[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Onderzoeksrapport "Toekomstbestendigheid en werkingsgebied Wet tegemoetkoming schade bij rampen"

Beleidsnota Rampenbestrijding

Brief regering

Nummer: 2024D50107, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-18 13:47, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26956 -220 Beleidsnota Rampenbestrijding .

Onderdeel van zaak 2024Z21234:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding

Nr. 220 Brief van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2024

Hierbij bied ik, mede namens de ministers van Financiën en Infrastructuur en Waterstaat, uw Kamer het onderzoeksrapport “Toekomstbestendigheid en werkingsgebied Wet tegemoetkoming schade bij rampen (verder: Wts)” aan.

De Wts dateert uit 1998 en is tot stand gekomen naar aanleiding van twee specifieke ramptypen - grote overstromingen in het midden van de jaren negentig van de vorige eeuw en de aardbeving in Limburg in 1992- en tegen de achtergrond van de toen bestaande verzekeringsmogelijkheden. Inmiddels zijn er veel meer verzekeringsmogelijkheden en dienen zich ook andere klimaatrisico’s aan. Daarnaast heeft de toepassing van de Wts op de wateroverlast in juli 2021 in Zuid-Nederland aanleiding gegeven tot vragen over onder meer de toekomstbestendigheid van de Wts. Dit vormde voor de toenmalige minister van Justitie en Veiligheid reden om de Wts te laten evalueren.

De evaluatie is uitgevoerd door een samenwerkingsverband van de Universiteit van Utrecht, de Erasmus Universiteit Rotterdam en onderzoekbureau AEF in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC). In de evaluatie stonden de volgende twee onderzoeksvragen centraal:

  • In hoeverre is de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) voldoende toekomstbestendig, gelet op de (ervaringen met de) toepassingen van de Wts tot op heden, de (extra) schade en kosten die als gevolg van klimaatverandering kunnen gaan optreden en gelet op de bestaande en in ontwikkeling zijnde verzekeringsmogelijkheden met betrekking tot de thans onderkende gevolgen van klimaatverandering (extreem weer)?

  • In hoeverre en hoe kan de Wts van toepassing zijn in Caribisch Nederland of zijn er goede en uitlegbare redenen om de Wts daar niet van toepassing te laten zijn? Zo ja, wat zijn die redenen?

In het onderzoeksrapport wordt ten aanzien van de eerste onderzoeksvraag geconcludeerd dat het stelsel van de Wts niet toekomstbestendig is om twee redenen. De eerste reden is gelegen in het feit dat onder maatschappelijke en politieke druk de grenzen van solidariteit bij rampen verschuift en dat wringt met de doelstelling van de Wts om rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te waarborgen. Overheidsbeleid vraagt om een consistente toepassing van de Wts. De tweede reden komt voort uit het feit dat het uitgangspunt van de Wts, de eigen verantwoordelijkheid, problematisch is en aandacht vraagt met het oog op de gevolgen van klimaatverandering. Dit houdt verband met de verzekerbaarheid die als vertrekpunt is genomen voor de Wts, maar die niet altijd tot stand komt. De onderzoekers schetsen vervolgens twee opties. De eerste optie is om de Wts als structureel vangnet voor rampschade te behouden met de nodige aanpassingen om hiaten in de toekomstbestendigheid van de Wts op te lossen. De tweede optie is om de Wts te vervangen door een verplichte verzekering met een zo breed mogelijke rampendekking.

Voor wat betreft de tweede onderzoeksvraag concluderen de onderzoekers dat er geen principiële redenen zijn om de Wts niet toe te passen voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Slachtoffers van een ramp aldaar behoeven een gelijkwaardige bescherming. Echter, de kernonderdelen van de Wts zijn qua ratio, inhoud en toepassing minder goed toegesneden op de eilanden, aldus de onderzoekers. De onderzoekers komen tot de conclusie dat het voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba passender is om buiten de Wts een regeling te treffen, maar wel met tenminste het beschermingsniveau dat wordt geboden door de (herziene) Wts. De onderzoekers doen de aanbeveling om een aanvullend onderzoek te doen naar de verzekerbaarheid van rampen op Bonaire, Saba en Sint Eustatius.

Ik ben de onderzoekers en de begeleidingscommissie zeer erkentelijk voor het onderzoeksrapport. Het is een gedegen en zorgvuldig rapport met een brede opzet. Dit rapport vormt een goede basis om samen met de betrokken ministeries en overige partners te verkennen hoe kan worden gekomen tot een consistent, toekomstbestendig en voorspelbaar vangnet voor schade door rampen. Juist voor mensen die getroffen zijn door een ramp en schade hebben geleden is het belangrijk om te weten waar zij aan toe zijn. Voor de inwoners van Bonaire, Saba en Sint Eustatius dient een vergelijkbaar beschermingsniveau te worden gerealiseerd.

Voor een inhoudelijke reactie op de evaluatie is afstemming met onder meer de Ministeries van Financiën en Infrastructuur en Waterstaat, en ander partners noodzakelijk. Dit dient zorgvuldig te gebeuren. Tevens ben ik nog in afwachting van de uitkomsten van het onderzoek naar de éénloketfunctie bij de afhandeling van schade bij rampen. Deze uitkomsten verwacht ik begin volgend jaar. Mede gelet hierop streef ik ernaar om namens het kabinet rond de zomer een inhoudelijke reactie op de evaluatie aan uw Kamer te sturen.

De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

I. Coenradie