Motie van de leden Holman en Van Campen over de bijdrage aan emissiereductie van innovaties per dierlijke sector inzichtelijk maken
Mestbeleid
Motie
Nummer: 2024D51103, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-20 14:49, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33037-578).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H. Holman, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: A.A.H. van Campen, Tweede Kamerlid (VVD)
Onderdeel van kamerstukdossier 33037 -578 Mestbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z21663:
- Indiener: H. Holman, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.A.H. van Campen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2024-12-19 11:00: Tweeminutendebat Mestbeleid (CD 7/11) (Plenair debat (tweeminutendebat)), TK
- 2024-12-19 23:45: Einde vergadering: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
33 037 Mestbeleid
Nr. 578 MOTIE VAN DE LEDEN HOLMAN EN VAN CAMPEN
Voorgesteld 19 december 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in het hoofdlijnenakkoord is afgesproken over te gaan op doelsturing en in te zetten op innovatie;
constaterende dat er 1,25 miljard tot 2,5 miljard gereserveerd staat voor innovatie;
overwegende dat de mestproblematiek en emissiereductie urgent zijn, zowel voor de natuur als voor het op gang krijgen van vergunningverlening en het perspectief voor boeren;
overwegende dat op korte termijn dus maatregelen nodig zijn waarvan de effectiviteit op dit moment al bekend is en die op korte termijn breed ingezet en juridisch geborgd kunnen worden;
verzoekt de regering voor de Kamer inzichtelijk te maken welke innovaties gaan bijdragen aan emissiereductie per dierlijke sector, in welk stadium van ontwikkeling (van vooronderzoek tot juridisch geborgd en klaar voor brede uitrol) deze innovaties zich op dit moment bevinden, wat de inschatting is van de bijdrage aan de emissiereductie en op welke termijn we die bijdrage kunnen verwachten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Holman
Van Campen