Amendement van het lid Sneller over consequenties voor termijnoverschrijding door het OM
Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering)
Amendement
Nummer: 2024D51259, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-19 15:45, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid (D66)
Onderdeel van kamerstukdossier 36327 -15 Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering).
Onderdeel van zaak 2024Z21737:
- Indiener: J.C. Sneller, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (đ origineel)
TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL | 2 | |
Vergaderjaar 2024-2025 | ||
36 327 | Vaststelling van het nieuwe Wetboek van Strafvordering (Wetboek van Strafvordering) | |
Nr. 15 | AMENDEMENT VAN HET LID Sneller | |
Ontvangen 19 december 2024 | ||
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor: |
I
Aan artikel 1.8.6 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien de officier van justitie in gebreke blijft de kennisneming toe te staan binnen de door de rechter-commissaris gestelde termijn als bedoeld in het derde lid, kan de rechter-commissaris beslissen dat de berechting niet aanvangt totdat de kennisneming is toegestaan, voor zover dat niet tot onaanvaardbare consequenties zal leiden.
II
Aan artikel 2.10.64 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Indien de officier van justitie in gebreke blijft overeenkomstig het eerste lid de verdachte en de rechter-commissaris in kennis te stellen, kan de rechter-commissaris beslissen dat de officier van justitie nog geen procesinleiding kan indienen, voor zover dat niet tot onaanvaardbare consequenties zal leiden.
III
Aan artikel 4.1.1 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien de officier van justitie in gebreke blijft overeenkomstig het vijfde lid de processtukken aan de verdachte ter beschikking te stellen, kan de voorzitter van de rechtbank beslissen dat de berechting nog niet aanvangt, voor zover dat niet tot onaanvaardbare consequenties zal leiden.
Toelichting
De beweging naar voren brengt met zich mee dat verdachten al in een veel eerder stadium actief moeten zijn met hun verdediging. Dit vereist dat verdachten in een vroeg stadium toegang krijgen tot het strafdossier. Zonder tijdige kennisneming van het dossier is het voor de verdachte onmogelijk om zich adequaat te verdedigen, omdat hij dan geen inzicht heeft in de verdenkingen, de onderbouwing daarvan en het tegen hem beschikbare bewijs. De gemoderniseerde regeling van de kennisneming van processtukken impliceert dat de wetgever waarde hecht aan het zo vroeg mogelijk delen van informatie. Echter, wanneer het Openbaar Ministerie (OM) nalaat stukken tijdig te verstrekken of rechterlijke termijnstellingen negeert, ontbreekt een consequentie. De Nederlandse Orde van Advocaten heeft aangegeven dat de verdediging in de praktijk regelmatig met termijnoverschrijdingen te maken krijgt.1 Derhalve acht de indiener het, met het oog op het recht op een eerlijk proces zoals neergelegd in artikel 17 Grondwet en artikel 6 EVRM, wenselijk om consequenties te verbinden aan termijnoverschrijdingen. Het amendement sluit aan bij de regeling zoals die op dit moment is neergelegd in het Landelijk Strafprocesreglement.2
Sneller
Position paper Nederlandse Orde van Advocaten ten behoeve van kennisontbijtsessie 28 november 2024âŠī¸
https://www.rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/Reglementen-procedures-en-formulieren/Strafrecht/Paginas/Strafprocesreglement.aspx
"Wanneer met betrekking tot voorgeleidingen en toetsingen niet overeenkomstig de bepalingen is gehandeld, kan de rechter-commissaris beslissen dat de voorgeleiding of toetsing die dag niet meer in behandeling wordt genomen, voor zover dat niet tot onaanvaardbare consequenties leidt."âŠī¸