[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verwerkingscapaciteit kritieke grondstoffen

Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Brief regering

Nummer: 2024D50253, datum: 2024-12-16, bijgewerkt: 2024-12-17 13:31, versie: 2

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32852 -325 Grondstoffenvoorzieningszekerheid.

Onderdeel van zaak 2024Z21279:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


32852 Grondstoffenvoorzieningszekerheid

Nr. 325 Brief van de minister van Economische Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2024

Zoals uit het regeerprogramma blijkt, hecht het kabinet aan het veilig stellen van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen en het verminderen van de risicovolle strategische afhankelijkheden van landen buiten de Europese Unie. De sterke afhankelijkheid van andere landen voor kritieke grondstoffen maakt ons immers kwetsbaar.

Eén van de manieren om die afhankelijkheid te verminderen is door in te zetten op het vergroten van de capaciteit voor verwerking van strategische en kritieke grondstoffen. Volgens de doelstellingen van de Europese Critical Raw Materials Act (CRMA) moet in 2030 ten minste 40% van het jaarlijkse EU-verbruik van strategische grondstoffen1 in de Unie zelf worden verwerkt. Dit is met inbegrip van de capaciteit voor alle tussenstappen van de verwerking zoals het verrijken, scheiden, smelten en raffineren.

Met deze brief informeer ik uw Kamer over een TNO-onderzoek naar de mogelijkheden om kritieke grondstoffen in Nederland te verwerken en over de inzet van het kabinet om verwerkingscapaciteit van kritieke grondstoffen in Nederland te realiseren. Dit biedt ook kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Ik geef hiermee ook invulling aan de motie van de leden Erkens (VVD) en Boucke (D66)2 ten aanzien van een plan van aanpak om de verwerking van grondstoffen die cruciaal zijn voor de energietransitie naar Nederland te halen.

Appreciatie rapport TNO: Verwerking van kritieke grondstoffen in Nederland

Het onderzoeksrapport van TNO is meegestuurd met deze brief en biedt overwegingen en randvoorwaarden ten behoeve van het opstellen van een plan van aanpak gericht op het ontwikkelen van de verwerkingsindustrie in Nederland.

Ik verwelkom de in het rapport vervatte aanbevelingen over de wijze waarop Nederland aantrekkelijk kan worden voor investeerders in de metaalverwerkende industrie voor kritieke grondstoffen in een wereldwijd speelveld. Uit het rapport komt het beeld naar voren van een verwerkingsindustrie in Nederland, maar ook in de rest van Europa, die het de afgelopen decennia moeilijk heeft gehad. Dit komt onder andere door de concurrentie uit China en de hoge energiekosten in de EU, met als gevolg dat deze industrietak een flinke krimp heeft ondergaan.

Volgens de onderzoekers heeft deze ontwikkeling ertoe geleid dat het integrale industriële ecosysteem in veel sectoren verzwakt is geraakt, terwijl voor het ontwikkelen en succesvol exploiteren van verwerkingsfaciliteiten een dergelijk industrieel ecosysteem vereist is. Het rapport concludeert dat dit met name ook geldt voor sectoren en sleuteltechnologieën die de EU als strategisch heeft bestempeld. Bijvoorbeeld ICT en technologieën voor hernieuwbare energie, zoals EV-batterijen.

Nu de focus van het Europese en Nederlandse beleid onder toenemende geopolitieke druk meer gelegd wordt op economische veiligheid en strategische autonomie, moet dit leiden tot overwegingen die bijdragen aan investeringen in delen van de waardeketen die tot voor kort als niet-rendabel werden beschouwd. Om beleid te ontwerpen dat Nederland aantrekkelijk maakt voor investeerders in de verwerkingsindustrie adviseren de onderzoekers om de volgende aspecten te adresseren:

  • toegang tot voldoende financiering om verwerkingsfaciliteiten te kunnen financieren;

  • het veiligstellen van afnameverplichtingen op lange termijn van verwerkte kritieke grondstoffen;

  • het veiligstellen van grondstoffen onder lange-termijnleveringscontracten;

  • een duidelijke en consistente (beleids)omgeving;

  • toegang tot en kwaliteit van infrastructuur en ruimte;

  • beschikbaarheid van geschoolde arbeidskrachten;

Bovenstaande aspecten zijn uitgebreid toegelicht in het rapport en neem ik mee bij het opzetten van een plan van aanpak dat in het derde kwartaal van volgend jaar gedeeld zal worden.

Wat gaan we doen?

Zoals de studie aantoont is de Europese metaalverwerkende industrie, die zorg zou kunnen dragen voor verwerking van kritieke grondstoffen, flink gekrompen in Nederland en de EU. Zonder gericht overheidsbeleid en onder de bestaande internationale marktomstandigheden zal deze trend zich doorzetten en op den duur zelfs verdwijnen. Dit wordt ook genoemd in het rapport van Mario Draghi ‘The Future of European Competitiveness’3.

Uitgangspunten overheidsbeleid

We hebben te maken met een veranderend internationaal speelveld, waar in toenemende mate ingezet wordt op het strategisch belang van het innemen van posities in brede delen van waardeketens (van extractie via verwerking naar halffabricaten tot finale producten). Het verminderen van risicovolle strategische afhankelijkheden vraagt om een actiever overheidsbeleid dat o.a. inzet op het creëren van eigen verwerkingscapaciteit. Bij het maken van beleid zal het uitgangspunt niet alleen de toegevoegde waarde op basis van marktprijzen zijn, maar ook de strategische betekenis van de verwerkingsindustrie. Namelijk het versterken van de economische veiligheid en het verminderen van afhankelijkheden. Gecombineerd met de inzet op verduurzaming en circulariteit zal dit moeten resulteren in een toekomstbestendige sector.

De benodigde acties om het investeringsklimaat voor de verwerkende industrie voor kritieke grondstoffen te verbeteren vereisen vaak een lange adem, tegelijk is ook nodig te bezien wat op kortere termijn al een verschil kan maken. Hieronder schets ik mijn aanpak op de korte en langere termijn.

Korte termijn

Voor de korte termijn zet ik in op het nog meer stimuleren van strategische projecten in het kader van de nationale grondstoffenstrategie (NGS) en de CRMA, dat wil zeggen;

  1. In het kader van de Critical Raw Materials Act wordt in 2025 een centraal contactpunt opgericht, dat informatie verstrekt over vergunningverlening en financieringsmogelijkheden en als centraal aanspreekpunt dient voor potentiële investeerders in strategische projecten.

  2. Mijn ministerie zal daarnaast een werkgroep voor strategische projecten opzetten. Hierin zullen de belangrijkste publieke financiers en betrokken departementen bij elkaar worden gebracht. Het doel is om voor Nederlandse projecten te bepalen in welke mate deze met bestaand overheidsinstrumentarium ondersteund kunnen worden. Dit zijn projecten die gericht zijn op de verwerking van kritieke grondstoffen die zich aandienen onder de Critical Raw Materials Act, via de Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie, of anderszins.

  3. Ook lacunes in het overheidsinstrumentarium om dergelijke projecten actief te kunnen ondersteunen kunnen vervolgens worden geïdentificeerd, en ingebracht in de actie-agenda voor de langere termijn.

  4. De Speciaal Vertegenwoordiger Grondstoffenstrategie, de heer Allard Castelein, adviseert, op basis van zijn contacten met de industrie, over concrete maatregelen die nodig zijn om strategische projecten op het gebied van verwerking van kritieke grondstoffen in Nederland van de grond te krijgen.

  5. Ik zal ook nadrukkelijk aandacht besteden aan de samenwerking en afstemming met landen om ons heen, omdat de industriële clusters zich niet beperken tot de landsgrenzen. Dat maakt dat we in Europees verband moeten kijken naar het opbouwen van betrouwbare waardeketens door middel van strategische projecten.

Lange termijn

Parallel aan de geschetste inzet voor de korte termijn zet ik voor de langere termijn in op het structureel verbeteren en creëren van de condities binnen de EU en nationaal waaronder bedrijven bereid zijn te investeren in de verwerkingsindustrie voor kritieke grondstoffen in Nederland. Dit moet ertoe leiden dat het Europese industriële ecosysteem versterkt wordt met metaal- en mineraalverwerking in Nederland en de rest van de EU.

In het rapport is de benodigde inzet op een overzichtelijke wijze gepresenteerd in de vorm van een zestal aanbevelingen die gericht zijn op het optimaal inzetten van schaarse capaciteit, middelen en infrastructuur. Deze zes aanbevelingen omvatten ook competenties die bij verschillende ministeries en andere instanties belegd zijn. Aan een aantal van de aanbevelingen wordt ook al gewerkt onder andere beleidsprogramma’s, weliswaar niet met de specifieke insteek van het stimuleren van een verwerkingsindustrie voor kritieke grondstoffen. Wat betreft de aanbeveling om de beschikbaarheid van technisch geschoold personeel te vergroten is het goed om te weten dat mijn ministerie, samen met de ministeries van OCW en SZW en FME en Metaalunie, het “actieplan groene en digitale banen” uitvoert. Hiermee moet het aantal mensen die technische beroepen uitoefenen substantieel toenemen. Een ander voorbeeld is de inzet die al gepleegd wordt om “toegang tot en kwaliteit van infrastructuur en ruimte” te verbeteren; Op dit moment laat het ministerie van KGG onderzoek uitvoeren naar de ruimtebehoefte voor de industrie waarbij expliciet aandacht wordt besteed aan thema’s als strategische autonomie, grondstoffentransitie en circulaire economie.

Mijn ministerie zal de komende periode met alle partijen in gesprek gaan die een rol hebben in het ten uitvoer brengen van één of meerdere van de genoemde aanbevelingen. Samen met alle betrokken partijen zal een actie-agenda uitgewerkt worden die in het derde kwartaal van volgend jaar gedeeld zal worden.

Dit moet ertoe leiden dat op een gestructureerde wijze de activiteiten in kaart gebracht worden die mogelijk zijn om een impactvolle inzet te plegen. Het uiteindelijke doel is erop gericht om op een goede en efficiënte manier Nederland aantrekkelijker te maken als potentiële vestigingsplaats voor de verwerkingsindustrie van kritieke grondstoffen, in samenhang met reeds lopende beleidstrajecten.

Tot slot

Uit de studie blijkt dat China de afgelopen decennia met zeer gericht beleid zijn positie als wereldleider in het delven en verwerken van kritieke grondstoffen gestaag heeft opgebouwd, waardoor bijna alle landen wat dit betreft van China afhankelijk zijn. Bovendien heeft de Chinese overheid miljarden euro’s aan financiële ondersteuning gegeven om deze positie op te bouwen.

De verwachting is dat het Nederland en de EU nog flink wat jaren zal kosten om een substantiële eigen positie in de waardeketen van kritieke grondstoffen op te bouwen en de afhankelijkheid van China te verminderen.

Ondanks de grote opgave waarvoor we staan ben ik positief over de toekomst. Nederland beschikt immers over een aantal sterktes die bij kunnen dragen aan een gunstiger vestigingsklimaat voor de verwerkingsindustrie in Nederland of in de landen om ons heen. Chemische en procestechnologie, machinebouw, logistiek en voorraadbeheer, een krachtige infrastructuur rond inzameling, beheer en verwerking van afvalstromen en goed ontwikkelde R&D -infrastructuur zijn sterktes die voor ondernemers kansen bieden en aanleiding kunnen zijn om te investeren in de Nederlandse metaalverwerking of aan verwerking gelieerde activiteiten.

De minister van Economische Zaken,

D.S. Beljaarts


  1. Een aantal van de kritieke grondstoffen zoals kobalt, gallium, germanium, lithium, natuurlijk grafiet en zeldzame aardmetalen die cruciaal zijn voor strategische technologieën voor groene, digitale, defensie- en lucht- en ruimtevaarttoepassingen.↩︎

  2. Kamerstuk 29 826, nr. 184↩︎

  3. Het rapport kan hier geraadpleegd worden: https://commission.europa.eu/topics/strengthening-european-competitiveness/eu-competitiveness-looking-ahead_en↩︎