Tiende Voortgangsrapportage Natuur
Brief regering
Nummer: 2024D51878, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2024-12-20 16:47, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Onderdeel van zaak 2024Z21994:
- Indiener: J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
- 2025-01-22 11:15: Procedurevergadering LVVN (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij bied ik u, na afstemming met de provincies, de tiende Voortgangsrapportage Natuur (VRN) aan. In de VRN rapporteren provincies en Rijk jaarlijks gezamenlijk over de resultaten van het natuurbeleid. In deze tiende VRN rapporteren we over het jaar 2023. In de VRN staat voortgangsinformatie over zowel het naar provincies gedecentraliseerde natuurbeleid, zoals overeengekomen in het Natuurpact in 2013, als over onderdelen van het natuurbeleid waarvoor het Rijk (gedeeltelijk) verantwoordelijk is.
Natuurnetwerk Nederland
In 2023 hebben de provincies, blijkens deze VRN, 1.968 hectare nieuwe natuur ingericht ten behoeve van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). In totaal is van de in het Natuurpact afgesproken ambitie van (minimaal) 80.000 hectare inmiddels 50.480 hectare (63%) ingericht. Op grond van deze VRN verwachten de provincies een restantopgave van ongeveer 10.000 hectare na 2027. Ondanks dat werken provincies onverkort door aan het realiseren van het NNN.
Agrarisch natuur-en landschapsbeheer (ANLb )
Uit de VRN blijkt dat de oppervlakte waarop subsidie voor Agrarisch Natuur-en Landschapsbeheer (ANLb ) wordt verstrekt in 2023 met circa 12.000 hectare is toegenomen. In totaal is hiermee 116.754 hectare in beheer voor ANLb; dat is 6,5% van het totale areaal landbouwgrond. Zoals bekend heeft het kabinet in het hoofdlijnenakkoord een structurele impuls van € 500 miljoen voor agrarisch natuurbeheer ingeboekt. De besteding van deze middelen zal in samenspraak met provincies, gebiedscollectieven en andere betrokken partijen worden uitgewerkt. Uw Kamer wordt hierover in een separate brief nader geïnformeerd.
Natuurkwaliteit
Jaarlijks bekijken we in samenspraak met de leveranciers van de informatie over natuurkwaliteit welke indicatoren kunnen worden geactualiseerd. In deze VRN zijn voor het onderdeel natuurkwaliteit bij twee van de acht indicatoren (in beeld gebracht op verzoek van uw Kamer) nieuwe data beschikbaar gekomen: de trend Habitat-en Vogelrichtlijnsoorten (indicator 3) en de trend alle soorten (indicator 4). De update van indicator 3 toont dat de meerderheid van de Habitatrichtlijnsoorten een toenemende of stabiele trend heeft. Een kleiner deel gaat achteruit. De update van indicator 4 laat zien dat van de 376 soorten die in de indicator zijn opgenomen ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage meer soorten vooruitgaan (179) dan achteruit (152). Vooral libellen, amfibieën en zoogdieren namen toe. Onder meer dagvlinders gingen achteruit. De overige 45 soorten blijven stabiel of kennen een onzekere trend.
Toezeggingen aan uw Kamer
Ik maak van de aanbieding van deze VRN graag gebruik om in te gaan op twee toezeggingen van mijn voorganger aan uw Kamer. Bij de voorbereiding van de behandeling van de LNV-begroting 2024 (Kamerstuk 36410-XIV, nr. 19) heeft uw Kamer gevraagd hoeveel hectare bestaande natuur in het Natuurnetwerk Nederland (NNN) de afgelopen jaren aangepast en veranderd en welk type natuur ervan is gemaakt. Zoals aangekondigd heb ik met de provincies besproken of en op welke wijze deze gegevens kunnen worden geleverd. Hieruit is gebleken dat dit soort veranderingen niet systematisch worden bijgehouden en geregistreerd; ik kan hier dan ook geen uitputtend overzicht van geven.
Aanpassingen of veranderingen van bestaande natuurtypen door ingrepen of beheermaatregelen komen volgens de provincies niet grootschalig voor en als ze voorkomen dan alleen in het kader van ecosysteemherstel van natuurgebieden voor het behalen van Europese doelen. Dergelijke veranderingen zijn altijd voorzien van een zorgvuldige ecologische onderbouwing en worden uiteraard altijd getoetst aan de natuurwetgeving. Een voorbeeld hiervan is het terugbrengen van verstuiving in de Schoorlse duinen door het gericht kappen van bomen. Ook bij exotenbeheer of het creëren van pioniermilieus, door het terugzetten van de successie, kan ter plekke bestaande natuur een ander natuurtype worden. Het omgekeerde komt ook voor: nieuwe bosuitbreiding in het NNN vanuit de Landelijke Bossenstrategie kan tevens een ander natuurtype tot gevolg hebben.
De toenmalige minister voor Natuur en Stikstof heeft in februari 2023 in antwoord op schriftelijke vragen van het lid Vestering (PvdD) (Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2022-2023, nr. 1627) de Tweede Kamer toegezegd om de provincies te vragen naar hun beleid ten aanzien van het verbinden van natuurgebieden en het opheffen van ecologische knelpunten. Over het algemeen hebben provincies gerealiseerde delen van ecologische verbindingen opgenomen in het NNN en geven (vaak met eigen middelen) invulling aan ontsnippering van het NNN, bijvoorbeeld door het financieren van ecologische verbindingen via gemeenten (droge verbindingen) en waterschappen (natte verbindingen), en door het oplossen van ecologische knelpunten bij provinciale infrastructuur.
Vooruitblik
Het kabinet heeft in het hoofdlijnenakkoord en in het regeerprogramma aangekondigd te willen sturen op de instandhouding van belangrijke natuur, gericht op een hoofdstructuur van robuuste natuurgebieden. Ook is daarin de ambitie uitgesproken om in het natuurbeleid de daadwerkelijke staat van de natuur leidend te laten zijn. Het kabinet stelt hiervoor ook aanvullende middelen beschikbaar. Er komt structureel € 500 miljoen extra beschikbaar voor agrarisch natuurbeheer, mede gericht op het realiseren van doelen op het gebied van natuur, water en klimaat. Daarnaast is er eenmalig € 5 miljard beschikbaar, waarvan, zoals vermeld in het regeerprogramma, een deel ten goede zal komen aan het natuurbeleid. Ten slotte is er in de ontwerp-LVVN-begroting voor 2025 die aan uw Kamer is voorgelegd, € 40 miljoen beschikbaar voor maatregelen op de korte termijn, waaronder € 8 miljoen voor natuurmonitoring.
Uw Kamer is via separate brieven over de verdere uitwerking van deze ambities en investeringen geïnformeerd. Ik ben erg gemotiveerd om samen met de provincies en andere betrokken partijen bij het natuurbeleid werk te maken van een mooie en robuuste natuur, die verbonden is met onze dagelijkse woon-, werk- en leefomgeving.
Jean Rummenie
Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur