Preview document (🔗 origineel)

---

In de brief met nadere afspraken ten aanzien van de uitvoering van hoofdstuk 2 uit het Hoofdlijnenakkoord, die op 25 oktober aan uw Kamer is verzonden¹, heeft het kabinet het voornemen uitgesproken om de wettelijke taakstelling voor de huisvesting van statushouders te schrappen. Het kabinet is voornemens om dit gelijktijdig in te voeren met het eerder in het Hoofdlijnenakkoord aangekondigde voornemen om een verbod in te voeren op het geven van voorrang op een sociale huurwoning aan statushouders, op grond van het enkele feit dat ze statushouder zijn. Middels deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken hiervan.

Het afschaffen van de taakstelling en het instellen van een verbod op voorrang vergt een wijziging van de Huisvestingswet 2014. De wetstekst voor deze wijziging in de Huisvestingswet is technisch gezien af. Het systeem en de wettelijke taken van gemeenten op het gebied van inburgering zijn echter ook gebaseerd op de taakstelling. Het afschaffen hiervan betekent dat het systeem moet worden aangepast. Dit vergt een wijziging van de Wet inburgering 2021 en de Wet COA en raakt ook de uitvoering van de Participatiewet. De samenhang met andere wetgeving en processen binnen de asielketen vergt dus een nadere uitwerking, voordat de voorgenomen wetswijzigingen verder in procedure gebracht kunnen worden. Ik ga hier, samen met de andere betrokken bewindspersonen, in 2025 mee verder. Ik zal uw Kamer in de eerste helft van 2025 informeren over de voortgang van bovenstaande zaken.

De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, 

Mona Keijzer

---

1. Kamerstuk 19 637, nr. 3304↩︎