Verslag NAVO Foreign Ministers Meeting 2024
Bijlage
Nummer: 2024D50160, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-16 15:25, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag NAVO Foreign Ministers Meeting (FMM) 3 en 4 december 2024 (2024D50159)
Preview document (🔗 origineel)
Verslag NAVO Foreign Ministers Meeting (FMM) 3 en 4 december 2024
Op 3 en 4 december 2024 kwamen de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken bijeen op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Deze Foreign Ministers Meeting (FMM) bestond uit drie werksessies. In de eerste werksessie werd stilgestaan bij de situatie aan de Zuidflank van de NAVO; hierbij was tevens Koning van Jordanië Abdullah II aanwezig. De tweede werksessie betrof een bijeenkomst van de NATO Ukraine Council, in aanwezigheid van de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Andrii Sybiha en Hoge Vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid van de EU (EU HV) Kaja Kallas. De derde werksessie stond in het teken van de strategische uitdagingen van de NAVO. Deze FMM diende tevens als voorbereiding op de NAVO-Top in Den Haag op 24-25 juni 2025.
Werksessie 1: Bijeenkomst met Zuidelijke buurlanden
Deze werksessie bood de gelegenheid uitgebreid stil te staan bij het strategisch partnerschap van de NAVO met Jordanië en de huidige situatie in het Midden-Oosten. NAVO-bondgenoten spraken met Koning Abdullah II van Jordanië over de situatie in Gaza en de Westelijke Jordaanoever, en de ontwikkelingen in Syrië en Iran. Verschillende bondgenoten, waaronder de Benelux-landen, onderstreepten ten aanzien van Israël-Gaza het belang van een onmiddellijk staakt-het-vuren, het vrijlaten van Israëlische gijzelaars en het toelaten van humanitaire hulp tot Gaza. Het belang van de twee-statenoplossing werd ook veelvuldig genoemd. Daarnaast werd onder andere door de Koning van Jordanië ingegaan op de nijpende situatie op de Westelijke Jordaanoever en het belang van sancties tegen kolonisten. Tijdens de werksessie verbonden diverse bondgenoten de zuidelijke en oostelijke veiligheidsregio’s met elkaar. Zo wezen zij op het schenden van het NAVO-luchtruim door Rusland met drones van Iraanse makelij en het meevechten van Noord-Koreaanse troepen aan Russische zijde.
België heeft tijdens de bijeenkomst namens de Benelux een gezamenlijke verklaring uitgesproken. Hierin werd de stabiliserende rol die Jordanië speelt in de regio en de grote uitdagingen in het Midden-Oosten onderstreept. Nederland kijkt met andere bondgenoten uit naar de opening van het eerste NAVO liaison-kantoor in Amman, volgend jaar.
Werksessie 2: NATO Ukraine Council
Tijdens de NATO Ukraine Council, waar naast de bondgenoten ook de EU vertegenwoordigd was door EU HV Kaja Kallas, informeerde de Oekraïense minister van Buitenlandse Zaken Andrii Sybiha de bondgenoten over de stand van zaken aan het front. Minister Sybiha hield een stevig pleidooi richting bondgenoten om aanvullende wapensystemen en munitie beschikbaar te stellen om de Russische agressie te kunnen afweren. Ook het herstel van de energievoorziening is van groot belang, om een black out en alle daarmee gepaard gaande risico’s te voorkomen. Minister Sybiha sprak zijn dank uit voor de steun van NAVO-bondgenoten maar benadrukte dat meer luchtverdedigingscapaciteiten urgent nodig zijn. Tevens riep Sybiha op tot investeringen in de Oekraïense defensie-industrie.
Bondgenoten, waaronder Nederland, reageerden daarop met de toezegging zo snel mogelijk mogelijkheden te verkennen om samen met partners in die urgente behoefte te voorzien. Wederom onderstreepten bondgenoten dat de toekomst van Oekraïne in de NAVO ligt.
Nederland onderstreepte daarnaast dat het voortzetten van onverminderde steun aan Oekraïne van het grootste belang is voor zowel Oekraïne als de bredere Euro-Atlantische veiligheid en blijft bondgenoten hiertoe oproepen. Het ging daarbij niet alleen om militaire steun, maar ook om steun voor met name energie en energie-infrastructuur, alsook om financiële steun zoals door het benutten van bevroren Russische centrale banktegoeden.
Werksessie 3: Strategische uitdagingen
De derde werksessie stond in het teken van bredere strategische uitdagingen. Hierin stond de Russische dreiging centraal. In aanloop naar de NAVO-Top in Den Haag in juni 2025 zal gewerkt worden aan een nieuwe strategic approach richting Rusland, zoals overeengekomen tijdens de Top in Washington in 2024. Ook werd gesproken over de verschillende landen die de Russische agressie steunen en versterken, zoals Belarus, Iran, Noord-Korea, en China. Ook destabiliserende activiteiten die het bondgenootschap bedreigen, waaronder desinformatie en hybride activiteiten, kwamen uitgebreid ter tafel.
Er was veel aandacht voor het versterken van de afschrikking van het bondgenootschap. Bondgenoten zijn het erover eens dat het voor een geloofwaardige afschrikking en verdediging van het bondgenootschap van belang is dat alle landen zich inzetten om minimaal 2% van hun bnp aan defensie-uitgaven te besteden. Nederland onderstreepte dat met name Europese bondgenoten een verantwoordelijkheid hebben om hun defensie-uitgaven te verhogen. Voor het voortzetten van de militaire steun aan Oekraïne, het aanvullen van eigen militaire voorraden en het voldoen aan de NAVO-capaciteitsdoelstellingen wezen bondgenoten tevens op de noodzaak tot het vergroten van de defensieproductiecapaciteit. Verschillende bondgenoten, waaronder Nederland, benadrukten in dit kader dat het belangrijk is samen te werken met de EU om de industrie te versterken, alsook om de Oekraïense defensie-industrie te versterken.
NAVO contact-ambassade Japan
Tevens informeert het kabinet u via dit verslag over de toezegging om uw Kamer nader te informeren over de vraag welke NAVO-lidstaat met diens ambassade in Japan fungeert als contactpunt voor de NAVO. Tot en met 31 december 2024 is Denemarken de contact-ambassade (‘contact point embassy’) voor de NAVO in Japan. Bondgenoten bepalen gezamenlijk welk land de rol van contact-ambassade vervult. Nederland had zich voor 2025 met negen andere bondgenoten kandidaat gesteld om de nieuwe contact-ambassade te worden in Japan. Uiteindelijk hebben de bondgenoten besloten Noorwegen en Roemenië (gezamenlijk) aan te wijzen als contact-ambassades.
Nederland vervult bij andere partnerlanden wel de rol van contact-ambassade. Zo is Nederland tot en met 31 december 2024 contact-ambassade in Australië en Nieuw-Zeeland. Vanaf 1 januari 2025 zal Nederland voor twee jaar deze rol vervullen in Kazachstan (gezamenlijk met Duitsland) en in Algerije.
Juridische mogelijkheden bij verdachte schepen
Daarnaast informeert het kabinet u via dit verslag over de toezegging om uw Kamer nader te informeren over de vraag welke juridische mogelijkheden op grond van het zeerecht om schepen die zich in zeegebieden buiten nationale rechtsmacht bevinden en verdacht gedrag vertonen aan te houden of te enteren. Deze mogelijkheden zijn beperkt. Oorlogsschepen en overheidsschepen gebruikt voor andere dan commerciële doeleinden genieten immuniteit. Ten aanzien van koopvaardijschepen of daarmee gelijkgestelde schepen bestaan onder het zeerecht beperkte uitzonderingen om schepen aan te houden, deze zijn contextafhankelijk.
In het kader van hybride oorlogsvoering staat het kabinet zowel bilateraal als in EU-, NAVO- en Noordzee-verband in nauw contact met andere landen over operationele samenwerking, informatie-uitwisseling over het dreigingsbeeld, gecoördineerde maatregelen om gedeelde weerbaarheid te versterken en over het nemen van gezamenlijke responsmaatregelen.