Reactie op verzoek commissie over de Harbersbrief: Periodieke Rapportage Nationale Veiligheid: Contraterrorisme (CT) (Kamerstuk 30821-237)
Brief regering
Nummer: 2024D51841, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 16:25, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
Onderdeel van zaak 2024Z21984:
- Indiener: D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Preview document (🔗 origineel)
Tijdens de procedurevergadering van de commissie voor Justitie en Veiligheid op 26 september jl. heeft uw Kamer de Harbersbrief1 van 16 september 2024 besproken. In deze Harbersbrief heb ik aangekondigd dat de Periodieke Rapportage Nationale Veiligheid zich zal richten op het sub thema contraterrorisme. Specifiek wordt daarbij gekeken naar de beleidsinitiatieven op het gebied van contraterrorisme waarbij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) is betrokken. De rapportage is hiertoe beperkt omdat deze alleen kan gaan over het betreffende begrotingshoofdstuk, in dit geval artikel 36 van de begroting van Justitie & Veiligheid. De rapportage kan niet gaan over de contraterrorisme inzet vanuit andere begrotingshoofdstukken. Deze zullen wel periodiek worden geëvalueerd bij de betreffende hoofdstukken.
In de brief van de vaste commissie voor Justitie & Veiligheid vraagt u zich af of de geformuleerde hoofdvragen in de Harbersbrief verder strekken dan de betrokkenheid van de NCTV. Uw vraagt ook in hoeverre de brede hoofdvragen voldoende beantwoord kunnen worden en heeft verzocht:
Om de hoofdvragen in deze Periodieke Rapportage nader te concretiseren;
Dan wel aan te geven hoe verwacht mag worden antwoord te krijgen op de huidige onderzoeksvragen als alleen de beleidsinitiatieven waar de NCTV bij is betrokken onderzocht worden.
De vragen zoals geformuleerd in de Harbersbrief strekken inderdaad verder dan de betrokkenheid van de NCTV, zoals uw Kamer terecht stelt. Het kan daarmee onbedoeld de suggestie wekken dat het Rijksbrede contraterrorismebeleid hiermee wordt doorgelicht. Dit is niet het geval.
Een Periodieke Rapportage is gehouden aan het beantwoorden van een vastgestelde set van tien onderzoeksvragen zoals bijgevoegd in bijlage 1 van de Harbersbrief. De hoofdvragen zoals geformuleerd in de Harbersbrief zijn hier op toegespitst en zijn in lijn met Regeling periodiek evaluatieonderzoek 2022 (RPE). Deze vragen zijn om die reden ook afgestemd met het Ministerie van Financiën. Het gaat hierbij om een synthesestudie. De formulering van de hoofdvragen maken het mogelijk de beleidsevaluaties en analyses, uitgevoerd door of in opdracht van de NCTV, hiervoor te gebruiken. De uitgevoerde beleidsevaluaties en analyses hebben betrekking op uiteenlopende thema’s op het beleidsterrein van contraterrorisme.
Het concretiseren van de hoofdvragen vindt vervolgens plaats in de synthesestudie zelf. Alle geëvalueerde beleidsinitiatieven zijn direct herleidbaar naar één van de eerste vier hoofdvragen, waardoor er een concreet beeld ontstaat in de Periodieke Rapportage 2025. Dit op voorhand concretiseren, zoals u heeft verzocht, zou ertoe kunnen leiden dat bestaande evaluaties en analyses mogelijk buiten het onderzoek vallen, waardoor een onvolledig beeld ontstaat. Ik heb hier daarom niet voor gekozen.
De Periodieke Rapportage 2025 zal uitgevoerd worden door een partij met veel ervaring op zowel het beleidsterrein van contraterrorisme als in het uitvoeren van periodieke rapportages conform de richtlijnen van de RPE. Ik heb er vertrouwen in dat dit zal leiden tot een gedegen beleidsevaluatie die eind 2025 aangeboden zal worden aan uw Kamer.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Kamerstukken II, 2023-24, 30 821, nr. 237↩︎