Doorbreking medisch beroepsgeheim ten behoeve van onderzoek door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd
Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de grondslagen voor gegevensverwerkingen te verstevigen (Verzamelwet gegevensverwerking VWS I)
Brief regering
Nummer: 2024D50755, datum: 2024-12-18, bijgewerkt: 2024-12-19 12:40, versie: 2
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 36444 -19 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de grondslagen voor gegevensverwerkingen te verstevigen (Verzamelwet gegevensverwerking VWS I).
Onderdeel van zaak 2024Z21496:
- Indiener: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2025-01-15 10:15: Procedurevergadering VWS (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
36444 Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om de grondslagen voor gegevensverwerkingen te verstevigen (Verzamelwet gegevensverwerking VWS I)
Nr. 19 Brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2024
Met ingang van 1 januari 2025 treedt de Verzamelwet gegevensverwerking VWS I grotendeels in werking. Tijdens de plenaire behandeling in uw Kamer op 5 september jongstleden kwam meermaals de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) ter sprake. De IGJ ziet toe op de kwaliteit en de veiligheid van de zorg. In het debat werden diverse vragen gesteld over de relatie tussen goed onderzoek door de IGJ en de noodzaak en evenredigheid om daartoe in sommige gevallen een zorgverlener te vragen zijn medisch beroepsgeheim te doorbreken.
Toezegging
Ik heb uw Kamer tijdens die plenaire behandeling toegezegd om schriftelijk in kaart te brengen bij welke mate van ernst de IGJ een zorgverlener zal vragen het medisch beroepsgeheim te doorbreken en aan welke criteria de IGJ zich daarbij houdt. Kort samengevat, is het antwoord op die vraag dat de IGJ een zorgverlener zal vragen om het medisch beroepsgeheim te doorbreken, als dat:
noodzakelijk is voor goed onderzoek door de IGJ; en dit
ook proportioneel is; de informatie kan op geen enkele andere, minder vergaande manier worden verkregen.
Voor alle gegevens die de IGJ op deze manier verkrijgt, rust er op de ambtenaren van de IGJ een geheimhoudingsplicht. Hieronder licht ik dit verder toe.
Bijzondere persoonsgegevens noodzakelijk voor onderzoek door de IGJ
Onderzoek door de IGJ, bijvoorbeeld na een melding, is noodzakelijk om vast te kunnen stellen of er sprake is van een situatie die voor de veiligheid van cliënten of de zorg een ernstige bedreiging kan betekenen, of die met het oog op het belang van goede zorg anderszins noodzaakt tot nader onderzoek.
De Verzamelwet gegevensverwerking VWS I regelt een verplichting voor zorgverleners om aan de IGJ bijzondere persoonsgegevens van patiënten te verstrekken, zoals gezondheidsgegevens en persoonsgegevens van strafrechtelijke aard, als dit noodzakelijk is voor de IGJ om een andere melding te kunnen onderzoeken. Andere meldingen zijn meldingen van patiënten, familieleden, zorgpersoneel en andere betrokkenen over iets wat niet goed gaat of niet is goed gegaan in de zorg.
Een soortgelijke verplichting bestaat al voor zorgaanbieders en zorgverleners, in geval de IGJ onderzoek doet naar een verplichte melding, zoals een melding van een calamiteit.
Daarnaast heeft de IGJ de wettelijke bevoegdheid om patiëntendossiers in te zien voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar toezicht op basis van andere informatiebronnen, zoals berichten uit de media, jaarverslagen, kwaliteitsrapporten en informatie van eerdere inspectiebezoeken.
Voorzichtigheid bij doorbreken van het medisch beroepsgeheim
Met het doorbreken van het medisch beroepsgeheim moeten we voorzichtig zijn, want het medisch beroepsgeheim is van groot belang. Het zorgt ervoor dat patiënten naar een arts, therapeut of andere behandelaar durven te gaan en alle relevante informatie durven te delen met de zorgverlener. Uitgangspunt is dat hetgeen de patiënt in vertrouwen vertelt, ook vertrouwelijk blijft, tenzij er een ander belang is dat nog zwaarder weegt.
Noodzakelijkheid en proportionaliteit
De IGJ heeft in 2017 het “Beleidskader inzage patiënten-/cliënten-/zorgdossiers zonder toestemming patiënt/cliënt” opgesteld.1 Hierin staat beschreven hoe de IGJ omgaat met haar wettelijke bevoegdheid om zonder toestemming van de patiënt patiëntendossiers in te zien. Onder dit beleidskader valt ook het opvragen door de IGJ van gegevens in het kader van onderzoek naar meldingen.
Uit het beleidskader volgt dat de IGJ uitsluitend van deze bevoegdheid gebruik zal maken voor zover het redelijkerwijs noodzakelijk is voor de uitvoering van het toezicht. Ook moet het gebruik van de bevoegdheid proportioneel zijn. De IGJ vraagt deze gegevens dus alleen als die gegevens nodig zijn om vast te kunnen stellen of er sprake is van een situatie die voor de veiligheid van cliënten of de zorg een ernstige bedreiging kan betekenen. Ook zal de IGJ deze gegevens opvragen als die - met het oog op het belang van goede zorg - anderszins nodig zijn voor nader onderzoek. De IGJ vraagt de gegevens alleen op, als de informatie op geen enkele andere manier kan worden verkregen. Daarbij staat het doel van deze bevoegdheid voorop: het verkrijgen van inzicht in en het waarborgen van de veiligheid en de kwaliteit van zorg.
Geheimhoudingsplicht en andere waarborgen
Op ambtenaren van de IGJ rust er een afgeleid geheimhoudingsplicht ten aanzien van alle gegevens waarvan een betrokken zorgverlener uit hoofde van zijn beroep tot geheimhouding verplicht is.
Daarnaast laat de IGJ na inzage bij de zorgaanbieder een kennisgeving voor de patiënt achter waarin is aangegeven dat de IGJ gebruik heeft gemaakt van haar wettelijke inzagebevoegdheid.
Zowel het gebruikmaken van de inzagebevoegdheid, als het opvragen van patiëntgegevens in het kader van onderzoek naar meldingen, vraagt verder in elke afzonderlijke situatie een zorgvuldige afweging en motivering van de IGJ. Die legt de IGJ vast in het onderzoeksdossier.
Voorbeeld
Het onderstaande voorbeeld illustreert waarom de nieuwe verplichting voor zorgaanbieders en zorgverleners om aan de IGJ bijzondere persoonsgegevens van patiënten te verstrekken, als dit noodzakelijk is voor de IGJ om een andere melding te kunnen onderzoeken, van belang is. Ook volgt uit dit voorbeeld voor welke afwegingen de IGJ komt te staan als het gaat om doorbreking van het medisch beroepsgeheim door een zorgverlener.
Vermoeden seksueel grensoverschrijdend gedrag zorgverlener
De IGJ ontvangt een melding van een patiënt over een zorgverlener die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont bij een patiënt. De patiënt ondervindt gezondheidsschade als gevolg van de relatie. De IGJ gaat met de zorgverlener in gesprek en hoort van de zorgverlener dat hij onder behandeling is bij een psychiater voor zijn psychische klachten. Hij voert deze klachten aan als verzachtende omstandigheid voor het aangaan van de grensoverschrijdende relatie met de patiënt. Tegelijk toont hij nauwelijks berouw en blijft reflectie op de ernst van zijn gedrag achterwege. De IGJ vraagt de zorgverlener om zijn psychiater te mogen bevragen op de aanwezigheid van aandoeningen en de mate waarin de zorgverlener zich inspant voor de behandeling met als doel herhaling te voorkomen. De zorgverlener geeft hiervoor geen toestemming. Vanwege de aard en ernst van de normoverschrijding van de zorgverlener, in combinatie met het gebrek aan berouw en reflectie en het feit dat deze zorgverlener met kwetsbare patiënten werkt, is het nodig dat de IGJ informatie inwint bij zijn psychiater. Deze informatie is voor de IGJ noodzakelijk om goed onderzoek te kunnen doen. Omdat het in het belang is van de bescherming van de gezondheid en de IGJ de informatie op geen enkele andere manier kan verkrijgen dan alleen van de behandelaar van de zorgverlener, vraagt zij de behandelaar van de zorgverlener zijn medisch beroepsgeheim te doorbreken.
Tot slot
Het medisch beroepsgeheim is een verworvenheid die onbelemmerde toegang tot zorg nastreeft: dat iedereen de hulp van een zorgverlener kan inroepen, zonder angst dat gevoelige informatie beschikbaar komt bij derden. Ook heeft het beroepsgeheim tot doel dat het maatschappelijke risico op zorgmijders en op patiënten die zorgverleners niet alle relevante informatie durven te geven, zo klein mogelijk blijft.
Het beroepsgeheim is echter niet absoluut. Belangen van anderen of van de samenleving kunnen doorbreking van het beroepsgeheim nodig maken. Een inbreuk op het beroepsgeheim moet altijd noodzakelijk en proportioneel zijn.
Daarom zal de IGJ een zorgverlener alleen verzoeken om zijn medisch beroepsgeheim te doorbreken, als dat noodzakelijk is voor goed onderzoek door de IGJ en de informatie op geen enkele andere, minder vergaande manier kan worden verkregen.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Agema
Bijlage bij Kamerstuk 31 839, nr. 574.↩︎