook gebruikt worden als anticonceptiemiddel. Ik vind het zorgelijk dat het condoomgebruik in Nederland afneemt. De oproep voor een jaarlijks terugkerende, landelijke campagne over seksuele gezondheid is vergelijkbaar met de signalen vanuit andere veldpartijen over de terugkeer van de Vrij Veilig-campagnes.2 Omdat ik waarde hecht aan bewezen effectiviteit van preventiemaatregelen, wil ik zorgvuldig op zoek gaan naar mogelijkheden om het condoomgebruik te stimuleren. Zoals ook eerder gedeeld met uw Kamer3, heb ik het RIVM de opdracht gegeven om in samenwerking met Soa Aids Nederland onderzoek te doen naar effectieve interventies voor het stimuleren van het condoomgebruik. De resultaten hiervan verwacht ik in de zomer van 2025. Op basis hiervan zal ik gerichte activiteiten voor het stimuleren van condoomgebruik inzetten. Verder start er binnenkort een online campagne voor jongeren over anticonceptie. Verschillende anticonceptiemethoden worden hier onder de aandacht gebracht. Ook worden jongeren met de campagne
geleid naar Sense.info, waar betrouwbare informatie te vinden is over anticonceptie. De campagne gaat op aanstaande 16 december live en is te zien via verschillende sociale media kanalen.
Toegang tot goede en betrouwbare informatie is cruciaal. Hoewel er veel betrouwbare informatie bestaat en (online) vindbaar is, zie ik ook dat er steeds meer misinformatie rondgaat. Het tegengaan van misinformatie zal over de komende jaren meer prioriteit krijgen – waar mogelijk – binnen het vervolg op de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap. In het voorjaar van 2025 zal ik uw Kamer daarover informeren. De instellingen op het gebied van seksuele gezondheid, gefinancierd door het ministerie van VWS, bieden nu al betrouwbare en toegankelijke informatie over velerlei onderwerpen rondom seksualiteit en seksuele gezondheid, onder andere op basis van wetenschappelijk onderzoek. Denk hierbij aan de verschillende websites van het expertisecentrum Rutgers4, het expertisecentrum op het gebied van onbedoelde zwangerschap Fiom5 en Sense, gericht op jongeren, van Soa Aids Nederland.6 Ook zijn deze instellingen actief op sociale media, wat in het licht van misinformatie op dergelijke kanalen enorm van belang is. Ik hecht veel waarde aan het werk van deze instellingen en daarom wordt op de subsidie voor deze instellingen niet gekort.
Ook gemeenten dragen een belangrijke verantwoordelijkheid voor het bevorderen van seksuele gezondheid. Op grond van de Wet publieke gezondheid zijn zij verantwoordelijk voor het bijdragen aan de opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s. Ik heb met kennisinstituten, de VNG, enkele gemeenten en GGD’en gesproken om te horen wat er nodig is om seksuele gezondheidsbevordering op lokaal niveau te versterken en te koppelen aan de doelen uit het Gezond en Actief Leven Akkoord. Begin 2025 verwacht ik gemeenten van informatie te kunnen voorzien door onder andere inzicht te bieden in het belang van seksuele gezondheidsbevordering, de verantwoordelijkheid van de gemeenten hierbij en gemeenten te inspireren met goede voorbeelden. Conform het Regeerprogramma (bijlage bij Kamerstuk 36471, nr. 96) maak ik nadere afspraken met gemeenten over de inzet van bewezen effectieve maatregelen, ook voor het bevorderen van seksuele gezondheid. In het voorjaar van 2025 stuur ik uw Kamer een brief over mijn beleidsvoornemens rond seksuele gezondheid en zal ik hier nader op in gaan.
Punt 4 – goede seksuele vorming in het onderwijs
Ik vind het belangrijk dat de aangeboden relationele en seksuele vorming op en rondom scholen goed aansluit op de behoeften van jongeren. Uit onderzoek blijkt dat dit niet voor alle jongeren het geval is7. Relationele en seksuele vorming, zowel in het onderwijs als in de opvoeding, zijn cruciaal in het bevorderen van seksuele gezondheid. Het zorgt ervoor dat mensen bewuster beginnen aan seks, zich beter beschermen tegen soa’s en onbedoelde zwangerschappen en dat seksueel grensoverschrijdend gedrag wordt voorkomen.
Daarom zijn het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs verplicht om aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. Dit staat in de landelijke en wettelijke kerndoelen. In vorm, tempo en inhoud dragen scholen en leerkrachten zorg voor leeftijdsadequaat onderwijs dat aansluit op de ontwikkeling en belevingswereld van het kind. Op dit moment worden alle kerndoelen herzien en aangescherpt. In de opgeleverde conceptkerndoelen voor het leergebied Mens en Natuur wordt relationele en seksuele vorming concreter benoemd dan in de huidige kerndoelen.8 Dit maakt de opdracht aan scholen duidelijker. De komende periode worden de nieuwe conceptkerndoelen in de praktijk beproefd en op basis daarvan aangescherpt. Naast de aanscherping van de kerndoelen is er ook veel aandacht voor het bevorderen van evidence-informed werken en het verhogen van de kwaliteit van leermiddelen, zoals de staatssecretaris Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aankondigde in haar brief van 22 november 2024.9
Er bestaan gelukkig veel lespakketten, interventies en ander aanbod voor het thema relaties en seksualiteit, vanuit verschillende invalshoeken of benaderingen rondom seksualiteit.10 Scholen kiezen zelf welk lesmateriaal of welke lesmethode ze gebruiken. Dit past bij de autonomie die scholen onder artikel 23 van de Grondwet hebben. De Rijksoverheid geeft geen geld voor het ontwikkelen of actualiseren van lesmaterialen en lesmethoden.
Het ministerie van VWS stimuleert dat scholen aan de slag gaan met dit onderwerp op een manier die bij de school past. Zo worden scholen sinds 2019 ondersteund om aandacht te geven aan het thema relaties en seksualiteit met het Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties & Seksualiteit.11 Scholen kunnen met dit programma extra geld krijgen om onder andere lespakketten aan te schaffen die zijn afgestemd op de leeftijd van het kind. Met het programma wordt ook aandacht besteed aan borging van relationele en seksuele vorming op scholen. Zo is er onder andere een nieuw platform (het Leerplein) waar scholen toegang tot hebben tot allerlei naslagmateriaal en e-learnings. Scholen kunnen ook vrijwillig deelnemen aan de Week van de Lentekriebels (voor het primair en speciaal onderwijs) en de Week van de Liefde (voor het voortgezet (speciaal) onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs), waarin zij ondersteund worden in het geven van relationele en seksuele vorming. Deze themaweken worden georganiseerd door respectievelijk Rutgers en Soa Aids Nederland, gefinancierd door het ministerie van VWS. Het is zelf aan scholen of zij hieraan meedoen en welke lessen en lesmethoden ze gebruiken.
Zoals genoemd stuur ik uw Kamer in het voorjaar van 2025 een brief waarin ik verder inga op mijn beleidsvoornemens rondom seksuele gezondheid, waaronder ook relationele en seksuele vorming.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Bijlage bij Kamerstukken II, vergaderjaar 2023/2024, 32 239, nr. 16.↩︎
De Vrij Veilig campagnes waren grootschalige publiekscampagnes die liepen van 1987 tot en met 2011 om veilig vrijen en condoomgebruik te stimuleren in de maatschappij.↩︎
Aanhangsel Handelingen II 2024/2025, nr. 292.↩︎
https://seksualiteit.nl/, https://seksuelevorming.nl/, https://pubergids.nl/.↩︎
Fiom, https://fiom.nl/ongewenst-zwanger.↩︎
Sense.info, https://sense.info/nl.↩︎
Seks onder je 25e, Rutgers, https://rutgers.nl/wp-content/uploads/2024/01/Samenvattingconclusie-Def.pdf (2023).↩︎
Conceptkerndoelen mens en natuur, SLO, https://www.slo.nl/thema/meer/actualisatie-kerndoelen-examenprogramma/actualisatie-kerndoelen/conceptkerndoelen-mens-natuur/ (21 november 2024)↩︎
Kamerstukken II, vergaderjaar 2024/25, 32 034, nr.54↩︎
Een overzicht van het lesaanbod is te vinden op de website seksuelevorming.nl. Een overzicht van erkende en/of onderbouwde activiteiten is te vinden in de database van de Gezonde School (https://www.gezondeschool.nl/node/129) en in de database van Loket Gezond Leven (https://www.loketgezondleven.nl/interventies-zoeken-tegelpagina)↩︎
https://www.gezondeschool.nl/advies-en-ondersteuning/relaties-seksualiteit↩︎