[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Hervatten betaalverzuimboetes btw e-Commerce

Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie richtlijnen elektronische handel)

Brief regering

Nummer: 2024D50504, datum: 2024-12-17, bijgewerkt: 2024-12-18 08:15, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35527 -20 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet implementatie richtlijnen elektronische handel).

Onderdeel van zaak 2024Z21364:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Op 23 oktober 2023 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer geïnformeerd over zijn besluit om tijdelijk geen betaalverzuimboetes op te leggen aan ondernemers die deelnemen aan de regeling EU btw e-Commerce.1 Met deze brief informeer ik u dat ik heb besloten om het opleggen van betaalverzuimboetes aan deze ondernemers per 1 januari 2025 te hervatten. Daarnaast informeer ik u in deze brief ook over een beleidsbesluit inzake de kleineondernemersregeling (KOR).

EU btw e-Commerce

De regeling EU btw e-Commerce is ontworpen om internationale verkopen op afstand binnen de Europese Unie (EU) te harmoniseren. Vanaf de invoering van deze regeling in 2021 is uw Kamer meermaals geïnformeerd over de implementatie.2

Btw moet betaald worden aan de lidstaat waar de consument zich bevindt. Ondernemers kunnen rechtstreeks btw betalen aan deze lidstaat of ze kunnen dit doen via de vrijwillige regeling voor EU btw e-Commerce. In deze regeling doet de ondernemer de aangiften en betalingen voor alle verkopen binnen de EU in de lidstaat waar hij gevestigd is. De belastingdienst van de lidstaat waar de ondernemer zijn aangiften en betalingen heeft gedaan, geeft meldingen en betalingen door aan de belastingdiensten van de lidstaten waar goederen en dienst zijn geleverd.

Hervatten betaalverzuimboetes

De Belastingdienst voert deze richtlijn uit via het zogenaamde Noodspoor. Dit is een tijdelijke voorziening die op termijn zal vervangen worden door een structurele voorziening, het Hoofdspoor. Ik zal uw Kamer in de stand-van-zakenbrief – voor het eerstvolgende commissiedebat Belastingdienst - informeren over de overgang naar het Hoofdspoor. Binnen het Noodspoor ontstonden bij de invoering aanvankelijk opstartproblemen binnen MSCON-proces (Member State of Consumption) tussen de verschillende belastingdiensten.3 Dit kwam met name doordat er onduidelijkheden bestonden voor ondernemers over betaaltermijnen, af te dragen bedragen, wisselkoersen en bankkosten. Door deze onduidelijkheden werd door de Belastingdienst verwacht dat het aantal bezwaren als het gevolg van het opleggen van betaalverzuimboetes zouden toenemen. Dit zou veel personele capaciteit van de Belastingdienst kosten die juist benodigd is om een overgang naar het Hoofdspoor te realiseren. Ook zouden de kosten voor het behandelen van de bezwaren door de Belastingdienst naar verwachting meer bedragen dan de opbrengst van de boetes. Andere EU-lidstaten, met uitzondering van Finland, legden destijds ook geen betaalverzuimboetes op. Op deze gronden heeft mijn ambtsvoorganger daarom besloten om geen betaalverzuimboetes op te leggen aan ondernemers die deelnemen aan de EU btw e-Commerce regeling.4

Ik heb besloten om vanaf 1 januari 2025 het opleggen van betaalverzuimboetes te hervatten. Deze keuze zal ik hieronder toelichten. Allereerst loopt het tijdelijke beleidsbesluit om geen boetes op te leggen af op 31 december 2024. De eerdergenoemde (opstart)problemen binnen het MSCON-proces zijn inmiddels verholpen dan wel beheersbaar. Verzuimen kunnen nu voor de helft geautomatiseerd worden behandeld. Het aantal naheffingen in 2024 is gedaald en de verwachting is dat het aantal bezwaren in 2025 aanzienlijk lager zal zijn dan in 2023 en 2024. Ook bestaat bij bedrijven inmiddels voldoende duidelijkheid over de regeling. Tot slot heeft het niet opleggen van boetes - in afwijking van wet- en regelgeving - ook budgettaire gevolgen. Omdat de (opstart)problemen inmiddels (grotendeels) zijn opgelost is er ook geen aanleiding meer om deze boetes niet op te leggen.

Beleidsbesluit kleineondernemersregeling

Op 12 december 2023 bent u geïnformeerd over het kader beleidsbesluiten vooruitlopend op wetgeving op de terreinen van Belastingen, Toeslagen en Douane (hierna: afwegingskader).5 In dit afwegingskader heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd uiterlijk op het tijdstip van aanbieding voor publicatie in de Staatscourant, de contouren van een goedkeurend beleidsbesluit met u te delen. Hierbij informeer ik u over het besluit “Omzetbelasting. Kleineondernemersregeling; artikel 25e Wet op de omzetbelasting 1968”. In de bijlage vindt u een kopie van het te publiceren besluit. Hieronder zal ik het nader toelichten.


De kleine ondernemersregeling (KOR) is een btw-vrijstelling voor ondernemers met een omzet van maximaal €20.000 per kalenderjaar. Vanaf 1 januari 2025 geldt dat ondernemers die in Nederland zijn gevestigd de KOR ook in andere lidstaten kunnen toepassen, de zogenaamde EU-KOR. Om te beoordelen of ondernemers mogen deelnemen is het nodig dat zij informatie over hun omzet verstrekken aan de Belastingdienst zodat nagegaan kan worden of de omzetdrempel wordt overschreden. Na toelating tot de EU-KOR geldt er voor de ondernemer ook een verplichting om ieder kwartaal omzetinformatie te verstrekken. De lidstaten hebben de omzetinformatie nodig om te beoordelen of wordt voldaan aan de omzetdrempels van de KOR. Als een ondernemer deze omzetdrempels overschrijdt kan hij of zij de KOR niet meer toepassen.

Op basis van de wettelijke bepalingen die 1 januari 2025 in werking treden kan het voorkomen dat de aanmelding en toelating tot de KOR in hetzelfde kwartaal plaatsvinden. Dat kan betekenen dat de omzetinformatie die de ondernemer verstrekt bij de eerste kwartaalrapportage al (deels) is verstrekt bij de aanmelding. Hierdoor bestaat de kans dat als gevolg van dubbeltelling onterecht geconcludeerd wordt dat de omzetdrempel is overschreden waardoor ondernemers niet langer gebruik mogen maken van de KOR. Dit zal dan achteraf hersteld moeten worden en leidt weer tot extra werk voor de ondernemer en de Belastingdienst. Dat wil ik graag voorkomen. Daarom heb ik besloten om per beleidsbesluit vanaf 1 januari 2025 – vooruitlopend op wetgeving per 1 januari 2026 – goed te keuren dat de ondernemer de informatie die hij of zij verstrekt voor de aanmelding voor de KOR niet ook hoeft op te nemen in de eerste kwartaalrapportage.

Over ontwikkelingen met betrekking tot de regeling EU btw e-Commerce zal ik uw Kamer blijven informeren via de stand-van-zakenbrieven Belastingdienst.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën –

Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane,





T. van Oostenbruggen


  1. Kamerstukken II, 2021/21, 35 527, nr. 19.↩︎

  2. Voor het laatst via Kamerstukken II, 2024/25, 31066, nr. 1430↩︎

  3. Member State of Consumption is de EU-lidstaat waarin de betreffende consument is gevestigd.↩︎

  4. Kamerstukken 2023/24, 31066, nr. 19↩︎

  5. Kamerbrief over kader beleidsbesluiten vooruitlopend op wetgeving op de terreinen van Belastingen, Toeslagen en Douane | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl↩︎