[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Amendement van het lid Sneller over het beperken van de toepassing van voorlopige hechtenis

Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)

Amendement

Nummer: 2024D51242, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-19 15:22, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36327 -12 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering).

Onderdeel van zaak 2024Z21730:

Preview document (🔗 origineel)


TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL 2
Vergaderjaar 2023-2024
36 327 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Nr. 12 AMENDEMENT VAN HET LID Sneller
Ontvangen 19 december 2024
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel 2.5.21, tweede lid, wordt na “waaruit blijkt” ingevoegd “dat voldaan is aan de voorwaarden, gesteld in artikel 2.5.27, lid 01, en” en wordt “artikel 2.5.27, eerste lid,” vervangen door “het eerste lid van dat artikel”.

II

Voor artikel 2.5.27, eerste lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

01. Er vindt geen bevel tot voorlopige hechtenis plaats, tenzij:

a. dit bevel strikt noodzakelijk is;

b. er geen minder ingrijpende alternatieven zijn om hetzelfde doel te bereiken; en

c. rekening is gehouden met de specifieke omstandigheden van het geval.

Toelichting

De toepassing van voorlopige hechtenis in Nederland krijgt zowel nationale als internationale kritiek.1 Het wordt te vaak en te gemakkelijk toegepast, terwijl alternatieven middels de schorsing onder voorwaarden onvoldoende benut worden (gedragsinterventies, huisarrest, contactverbod, borgsom, elektrisch toezicht). Uit onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat een derde van de Nederlandse gevangenispopulatie in voorlopige hechtenis zit, aanzienlijk meer dan het Europese gemiddelde van 25%.2 Vaak blijkt voorlopige hechtenis achteraf onnodig, te herleiden uit het aantal toegekende schadevergoedingen aan ex-verdachten ter compensatie van de onrechtmatig doorgebrachte tijd in voorarrest.3 Net als voor reguliere korte detenties geldt voor korte detenties in het kader van voorlopige hechtenis dat deze detentieschade veroorzaken en dat recidivecijfers na detentie hoog liggen.4 De indiener onderschrijft derhalve de ambities van de regering om tegemoet te komen aan de kritiek. Net als de Afdeling advisering van de Raad van State5 vraagt indiener zich echter af of het nu voorliggende voorstel voldoende effectief is om deze ambities waar te maken en stelt zich daarom het voorliggende amendement voor.

Met dit amendement beoogt de indiener een betere inbedding van alternatieven voor voorlopige hechtenis, in lijn met de ultimum remedium-gedachte. Dit adresseert de kritiek dat voorlopige hechtenis in Nederland te vaak en te gemakkelijk wordt toegepast, terwijl alternatieven relatief weinig worden benut. Zoals de Afdeling advisering van de Raad van State in haar advies benadrukt, volgt de verplichting voor rechters om altijd te onderzoeken of schorsing van voorlopige hechtenis mogelijk is, reeds uit de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Derhalve komt de voorgestelde wettelijke regeling de kritiek onvoldoende tegemoet. Om dit te verbeteren worden aanbevelingen 14 en 15 van de Europese Commissie (C(2022) 8987)6, waarin wordt gesteld dat voorlopige hechtenis als ultimum remedium moet gelden en dat een minder ingrijpend alternatief wordt gekozen waar mogelijk, expliciet in de wet opgenomen.

Sneller


  1. Memorie van toelichting, pagina 416 en 417↩︎

  2. Bijlage bij Groenboek over detentie, Europese Commissie, 2011
    https://www.eerstekamer.nl/eu/edossier/e110030_groenboek_over_de↩︎

  3. Algemene Rekenkamer, Voorarrest: verdachten in de cel; Een kwantitatieve analyse van inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis, Kamerstukken II 2017/18, 29 279, nr. 397↩︎

  4. WODC onderzoek ‘korte detenties nader bekeken’ https://open.overheid.nl/documenten/ronl-549ce973-4633-4450-8093-ca69771811f7/pdf↩︎

  5. Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport, p. 135↩︎

  6. https://op.europa.eu/nl/publication-detail/-/publication/0659fe44-c9e8-11ed-a05c-01aa75ed71a1↩︎