Antwoord op vragen van het lid Van Meijeren over het beboeten van huisartsen die Hydroxychloroquine en Ivermectine voorschreven
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2024D51408, datum: 2024-12-19, bijgewerkt: 2024-12-19 17:58, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit PVV kamerlid)
Onderdeel van zaak 2024Z18564:
- Gericht aan: M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Indiener: G.F.C. van Meijeren, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Datum 19 december 2024
Betreft Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Van Meijeren (FVD) over het beboeten van huisartsen die Hydroxychloroquine en Ivermectine voorschreven (2024Z18564).
Hoogachtend,
de minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
Fleur Agema
Antwoorden op Kamervragen van het lid Van Meijeren (FVD) over het beboeten van huisartsen die Hydroxychloroquine en Ivermectine voorschreven (2024Z18564) (ingezonden d.d. 15 november 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van Ongehoord Nieuws d.d. 14 november 2024? [1]
Antwoord vraag 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u dat de huisartsen die Hydroxychloroquine of Ivermectine hebben voorgeschreven, te goeder trouw en in lijn met de Eed van Hippocrates hebben gehandeld?
Antwoord vraag 2
Ik vertrouw erop dat artsen hun beroep te goeder trouw en in lijn met
de artseneed uitoefenen. Het is daarbij belangrijk dat ook de wettelijke
regels worden gerespecteerd, zoals de Geneesmiddelenwet, de Wet
kwaliteit, klachten en geschillen zorg en de Wet op de geneeskundige
behandelingsovereenkomst.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u dat uw voorganger heeft besloten de desbetreffende artsen te beboeten omdat zij artikel 68, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet zouden hebben overtreden?
Antwoord vraag 3
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet toe op naleving van de verschillende wetten, waaronder de Geneesmiddelenwet. In specifieke gevallen bepaalt zij of er wel, of geen sprake is van overtreding van de Geneesmiddelenwet en of handhavend opgetreden moet worden. De IGJ heeft bij dat onderzoek een onafhankelijke rol en neemt deze besluiten zelfstandig in mandaat, zonder tussenkomst van de minister.
Vraag 4
Herinnert u zich de tweet die u op 31 augustus 2021 op X (destijds: Twitter) plaatste naar aanleiding van het in dagblad Trouw verschenen artikel “Inspectie tikt zestig artsen op de vingers om valse corona-informatie”, welke u als “doodenge ontwikkeling” kwalificeerde, daaraan toevoegend: “De Limburgse huisarts Elens had gelijk met hydroxychloroquine, maar werd beboet door de inspectie!”? Wanneer en waarom heeft u deze tweet verwijderd?
Antwoord vraag 4
Ik heb niks verwijderd. Mijn twitter-geschiedenis lijkt te lopen tot 30-09-2022, erg jammer.
Vraag 5
Beschouwt u het beboeten van de desbetreffende artsen nog steeds als een doodenge ontwikkeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 5
Als Kamerlid had ik een dikwijls flink afwijkend standpunt op de corona-aanpak van het kabinetsbeleid. Ik ben er daarom blij mee dat de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport de afronding van corona op zich neemt. Hij zat destijds niet in de Tweede Kamer of het kabinet. We wachten de conclusies van de onderzoeken van de Onderzoeksraad voor Veiligheid en de Parlementaire Enquêtecommissie af. De IGJ valt echter onder verantwoordelijkheid van de minister. Het is niet passend voor mij om verder in te gaan op specifieke lopende zaken waarin de IGJ vanuit haar toezichthoudende taak meent dat handhavend optreden geïndiceerd is. De IGJ handelt onafhankelijk en neemt haar besluiten in mandaat zonder tussenkomst van de minister en zonder de minister hier vooraf van op de hoogte te stellen.
Vraag 6
Waarom heeft u hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam d.d. 19 augustus 2024, aangaande de vernietiging van het besluit om een boete op te leggen aan een arts wegens het off-label voorschrijven van Hydroxychloroquine (HCQ) en Ivermectine? Waarom zei u in het interview met Jonathan Krispijn dat u hier niet verantwoordelijk voor bent, terwijl u zelf hoger beroep heeft ingesteld?
Antwoord vraag 6
Nadat ik het één en ander had uitgezocht heb ik daags na het interview de heer Krispijn uitgebreid te woord gestaan. De IGJ heeft geoordeeld dat hoger beroep in genoemde zaak zinvol is. De IGJ heeft het mandaat om op haar werkterrein namens de minister hoger beroep aan te spannen, zonder dat dit aan de minister ter besluitvorming voorgelegd hoeft te worden. Het klopt daarom dat ik ten tijde van het interview niet op de hoogte was van het besluit van de IGJ.
Vraag 7
Bent u bereid om het door u ingestelde hoger beroep in te trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 7
Nee. Ik heb mij in het verleden uitgesproken tegen actieve inmenging door een minister in lopende zaken, en dat ga ik nu zelf ook niet doen. Het is nu aan de Raad van State om te oordelen over deze zaak en of de arts terecht beboet is voor het tijdens de coronapandemie voorschrijven van deze geneesmiddelen aan Covid-19 patiënten. Gezien verschillende rechters in het verleden verschillend hebben geoordeeld, zullen de uitspraken van de Raad van State ook duidelijkheid voor ons allen opleveren.
Vraag 8
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord vraag 8
Helaas is dat niet gelukt.
[1] https://npo.nl/start/serie/ongehoord-nieuws/seizoen-3_1/ongehoord-nieuws_359/afspelen