Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2024-2025

36 446 Wijziging van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs en enige andere wetten in verband met de invoering van regels voor het verlenen van toelating voor het ter beschikking stellen van arbeidskrachten (Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten)

Nr. 28 AMENDEMENT VAN HET LID POSTMA

Ontvangen 19 december 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel I, wordt artikel 12q, tweede lid, als volgt gewijzigd:

1. Na «betrekking hebben op» worden een dubbele punt en de onderdeelsaanduiding «a.» ingevoegd.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel a (nieuw) door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

b. de zorg die degene die arbeidskrachten ter beschikking stelt, draagt voor de door de terbeschikkinggestelde arbeidskracht na te leven verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5, van de Wet basisregistratie personen.

Toelichting

Met dit amendement stelt indiener voor te voorzien in een bevorderingsplicht, een vergewisplicht en een meldplicht voor de toegelaten uitlener ten aanzien van een tijdige en correcte registratie door de ter beschikking gestelde arbeidskracht overeenkomstig de Wet basisregistratie personen (Wet BRP). De bevorderingsplicht houdt in dat de uitlener actief de juiste informatie verschaft aan de werknemer over een correcte wijze van inschrijving in de BRP waarbij ook moet worden geverifieerd of de werknemer daadwerkelijk de informatie heeft begrepen. Daarnaast moet de uitlener de werknemer waar nodig begeleiden en in staat stellen zich in te schrijven onder werktijd. De uitlener moet bij controle kunnen aantonen dat hij aantoonbaar een juiste inschrijving heeft bevorderd. De vergewisplicht houdt in dat de uitlener moet controleren dat de terbeschikkinggestelde arbeidskracht zich in overeenstemming met de Wet BRP als ingezetene heeft ingeschreven in de BRP, dan wel dat deze niet voor inschrijving als ingezetene in aanmerking komt. Daarnaast geldt een meldplicht voor de uitlener. Als na een verblijf van vier maanden de uitlener geen bewijs heeft dat de terbeschikkinggestelde arbeidskracht is ingeschreven als ingezetene in de BRP, dan heeft de uitlener een plicht om dit te melden. Dit houdt in dat de uitlener melding moet doen bij de gemeente waar de arbeidskracht volgens de informatie van de uitlener woont of verblijft. Een bewijs van de melding aan de gemeente moet door de uitlener worden opgenomen in de administratie.

Postma